36
Het is een week later en alle gebeurtenissen van de laatste tijd zijn nog steeds aan het bezinken. Ik kan gewoon niet geloven dat ik op het punt sta aan een heel nieuwe droomcarrière te beginnen en daarbij is het feit dat ik niet meer in de buurt van Caroline en haar gestoorde gedrag hoef te verkeren vanzelfsprekend een godsgeschenk.
Maar er is ook iets wat minder positief is: Tom heeft nog steeds niet gebeld en zelfs niet eens een sms’je gestuurd en het verstrijken van de dagen doet de pijn niet langzaam helen, zoals ik had gehoopt, maar maakt hem juist steeds heftiger. Het begint erop te lijken dat er geen hereniging in zit. Ik mis hem heel erg en hoewel ik uiterlijk enthousiast en echt blij ben met alle andere dingen die gebeuren in mijn leven, voel ik me vanbinnen heel erg droevig over het einde van onze relatie. En tegelijkertijd kan ik ook weer niet voor de volle honderd procent geloven dat onze relatie wérkelijk voorbij is. Een deel van mij is woedend op hem, omdat hij zo slordig blijkt om te gaan met zoiets kostbaars als onze liefde. Ik kan het mis hebben, maar ik geloof niet dat wat wij samen hadden zomaar iedere dag voorbijkomt en het is volgens mij dan ook heel, heel erg zonde dat het nu over is.
Natuurlijk vinden al mijn vriendinnen dat ik door de zure appel heen moet bijten en hem moet bellen. En zelfs Raj, die ik vorige week eindelijk weer eens heb gezien, vindt dat ik de eerste stap moet doen en die ként Tom nog niet eens. Maar ik kan het niet. Diep vanbinnen weet ik dat als Tom werkelijk verder met me wilde, hij nu echt wel iets had laten horen, dus heb ik geen andere keuze dan mijn wonden te likken en te proberen hem te vergeten.
Het enige wat me redt van de totale instorting is mijn boek, dat – gelukkig – heel goed gaat. Ik ben alleen nog niet echt tevreden over het slot. Daar moet nog wat aan geschaafd worden. Het boek heeft zelfs al een titel: na veel heen en weer gepraat met Great British Films is het De diva en ik geworden. Waarschijnlijk zou ik het allang afhebben als ik niet de godganse dag telefoontjes moest aannemen van mensen die maar niet schijnen te kunnen begrijpen dat ik niet meer werk als Carolines assistente en me daarom niet meer interesseer voor haar wenkbrauwenepileerafspraak, haar kussens die opgehaald moeten worden, haar kaartjes voor het theater. Ik weet dat ik mijn telefoon uit zou moeten zetten, maar dat doe ik niet voor het geval Tom van gedachten verandert en me belt. Maar toen ik een paar dagen geleden opeens iets van mevrouw Mason zélf hoorde, wou ik maar dat ik hem toch had uitgeschakeld.
Ik zat druk te werken, sommige stukjes te herschrijven, in te korten en te corrigeren, toen mijn telefoon ging.
‘Hallo,’ nam ik op, terwijl ik al nadenkend op mijn nagels beet en een passage waar ik de hele middag al over zat te twijfelen, nog eens overlas.
‘Francesca, met mij.’
Er bestond geen twijfel over van wie die stem was aan de andere kant van de lijn, en bovendien: wie anders zou zomaar aannemen dat ik automatisch zou weten wie ze was, zonder haar naam te noemen?
‘Caroline, hoe gaat het?’ informeerde ik voorzichtig, terwijl ik haastig mijn werk opsloeg en de computer uitzette, alsof ze anders via de telefoon zou kunnen zien waar ik mee bezig was.
‘Hoe denk je dat het gaat, nu je me zomaar in de steek hebt gelaten?’
Ik zei niets.
‘Luister, Francesca. Dit is werkelijk belachelijk. Je hebt gezegd wat je wilde zeggen en misschien was ik inderdaad wel een beetje onaardig tegen Lorna, maar je moet nu terugkomen en je aan je belofte houden dat je me zou helpen tot dat verdomde theaterstuk over een paar weken eindelijk afgelopen is,’ zei ze. En van alles wat ik ooit uit haar mond had gehoord, kwam dit het dichtst bij een excuus.
‘Ik ben bang dat dat niet mogelijk is,’ reageerde ik vastberaden, terwijl ik stiekem genoot van de situatie.
‘Dan betaal ik je meer.’
‘Daar gaat het helemaal niet om. Ik wíl helemaal niet terugkomen. Je hebt uiterst onaangenaam gedaan en ik geloof geen minuut dat het nu anders zou zijn.’
‘Francesca, ik ga er niet om bedelen,’ zei ze vermoeid, terwijl haar stem even haperde en ik begreep dat ze niet goed wist hoe ze nu verder moest.
‘Zelfs al zou je erom bedelen, dan zou dat echt geen snars uitmaken,’ antwoordde ik, blij dat ze zich ongemakkelijk voelde.
‘Oké. Doe dan in ieder geval iets anders: zorg voor een vervanging – het is maar voor een paar weken, totdat ik weer naar de Verenigde Staten ga. Ik kan het niet allemaal in mijn eentje. Ik moet nog zoveel kerstcadeaus kopen.’
Dat was in mijn ogen niet eens een antwoord waard.
‘En ik heb... zelfs mijn vlucht terug nog niet geboekt,’ jammerde ze.
Nee, natuurlijk niet. Stel je toch voor: Caroline Mason liet zich echt niet in de wacht zetten, nog geen seconde, dacht ik, terwijl me alle uren die ik aan de telefoon had gehangen met luchtvaartmaatschappijen weer te binnen schoten, waarin ik gedwongen was te luisteren naar die vreselijke muzak waardoor je op het laatst zowat de wil om te leven verliest.
‘Caroline, ik heb het erg druk, dus ik ben bang dat ik geen tijd heb om een nieuwe assistente voor je te zoeken.’
En toen zei ze iets waardoor ik zeker wist dat ze werkelijk ten einde raad was, een woord dat absoluut niet bij haar past.
‘Alsjeblieft?’
Opeens herinnerde ik me iets wat ik van Raj had gehoord en dat bracht me op een heel doortrapt maar ook enorm amusant idee. Om precies te zijn barstte ik bij de gedachte alleen al bijna hardop in lachen uit.
‘Luister, er is één persoon die ik kan bedenken, die misschien beschikbaar is. Ik zal erachter zien te komen of ze het wil, maar als dat niet zo is, dan is dat wat mij betreft echt einde verhaal.’
‘Oké,’ zei Caroline en ik hoorde aan haar stem dat ze het echt afschuwelijk vond om zo machteloos te zijn.
En zo kwam het dat diezelfde middag die schattige ex-collega van me, Stacey, een telefoontje van Raj kreeg met het verhaal dat hij het toch zo erg voor haar vond dat ze was ontslagen bij Diamond PR omdat ze in een beschamende situatie met Mike van de boekhouding was aangetroffen door een ontzette Geoff, en dat hij – als ze interesse had – voor een paar weken een baantje wist als de persoonlijke assistente van een filmster. En natuurlijk, natuurlijk was ze geïnteresseerd – wie zou dat niet zijn? Stacey had Caroline onmiddellijk gebeld. Dat weet ik weer omdat ze daarna Raj weer had gebeld om hem te bedanken en om te vertellen dat ze de baan hád en meteen moest beginnen. De arme meid zal er werkelijk niets van brouwen, en ik ben echt heel blij voor hen allebei en kan geen twee mensen verzinnen die beter bij elkaar passen dan zij. Ik zou er zelfs veel geld voor overhebben mee te kunnen maken hoe de twee meest egocentrische mensen die ik op deze aardbol ken, het er met z’n tweetjes van afbrengen. Ze zijn zeker aan elkaar gewaagd.
Ik heb ondertussen ook ‘het’ gesprek met meneer Devine gehad, waarin ik de ware identiteit van de diva heb onthuld. Gelukkig vond hij het nogal amusant en ik denk dat hij heimelijk nogal onder de indruk was van het feit dat ik de brutaliteit had gehad om te suggereren dat Caroline zichzelf zou spelen in de film. Het sprak zijn gevoel voor ironie wel aan, en hij nam het nieuws dus veel beter op dan hij had kunnen doen. Hij suggereerde zelfs even dat Caroline zich op de een of andere manier misschien wel gevleid zou voelen vanwege het feit dat er een film wordt gemaakt met haarzelf als onderwerp. Als je het mij vraagt is dat wel een heel vergezocht compliment, maar je weet nooit hoe een idiote actrice zoiets zal opvatten en instinctief denk ik dat hij gelijk heeft. Caroline is zeker niet dom en ik denk niet dat het haar zal ontgaan dat ze door deze rol te spelen aan de hele wereld kan laten zien dat zíj er in geen miljoen jaar aan zou denken om zich zo onbeschoft te gedragen als de diva doet – en dat is nou precies waarom ze is uitgekozen voor deze rol. Ingewikkeld? Ja, dat kun je wel zeggen.
Het zou begrijpelijk zijn als je je af zou vragen waarom ík blij ben Caroline zo’n fantastische kans te bieden die ze natuurlijk absoluut niet verdient, maar de waarheid is dat ze de rol gewoon ís en dat ze hem dus ook perfect zal spelen. En misschien, heel, heel misschien, ontdekt ze door zichzelf te spelen hoe vreselijk ze is en leert ze er nog wat van. Of niet, natuurlijk...
In ieder geval: als ik de situatie volkomen verkeerd heb ingeschat en ze na het lezen van het script besluit een rechtszaak tegen me aan te spannen, tja, dan zie ik wel weer. En Great British Films heeft zich natuurlijk aan alle kanten ingedekt.
Koortsachtig schrijven en daar alleen van afgeleid worden door huilerige onderbrekingen als mijn gedachten afdwalen naar hoe alles met Tom is gelopen en hoe het had kúnnen zijn, betekent dat de tijd voorbijvlíégt en opeens is het veertien december en word ik dertig. Ik ben totaal niet in de stemming voor een feestje, dus besluit ik het te vieren met een klein etentje voor mijn beste vriendinnen. Tom en ik hebben het er ooit over gehad om in deze periode een reisje naar Rome te maken, waar ik steeds maar aan moet denken terwijl ik de kaarsjes uitblaas.
Het ergste van je zo voelen is dat ik helemaal niet ‘over hem heen’ wil zijn, omdat dat alles zo akelig definitief maakt. Dus laat ik de kraan met gevoelens voor hem gewoon doordruppelen. Een heel effectieve martelmethode, dat kan ik je wel vertellen.
Er is ten minste één man die aan mijn verjaardag denkt. Ik kan haast niet geloven dat Carson me een geweldig boeket witte rozen heeft gestuurd, ook al weet ik best dat bloemen laten bezorgen een stuk makkelijker is als je een persoonlijke assistente hebt. Maar ik weet zeker dat hij het heel vriendelijk aan Jodie heeft gevraagd en ik ben ontroerd dat hij de moeite heeft genomen. Het is heel vreemd, maar hoewel ik hem in geen eeuwen heb gesproken, weet ik toch precies waar hij mee bezig is – dankzij de media natuurlijk. Bijna iedere dag staan er weer nieuwe foto’s van hem in de krant of zien we beelden van hem op de televisie tijdens persconferenties over de hele wereld om zijn nieuwe film, The Reporter, te promoten en overal premières ervan bij te wonen. De officiële versie van zijn pr-mensen is dat Caroline nog steeds te ziek is om aan zijn zijde te verschijnen.
De week voor Kerstmis leverde ik het definitieve manuscript af bij zowel mijn agente als bij Great British Films. Het indrukken van de verzendtoets had iets bitterzoets. Aan de ene kant had ik me nooit zo voldaan gevoeld en aan de andere kant was ik verdrietig dat iets waar ik zo van heb genoten ten einde is. Maar het is wel heerlijk om nu de tijd te hebben om feestelijke dingen met mijn vriendinnen en mijn familie te doen. Iedereen is erg oplettend om niets te zeggen wat mij van streek zou kunnen maken. (Maar ik denk dat het medeleven een beetje begint te bekoelen, want het is me opgevallen dat mensen plotseling dringend iets moeten doen op een andere plek dan waar ik ben als ik weer een jammerpartij ga beginnen over het einde van mijn relatie met Tom.) Dus alles wat te maken heeft met dieren, bruiloften, liefde, helpen bij bevallingen of zieke honden is uit den boze, wat gek genoeg de gespreksstof niet erg lijkt te verminderen. Na het zien van de film It’s a Wonderful Life, ons jaarlijkse ritueel, kijken mam, pap en Daniel alle drie een beetje benauwd omdat ik nóg harder moet huilen dan normaal, maar buiten dat lukt het me om in een relatief rustige gemoedstoestand te blijven en af en toe zelfs om een beetje te ontspannen. We doorlopen allemaal het jaarlijkse gedoe van te veel eten, te veel drinken en te veel televisiekijken, voordat het nieuwe jaar van start gaat en een dieet, alcoholontwenning en enige redactionele verbeteringen met zich meebrengt.
Mijn agente denkt dat ze het, wanneer ik nu even hard doorwerk en de boel snel verander, nog voor elkaar kan krijgen dat het boek eerder uitkomt dan de film, wat volgens haar de juiste en verstandigste manier is om het aan te pakken. In ieder geval ben ik er op een avond druk mee bezig als Abbie vanuit de zitkamer roept: ‘Fran, kom hier, snel.’
Ik ren naar de zitkamer, waar Abbie naar het nieuws van zes uur zit te kijken en we horen via een speciaal verslag uit Hollywood dat Carson Adams is genomineerd voor een Oscar voor zijn rol in The Reporter. Terwijl ik een beetje weeïg naar zijn knappe gezicht kijk, besef ik, nogal troosteloos, dat ik hem heb gemist. En precies op het moment dat ik dat denk, gaat de telefoon en belt híj. Het leven is soms zo raar.
‘Hoi Fran, hoe is het in vredesnaam met jou?’ zegt hij, en zijn stem klinkt even sexy als altijd.
‘O, mijn god, dat is gek – ik zat net aan je te denken want je was op de televisie. Hoe gaat het?’
‘Prima, hoewel mijn voeten de laatste tijd weinig vaste grond onder zich hebben gevoeld.’
‘Ja, dat begrijp ik. Gefeliciteerd, trouwens.’
‘Ja, dank je, ik vind het wel leuk eigenlijk, vooral omdat het mijn laatste film is en zo.’
‘Dus je gaat het echt doorzetten?’ vraag ik, met een knipoog naar Abbie en haar duidelijk makend dat ik Carson aan de lijn heb.
‘Ja hoor,’ knikt ze ironisch en valt vervolgens zowat van de bank omdat ze beseft dat het wáár is wat ik zeg.
Ik kan het haar niet kwalijk nemen.
Oké, ik weet wel dat ik nu heel nonchalant zou moeten doen over het feit dat ik zo’n geweldige filmster ken, maar om echt eerlijk te zijn ben ik nog lang niet over mijn eerste opwinding daarover heen. En daarbij heb ik Carson in geen weken gesproken en ging ik er al half-en-half van uit dat hij me allang was vergeten, dus het feit dat hij nu belt is echt een heerlijke verrassing.
‘Natuurlijk zet ik het door. Steph en ik zijn al bezig met het regelen van de bruiloft – niet dat ik er iets over kan vertellen, wanneer of waar het is en dat soort dingen, omdat alles heel erg geheim wordt gehouden. Ik betwijfel zelfs of wij het zélf wel zullen weten voor het aanbreken van de trouwdag. Maar, in ieder geval, hoe gaat het met jou, Francesca? En hoe staat het nu tussen Tom en jou?’
O.
‘Eh, geen idee, Carson. We zijn uit elkaar. Vlak nadat we jou voor het laatst zagen,’ zeg ik zacht, nog steeds niet in staat om mijn werkelijke gevoelens daarover te verbergen.
‘Dat weet ik.’
‘Wat bedoel je daarmee dat je het weet? Hoe dan?’ vraag ik.
‘Tom en ik e-mailen over voetbal en dat soort dingen en het kwam toevallig ter sprake. Ik begrijp er niets van, volgens mij is het ontzettend jammer. Jullie twee leken een geweldig stel.’
Ik weet niet hoe ik me voel over het feit dat Tom nog steeds contact heeft met Carson, maar in ieder geval weet ik nu tenminste dat hij nog leeft.
‘Om eerlijk te zijn, Carson, heb je de laatste maand meer contact met hem gehad dan ik, maar voor zover ik weet bleek ik toch niet de vrouw te zijn die hij dacht dat ik was.’
‘Wat bedoel je? Wat is er gebeurd? Kom, vertel het maar.’
‘Ja, nou, het is een beetje beschamend eigenlijk, maar het komt erop neer dat Tom meemaakte hoe Caroline me behandelde en daar absoluut niet blij mee was. Hij vond dat ik veel meer voor mezelf had moeten opkomen en ik denk dat hij me ook nog andere dingen kwalijk nam.’
‘Zoals?’
‘O, ik weet het niet precies. Hij zei dat ik de verkeerde prioriteiten stelde. In ieder geval is het uit, hij wil me niet meer kennen, dus daar valt niets aan te veranderen,’ zeg ik, blozend ondanks mezelf.
Abbie zit helemaal tegen me aan gedrukt en probeert mee te luisteren, dus ik geef haar een por met mijn elleboog.
‘Nou, wat ik al zei, ik vind het echt heel jammer dat het uit is. Misschien moet je hem eens bellen? Wie weet is hij heel blij om iets van je te horen.’
Ik vind het nog steeds moeilijk om over Tom en het verloop van onze relatie te praten en als ik antwoord geef klinkt er een snik door in mijn stem.
‘Nee, Carson. Om eerlijk te zijn zie ik echt niet in waarom ík degene zou moeten zijn die belt. Híj was degene die ervandoor ging en hij heeft geen moeite gedaan om contact met me te zoeken. Ik denk trouwens dat het daar nu zo onderhand al te laat voor is.’
Carson, die duizend keer tactischer en slimmer is dan Caroline, verandert van onderwerp – maar helaas gaat hij daarmee van de ene gevoelige snaar naar de volgende. ‘Oké, ik begrijp dat je liever niet meer over Tom praat... Dus, vertel eens, wat doe je tegenwoordig voor werk?’
O, god. Dan had ik liever doorgepraat over mijn rampzalige liefdesleven. Ik haal diep adem.
‘Tja, Carson, het is misschien nogal plotseling, maar ik heb een boek geschreven en ik wilde je al bellen omdat er waarschijnlijk ook een film van wordt gemaakt.’
‘Wauw, dat is niet te geloven,’ reageert Carson, echt onder de indruk. ‘Ik wist niet eens dat je kon schrijven. Goed van je, hoor.’
‘Mmm, mmm.’
‘Vertel eens, waar gaat het over?’
Daar heb je het al.
‘Nou, dat is het hem nou juist. Het gaat eigenlijk over een meisje dat werkt voor een beroemde filmster.’
Dan luister ik wel vijftien seconden naar een doodse stilte.
‘Carson, ik zweer dat het geen zwartmakerij is. Het is wel gebaseerd op mijn ervaringen toen ik voor Caroline werkte, maar alle namen zijn veranderd en er is niets wat iemand op deze wereld, behalve jij, Caroline en Steph, kan herleiden naar Caroline, dat beloof ik je echt.’
Eindelijk zegt Carson langzaam: ‘Francesca, ik kan niet zeggen dat ik hier erg blij mee ben en als je iemand anders was, zou ik nu werkelijk woedend zijn en me ook veel zorgen maken, maar jou vertrouw ik. Je hebt me tenslotte alle reden gegeven om je te vertrouwen. Dus als jij belooft dat het geen wraaklustig verhaal is en je me werkelijk kunt verzekeren dat niemand er pijnlijk door geraakt zal worden, dan is het oké.’
‘Nee, het is voor niemand pijnlijk. Ik bedoel, de hoofdpersoon is nou niet direct een vriendelijk figuur, maar ik beloof je dat niemand kan weten op wie het is gebaseerd, en de verhaallijn is totaal aan mijn fantasie ontsproten. De mogelijkheid bestaat zelfs dat Caroline voor de film wordt gevraagd en zichzelf moet gaan spelen, maar wil je daar alsjeblieft nog helemaal niets over zeggen tegen haar?’
‘Daar is weinig kans op, Francesca. We praten alleen nog via onze advocaten op het ogenblik.’
‘O ja, natuurlijk...’
‘En ik speel geen rol in het boek, hoop ik?’
‘Nee, absoluut niet. Er zit wel een meneer X. in, maar die lijkt totaal niet op je. Hij is donker en heeft een slechte huid, valt op Latijns-Amerikaanse jongens en heeft wrede trekjes... Goh, het is echt leuk om iets van je te horen,’ zeg ik, in een poging om van onderwerp te veranderen en de situatie wat te verzachten. Carson lijkt zich niet echt veel zorgen te maken, want hij gaat erin mee.
‘Oké. Luister Francesca, ik bel eigenlijk omdat ik je iets wil vragen.’
‘O, is dat zo? Nou, als er iets is waarmee ik je kan helpen – barst maar los.’
‘Eigenlijk, Fran, had ik er niet op gerekend om dit jaar voor een Oscar te worden genomineerd. Ik heb er twee jaar geleden een gewonnen en ik verwachtte dus niet nu weer genomineerd te worden, maar zo zie je maar... In ieder geval was ik dit jaar niet van plan om te gaan, zeker nu we de bruiloft moeten regelen en zo. Maar nu moet ik natuurlijk wel, het zou vreselijk arrogant zijn niet te verschijnen. Dus wordt het mijn laatste professionele verplichting als acteur en daarna ben ik echt klaar.’
‘Oké, nou, als je mijn advies wilt denk ik zeker dat je moet gaan, ja,’ zeg ik, terwijl ik probeer niet te lachen om Abbie die obscene gebaren met een banaan uit de fruitschaal loopt te maken.
‘Nee, het gaat me niet om een advies. Steph gaat natuurlijk niet mee, nu al helemaal niet. Dat begrijp je. We willen niet dat het publiek het te weten komt over ons via zo’n gelegenheid. En zelfs al zouden we dat niet erg vinden, dan nog – je kent Steph. Naar de Oscaruitreiking moeten is voor haar net zoiets als naar de hel te worden gestuurd, vooral omdat de pers me ook steeds meer bestookt met allerlei vragen. Ze hebben Caroline vorige week op Rodeo Drive gesignaleerd, waar ze dertigduizend dollar bij Gucci uitgaf, dus nu weten ze dat ze niet echt ziek is. Ik ben er heel boos over, omdat we hadden afgesproken dat ze zich voorlopig gedeisd zou houden en dan een hoger bedrag van me zou krijgen.’
‘Shit, dat is wel heel lullig van haar,’ zeg ik, absoluut niet verbaasd.
‘Ja, vind je niet? Maar goed, daar gaat het nu niet om. Om kort te gaan: ik heb iemand naast me nodig die de pers van het spoor naar Steph afleidt en daarbij heb ik ook helemaal geen zin om in mijn eentje naar de Oscaruitreiking te gaan. Dus, wat ik probeer te zeggen, is, Francesca... heb je al iets op vierentwintig februari? En zo niet, zou je dan met me mee willen naar de Oscaruitreiking?’
De tijd staat stil. Ik bevries en kan niet meer lachen om Abbies aanstellerij.
Zei hij nou echt wat ik dénk dat hij zei?
Ik heb het rare gevoel dat het echt zo is en van pure schrik laat ik de telefoon uit mijn handen vallen. Meteen val ik op mijn knieën en kruip zoekend over de vloer totdat ik het toestel weer te pakken heb. Ik wil net ‘ja’ gaan gillen als ik besef dat ik tot mijn verdriet de verbinding heb verbroken.
‘Shit! Shit! Shit!’ gil ik.
‘Wat is er?’ wil Abbie weten. ‘Slecht nieuws?’
‘Nee, het is verdomme het beste nieuws dat ik ooit in mijn leven heb gekregen en nou heb ik hem per ongeluk opgehangen!’ krijs ik, zenuwachtig een paar toetsen indrukkend om te kijken of ik zijn nummer kan zien. Maar dat is niet zo, en zo gek is dat natuurlijk niet.
‘Rustig, rustig,’ zegt Abbie. ‘Dat begrijpt hij heus wel en dan belt hij vast terug.’
Biddend dat ze gelijk heeft hou ik op met opgetogen in het rond springen en staar ik naar de telefoon, met al mijn macht wensend dat hij gaat rinkelen. En ja, na een verschrikkelijke twintig seconden, gaat hij over en ik gris de hoorn naar me toe.
‘O, mijn god, je gelooft niet wat er gebeurde, ik liet de telefoon vallen. Sorry hoor, Wat stom, hè, niet te gelo...’
‘Francesca?’
Het ís Carson helemaal niet, het is Sabina. Ik krimp ineen en zonder verder iets uit te leggen aan mijn vriendin, smijt ik de hoorn er weer op. En dan gaat de telefoon direct weer over.
‘O, alsjeblieft, alsjeblieft, laat hem het zijn,’ jammer ik. Hij is het.
‘Francesca, wat deed je nou?’
‘Het spijt me. Ik was zo opgewonden en ik kan gewoon niet geloven wat je net vroeg. Dit is echt een droom die uitkomt. Dankjewel, dankjewel, dankjewel!’ gil ik, bevend van opwinding en plotseling voel ik me een beetje raar. Ik heb het gevoel dat ik flauw ga vallen.
‘Oké. Kalm, kalm,’ zegt Carson. Hij klinkt alsof hij nauwelijks zijn lach kan inhouden. ‘Je zult me echt niet meer bedanken als je een houten kont hebt omdat je zes uur achter elkaar op dezelfde stoel hebt moeten zitten.’
Maar er is natuurlijk helemaal niets wat hij kan zeggen wat mijn opwinding en blijdschap nu zou kunnen verminderen. Wat mij betreft is mijn leven compleet als ik naar de Oscaruitreiking ben geweest, dan doet niets er verder nog toe en zijn mijn dromen werkelijkheid geworden. Ik voel me licht in mijn hoofd en ga zitten.
‘Al zou ik zes wéken in dezelfde stoel moeten zitten,’ zeg ik heftig.
Nu kan Abbie het niet meer volhouden en krijgt haar frustratie de overhand.
‘Zeg eens wat er aan de hand is. Wat is er verdomme zo geweldig dat je ervan begint te huilen?’ eist ze met een nogal harde stem.
‘Huil je?’ vraagt Carson meteen, ver weg aan de andere kant van de wereld, en nu hoor ik echt zeker dat hij erom moet lachen.
‘Een beetje,’ antwoord ik hem en dan gil ik naar Abbie: ‘Ik ga naar de Oscaruitreiking!’
Vol ongeloof kijkt ze me een paar seconden aan en dan begint ze te juichen en op en neer te springen, vallen we in elkaars armen en dansen we in het rond, totdat ik me weer losruk omdat ik bang ben de verbinding opnieuw per ongeluk te verbreken. Vlug probeer ik beheerst te klinken en vuur ik een spervuur aan vragen op hem af: ‘Weet je het zeker dat Steph het niet vervelend zal vinden? Wanneer moet ik naar de Verenigde Staten komen? Wat moet ik in godsnaam aan? O, dankjewel. Zal ik een hotel reserveren? Ik weet het al, ik ga vandaag meteen een vlucht boeken, want er gaan natuurlijk een heleboel mensen en...’
Carson onderbreekt vastberaden mijn onzinnige gekwetter.
‘Francesca, ik ben heel blij dat je het zo leuk vindt – het zal echt een verandering zijn er met iemand heen te gaan die zo... enthousiast is. Maar je moet nu even een seconde kalmeren.’
‘Ik bén kalm,’ reageer ik meteen, maar ik klink natuurlijk totaal niet zo: het schuim staat zowat op mijn mond.
‘Oké, luister. Voordat je ja zegt, zijn er een paar dingen die je moet overwegen, vind ik.’
Mijn hart bonkt. Ik wist wel dat dit te mooi was om waar te zijn. Hij is van gedachten veranderd. Ik weet het gewoon. O, alsjeblieft, laat het niet zo zijn dat hij me de hele wereld geeft en hem daarna meteen weer van me afpakt...
‘Als je bij de Oscaruitreiking aan mijn arm verschijnt, doet het er niet toe hoe vaak ik zeg dat je een gewone vriendin of familie of wat dan ook van me bent, de wereldpers zal er meteen van uitgaan dat jij mijn nieuwe geliefde bent. Wat Steph betreft zal ze daar alleen maar blij om zijn, omdat het de media op een dwaalspoor zet wat betreft onze bruiloft. Dat geeft haar alleen maar meer gemoedsrust. Maar voor jou wordt het een heel ander verhaal. Het zit er dik in dat je een tijdlang door de pers zult worden gevolgd, waar je ook heen gaat en dat je zult moeten ontdekken hoe het voelt als de hele wereld iedere seconde van de dag naar je kijkt.’
‘Dat is niet erg,’ brabbel ik. ‘Dat kan ik wel aan. En het is maar voor een tijdje. Eigenlijk is het waarschijnlijk best leuk.’
‘En je hebt echt geen relatie op dit moment?’ vraagt Carson zachtjes.
‘Nee, Carson, echt niet.’
‘Dat móét ik wel vragen, omdat er niet veel mannen zijn die het leuk zouden vinden als hun vriendin doorgaat voor mijn geliefde. Ik bedoel, ik betwijfel of Tom er blij mee zal zijn.’
‘Dat interesseert me geen bal,’ zeg ik een beetje boos.
Ik hoor Carson zuchten. ‘Luister, ik weet wel dat jullie uit elkaar zijn, maar het zou me niets verbazen als jullie weer bij elkaar komen en als hij enigszins op mij of op zowat alle normale mannen ter wereld lijkt, denk ik niet dat hij het zal waarderen als jij net doet alsof je de mijne bent.’
Ik besluit het nog een keer héél duidelijk te zeggen: ‘Wat Tom ervan vindt maakt me geen zier uit. We hebben elkaar al weken niet gesproken en we komen niet meer bij elkaar vanwege die stomme koppigheid van hem.’
‘Oké, oké,’ zegt Carson, op een toon alsof hij er niets van gelooft. Verdomme. ‘Nou, dan ziet het ernaar uit dat wij een avondje uitgaan en daar ben ik blij om. Ik vind het echt leuk dat je meegaat. Buiten het feit dat we een heel leuke avond zullen hebben, weet ik ook zeker dat ik erop kan rekenen dat je dit verhaal niet verkoopt aan de media en dat je al mijn geheimen voor je houdt, wat ontzettend belangrijk is voor ons. Francesca, Steph en ik staan al bij je in het krijt en als je ons nu ook nog hiermee helpt, nou, dan weet ik niet hoe we je dat ooit terug kunnen betalen. Weet je, ik had natuurlijk net zo makkelijk mijn moeder kunnen vragen, maar die is nu al drie keer mee geweest en jij vormt nu eenmaal het perfecte rookgordijn voor de pers. Steph en ik zijn allebei echt op je gesteld en ik zou niet willen dat je het gevoel hebt dat we je gebruiken – en daarom denk ik dat je er eerst echt goed over moet nadenken, voordat je ons je definitieve antwoord geeft.’
‘Ja, oké, ik snap het... Ik heb erover nagedacht. Het antwoord is ja, ja, ja.’
‘Wat vind je ervan dat ik je morgen nog even bel om het zeker te weten?’ vraagt Carson lachend.
‘Mij best,’ zeg ik, ‘maar het antwoord blijft toch “ja”. Dus je hoeft niemand als reserve te regelen.’
We nemen afscheid en ik vertel alles uitgebreid aan Abbie. We giechelen allebei om het feit dat iemand zou kunnen denken dat het een probléém is om door de pers aangezien te worden als de vriendin van Carson Adams en na een tweede keer overdenken vind ik nog steeds dat achtervolgd worden door de pers een kleine prijs is om te betalen voor de avond van mijn dromen.
Het is idioot, ik weet het, maar ik ben lichtelijk geïrriteerd door het feit dat Carson me weer zo aan Tom heeft herinnerd. Zoals altijd heb ik de neiging hem nu te bellen met mijn nieuwtje. O, dat doet me eraan denken: ik moet Sabina terugbellen.