63. Wereldgozer
‘Weet je wie ik nou een wereldgozer vind?’
-Nou?
‘Rob de Wit. Ik zag hem laatst nog. Dronken we samen iets. Hij cola, want Rob mag na zijn hersenbloeding geen alcohol meer. Verbazingwekkend, hoe positief die jongen is. En zijn humor is leuk cynisch. Hij heeft een soort zelfspot die ik heel mooi en bijzonder vind. Hij kan ook veel hebben.’
-Hoe bedoel je?
‘Ik weet nog dat we een avond voor hem hadden in het FC Utrecht-stadion. Rijkaard, Van Basten, iedereen was er. De gezondheid van Robbie was toen heel slecht, kon niet meer lopen. René Froger trad die avond op, Willeke Alberti ook. Ik moet de eerste patiënt nog tegenkomen die dáár van opknapt trouwens, maar daar gaat het nu even niet om. Op een gegeven moment werd er ook een groepsfoto gemaakt. Wij met z’n allen bij elkaar, Rob ervoor in zijn rolstoel. Het was een zielig gezicht. Die man maakt een paar foto’s en op een gegeven moment roep ik: Meneer, nu even een paar zonder Rob alstublieft. Werd het helemaal stil. Niemand maakte geluid. Behalve Rob zelf dan. Die kwam niet meer bij van het lachen. Nee, Robbie de Wit is een wereldgozer.’