37

Dit jaar is de acteur James Reddington de gastheer bij de Oscaruitreiking, die na zijn scheiding van Marina Madson een opleving wat betreft zijn populariteit meemaakt. En Francesca Massi, uit de buitenwijken van Middlesex, zal op de tweede rij zitten met een van de genomineerden voor ‘beste acteur’. Onwerkelijk, hè?

Na een lichte maaltijd van kip met wilde rijst en een glas bubbels, leun ik achterover, nee, sorry, líg ik achterover in mijn super-comfortabele stoel. Ik heb een gemakkelijke trainingsbroek en mijn vliegsokken aan, er begint zo een film die nog niet eens uit is in Engeland en ik heb het fantastisch naar mijn zin. En dat is niet vreemd, want ik ben op weg naar Los Angeles, vlieg eerste klas op een ticket waar ik niet voor heb betaald, zal straks logeren op het landgoed van een filmster en naar de Oscaruitreiking gaan. Carson laat me al vier dagen voor de grote gebeurtenis overvliegen, zodat ik nog wat tijd met hem, Steph, Cameron en natuurlijk Lorna kan doorbrengen, vóór de uitreiking over mijn jetlag heen kan komen en, het allerbelangrijkste, kan bedenken wat ik áán moet.

Het is in ieder geval een jaar met veel eerste keren, inclusief eerste klas vliegen – wat me bijna een spijtig gevoel geeft, omdat ik weet dat je een eerste keer nooit meer over kunt doen. O, nou ja, ik klaag natuurlijk niet en de film begint nu, dus maak ik het me gemakkelijk en ga ik er lekker naar kijken totdat de champagne me te slaperig heeft gemaakt en ik de rest van de reis van de wereld zal zijn.

Uren later word ik wakker met een droge mond en nogal branderige ogen, maar buiten dat voel ik me redelijk fris. Ik gooi wat water naar binnen en doe, met nog dikke ogen van de slaap, gauw wat make-up op, terwijl het vliegtuig zich voorbereidt op de landing. Op het moment dat de wielen het asfalt raken, ben ik wakker genoeg om af en toe een vlaag van opwinding door me heen te voelen gaan. Mijn avontuur gaat nu écht beginnen. Omdat ik eerste klas heb gereisd, wordt er voor mijn bagage gezorgd, dus het enige wat ik moet doen is Shawn vinden, die me volgens Carson staat op te wachten. En ja, daar staat hij, met in zijn hand een bordje met mijn naam erop.

‘Hallo Shawn,’ zeg ik, terwijl ik op de lange, vriendelijk uitziende chauffeur af loop, die naar me staat te zwaaien. Hij heeft een echt chauffeursuniform aan, compleet met pet en een Ray-Banzonnebril op zijn neus.

‘Welkom in de stad van de engelen, Francesca.’

Als ik de terminal uit kom, voel ik heel even de Californische zon op me, voordat ik in de auto met airconditioning stap. Eigenlijk moet ik limousine zeggen, vooral omdat er ook een minibar is, die goed gevuld blijkt met allerlei drankjes.

‘Neem wat je wilt,’ zegt Shawn, die in de achteruitkijkspiegel heeft gezien dat ik er verlangend naar keek.

‘Dank je,’ zeg ik, terwijl ik een cola light inschenk. Als we van de stoeprand wegglijden probeer ik de grijns waaruit mijn hele gezicht lijkt te bestaan, in te tomen. Palmbomen bij een vliegveld zijn een goede aanwijzing dat je ergens bent geland waar je het leuk zult hebben, vind ik altijd.

Onder het rijden begint Shawn een gesprek en algauw amuseert hij me met geweldige verhalen over wat zich allemaal op zijn achterbank heeft afgespeeld. Het is maar goed dat hij zo boeiend vertelt, want op de snelweg komen we een tijdje vast te zitten in het verkeer, maar buiten dat verloopt de hele reis van Engeland naar Beverly Hills probleemloos en algauw komen we aan bij een spectaculair uitziend landgoed, waar Shawn iets in de intercom zegt. De zwarte hekken zwaaien open en we zijn er. Nu kan ik mijn opwinding nauwelijks meer bedwingen en ik besef hoe graag ik iedereen wil zien. Dat gevoel lijkt wederzijds te zijn, want op dat moment zie ik Lorna de voordeur uit komen rennen, met Steph en Cameron op haar hielen.

‘Hoi,’ gil ik en ik ben de auto al uit voordat Shawn zelfs de motor heeft afgezet. Er ontstaat een prettige chaos als iedereen me op hetzelfde moment wil omhelzen, om me heen springt en door elkaar gilt en praat.

Het is op de een of andere manier altijd gek om mensen die je van thuis kent, in een ander land te ontmoeten. Ze zien er een beetje anders uit als ze hun Londense kleur verloren zijn en letterlijk zijn opgewarmd. Cameron is hartstikke bruin, zijn haar is ongelofelijk blond en hij is wat van zijn puppyvet kwijt. Hij is enorm veranderd; kinderen kunnen er iedere paar maanden weer helemaal anders uitzien. Het lijkt wel of hij een ‘sim-update’ heeft ondergaan. Hij lijkt nóg meer energie te hebben dan anders – als dat überhaupt al mogelijk is. Steph is licht gebruind en nu ik haar in een short en T-shirt zie, besef ik dat ze werkelijk een superfiguur heeft. Lorna – tja, Lorna is de enige die duidelijk een Engelse in het buitenland is. Ten eerste heeft ze sokken aan in haar sandalen en ten tweede is ze aan het vervellen en kun je duidelijk zien waar de bandjes over haar schouders zaten toen ze zo verbrandde.

Plotseling voel ik de reis in mijn benen en verlang ik naar een douche; ik wil mijn sportschoenen uittrekken en slippers aan mijn voeten.

‘Je zult wel aan het eind van je Latijn zijn, Fran,’ zegt Steph, terwijl ze Shawn met de koffers helpt. ‘Kom, dan laat ik je het huis zien en dan moet je voor het diner even een dutje gaan doen.’

‘Dank je wel, Steph, dat lijkt me heerlijk.’

Een ongeduldige Lorna grijpt mijn hand vast. ‘Kom op, naar binnen, Francesca. Het duurt al minstens tot theetijd om je alleen de badkamers hier te laten zien.’

‘Waar is Carson eigenlijk?’ vraag ik, terwijl ik probeer luchtig te klinken, maar diep in mijn hart ben ik een beetje teleurgesteld dat hij niet hier is om me te verwelkomen.

‘Carson moest naar een lunch voor de genomineerden. Hij vond het echt jammer dat hij niet hier kon zijn als je aankwam, maar vanavond is hij zeker hier voor je welkomstdiner,’ zegt Steph, die achter ons aan loopt.

‘Leuk,’ zeg ik, me een beetje schamend voor mijn onaardige gedachten.

Een huis is pas écht groot als je niet merkt wie er thuis is, dus als ik drie uur later nog half slapend uit mijn slaapkamer kom en me na mijn dutje zo ongeveer voel als een opgewarmd lijk, loop ik tot mijn verrassing tegen Carson op.

‘Hoi!’ gil ik, terwijl ik vlug mijn haar een beetje glad probeer te strijken. ‘Je bent alweer terug, zie ik.’

‘Ja, al uren, trouwens,’ zegt Carson met een grijns en hij ziet er natuurlijk even goed uit als altijd. ‘We wilden je niet eerder wakker maken, maar nu moet je wel opstaan, anders doe je vanavond geen oog dicht. Leuk je weer te zien. Je ziet er... tja, je ziet eruit alsof je net wakker bent. Kom mee een margarita drinken, dat zorgt er wel voor dat je weer bij je positieven komt.’

Richie, Carsons persoonlijke kok, heeft als welkomstdiner een geweldig Mexicaans buffet klaargemaakt, waar we onder de sterrenhemel van genieten. Met een zucht van tevredenheid en genietend van de geur van bougainville in mijn neus, merk ik na het diner achteloos op dat ik morgen maar beter kan gaan winkelen om een jurk te zoeken. Steph en Lorna beginnen te giechelen en Carson zegt: ‘Ik had je toch gezegd dat wíj daarvoor zouden zorgen?’

‘Ja,’ zeg ik een beetje twijfelachtig, niet echt blij dat ik de keuze van mijn jurk blijkbaar aan Carson moet overlaten. Ik had eigenlijk begrepen dat hij bedoelde dat hij de rekening zou betalen, hoewel ik het natuurlijk ook graag zelf had willen betalen van het geld van mijn boek, als ik iets zou zien wat heel erg duur is, maar wel heel mooi was. Tenslotte zal ik, behalve voor mijn trouwdag natuurlijk, nooit meer in mijn leven zo’n belangrijke kledingkeuze moeten maken.

‘Zorg er alleen maar voor dat je morgen om elf uur klaar bent,’ zegt Carson zonder een spier te vertrekken, terwijl Lorna en haar dochter, die volgens mij een klein beetje aangeschoten is, nog steeds zitten te giechelen.

De volgende ochtend word ik wakker uit een diepe jetlagslaap doordat Lorna koortsachtig op mijn deur staat te bonken en daarna binnenkomt. ‘Ze zijn er, Fran. Ze zijn er.’

‘Wie zijn er?’ vraag ik schor.

‘Sta nou maar op, slaapkop,’ zegt ze, terwijl ze mijn rechtopstaande haren nog verder in de war maakt.

Een halfuur later, na de heerlijkste douche die ik ooit in mijn leven heb gehad, kom ik de zitkamer binnen en vliegt mijn hand meteen naar mijn mond. Rek na rek na rek is naar binnen gereden en eraan hangen alleen maar prachtige, doorschijnende, glinsterende jurken van alle soorten die je maar kunt bedenken en in alle kleuren van de regenboog. Het is een walhalla.

De rest van de dag staat zeker te boek als een van de leukste dagen van mijn leven. Een schat van een vrouw, ze heet Rosa, helpt me steeds met aan- en uitkleden, waarna ze de jurken in een ‘nee’ of een ‘ja’-rek hangt. In het begin zijn het in mijn ogen allemaal ‘misschiens’ maar na een paar uur krijg ik er langzamerhand meer kijk op. Ik ben in de modehemel en op een gegeven moment, terwijl ik rondzweef in een perzikkleurige, met glitters geborduurde, Michael Kors-jurk, word ik er opeens onzeker van of Steph écht wel blij met alles is. Precies op het moment dat ik mijn mond opendoe om het haar te vragen, vangt ze mijn blik en lijkt ze precies te snappen wat er door mijn hoofd gaat.

‘Francesca, ik geniet er meer van om jou zo veel plezier te zien hebben, dan ik ooit zou doen als ik zélf zou gaan,’ zegt ze geruststellend vanaf het puntje van de leren bank waarop ze zit, gekleed in een afgeknipte spijkerbroek en een T-shirt waarin ze er op een natuurlijke manier werkelijk prachtig uitziet.

‘Zeker?’ informeer ik twijfelachtig – voor mij is dat heel moeilijk te geloven.

‘Absoluut zeker,’ zegt ze overtuigd.

In een spontaan ogenblik van genegenheid, ren ik naar haar toe en geef haar een dikke knuffel. ‘Heel, heel, heel erg bedankt voor alles,’ zeg ik terwijl ik haar stevig vasthoud.

Steph giechelt. ‘Je bent zo grappig, Fran. Je blijft maar denken dat wij jóú een plezier doen, maar wat ons betreft is het écht helemaal andersom.’

Ik haal alleen mijn schouders op en besluit om haar verdraaide visie op de gebeurtenissen maar zo te laten en er gewoon dankbaar voor te zijn. Dus ga ik door met genieten van mijn Assepoestermoment tot laat in de middag, als we uiteindelijk nog drie mogelijkheden overhebben. Een vintage Yves Saint Laurent, mouwloos en van een zilverachtig materiaal dat heel strak om het lichaam zit, waarbij ik volgens Rosa lange witte handschoenen moet dragen en mijn haar moet opsteken; een groenachtig turkooizen geval van Alberta Ferretti, van zwierige chiffon met een wijde rok en roesjes aan de bovenkant. En als derde een klassieke, vintage, rood satijnen Valentino-jurk met een lage rug en een korsetachtige taille, waardoor je zo slank lijkt als een model. Ik heb geen idee welke van de drie ik moet kiezen, maar uiteindelijk komen we eruit en de volgende dag komt er iemand van Jimmy Choo langs om een stukje stof van de jurk op te halen, zodat ze schoenen in exact dezelfde kleur kunnen verven.

De volgende paar dagen zijn al even opwindend en gaan voorbij in een wervelwind van verwennerij en plezier. Ik lig heerlijk in de zon en klets met iedereen uitgebreid bij. Behalve de kleren is alleen al het logeren in dit huis een cadeau. Het is een prachtig haciëndaachtig huis met twee zwembaden, een binnen- en een buitenbad. Iedere dag is het prachtig weer en het is fantastisch om Lorna niets anders te zien doen dan luieren. Ze is in topvorm, vooral ook omdat de Californische zon wonderen doet voor haar artritis. Steph is ook veel meer ontspannen dan ik haar ooit heb gezien en Cameron is zichtbaar gelukkiger. Geen wonder – ik zou helemaal extatisch zijn als ik in zijn schoenen stond en tot mijn opluchting ontdekte dat ik Carolines zoon níét was.

Wat Carson betreft: hij is nog steeds dezelfde charmante man, maar heeft het verschrikkelijk druk met het bijwonen van allerlei Oscarlunches, interviews en natuurlijk de geheime voorbereidingen voor de bruiloft. En helaas moet hij ook eindeloze onderhandelingen met Carolines advocaten voeren. Blijkbaar hebben ze nu eindelijk (via hun respectievelijke advocaten) een overeenkomst opgesteld, waarin staat dat Carson Caroline in één keer een grote som geld betaalt, de voogdij over Cameron krijgt en het huis in Californië en in Londen houdt. Wat betekent dat Caroline de Bermuda’s of dat arme, oude New York zal gaan verblijden met haar aanwezigheid.