30

Het is eind november en Terry zit in Tenerife. Ik kan niet wachten tot hij terug is, omdat ik op de een of andere manier in de rol van Carolines chauffeur terecht ben gekomen, waardoor ik nergens anders aan toekom.

‘Is dat jouw auto, Francesca?’ informeerde Carson, toen hij me vanmorgen geld in de parkeermeter zag stoppen.

Carson is de laatste paar weken al een paar keer heen en weer naar de Verenigde Staten gereisd en is nu in Londen om de contracten te tekenen voor de film waartoe zijn agente hem toch heeft weten te verleiden, na weken van emotionele chantage en gestook.

‘Ja,’ antwoordde ik, terwijl ik de deur achter me dichtdeed en hoopte dat Caroline op tijd klaar zou zijn om te vertrekken, zodat ik me niet druk hoefde te maken om nog wat kleingeld voor de meter te vinden.

‘Wauw, wat een fantastisch karretje! Ik vind die kleine autootjes met die grote nummerplaten geweldig hier. Ze zijn zo apart,’ zei hij enthousiast, terwijl hij door het raam keek.

Ik liet mijn blik van hem naar mijn roestige groene Fiat Uno glijden en vroeg me af of hij het sarcastisch bedoelde.

‘Moet je Cas vandaag ergens heen brengen?’

‘Ja, ze moet naar Harley Street,’ antwoordde ik.

‘Ik denk niet dat je me later op de dag een lift naar een afspraak in de stad kan geven, of wel? Ik zou het veel leuker vinden met jou te gaan en het lijkt me heerlijk voor de verandering eens in een gewone auto te zitten.’

‘Oké,’ antwoordde ik aarzelend, nog steeds op zoek naar een teken van sarcasme, dat ik niet kon ontdekken. ‘Die afspraak is om halfeen, is het niet? Ik kan om een uur of twaalf hierheen komen om je op te halen,’ zei ik, me ondertussen afvragend hoe ik vandaag nog íéts af kon krijgen.

‘Bedankt, Fran, je bent een engel,’ reageerde hij en rende vervolgens de trap op.

Ik trok me lichtelijk verbouwereerd terug in de werkkamer. De laatste tijd had ik Carson wel vaker de leuke kanten van allerlei doodnormale dingen horen roemen. Op een gegeven moment had hij het dromerig over het zélf ophangen van de was en over zomaar de deur uit kunnen rennen om even een pak melk te halen. En nu was hij weer helemaal lyrisch over zo’n doodgewoon karretje als het mijne.

Ik merkte dat het me een beetje begon te irriteren. Ik bedoel, wat hield hem tegen zélf een Fiat Uno aan te schaffen als hij dat zo leuk vond? Hij kon de mijne voor zeshonderd pond overnemen. En als hij wilde, kon hij de fabriek waar ze werden gemaakt gewoon kópen. Niemand dwong hem rondgereden te worden in luxueuze auto’s met airconditioning en leren bekleding. Zijn andere verlangens kon ik me beter voorstellen. Hij was tenslotte een gevangene in zijn eigen huis. De paparazzi stonden nu al zó lang voor het huis te wachten, dat ik zo langzamerhand immuun was geworden voor hun aanwezigheid en ik wist zeker dat er een opstootje zou ontstaan als Carson het in zijn hoofd zou halen iets verderop in de straat even een pak melk te gaan halen. Maar aan de andere kant was híj degene die ervoor heeft gekozen acteur te worden en als hij zo’n hekel had aan dit alles, waarom ging hij dan vanmiddag naar een afspraak met iemand over een filmrol die hem alleen nog maar beroemder zou maken? Als hij dat allemaal zo vreselijk vond, waarom trok hij zich dan niet terug op het platteland, waar hij naar hartenlust in een Fiat Uno kon rondrijden, pakken melk kon kopen en de was op kon hangen zoals hij wilde, en waarom werd hij niet gewoon fotograaf ? Of was het misschien dat, als het er echt om ging, twintig miljoen dollar toch een te grote verleiding werd om te negeren?

Ik ben vergeten je over de foto’s te vertellen. Een paar dagen geleden heeft Carson aan Lorna en mij bekend dat hij het allerliefste professioneel portretfotograaf zou zijn. Ik had er eigenlijk nauwelijks naar geluisterd, totdat hij ons zijn fotomap liet zien, die een aantal van de meest geweldige zwart-witfoto’s bleek te bevatten die ik ooit heb gezien. Het feit dat het meestal foto’s van beroemdheden in dagelijkse situaties waren, droeg zeker bij aan het fantastische resultaat. Er was er een van Robert De Niro achter een barbecue met een tang in zijn hand, een van Brad Pitt die aan het vissen is, met Angelina met haar blote voeten bungelend in het water naast hem, en een van Julia Roberts die koffiedrinkt aan een ontbijttafel, om maar wat te noemen. Met dat soort onderwerpen kun je het moeilijk verpesten, maar ondanks dat waren de foto’s zelf ook heel bijzonder. Lorna merkte nog op: ‘Volgens mij gebruikt ze geen onderzetter,’ na de foto van Julia Roberts met een dampend kopje koffie in haar hand aandachtig te hebben bestudeerd.

Ik zei tegen Carson dat ik de foto’s echt prachtig vond en toen zat hij een tijdje weemoedig in de verte te staren, alsof hij bedroefd was omdat hij zijn droom niet met zijn hele hart kon volgen. Dat irriteerde me nogal, om eerlijk te zijn. Ik denk dat ik gewoon niet zo veel medelijden kan opbrengen voor iemand die alles heeft waar normale mensen alleen maar van kunnen dromen, en die er dan ook nog eens niets mee doet.

Maar nu moet ik ophouden met dit soort overpeinzingen, want Caroline moet naar haar botoxinjecties gebracht worden.

Ik ga naar de salon, waar ze met haar iPod op de bank hangt.

‘Is het tijd om te gaan?’ vraagt ze lusteloos.

‘Ja, inderdaad. Ik wacht in de auto op je.’

Vandaag voelt ze zich heel zielig en deze keer neem ik het haar niet kwalijk. Die film van haar gaat dan weer wél en dan weer níét door. In oktober was het op een gegeven moment zelfs zover dat de contracten zouden worden ondertekend, maar toen is er blijkbaar weer iets gebeurd, waardoor alles opeens weer op losse schroeven kwam te staan. Sinds gisteren is de film officieel van de baan, wat betekent dat ik nog maar een paar weken als Carolines persoonlijke assistente voor de boeg heb. Aan een kant ben ik blij met dat vooruitzicht, maar tegelijkertijd voel ik me ook een beetje paniekerig over wat ik in vredesnaam moet gaan doen als Caroline klaar is met haar toneelstuk, terugvliegt naar de Verenigde Staten en het allemaal voorbij is. Hoewel ik enthousiast aan het schrijven ben op dit moment, kan ik daar de huur natuurlijk niet van betalen, in ieder geval zeker niet op korte termijn, dus moet ik de komende weken zo veel mogelijk sparen. Onnodig te zeggen dat Jodie absoluut niet gelukkig is met deze verandering van de plannen en de laatste keer klonk ze echt nogal huilerig toen ik haar sprak om te zeggen dat Caroline haar totale wintergarderobe gewassen en gestoomd wilde hebben voor ze terug is.

Het leven na Caroline Mason zal zeker nog een tijd vreemd voor me zijn. Persoonlijk assistente zijn betekende eigenlijk dat mijn leven al heel lang uit dat van Caroline Mason bestond en er zijn aspecten van mijn werk die ik zeker zal missen. Ik ben in ieder geval heel blij dat ik niet voorgoed afscheid hoef te nemen van Lorna, die zegt dat ik haar altijd kan komen opzoeken op nummer 47, als ze daar twee keer per week komt schoonmaken.

Buiten loopt Caroline om mijn auto heen, die ze met een licht afgrijzen in zich opneemt. Aarzelend loopt ze naar de passagierskant van mijn tweedeursauto om vervolgens verward naar een portier te zoeken om op de achterbank te kunnen gaan zitten. Na een tijdje geeft ze het op en neemt ze enigszins verslagen plaats op de stoel naast me. De voorstoel neerklappen om achterin te kunnen gaan zitten is een concept dat haar voorstellingsvermogen natuurlijk ver te boven gaat. Er is maar één reden waarom Caroline zou overwegen naast mij in deze auto te gaan zitten, en die heeft alles te maken met ijdelheid. Terry is de enige chauffeur in Engeland van wie ze zeker is dat hij niets zal lekken naar de pers, en een ritje naar een cosmetisch chirurg in Harley Street is natuurlijk precies het soort informatie, met foto’s, waarop de media zitten te wachten.

Ondanks het feit dat ik alle beschimmelde snoeppapiertjes heb weggehaald en naar de autowasstraat ben geweest, zit ze de hele rit lichtelijk verbaasd voor zich uit te kijken, verbijsterd door het feit dat ze in zo’n soort auto als deze wordt vervoerd. Maar ze houdt in ieder geval wel haar mond dicht. Het lijkt wel of het feit dat de film niet doorgaat haar alle wind uit de zeilen heeft genomen en mijn ‘te doen’-lijst is vandaag schrikbarend kort. De enige keer dat ze tijdens de rit iets tegen me zegt, is om me te vertellen dat ik mijn telefoon, die onophoudelijk gaat en die ik niet kan opnemen omdat ik achter het stuur zit, uit moet schakelen.

Als we in de buurt van de kliniek komen, bindt ze een Puccishawl om en zet ze een zonnebril op, waardoor ze er onmiddellijk uitziet als een beroemdheid die niet herkend wil worden. Ik begrijp niet waarom ze zo geheimzinnig moet doen over die botoxinjecties van haar. Waarom sterren denken dat ze dat soort dingen geheim kunnen houden, terwijl, om eerlijk te zijn, iedere idioot kan zien dat hun gezicht zó strakgespannen is dat er nauwelijks nog expressie mogelijk is, is mij een raadsel. Voor de volledigheid: Caroline heeft behalve aan haar borsten ook iets aan haar ogen laten doen en Jodie heeft me verteld dat ze bijna zeker weet dat Caroline ook een liposuctie heeft ondergaan.

In ieder geval zet ik Caroline af bij de kliniek en dat betekent dat ik voor de rest van de dag van haar af ben, omdat Leticia haar straks komt ophalen, waarschijnlijk om verpleegster voor haar te kunnen spelen. En daarna gaat Caroline naar het theater. Voordat ik weer terug richting South Ken ga om Carson op te pikken, zet ik mijn telefoon weer aan om mijn berichten te checken. Er zijn er veertien, maar het enige wat me echt interesseert is het berichtje van Tom – of we vanavond af kunnen spreken. Ik laat meteen een bericht voor hem achter dat ik hem graag wil zien en dat ik hem later nog wel zal bellen. Aarzelend eindig ik met ‘ik hou van je’, wat nog steeds een beetje vreemd aanvoelt, en even voel ik me een vreselijk slijmerige muts. Maar mijn god, het is waar, ik hóú van hem.

Oké, het is tijd om een van de beroemdste mannen ter wereld op te halen en hem naar een bespreking te brengen. Opnieuw vraag ik me af waarom hij in vredesnaam de moeite neemt om te gáán. Hij lijkt zo ongelukkig en totaal niet enthousiast over deze onderneming, dus waarom dóét hij het dan?

Begrijp me niet verkeerd, ik ben nogal op Carson gesteld geraakt en ik snap best dat roem en geld ook zo hun problemen met zich meebrengen – zoals een tekort aan privacy en andere dingen waar wij gewone stervelingen nauwelijks weet van hebben. Maar zonder cynisch te willen klinken: als hij werkelijk zo ontevreden is met zijn situatie, waarom probeert hij er dan niets aan te veranderen? In mijn ogen zouden Steph, Carson en Cameron een stuk gelukkiger zijn met een paar aanpassingen in hun levens. Maar aan de andere kant wil Carson dit leventje misschien, ondanks al zijn uitspraken dat hij het liefst een normaal mens zou zijn, niet echt opgeven? Als hij het wérkelijk zou willen, kan Carsons rijkdom hem natuurlijk zijn vrijheid verschaffen. Maar misschien is hij onderhand wel zo verwend, dat hij niet eens kan bedénken wat hij eigenlijk wil.

In ieder geval hoop ik dat hij vandaag niet gaat zitten klagen over zijn lot, omdat ik er helemaal niet voor in de stemming ben. Om eerlijk te zijn: als ik maar een fractie had van alles wat híj heeft, zou ik mijn kostbare tijd echt niet verdoen met iets wat ik niet echt wil. Maar aan de andere kant kan hij, zodra hij deze bespreking achter de rug heeft, weer terug naar Los Angeles vliegen, waar hij in ieder geval meer met rust wordt gelaten en – belangrijker – weer bij Steph en Cameron kan zijn. Plotseling besef ik dat dit misschien wel de laatste dag is dat ik hem zie, met het einde van mijn baan in zicht. En ondanks al mijn overpeinzingen, geeft dat me een verdrietig gevoel.

Voor de deur bij nummer 47 toeter ik, en even later schiet ik in de lach als ik zie hoe verbouwereerd de paparazzi kijken wanneer ze Carson Adams de trap af zien komen rennen en in een roestig Fiatje zien stappen. Ze moeten zich nu wel verbijsterd afvragen wat er vandaag in vredesnaam staat te gebeuren.

‘Hoi, Fran, bedankt dat je me komt ophalen,’ zegt hij, terwijl hij stralend naar me glimlacht.

Ik smelt. ‘Graag gedaan.’

Hij ruikt naar een citrusachtige, dure aftershave en draagt een prachtige, chique jas die waarschijnlijk meer heeft gekost dan mijn auto. Er hangt een sjaal om zijn prachtige hals en het effect van alles is nogal adembenemend. Ik vind hem niet minder knap worden nu ik hem langer ken, eerder het tegenovergestelde.

‘Goh, wat is dit toch een leuk autootje,’ roept Carson uit. ‘Het doet me denken aan een speelgoedautootje dat ik ooit eens in Los Angeles voor Cameron heb gekocht toen hij nog heel klein was. Het had een echte motor en hij reed er uren mee door de tuin. Deze heeft zo ongeveer hetzelfde formaat. Ontzettend grappig.’

Ik werp een blik op Carson en zie dat hij zo geniet van de herinnering aan Cameron in dat autootje, dat ik zeker weet dat hij er geen notie van heeft hoe neerbuigend hij klonk.

‘Je zult je wel verheugen op je terugkeer naar de Verenigde Staten,’ zeg ik.

‘Ja, dat doe ik zeker. Heerlijk. Ik kan niet wachten tot ik mijn jochie weer zie.’

‘Het is echt een leuk kind. Om trots op te zijn,’ zeg ik, terwijl ik Brompton Road oprijd.

‘Ja? Ik ben blij dat je dat vindt. Steph en ik hebben ons best gedaan en gezien de omstandigheden denk ik dat we inderdaad trots mogen zijn.’

Hij begint aan de radio te morrelen. ‘Heb je cd’s hier?’

‘Nee.’ Ik grinnik. ‘Maar ik zal Heart voor je aanzetten.’

Ik zoek het radiostation en even later zitten we allebei lekker hard mee te zingen met een oud nummer van ABC. Carson lijkt erg te genieten van onze spontane karaokesessie en zingt uit volle borst. Als het nummer afgelopen is, vraagt hij: ‘En, Francesca, is er iemand speciaals in jouw leven? Als je het tenminste niet erg vindt dat ik het vraag.’

‘Ja, die is er inderdaad. Ik heb hem een halfjaar geleden ontmoet op een bruiloft,’ zeg ik.

‘Op een bruiloft? Dat is romantisch. Nou Fran, ik moet zeggen, die vent heeft geluk met je.’

O, als Sabina me nou eens zou kunnen zien, denk ik, met een brede grijns.

Mijn mobieltje gaat.

‘Zou jij alsjeblieft op willen nemen?’ vraag ik verlegen. ‘Ik mag dat niet doen als ik rijd. Als het iemand is die met het werk te maken heeft en die je niet wilt spreken, kun je gewoon zeggen dat je een vriend van mij bent. Dan hoef je geen gesprek met ze te beginnen.’

‘Francesca, ik ben Caroline niet, ik kan wel een telefoon beantwoorden, hoor.’

Het was niet mijn bedoeling bazig te doen, maar ik ben zo gewend aan Caroline, die ik meestal als een nogal achterlijk kind moet behandelen.

‘Hallo... Ja, ze is er, maar ze zit op dit moment achter het stuur. Kan ik iets doen? Nee? Oké, geen probleem. Tjee, Fran, het is voor jou en volgens mij is het belangrijk,’ zegt hij terwijl hij gebaart dat de beller een beetje over zijn toeren is.

Ik hou mijn ogen op de straat gericht en we passeren Harrods. ‘Verdomme. Oké, wil je alsjeblieft de groene toets nog een keer indrukken, dan moet het toestel overschakelen op luidspreker en praat ik zo wel met degene die aan de lijn is. Bedankt. Hallo?’

‘Fran, met Ella. Mijn vliezen zijn gebroken en ik ben pas over drie weken uitgerekend en ik krijg Paul niet te pakken.’ Ze huilt en klinkt nogal in paniek. Dit had ik helemaal niet verwacht en mijn hart slaat over.

Naast me zie ik Carson, die behoedzaam de telefoon in de lucht houdt, schrikken.

Ik moet plotseling remmen voor een rood stoplicht. ‘Shit, Ella, wat bedoel je met “ik kan hem niet bereiken”? Is hij niet op zijn werk?’

‘O, Fran,’ huilt Ella. ‘Hij had vandaag een heel belangrijke vergadering en ik heb gezegd dat hij gewoon moest gaan.’

Ik probeer kalm te blijven. ‘En waar is die vergadering? Dan kunnen we hem een boodschap sturen dat hij terug moet komen.’

‘In Cardiff, en zijn telefoon staat steeds op voicemail,’ jammert Ella. ‘Ooooo, wacht even... ooooo, ooooo, ooooo.’

Ik hoor het toestel op de grond kletteren en Ella puft, hijgt en kreunt minstens een minuut lang. Ze klinkt zo’n beetje als een loeiende koe. Carson en ik wisselen verbijsterde blikken uit. Na een tijd horen we haar de telefoon weer oppakken.

‘Shit, dat was een heftige...’ zegt ze zwakjes. ‘Wat moet ik nou verdomme doen, Fran?’

‘Eh... Oké. Het kon slechter. Cardiff is niet zó ver weg,’ zeg ik veel te opgewekt, terwijl ik in mezelf denk dat de situatie ook wel een stuk beter kon. ‘Ik weet zeker dat we Paul op tijd weer terug hebben,’ probeer ik hoopvol en klink veel overtuigder dan ik me voel.

‘Fran, waarom moet de baby nú komen. Dat kán helemaal niet. Ik heb nog niet eens een kinderwagen,’ kreunt ze.

‘Oké, Ella. Hou vol. Ik kom naar je toe. Hou in godsnaam vol tot ik er ben en blijf proberen Paul te bereiken. Misschien zat hij wel in een tunnel of zoiets.’

‘Oké,’ snikt ze.

We zijn nu bijna boven aan Knightsbridge en ik rijd nogal plotseling en gevaarlijk de rechterbaan op om niet rechtdoor naar het West End te gaan, maar rechtsaf over Sloane Avenue naar Sloane Square. Shit, shit, shit, ik kan niet geloven dat dit nu echt gebeurt en dat Paul er verdomme niet is. En dan herinner ik me opeens dat er nog iemand naast me zit.

‘O, Carson, het spijt me vreselijk. Hoe moet het nou met je bespreking? Luister, ik moet een taxi voor je zien te vinden, als je dat goedvindt natuurlijk. We zijn er trouwens al vlakbij, maar als je liever...’

‘Het is prima,’ zegt hij met een echt bezorgde uitdrukking op zijn gezicht.

Ik rijd ondertussen op Sloane Avenue en bedenk dat Sloane Square waarschijnlijk de beste plek is om Carson af te zetten. Natuurlijk lijkt het verkeer nog langzamer op te schieten dan anders en het duurt een eeuw voor we er eindelijk arriveren.

‘Laat me er hier maar uit, dat is prima,’ zegt Carson, terwijl hij de drukke straten nogal moedeloos bekijkt. Ondanks het feit dat het nog niet eens december is, zijn er al een hoop van die vreselijke regelneverige mutsen bezig met hun kerstinkopen.

‘Weet je het zeker?’ vraag ik, in stilte biddend dat hij ‘ja’ zal zeggen en met nachtmerrieachtige taferelen in mijn hoofd van een Ella die in haar eentje in haar woonkamer bevalt. ‘Tooting is nog een flink eind hiervandaan, sorry.’

‘Ja, dat begrijp ik,’ zegt Carson moedig.

Dus zet ik de auto aan de kant van de weg, half op de stoep voor een bankgebouw, en veroorzaak bijna een flinke botsing. Carson stapt uit en als ik de auto weer in de eerste versnelling zet om weg te scheuren, hoor ik de eerste gilletjes: ‘O! Carson Adams. Het is Carson Adams!’

Niet van plan om aandacht te besteden aan het opstootje dat begint te ontstaan, wil ik Carson aan zijn lot overlaten, maar als ik in mijn achteruitkijkspiegel zie dat drie jonge meisjes en een vastberaden uitziende moeder zonder op het verkeer te letten de straat over beginnen te rennen om een glimp op te kunnen vangen van hun favoriete filmster, besef ik dat dat gewoon niet kán... en dat beseft Carson zelf ook, blijkbaar.

‘Francescaaaaaaa!’ schreeuwt hij nogal wanhopig, terwijl hij het aanstormende publiek van zich af probeert te slaan alsof het insecten zijn..

Ik rijd snel achteruit en gooi het portier open.

‘Instappen,’ commandeer ik grimmig.

Diverse mensen drukken nu al met hun neus tegen de raampjes en ik moet de motor laten brullen om duidelijk te maken dat het me ernst is om hier weg te komen. Ik kan niet geloven dat mensen zich zo kunnen gedragen.

‘Verdomme, wat nu?’ zeg ik, steeds meer van mijn stuk rakend en vreselijk bezorgd om Ella.

‘Francesca, je vriendin heeft zo te horen flinke weeën, dus verspil nou maar geen tijd meer aan een taxi voor mij. Geef in godsnaam gas – we moeten zo snel mogelijk naar haar toe.’

Enorm opgelucht blaf ik instructies naar hem om Ella’s nummer in mijn telefoon op te zoeken en te bellen. Ze neemt meteen op. ‘Waar ben je? Ik heb nu iedere twee à drie minuten weeën en ze doen echt vreselijk veel pijn.’

‘Schat, ik ben onderweg. Heb je Paul nog bereikt?’

‘Ja,’ zegt ze en ze klinkt ontzettend radeloos. ‘Bij het volgende station stapt hij uit en dan neemt hij meteen een trein terug, maar hoe moet dat nou als hij de bevalling mist, Fran? Hij zal het zichzelf eeuwig kwalijk ne... Ooooo!’

We horen haar hijgen en kreunen.

‘Rustig ademen,’ probeer ik hulpeloos, terwijl ik over de busbaan naar de Embankment race om een brug te zoeken die we over kunnen. ‘Rustig, Ella. Ik weet zeker dat het altijd heel lang duurt voor een eerste baby er is, toch.’

‘Dat weet ik verdomme helemaal niet.... Ooooo. Ik heb niet het gevoel dat het nog lang duurt.’

Shit, dit is afgrijselijk. Ik ga nog harder rijden. Als de politie me aanhoudt, wordt dat nog een heel rare situatie. En waar gaan u en de beroemdste acteur van Hollywood naartoe, mevrouw? O, naar de bevalling van een vriendin in Tooting. Nee, natuurlijk, geen probleem.’

‘Ik kom eraan, Ella,’ gil ik naar mijn ongelukkige vriendin.

Een paar minuten later scheur ik door een stoplicht dat net op rood springt en ben ik eindelijk op de brug. Ik werp even een blik op Carson en zie tot mijn verbazing dat hij nogal glazig voor zich uit zit te staren. ‘Wat? Is het mijn autorijden? Sorry, maar maak je geen zorgen – ik rijd echt wel voorzichtig,’ zeg ik, terwijl ik weer een rood stoplicht negeer en er naar me getoeterd wordt door een woedend kijkende vent in een Range Rover.

‘O, nee, niets aan de hand,’ reageert Carson dromerig. ‘Ik zat net te denken aan de dag waarop Cameron werd geboren. Dat was echt de mooiste dag van mijn leven. Steph was zo flink. Ze had bijna drie dagen weeën, maar deed het de eerste zesendertig uur zonder ruggenprik. En uiteindelijk moest ze ook nog gehecht worden, de arme meid – vijf hechtingen, als ik me goed herinner.’

Iets te veel informatie.

‘En ik zal dat kleine hoopje dat ik in mijn handen kreeg nooit vergeten. Het besef dat ik váder was, dat is nog steeds waar ik het meest trots op ben van alles. Niks Oscarnominaties, films of beroemd zijn. Dat doet er uiteindelijk allemaal niet toe. Het belangrijkste is dat mijn jochie gezond en gelukkig is. Hoewel ik daar niet zo veel aan heb bijgedragen, ben ik bang.’

‘Onzin,’ zeg ik, terwijl ik een rotonde neem en het door mijn hoofd schiet dat dit wel een heel vreemd moment is voor zo’n soort gesprek. ‘Cameron is een van de gelukkigste kinderen die ik ooit heb gezien. Het enige wat raar voor hem moet zijn en wat hem later in zijn leven dwars kan gaan zitten... als je het niet erg vindt dat ik eerlijk zeg wat ik denk?’

‘Pas op, Francesca.... Nee, nee, ga door.’

‘Nou, het moet heel raar voor hem zijn om te weten dat zijn moeder niets om hem geeft. Hij doet duidelijk geen enkele poging om liefde of bevestiging van haar te krijgen. Dat heeft hij blijkbaar opgegeven. Maar in dat hoofdje van hem moet toch opkomen dat het een beetje gek is dat zijn kinderjuf het meest van hem houdt. Veel meer dan zijn eigen moeder.’ Ik ben veel te gestrest om mijn woorden goed te kunnen overwegen.

Carson knikt ernstig. ‘Ja, ik weet het en ik vind het echt vreselijk. Weet je wat, Francesca? Dat script dat ik vandaag zou ondertekenen vind ik eigenlijk maar een stapeltje oninteressante flutpapieren. Hier nu in de auto zitten en op weg zijn naar je vriendin om haar te helpen bij haar bevalling, dát is pas echt belangrijk in het leven. Ik heb me in tijden niet zo energiek gevoeld.’

Ik geef geen antwoord omdat ik in mijn hoofd aan het overleggen ben of ik over de stoep zal gaan om het vastzittende verkeer te ontwijken.

‘Ik bedoel, begrijp me niet verkeerd, ik vind acteren een geweldig vak en ik zou het heerlijk vinden om aan filmhuisfilms mee te werken, of in ieder geval aan iets wat creatiever is dan mijn gewone genre, maar daar heb ik blijkbaar niet het juiste uiterlijk voor en bovendien zijn regisseurs altijd zo bekrompen als het om de casting gaat.’

‘O, nou ja, trek het je niet aan,’ zeg ik, niet in de stemming om meelevend te doen.

Carson hoort blijkbaar de scepsis in mijn stem. ‘Het gaat me niet om het geld, weet je. Het is echt waar. Ik zou écht liever kleine films maken.’

‘Nou, Carson, waarom doe je dat dan niet?’ vraag ik bot, terwijl ik als een gek over de weg raas. ‘Als het niet om het geld gaat, doe het dan níét. Doe die volgende film die je blijkbaar zo vervelend vindt – maar waarvoor je vandaag wel de contracten wilde gaan tekenen – dan gewoon níét. Wie zegt verdomme dat je het móét? Je kunt toch je eigen beslissingen nemen, Carson, en je hóéft niet iets te doen wat je eigenlijk niet wilt. Wat jij verdient met één film, verdienen de meeste mensen in hun hele leven niet. Nog niet eens in twintig levens... Dus als je werkelijk iets creatiefs wilt doen, waarom bedenk je dan geen film? Neem een jaar vrij... huur een villa in Toscane en schrijf iets wat je werkelijk graag zou verfilmen. Of koop een theater en doe een aantal voorstellingen. Of... Rot op, idioot... Nee, niet jij, Carson... Of doe gewoon niets. Weet je, jij hebt niets te klagen, dus doe het dan ook niet en als je grootste probleem in je leven is dat je er te goed uitziet, nou, dan heb ik daar geen medelijden mee om eerlijk te zijn... Maar ik wil natuurlijk niet onbeleefd zijn of zoiets...’ voeg ik er bij nader inzien nog gauw aan toe.

‘Francesca, het was niet mijn bedoeling om je boos te maken. Het is gewoon dat mijn agent en een hoop andere mensen, inclusief Caroline, van mij afhankelijk zijn en ik besef echt wel hoeveel geluk ik heb. Ik denk dat ik gewoon nooit had gedacht dat ik zo beroemd zou worden.’

‘Nou, stap er dan gewoon uit,’ zeg ik gefrustreerd. ‘Ontduik de schijnwerpers – het kán, weet je. Ontsla ten eerste degene die je pr doet en hou op met films maken. Ik weet dat ik dit waarschijnlijk niet hoor te zeggen, maar je hebt genoeg geld om de rest van je leven luxueus te kunnen leven. Je zou een gedeelte van je bezittingen kunnen verkopen en je fotografie op kunnen pakken. Een paar jaar niet in het publiek verschijnen, dan zijn de mensen je echt wel vergeten, sorry hoor, en word je niet meer overal waar je komt aangevlogen door hysterische fans, want dan is er weer iemand anders die even beroemd is als jij nu. Natuurlijk hebben je manager, je agent en Caroline je altijd gestimuleerd om te blijven werken omdat dat in hun belang is, maar hoe zit het met de mensen die wérkelijk belangrijk voor je zijn?’ vraag ik, terwijl ik met tegenzin stop voor een verkeerslicht en me naar hem toe draai zodat ik hem kan aankijken. ‘Ik weet zeker dat Steph de kans een “normaal” leven te leiden met twee handen zou aangrijpen en je kunt mij niet wijsmaken dat Cameron er niet van zou profiteren. Dus, Carson, ik ben bang dat ik niet helemaal overtuigd ben van het feit dat je al dat vertoon, die aandacht en de stijl van leven, plus het geld niet zult missen... En natuurlijk wil ik niet brutaal zijn, maar...’

Ik besef nogal laat dat ik natuurlijk hartstikke brutaal doe en eigenlijk volkomen over de grens ben gegaan. Maar er jaagt te veel adrenaline door mijn aderen om dat echt vervelend te vinden en tot mijn opluchting gaat mijn telefoon, zodat mijn tirade wordt onderbroken en ik niet de kans krijg om nog meer te zeggen waar ik echt spijt van zou hebben. Carson, die heel verbijsterd voor zich uit zit te turen, neemt automatisch op en zet het toestel meteen op de luidspreker.

‘Hallo?’ gil ik.

‘Francesca, met Tom. Is alles goed met je?’

Geen tijd voor beleefdheden.

‘Tom, Ella’s vliezen zijn gebroken en ze is te vroeg en Paul is niet in de buurt en haar weeën komen nu iedere twee à drie minuten.’

‘Verdomme, dan is ze al aardig ver. Ze had nu zeker al in het ziekenhuis moeten zijn. Heb je al een ambulance gebeld?’

‘Nee. Had ik dat moeten doen?’ schreeuw ik.

‘Nou, ik denk dat het wel meevalt. Een eerste baby laat meestal een tijdje op zich wachten. Luister, ik weet dat ik alleen maar iets van katten en honden weet, maar zal ik naar je toe komen? Waar woont Ella?’

‘In Tooting en ik zit nu in Clapham,’ antwoord ik in de telefoon die Carson, die intussen op de een of andere manier mijn assistent is geworden, omhooghoudt.

‘Oké, ik bel een ambulance voor het geval je daar niet snel genoeg bent, dus geef me het adres maar, dan zie ik je later in het ziekenhuis.’

‘17A Pleshey Road,’ zeg ik snel.

‘Jij kunt beter daarheen gaan voor het geval de ambulance er lang over doet, vind je niet?’

‘Oké,’ zeg ik, ontzettend dankbaar dat hij de leiding heeft genomen en zijn hoofd koel houdt. Hij hangt op en ik commandeer Carson: ‘Bel Ella.’

Carson doet wat hem is opgedragen en ik jaag door Clapham Common.

‘Ella, ik kom eraan en er is een ambulance onderweg.’

‘Ik wil Paul,’ kreunt ze.

‘Dat weet ik, lieverd, dat weet ik.’

‘Het spijt me, Francesca,’ zegt Carson zachtjes, zodra hij heeft opgehangen.

‘Geen probleem. Je hoeft je echt niet te verontschuldigen tegen mij. Het komt denk ik omdat ik er al sinds ik klein ben van droom om ooit filmster te worden en naar bijvoorbeeld de Oscaruitreiking te mogen. Ik weet heus wel dat iemand met een greintje verstand weet dat dat niet de meest belangrijke en betekenisvolle dingen zijn in het leven, maar voor mij zou het nog altijd de vervulling van een hartenwens zijn.’ En dan voeg ik er zachtjes aan toe: ‘Zo erg is het allemaal niet, Carson, en alles wat je echt vreselijk vindt, kun je veranderen.’

Als Carson en ik op Pleshey Road arriveren, staat de ambulance daar al voor Ella’s huis en voordat het ambulancepersoneel de autodeuren dichtgooit kan ik nog net naar Ella roepen dat we achter haar aan naar het ziekenhuis rijden.