2. ‘Overal autootjes om me heen!’

  

Acht maanden eerder, een maandagavond op het Media Park in Hilversum. Op de redactie van het televisieprogramma Voetbal International ruikt het naar knoflook. Beeldschermen en een paar lege pizzadozen verbergen een bescheiden ploegje redacteuren. Ze zijn bezig met de voorbereidingen op de zoveelste uitzending van het seizoen. Het precieze aantal afleveringen zou niemand hier nog kunnen noemen. Iedereen is de tel allang kwijt.

Op de bureaus liggen draaiboeken. Daarin staat de volgorde van de gespreksonderwerpen die voor vanavond zijn gepland. Ze worden zelden gerespecteerd. Deze talkshow heeft zijn eigen dynamiek. Het ontwikkelt zich vanaf het moment dat presentator Wilfred Genee straks daar, achter die gele studiodeur, grijnzend goedenavond in de camera knikt en meldt dat we vandaag leven ‘in het jaar tweeduizendenelf’ en dat de kijker van harte welkom is bij ‘alwéér een aflevering van Voetbal International’. Vanaf dat moment kunnen de gesprekken alle kanten opvliegen. De draaiboeken waar nu nog zo hard op wordt gepuzzeld, zijn dan op slag waardeloos geworden.

Iets na achten glijdt de donkere Mercedes van René van der Gijp het Media Park op. Hij vertrekt altijd op hetzelfde tijdstip uit zijn woonplaats Dordrecht, ongeacht de omstandigheden. René van der Gijp laat zich niet graag opjagen, niet door het weer, niet door het verkeer, niet door iets of iemand anders. Hij is een man van kleine, vaste gewoontes. Ze geven hem houvast. Soepeltjes laat hij zijn zwarte Mercedes de ondergrondse parkeergarage inglijden. Hij is een goede chauffeur, zoals de meeste voetballers. Tijd en ruimte lijken voor hen minder geheimen te hebben dan voor gewone stervelingen.

René van der Gijp schat dat hij jaarlijks zo’n 70.000 kilometer aflegt. Soms rijdt hij zelf, soms is hij alleen bijrijder in zijn eigen auto. Dan doet hij tussen Gorinchem en Hoevelaken even zijn ogen dicht en wordt er gestuurd door zijn persoonlijke assistente, een vriendelijke blondine die hem kriskras door het land vervoert, vaak een paar keer per week en naar alle mogelijke uithoeken van het koninkrijk. Samen trekken ze al jarenlang een vrolijke sliert langs bedrijven, instellingen, businessclubs, sportkantines en zo ongeveer elke andere exotische locatie waar men toevallig een Van der Gijp-presentatie kan gebruiken.

De populairste voetbalanalist van Nederland stapt grijnzend het studiocomplex binnen. Hij draagt Quick- sportschoenen en een spijkerbroek onder een uitbundig overhemd. Dat hemd zal straks, als het programma eenmaal begonnen is en de studiolampen gaan gloeien, zo nodig tot aan zijn navel worden open geknoopt. Voor iemand die zegt dat hij zich nooit ergens druk om maakt, begint hij soms opvallend snel te transpireren.

Grijnzend gaat Van der Gijp naar binnen. In de gang wacht een cameraman hem al op. Het lijkt erop alsof hij het niet eens opmerkt. Waar Wilfred Genee in dit soort situaties nooit de verleiding kan weerstaan de lens op te zoeken, een paar duimen op te steken, een gek gezicht te trekken of zijn vuisten even quasienthousiast samen te ballen, daar blijft René van der Gijp uiterlijk onbewogen onder de aandacht.

Hij veert richting redactieruimte.

Johan Derksen is daar zoals altijd allang gearriveerd. De hoofdredacteur van Voetbal International is een man van de klok. Hij beweert nog nooit ergens te laat te zijn gekomen, of het moet die ene keer in Amerika zijn geweest, bij zijn favoriete singer-songwriter Jimmy LaFave, een concert waarvoor hij speciaal van Amsterdam naar Tampa was gevlogen, maar dat hij volledig miste doordat de taxichauffeur de concertzaal maar niet kon vinden.

Zijn punctuele karakter verklaart ook de onuitsprekelijke woede die Derksen regelmatig voelde opborrelen toen hij nog met zijn collega Wilfred Genee dagelijks op willekeurige plekken in het land het tv-programma Doordekken opnam. Het tweegesprek tussen de gladde presentator en de onbehouwen voetbalcriticus was in potentie zeer spraak-makend, alleen keek niemand ernaar omdat het op Eredivisie Live werd uitgezonden. Hoewel Derksen er dagelijks de halve voetbalwereld in beledigde, bleven boze reacties daardoor uit. De enige die boos werd was Derksen zelf, omdat Genee van de 180 draaidagen er ongeveer 180 te laat kwam.

René van der Gijp is ook een keer te laat gekomen voor een tv-uitzending. Dat was ergens in de winter, toen Nederland bedekt ging onder een dikke sneeuwlaag en zelfs de kleinste binnenweggetjes tussen Dordrecht en Hilversum waren dichtgeslibd met stapvoets rijdende auto’s. Maar gek genoeg kan Derksen tegen René van der Gijp nooit zo uitvallen als tegen Wilfred Genee. De vrolijke analyticus heeft wat alle enfants terribles hebben: je kunt niet kwaad op ze worden.

Het was destijds een merkwaardige winteravond geworden, waarbij achter de schermen iedereen bevangen was geraakt door het weeë gevoel van opkomende paniek, toen bleek dat de meest spraakmakende man van het programma zich kort voor het begin van de uitzending nog ergens op een glibberweggetje net voorbij Bunnik bevond. Iedereen was in paniek, behalve René van der Gijp dan. Die bleef de rust zelve. Af en toe meldde hij zich vanuit zijn auto vrolijk aan de telefoon. Dan vertelde hij schaterlachend dat er totaal geen schot in de reis zat.

‘Ik zit he-le-maal vast, man! Overal autootjes om me heen!’

Aan niets was toen nog te horen dat hij zich eigenlijk nooit prettig voelt in files. Het is een van de kleine angsten waarmee hij al een groot deel van zijn leven worstelt. ‘Het valt wel mee, hoor’, zegt Van der Gijp daarover. ‘Zolang we nog een beetje rijden is het niet erg, al is het maar tien kilometer per uur. Maar wanneer we helemaal stil staan, vind ik het minder leuk. Daar word ik altijd een beetje ongemakkelijk van. Ik heb hetzelfde met boten, vooral als ze door een ander worden bestuurd. Doe je mij geen plezier mee, een feestje of een lezing op een boot. Daar begin ik liever niet aan. Het idee dat ik niet weg kan op het moment dat ik dat wil… Nee, dat vind ik niet prettig.’

Maar prettig of niet: die keer gebruikte hij de file om alsnog op bescheiden wijze televisiegeschiedenis te schrijven. René van der Gijp werd die avond de eerste voetbalanalist ter wereld die zijn visie op de beelden gaf vanuit een warme, zwarte Dodge, ergens langs een ingesneeuwde snelweg richting Hilversum.

Maar dat was toen.

Nu komt René van der Gijp de redactieruimte binnen en ziet Johan Derksen in de vensterbank staan. De hoofdredacteur van Voetbal International hangt met zijn hoofd en zijn bovenlijf half uit het raam. Zijn linkerarm wappert in de buitenlucht, tussen zijn vingertoppen klemt een sigaar met de afmeting van een bazooka. Er geldt hier in het hele pand een rookverbod, maar Derksen kan daar maar moeilijk aan wennen.

Vroeger, toen Voetbal International nog Voetbal Insite heette, werd Derksen juist met klem verzocht op tv zo véél mogelijk sigaren op te steken. De rookwolken die hij destijds continu richting presentator Ruud ter Weijden blies, en die af en toe als kleine donderwolkjes boven de tafel bleven hangen, werden toen nog door de regisseur als ‘gezellig’ beoordeeld. Maar inmiddels is de asbak bij wet van tafel verdwenen. Daardoor is Derksen al jarenlang gedwongen achter de schermen een privéoorlog uit te voeren met de studiobeveiligers, brede, soms kale mannen, die er inmiddels een neus voor hebben ontwikkeld te ontdekken waar de hoofdredacteur (62 jaar) er stiekem een opsteekt.

Vandaar dat hij nu dus in de vensterbank staat. Hoofdschuddend neemt hij bij het open raam nog snel een paar clandestiene trekjes. Het is nog vroeg, de uitzending begint pas over een halfuur, maar de eerste Van der Gijp- lach weerkaatst alweer als een luchtalarm door de gangen van de Hilversumse studio.

Gijp
binnenwerk.Gijp.html
Section0001.xhtml
Section0002.xhtml
Section0003.xhtml
binnenwerk-1.Gijp.html
binnenwerk-2.Gijp.html
binnenwerk-3.Gijp.html
binnenwerk-4.Gijp.html
binnenwerk-5.Gijp.html
binnenwerk-6.Gijp.html
binnenwerk-7.Gijp.html
binnenwerk-8.Gijp.html
binnenwerk-9.Gijp.html
binnenwerk-10.Gijp.html
binnenwerk-11.Gijp.html
binnenwerk-12.Gijp.html
binnenwerk-13.Gijp.html
binnenwerk-14.Gijp.html
binnenwerk-15.Gijp.html
binnenwerk-16.Gijp.html
binnenwerk-17.Gijp.html
binnenwerk-18.Gijp.html
binnenwerk-19.Gijp.html
binnenwerk-20.Gijp.html
binnenwerk-21.Gijp.html
binnenwerk-22.Gijp.html
binnenwerk-23.Gijp.html
binnenwerk-24.Gijp.html
binnenwerk-25.Gijp.html
binnenwerk-26.Gijp.html
binnenwerk-27.Gijp.html
binnenwerk-28.Gijp.html
binnenwerk-29.Gijp.html
binnenwerk-30.Gijp.html
binnenwerk-31.Gijp.html
binnenwerk-32.Gijp.html
binnenwerk-33.Gijp.html
binnenwerk-34.Gijp.html
binnenwerk-35.Gijp.html
binnenwerk-36.Gijp.html
binnenwerk-37.Gijp.html
binnenwerk-38.Gijp.html
binnenwerk-39.Gijp.html
binnenwerk-40.Gijp.html
binnenwerk-41.Gijp.html
binnenwerk-42.Gijp.html
binnenwerk-43.Gijp.html
binnenwerk-44.Gijp.html
binnenwerk-45.Gijp.html
binnenwerk-46.Gijp.html
binnenwerk-47.Gijp.html
binnenwerk-48.Gijp.html
binnenwerk-49.Gijp.html
binnenwerk-50.Gijp.html
binnenwerk-51.Gijp.html
binnenwerk-52.Gijp.html
binnenwerk-53.Gijp.html
binnenwerk-54.Gijp.html
binnenwerk-55.Gijp.html
binnenwerk-56.Gijp.html
binnenwerk-57.Gijp.html
binnenwerk-58.Gijp.html
binnenwerk-59.Gijp.html
binnenwerk-60.Gijp.html
binnenwerk-61.Gijp.html
binnenwerk-62.Gijp.html
binnenwerk-63.Gijp.html
binnenwerk-64.Gijp.html
binnenwerk-65.Gijp.html
binnenwerk-66.Gijp.html
binnenwerk-67.Gijp.html
binnenwerk-68.Gijp.html
binnenwerk-69.Gijp.html
binnenwerk-70.Gijp.html
binnenwerk-71.Gijp.html
binnenwerk-72.Gijp.html
binnenwerk-73.Gijp.html
binnenwerk-74.Gijp.html
binnenwerk-75.Gijp.html
binnenwerk-76.Gijp.html
binnenwerk-77.Gijp.html
binnenwerk-78.Gijp.html
binnenwerk-79.Gijp.html
binnenwerk-80.Gijp.html