18

Officieel begint mijn werkdag pas om tien uur, maar die maandagochtend sta ik al om exact negen uur voor de deur en laat ik mezelf het huis binnen. Ik pak de post van de mat en loop dan rechtstreeks naar Carolines werkkamer, waar ik haar mobiele nummer intoets om er zeker van te zijn dat ze nog in het Dorchester zit. Ik heb besloten dat ik maar net ga doen of er niets bijzonders is voorgevallen, in de hoop dat ze mijn dronken reactie is vergeten. Maar dat betwijfel ik eigenlijk ten zeerste.

Gelukkig krijg ik haar voicemail – ik heb er alles voor over om haar nog niet te hoeven spreken.

‘Goedemorgen, Caroline. Je spreekt met Francesca. Ik ben blij te merken dat je telefoon is uitgeschakeld, want dat betekent hoop ik dat je uitslaapt als voorbereiding op de grote avond vandaag. Alles is onder controle en ik spreek je wel als je wakker bent, dag.’

Mooi, dat is tenminste gebeurd. Ik begin me door alle faxen die het afgelopen weekend zijn binnengerold, heen te worstelen.

‘Hoi, jij moet Francesca zijn.’

Ik schrik me een ongeluk en draai me vlug om. Dan moet ik letterlijk naar adem happen; ik sta oog in oog met Carson Adams en hij heeft niets anders aan dan een klein wit handdoekje!

Mijn god. Hij is werkelijk súúúúper. Ik ben helemaal van mijn stuk. Maar op zoiets fantastisch kun je natuurlijk nooit voorbereid zijn... Ik sta verdomme tegenover de mooiste man van de hele wéreld. Hij is nog veel aantrekkelijker dan op foto’s en ik voel mijn knieën letterlijk week worden. Net zo’n soort gevoel als ik had toen mijn moeder me op mijn twaalfde meenam naar een concert van Curiosity Killed the Cat en ik het hele optreden lang hysterisch heb staan gillen. Dat zou ik nu ook het liefste doen: keihard gillen en kreunen en helemaal uit mijn dak gaan. Maar dat kan natuurlijk niet. Ik ben negenentwintig en ik wérk tenslotte voor hem, dus ik doe mijn uiterste best mezelf te beheersen. Maar ondanks dat sta ik met een enorme grijns op mijn gezicht te gapen naar zijn gebruinde biceps, gespierde borstkas en het eerste sixpack dat ik ooit in levenden lijve heb mogen aanschouwen. En dat is nog niet alles: verder moet ik zijn verwarde donkerblonde haar, zijn helderblauwe ogen en zijn regelmatige trekken ook nog te boven zien te komen. Zo horen vrouwen zich dus te voelen bij het zien van een mannelijke stripper, besef ik opeens – iets wat nooit echt zo is.

Hij moet gewend zijn aan het verlammende effect dat hij op vrouwen heeft, want hij lijkt totaal niet in de war te zijn gebracht door het feit dat ik hem al een hele tijd met open mond sta aan te staren. Integendeel: hij loopt gewoon de kamer door om me mijn hand te schudden.

‘Ik ben Carson Adams. Prettig je te ontmoeten.’

Zijn bijna naakte lichaam is nu nog maar enkele centimeters van mij verwijderd. Ik ben echt helemaal overrompeld en ik doe mijn uiterste best om weer een beetje bij mijn positieven te komen. Gelukkig lukt het me zijn fantastische hand te schudden en hoewel ik me heel raar en slap voel, vind ik na enige tijd ook mijn stem terug.

‘Hallo Carson, prettig kennis met je te maken. Ik ben Francesca. Ik dacht dat je in het Dorchester logeerde.’ Plotseling besef ik dat ik op mijn allervrouwelijkst tegen het bureau aanhang, met de stapel faxen tegen mijn borsten aangeklemd – die verdomme ook nog lichtelijk hijgend op en neer ‘zwoegen’. Ik ga iets anders staan om wat minder ordinair over te komen, strijk mijn rok glad en denk: had ik nou vanmorgen mijn haar maar gewassen. Wauw, opeens vind ik mijn baan werkelijk fantastisch!

‘O, ja... daar waren we ook, maar ik werd heel vroeg wakker en dacht dat ik Cas maar beter een beetje de ruimte kon geven vandaag, met de première vanavond en zo. En buiten dat heb ik een hekel aan hotels. Ik ben veel liever thuis, jij niet?’

‘Ja, natuurlijk,’ zeg ik, alsof ik gewend ben suites in het Dorchester te reserveren en die dan vervolgens niet de hele tijd te gebruiken. In een reflex gooi ik mijn haar over mijn schouder.

Carson loopt de kamer uit. ‘Ik kan me maar beter gaan aankleden, denk ik.’

Ik moet me inhouden om niet te gillen: ‘Néééé, niet doen’ en het liefst wil ik achter hem aan hollen en me zonder woorden in zijn armen werpen. Tjee, ik heb me nog nooit in mijn leven zo sterk tot iemand aangetrokken gevoeld. Godsamme, wat heeft die Caroline een geluk! Geen wonder dat ze bereid is die kleine flosdraadstringetjes voor hem te dragen.

Dan spreek ik mezelf streng toe. Dit kán niet. Ik kan niet gaan lopen geilen op de man van mijn baas, zelfs als dat Carson Adams is. O, ik kan niet wachten tot ik de meiden kan bellen!

Mijn mobiele telefoon gaat.

‘Hallo?’

‘Met mij, Francesca.’

‘O, hallo, Caroline. Is alles goed met je?’ antwoord ik opgewekt, nog helemaal opgewonden en uit mijn doen.

‘Ja, prima. Waarom zou het niet goed met me zijn? Ik moet zeggen dat ik nou niet bepaald gelukkig was met je gedrag van afgelopen weekend, maar dat wil ik wel over het hoofd zien omdat ik veel belangrijkere dingen heb om me zorgen over te maken vandaag.’

‘Ja, mijn excuses daarvoor. Ik was een beetje...’

‘Ja, nou, daar hoeven we het verder niet over te hebben. Als ik er maar zeker van kan zijn dat ik deze week je volledige aandacht heb en dat je je hoofd erbij houdt, want er is een hele hoop te doen. Nou, hoe laat kwam Prada naar het theater om me aan te kleden?’

‘Prada, Jimmy Choo en De Beers komen om vijf uur om ervoor te zorgen dat alles helemaal uitgezocht en in orde is voordat het begint. Verder is de auto om Carson en jou naar het feest te brengen geregeld en zijn alle drie de entreekaartjes waar je recht op hebt al vergeven.’

‘Oké. Nou, dan denk ik dat het het beste is dat jij hier om twee uur in het Dorchester bent, dan kun je samen met mij naar het theater rijden en dan zien we wel weer verder. Zijn mijn kapper, visagist en schoonheidsspecialiste geregeld?’

‘Ja,’ bevestig ik, terwijl ik nog helemaal met mijn hoofd in de wolken loop vanwege Carson en me voel alsof ik net heerlijk heb geneukt. Gelukkig weet ik een impuls om al saluerend: ‘Yesss Sirrr!’ te roepen, in de kiem te smoren.

‘Goed. Check ook even of de kappersafspraak voor Carsons haar om drie uur nog staat. Verder moet je vier flessen Cristal, nog vier flessen chablis en een krat mineraalwater voor in mijn kleedkamer regelen.’

Ik zou maar oppassen met al die drank, straks zit je de hele avond op de wc, schiet het door mijn hoofd. Ophouden, Francesca.

‘Komt in orde en ik zal Carson zo herinneren aan zijn kappersafspraak.’

‘Hè? Heb je zijn nummer dan?’

Even ben ik nogal in de war. ‘Nee, hij is toch hier.’

Er valt een lange stilte. ‘O, ja, natuurlijk. Ik zie je om twee uur.’ Zouden ze ruzie hebben gehad en is Carson hier gisteravond al gaan slapen? Dat zou alle verwarring verklaren en ook waarom Caroline niet weet waar hij zit. Misschien is hij wel op de vlucht geslagen voor haar neurotische gedrag, dat natuurlijk tot alarmerende proporties is uitgegroeid vanwege de avond die haar boven het hoofd hangt. Dat zou me niets verbazen. Ik denk dat ik, als ik in Carsons schoenen stond, nu ook liever bij haar uit de buurt zou blijven. In ieder geval ben ík er goed vanaf gekomen, na mijn dronken gedrag op de bruiloft.

Lorna steekt haar hoofd om de deur. ‘Goedemorgen, Fran. Hoe gaat het? Heb je een leuke bruiloft gehad?’

‘Ja, dankjewel, Lorna. Carson is hier, trouwens,’ zeg ik, terwijl ik opgewonden op haar afren.

‘O, fantastisch,’ gilt de oudere vrouw duidelijk opgetogen en ze holt de kamer uit om hem te gaan zoeken, zonder nog één blik voor mij. Ik kan het haar niet kwalijk nemen. Haar stem galmt door de hal.

‘Carson, schat van me. Waar zit je? O, kijk nou toch eens. Wat zie je er goed uit! Geweldig!’

Ja, dat vind ik nou ook! Dat vind ik nou ook! Ik sta op en loop op het lawaai in de keuken af. Carson lijkt ook heel blij om Lorna te zien; ze geven elkaar een dikke knuffel en beginnen daarna een druk gesprek. Even gaat er een jaloerse steek door me heen omdat Lorna zich blijkbaar zo op haar gemak voelt in zijn bijzijn en ze allebei duidelijk op elkaar zijn gesteld. Een belachelijke reactie natuurlijk, die nergens op slaat en in stilte geef ik mezelf op mijn donder. Concentreer je verdomme op het feit dat hij een leuke vent lijkt. Ik kan me niet voorstellen dat het een nachtmerrie voor me zal zijn om voor hem te werken. Carson is niet uit hetzelfde hout gesneden als zijn vriendin, dat weet ik nu al zeker. Caroline zegt nooit iets tegen Lorna, ze blaft alleen maar orders in haar richting – wat gewoon echt lullig is omdat Lorna al zo veel jaar voor haar zorgt, als ze in Londen is. Maar Carson lijkt een veel sterkere band met haar te hebben dan de doorsnee schoonmaakster-werkgeverrelatie.

Carson, die tot mijn verdriet inmiddels een T-shirt heeft aangetrokken, ziet dat ik in de deuropening sta.

‘Kom binnen, Francesca. Lorna en ik wilden net een kop thee gaan drinken. Wil jij ook?’

‘O, eh, heerlijk, dank je wel,’ grijns ik stupide, voordat ik met een schok besef dat het misschien wel niet als een aanbod was bedoeld, maar als een verzoek. Ik ruk me los uit mijn gehang in de deuropening en het nerveuze gefrut aan mijn haar en recht mijn rug. ‘Maar die ga ik natuurlijk zetten.’

‘Nee, doe niet zo raar,’ reageert hij, terwijl hij mij zijn megawattglimlach toewerpt, die op zichzelf al die twintig miljoen die hij voor een film krijgt meer dan waard is. ‘Dat doe ík.’

En dat doet hij. Carson Adams maakt een kop thee voor me. ‘Eh, Carson,’ begin ik aarzelend. ‘Caroline vroeg me om te checken of je je kappersafspraak van vanmiddag herinnert. Om drie uur komt Daniel Calvin hier.’

‘O, mooi. Bedankt.’

Hij zei ‘bedankt’! Ik ben verliefd, denk ik. Ik neem een kop thee van hem aan, maar voel me niet voldoende op mijn gemak om bij hen te gaan zitten en mee te kletsen. Het lijkt me vreselijk als hij me nu zou vragen wat ik bijvoorbeeld zoal in zijn huis doe, behalve hém stom aanstaren, dus duik ik de koelkast in om te zien wat er nog op voorraad is, iets wat ik toch elke dag moet doen. Ondertussen luister ik naar het geklets van Carson en Lorna. Hij vertelt haar over zijn laatste film en dat ‘Julie’ echt leuk was om mee te weken. Lorna trakteert hem op verhalen over haar nichtje dat bezig is met ivf, wat een vreselijke onderneming blijkt te zijn, en over hoe haar eeltknobbels weer opspelen. Hun levens mogen dan lichtjaren uit elkaar liggen, ze kletsen honderduit en genieten duidelijk van elkaars gezelschap. Er is echter één onderwerp waar ze allebei helemáál dolenthousiast van worden. Als Lorna vraagt: ‘En hoe is het met het kleine jochie?’, zie ik Carsons gezicht helemaal oplichten. Echt een vader die gek is op zijn zoon.

‘Wist je dat Lorna’s dochter, Steph, voor mijn zoon zorgt?’ vraagt Carson nu aan mij.

‘O, nee, ik had me niet gerealiseerd dat Steph jouw dochter is, Lorna,’ zeg ik, terwijl ik me afvraag of ik misschien nog wat makeup in mijn tas heb zitten die ik gauw op mijn gezicht kan smeren. ‘Dus daarom kennen jullie elkaar zo goed.’

Lorna pakt haar theekop op. ‘Ja, dat klopt. Ik werk al heel wat jaartjes voor Carson, is het niet Carson? En mijn dochter Steph is al sinds Camerons geboorte zijn kinderjuf.’

‘O, leuk, zeg!’ reageer ik. ‘Heeft een van jullie twee nog iets nodig? Ik ga nu boodschappen doen, dus zeg het maar.’

‘Nee, ik niet, dank je,’ zegt Carson.

‘Zou je misschien een biologische vrije-uitloopkip mee willen nemen, liefje?’ vraagt Lorna. ‘Hare Hoogheid heeft vanuit het hotel gebeld dat ze wil dat ik een kip gril, zodat ze die morgen koud kan eten bij de lunch. Ik snap niet waarom ze dat toch steeds doet, want ze neemt er nooit ook maar één hap van,’ besluit ze, terwijl ze met haar ogen rolt en haar schouders ophaalt.

Verschrikt kijk ik van Lorna naar Carson, maar hij lijkt het helemaal niet erg te vinden dat Lorna net nogal onbeleefd was over zijn partner.

‘Geen probleem,’ zeg ik tegen Lorna. Ik help haar altijd graag en heb er echt een hekel aan dat Caroline van haar verwacht dat ze mijlenver loopt om iets voor haar te kopen, terwijl ze heel goed weet dat Lorna last heeft van artritis.

‘Het is een lieve meid, onze Francesca,’ zegt Lorna, die ik op dat moment wel een dikke kus zou willen geven.

Terwijl ik de gangen van de supermarkt doorkruis op zoek naar bijvoorbeeld glutenvrij brood, wilde zalm, biologische ananas en de bewuste biologische vrije-uitloopkip, probeer ik tot me door te laten dringen dat ik net een van de grootste sterren ter wereld heb ontmoet. Ik wou dat hij nog wat langer in Londen bleef, maar helaas vertrekt hij na het feest vanavond meteen weer naar het vliegveld. Het verbaast me niets dat zo veel relaties tussen beroemdheden spaak lopen. Hun agenda’s bieden gewoon niet de ruimte om veel tijd met elkaar door te brengen.

Het intrigeert me dat Jodie gelijk blijkt te hebben. Carson is écht een leuke vent, dus wat moet hij in vredesnaam met zo’n trut als Caroline?

Mijn mobieltje gaat.

‘Hallo.’

‘Hoi, spreek ik met Francesca?’

‘Ja.’ O, kijk, ze hebben hier het merk honing dat ze wil. Dat scheelt me weer een speciaal tripje naar Harrods.

‘Francesca, met Tom. We hebben elkaar ontmoet op Harry’s bruiloft.’

O.

‘Francesca?’

‘Ja, spreek je mee. Hoe gaat het?’ vraag ik beleefd. Hij is echt de laatste die ik aan de lijn had verwacht.

‘Prima, dank je. En met jou?’

‘Goed.’

‘Het spijt me dat ik geen kans had om je nog te spreken in het café gisteren.’

‘O, geen probleem,’ zeg ik, vast van plan zo nonchalant te klinken als maar mogelijk is, hoewel ik stiekem heel verbaasd ben dat hij nog de moeite neemt om te bellen.

‘Oké. Nou, ik vroeg me af of je misschien zin hebt om samen uit eten te gaan aanstaande vrijdag?’

‘Eh, ik kan niet vrijdag,’ lieg ik.

‘O, jammer. Zaterdag dan?’

‘Nee, zaterdag ook niet,’ zeg ik afgemeten, nog steeds op mijn teentjes getrapt vanwege zijn vernederende negeergedrag gisteren.

‘O. Oké, misschien kan ik je dan beter een andere keer bellen, goed?’

‘Ja, oké, doe maar... als je wilt.’

‘Goed.’

‘Goed.’

‘Nou, dag dan.’

Hij klinkt werkelijk teleurgesteld, maar ik ben trots op mezelf dat ik voet bij stuk heb gehouden. Hij was zo ontzettend onbeschoft met dat net-doen-of-hij-me-niet-zaggedoe van hem.

Maar ondanks dat voel ik me toch nogal een kattige trut, terwijl ik het karretje vol flessen mineraalwater laad en om helemaal eerlijk te zijn vind ik het ook wel jammer, want op de bruiloft leek het of we écht ontzettend goed met elkaar op konden schieten. Als ik op zijn telefoontje voorbereid was geweest, had ik misschien wel niet zo afwijzend gereageerd. En nu ik erover nadenk, moet het feit dat hij belt toch wel betekenen dat hij niet zó vreselijk onbeleefd is als ik dacht. O, nou ja, dan hoop ik maar dat hij nóg een keer belt. Ik probeer het groeiende gevoel van spijt dat in me opkomt niet te voelen. Oké, nog linzen en dan heb ik alles.

Bij de kassa graai ik in mijn tas, op zoek naar de toilettas die dienstdoet als portemonnee voor alle dingen die ik voor Caroline koop. Dat ding moet wel groot zijn, niet alleen om alle geldbriefjes erin op te kunnen bergen, maar vooral ook voor de stapels bonnen die ik elke dag weer moet bewaren. Als ik uiteindelijk de supermarkt uit strompel met in allebei mijn handen een paar zware plastic zakken, probeer ik een taxi aan te houden om naar mijn volgende winkeldoel te gaan; Dixons – om een nieuwe adapter voor Carolines iPod te kopen, zodat ik kan proberen of dát werkt. En ik moet ook nog een winkel zien te vinden waar die biologische vrije-uitlooprotkippen niet zijn uitverkocht.

Caroline heeft er geen bezwaar tegen als ik een taxi neem op het moment dat dat nodig is, maar helaas valt er meestal nergens een taxi te bekénnen. Ook nu niet, dus zal ik eerst terug naar huis moeten om mijn boodschappen neer te zetten en kan ik dan pas weer op zoek gaan naar de andere dingen van mijn lijstje. Had ik op die eerste noodlottige dag dat ik Caroline ontmoette maar geweten wat er wérkelijk nodig is om een goede persoonlijke assistente te zijn – armen als een gewichtheffer en spierballen als Popeye. En voor het geval het je interesseert zal ik meteen alle andere kwaliteiten die je moet bezitten ook even opnoemen: het is absoluut noodzakelijk dat je een obsessie voor lijstjes hebt, een wandelende Gouden Gids bent en op z’n minst een graad in de mode hebt behaald. Ongelofelijke tactische talenten zijn werkelijk een must en een ingebouwde radar die puur gelul kan detecteren ook. Verder moet je er eerst voor zorgen dat je Londen net zo goed kent als een doorgewinterde taxichauffeur, nauwe relaties onderhoudt met de luchtvaartmaatschappijen plus de gemeente, en dat je een opleiding hebt gevolgd wat betreft de werking van mobiele telefoons en computers. Nou zijn dit misschien allemaal dingen die je van een persoonlijke topassistente mag verwachten, maar wat ik niet had voorzien was dat je al deze vaardigheden in een moordend tempo en met een onmogelijke urgentie uit je mouw moet kunnen schudden. Dat is de werkelijke reden waarom mijn ingewanden permanent in de knoop zitten van de spanning en dat ik constant gestrest ben. Niet zozeer over de taak waar ik op dat moment mee bezig ben, maar over alles wat ik daarná nog moet doen.

Ik blijf even stilstaan om mijn armen rust te gunnen en de hengsels anders vast te pakken, zodat ze wat minder pijnlijk in mijn handen snijden.

De laatste tijd krijg ik sterk het vermoeden dat Caroline zich aan het voorbereiden is op een ramp. Ze legt overal voorraden van aan en ik ben er al volkomen aan gewend geraakt om grote hoeveelheden van alles in te slaan. Waarom zou je in vredesnaam één geurkaars kopen, als je er ook vijf kunt meebrengen? Twéé flessen Evian? Doe niet zo belachelijk. Drie krátten en zorg ervoor dat er minstens tien flessen koud in de koelkast liggen. (Ze lijkt ook te denken dat haar roem haar verheft boven zaken als recyclen of water uit de kraan – schok, afschuw – drinken.)

Twintig minuten later heb ik het gered om bij het huis te arriveren, maar ik moet eerst een tijd op de onderste trede van het bordes gaan zitten om bij te komen, voordat ik een poging waag de rest van de trap op te gaan. Als ik eindelijk weer op adem ben, til ik de tassen een voor een naar boven tot ze allemaal voor de voordeur staan. Voordat ik de deur opendoe, strijk ik gauw nog even met mijn handen door mijn haar, om er niet helemaal verfomfaaid uit te zien voor Carson.

Ik hoor zijn stem. Hij zit waarschijnlijk in de werkkamer aan de telefoon en zo te horen praat hij met Caroline.

‘Hoi schat... ik ook van jou, heel heel veel. Je weet dat ik niet kan wachten tot ik weer bij jou kan zijn.’

Ik grijns tegen mezelf als ik me zachtjes door de gang haast. Nou, die hebben het weer goedgemaakt, zo te horen. Het klinkt heel schattig eigenlijk.

Op het moment dat ik de Evian in de koelkast zet, gaat mijn mobiele telefoon.

‘Hallo?’

‘Francesca, met mij. Ik wil dat je mijn zilveren Manolo’s meebrengt naar het Dorchester voor het geval ik de Choo’s niet mooi vind,’ hoor ik Caroline kortaf zeggen.

Nou, die slaat ook om als een blad aan een boom, na al dat lieve gedoe daarnet met Carson, denk ik geïrriteerd.

‘Geen probleem.’

Ik loop de hal in om de laatste tas op te halen, terwijl ze aan een hele verhandeling begint wie wel en wie absoluut geen kaartjes via mij mag regelen. Ik kan er alleen niet goed naar luisteren omdat ik afgeleid word door Carson, die blijkbaar nog steeds aan de telefoon zit in de werkkamer.

‘Nog even en ik ben weer bij je. Mijn god, ik mis je, schat. Oké... ja, ik ook van jou, heel veel, dag.’

Ik schuifel stilletjes terug naar de keuken, terwijl Caroline door blijft zeuren in mijn oor.

‘Dus Francesca, heb je dat goed begrepen? Anna Wintour is een “ja” en alle andere mensen van tijdschriften die zeggen mijn beste vriendin te zijn moet je eerst bij mij checken.’

‘Oké, begrepen. Ik zie je straks en ik neem de schoenen mee,’ zeg ik. Ik krijg nog niet eens de tijd om de schok te verwerken, want er zit al meteen weer een ander gesprek achter.

Ik sta met iemand aan de lijn die beweert Caroline al heel lang te kennen en die kaartjes voor donderdag over een week wil, als Carson met een supermarkttasje in zijn hand de keuken binnen komt lopen.

‘Heb je in de hal laten staan,’ fluistert hij.

‘Bedankt,’ knik ik en pak het aan. Dan draai ik me snel om, zodat ik hem niet hoef aan te kijken. Hoe irritant Caroline ook is, ik vind het heel verdrietig voor haar dat de man met wie ze al zo lang samen is, haar blijkbaar belazert. Wat ben ik toch naïef en ik baal er ontzettend van dat ik me opeens zo teleurgesteld en triest voel. Caroline en Carson hadden toch zogenaamd samen een van de meest solide Hollywoodrelaties en nu ontdek ik dat Carson, ondanks zijn charme en zijn met-beide-benen-op-de-grondkarakter, een wandelend cliché is. Verdomme, is er dan niets écht?

‘Luister, het spijt me, oké?’ val ik uit, de persoon aan de andere kant van de lijn onderbrekend. ‘Ik heb mijn lijst niet voor me liggen en om eerlijk te zijn, zijn de meeste kaartjes al vergeven. Hoe was uw naam ook alweer? O... Sir Ian McKellen. Oké. Eh, misschien kan ik uw nummer krijgen, zodat ik u later terug kan bellen? Ik weet zeker dat ik wel iets kan regelen.’

Ik verbreek de verbinding en voel me een dom schaap. Sir Ian, de beroemde acteur. Wat gek dat hij blijkbaar in staat is het initiatief te nemen zélf te bellen. Ieder ander laat dat over aan zijn of haar assistent.

‘Gaat het, Francesca? Je ziet er nogal geïrriteerd uit,’ informeert Carson met een ongeruste uitdrukking op zijn gezicht. Ik zal wel een beetje te veel lawaai hebben gemaakt in de keuken en alles met een klap hebben neergezet of zoiets.

‘Prima hoor,’ reageer ik kattig. ‘Maar ik zal blij zijn als ik vanavond aan de champagne zit om Carolines moedige terugkeer op het toneel te vieren.’

Carson lijkt een beetje van zijn stuk. ‘O. Ik wist niet dat ze een kaartje voor je had geregeld.’

‘Dat heeft ze ook niet,’ antwoord ik fel. ‘Ik zit dan gewoon thuis. Het is meer uit loyaliteit met haar en zo.’

‘O. Goed. Nou, veel plezier dan.’

Plotseling hoop ik dat ik niet te ver ben gegaan. Ik wil hem wel iets duidelijk maken, maar aan de andere kant ken ik de man nauwelijks en kan ik natuurlijk niet al te brutaal doen.

Carson kijkt me enigszins verward aan.

‘Nou, ik hoor het wel als ik iets voor je moet halen of je iets anders voor me te doen hebt...’ mompel ik, en haast me vervolgens met hoogrode wangen de keuken uit.