19

8 junib
Niet alles in de wereld van de diva is zoals het op het eerste gezicht lijkt. Misschien is het uiteindelijk helemaal niet zo geweldig om een partner te hebben die zo belachelijk aantrekkelijk is dat hij zelfs George Clooney een beetje gewoontjes doet lijken. Ik weet niet precies waarom, maar ik trek het me echt aan, de ontrouw van X., en ik voel me diep teleurgesteld. Ik ben natuurlijk ook wel een sentimentele idioot dat ik denk dat het echt waar is wat ik hoor en lees over de sterren. Wat er naar buiten wordt gebracht over hun leven is natuurlijk zorgvuldig geregisseerd door hun pr-mensen. In ieder geval heeft het me nog eens extra met mijn neus op de feiten gedrukt dat ik in mijn schrijfsels uiterst voorzichtig moet zijn, omdat er echte gevoelens mee overhoop gehaald zouden kunnen worden.

Natuurlijk is er maar een miniem verschil tussen het schrijven van iets naar aanleiding van het leven van een beroemde actrice en het professionele equivalent van een judaskus. Dus in mijn verhaal komt echt helemaal niets voor wat ook maar de geringste aanleiding zou kunnen vormen tot de onthulling van de werkelijke identiteit van de diva en X. Daarom ziet X. er in mijn schrijfsels bijvoorbeeld heel gewoontjes uit en heeft hij een gezicht vol acnelittekens, die hij verdoezelt met camouflagecrème. De diva blijft een schoonheid, maar het hele verhaal zal zich nu afspelen in Hollywood. Het zal voornamelijk gaan over de diva die zich voorbereidt op een filmrol, plus de relatie tussen haar en haar veelgeplaagde assistente natuurlijk.

De volgende morgen, op weg naar mijn werk, check ik de meeste kranten bij een stalletje op straat en lees opgelucht dat de kritieken redelijk goed zijn. Zoals gewoonlijk loop ik tien minuten om voor Carolines koffie en klokslag tien uur sta ik voor haar deur. Op het moment dat ik de sleutel in het slot steek, doet Lorna de deur al open.

‘Fran,’ zegt ze, terwijl ze onrustig naar twee kanten de straat afkijkt en vervolgens gebaart dat ik naar binnen moet komen.

‘Goedemorgen, Lorna. Is alles in orde?’ vraag ik.

‘Ze gedraagt zich heel vreemd vanochtend,’ zegt Lorna fluisterend tegen me, terwijl ze met een vinger op haar voorhoofd tikt. ‘Ze is niet eens naar haar fitnessles geweest.’

‘Echt?’ vraag ik. Dat is inderdaad heel ongewoon. Caroline slaat nooit een trainingssessie over.

Ik trek mijn jas uit en hang hem aan de kapstok in de hal en pas als ik me weer omdraai valt me de tekst op Lorna’s T-shirt op. De slogan ‘Shit Happens’ past werkelijk voor geen meter bij de rest van haar Marks & Spencer-outfit. Het is meer dan duidelijk dat het Lorna niks kan schelen hoe ze eruitziet, als het maar lekker praktisch is.

‘Ze is vanmorgen om vier uur thuisgekomen,’ gaat ze zachtjes verder, terwijl ze op de stofzuiger leunt en een hand op haar heup legt. Lorna is waarschijnlijk al uren zogenaamd bezig de hal schoon te maken, zodat ze me meteen bij mijn aankomst kon opvangen.

Ik wil net antwoord geven, als Caroline de keukendeur opengooit en half rennend op me afkomt. Ze heeft haar zijden pyjama en bijpassende ochtendjas nog aan en lijkt vreselijk geagiteerd. Is ze misschien nog een beetje aangeschoten van gisteravond? Carson mag dan wel vroeg weg hebben gemoeten van het feestje gisteravond, maar dat heeft Caroline er duidelijk niet van weerhouden om zich te amuseren.

‘Goedemorgen, Francesca, schat,’ zegt ze, terwijl ze me stralend aankijkt.

Schat? Dan is ze zéker nog aangeschoten.

‘Goedemorgen, Caroline. Gefeliciteerd, de recensies zijn geweldig!’

‘Ja, inderdaad, vind je niet?’ zegt ze, terwijl ze haar ochtendjas strakker om zich heen trekt. Ik zie dat ze haar make-up van de avond daarvoor er nog niet af heeft gehaald.

‘Ja, het is me gelukt, ik was geweldig!’ roept ze uit, terwijl ze haar handen in de lucht gooit en terug naar de keuken huppelt om de kranten, die die goeie ouwe Kenneth allemaal per koerier heeft laten bezorgen, verder te gaan bestuderen.

Het zou trouwens verboden moeten zijn om te huppelen voor iemand van boven de vijftien.

Lorna en ik lopen achter haar aan, terwijl we de hele tijd veelbetekenende blikken wisselen en elkaar aanstoten met onze ellebogen. Er ligt een enorme berg kranten op de tafel – zo’n stapel heb ik echt nog nooit gezien.

‘Hier is je koffie, Caroline.’

‘Dankjewel, Francesca,’ zegt ze en steekt haar hand uit.

Ik laat de beker bijna uit mijn handen vallen van schrik. Caroline Mason heeft net ‘dank je wel’ gezegd; dit is een historische gebeurtenis! Lorna en ik trekken allebei tegelijkertijd verbaasd onze wenkbrauwen naar elkaar op. Een beetje uit ons doen blijven we naar haar staan staren als ze weer een recensie oppakt en gulzig ieder prijzend woord over haar toneelspel in zich opslurpt.

Op dat moment belt haar pr-agent me op mijn mobiel.

‘Hoi Kenneth,’ neem ik vrolijk op.

‘Sst. Niet zeggen dat ik het ben, als je bij haar in de buurt bent,’ sist hij.

‘O, oké. Eh... dat ben ik,’ zeg ik, onzeker wat ik moet antwoorden.

‘Zorg dat ze de Independent niet onder ogen krijgt. Maakt me niet uit hoe, verstop hem, verbrand hem, verscheur hem, maar zorg dat die krant verdwijnt,’ smeekt hij wanhopig.

Ze heeft hem net opgepakt, en haar goede humeur lost op in een wolk van afschuw. ‘Rotzakken!’ gilt ze.

De lijn wordt verbroken.

Lorna kijkt me versteend van angst aan en begint hetzelfde bord en dezelfde beker die ze net al schoon had gemaakt, nog een keer af te wassen.

‘Eh, Caroline, laat die maar zitten,’ zeg ik nerveus.

‘Hoezo? Waar probeer je me tegen te beschermen? Wat probeer je voor me weg te houden?’ vraagt ze, terwijl haar ogen over de pagina vliegen.

Ik probeer háár nergens tegen te beschermen. Het zijn Lorna en ík, waar ik me zorgen om maak. Maar het is al te laat. Carolines goede humeur verdwijnt als sneeuw voor de zon en de keuken lijkt plotseling gehuld in een donkere wolk. Als we nu in een film zaten, zou buiten het geknetter van de bliksemschichten die door de dreigende hemel flitsen te horen zijn.

‘Het is een dolk in je rug, een mes in je hart, een kogel door je hoofd – dat kan ik jullie wel vertellen,’ roept ze woedend.

‘Ja, ik weet het,’ probeer ik. ‘Maar ik denk dat één “niet zo’n héél goede” recensie erbij hoort. Die journalist weet waarschijnlijk van voren niet dat hij van achteren leeft. Ik zou me er niet druk om maken.’ Ik ga naast haar aan tafel zitten. Ik voel me nu al volkomen uitgeput en het is pas halfelf.

‘Het gaat niet alleen om deze recensie... Ik heb gisteren echt een afgrijselijke avond gehad,’ klaagt ze en zonder verdere uitleg staat ze op en rent ze de keuken uit – haar ochtendjas als de cape van Dracula achter haar aan fladderend. We horen haar boos naar boven lopen, waarschijnlijk naar haar slaapkamer.

Ik haal mijn schouders op naar Lorna en trek stilletjes de krant naar me toe om te zien wat haar zo van streek heeft gemaakt. Het blijkt geen geweldige recensie te zijn, omdat Caroline wordt beschuldigd van overacting, maar zó erg is het nou ook weer niet. Mijn god, als ze willen weten hoe ze is als ze zich overacting gedraagt, zouden ze nu híér eens moeten komen kijken. Er gaan tien minuten voorbij en Lorna en ik nemen ons laatste slokje thee.

‘Denk je dat ik even bij haar moet gaan kijken?’ vraagt Lorna.

‘Ja, misschien wel,’ zeg ik. ‘Vooral na die laatste veelzeggende opmerking. Ze ligt waarschijnlijk op ons te wachten.’

Giechelend gieten we haar koffie over in een beker, warmen die op in de magnetron, pakken een stapel kranten mee (níét de Independent) en lopen de trap op naar haar slaapkamer. Voor haar deur blijven we als een stelletje zenuwachtige schoolmeisjes staan, totdat ik uiteindelijk de moed heb opgevat om aan te kloppen. Ik móét iets doen, want anders komt ze zo nog te laat voor haar botoxbehandeling.

‘Caroline?’

‘Wat?’ klinkt ze al redelijk hysterisch.

‘Ik kom je koffie brengen.’

‘Kom maar binnen,’ jammert ze overdreven.

Voorzichtig steek ik mijn hoofd om de deur. En ja hoor, ze ligt pontificaal op het bed te wachten.

‘Gaat het een beetje?’ vraag ik twijfelend, nooit zeker van de reactie die ik zal krijgen.

‘Ja. Als dat tenminste mogelijk is voor iemand die zo vreselijk is behandeld.’

Daar gaan we dus... Ik ga op het randje van het bed zitten en leg de kranten op de vloer.

‘Echt Caroline, één wat minder goede recensie tussen ál die andere is toch een geweldige prestatie,’ probeer ik.

‘Ja, dat weet ik.’ Ze fronst haar voorhoofd. Het blijft oncomfortabel stil. ‘Maar het is niet alleen de recensie.’

Nu weet ik het ook niet meer.

‘Je zei daarnet al dat je geen leuke avond hebt gehad en als het niet die recensie is die je dwarszit, wat is het dan? Je leek vanmorgen, toen ik hier net was, best gelukkig.’ Ik betrap mezelf erop dat ik op dezelfde toon praat als mijn moeder tegen mij deed toen ik een lastige, door hormonen geregeerde puber was – en me daardoor volkomen onrealistisch en idioot gedroeg.

‘Hoe weet jíj nou of ik best gelukkig was?’ reageert ze beschuldigend. ‘Je hebt geen idee wat ik allemaal heb moeten doorstaan. Het was mijn grote avond en het was afschuwelijk.’

‘Waarom dan?’

Caroline fronst opnieuw haar voorhoofd, terwijl ze, volgens mij, een reden probeert te bedenken. ‘Nou, Leticia, die trut van een vriendin van me, is natuurlijk komen kijken en ik heb de sterren van de hemel gespeeld, maar denk je dat ze me één compliment heeft gegeven? Nee, dus.’

‘Echt niet?’ vraag ik twijfelend.

Ze kijkt op en pruilt als een klein meisje dat te horen krijgt dat ze niet nóg een pony krijgt. ‘Ja, echt.’

‘Ik weet zeker dat ze het geweldig vond.’

‘Nee, dat vond ze helemaal niet.’

Ze strekt haar been uit en bestudeert aandachtig haar gepedicuurde voet. ‘Ik bedoel, ik ben op het moment natuurlijk vreselijk kwetsbaar en dan heb ik bevestiging en geruststelling nodig.’

Ik kijk de kamer rond. Zo te zien heeft ze Leticia haar avond toch niet al te veel laten bederven. Haar couture-Prada-jurk ligt achteloos en verkreukeld op de grond.

Geïrriteerd volgt ze mijn blik. ‘Kun jij het hier straks even opruimen?’

Ik knik. Dit is waarschijnlijk niet zo’n goed moment om te zeggen dat het opruimen van haar slaapkamer niet bij mijn taken hoort. Ach, ik kies liever de makkelijke weg.

Caroline gaat nu op haar zij liggen en steunend op een elleboog, gooit ze haar donkere haar naar achteren. Zelfs met mascaravlekken op haar gezicht ziet ze er nog altijd, op een hooghartige manier, prachtig uit.

‘In ieder geval heb ik gisteravond alles gegeven en het enige wat Leticia te zeggen had was dat ik er mooi uitzag en dat mijn optreden “anders” was; “anders”? Ik zal haar léren wat “anders” is, verdomme.’

Maar dan, alsof ze zelf het giftige timbre in haar stem heeft gehoord, verandert ze van toon.

‘Ik bedoel, die schat van mijn agent, Geoffrey, kwam in tranen naar mijn kleedkamer. In tránen, zó ontroerd was hij door mijn spel. Hij huilde écht.’

‘Echt?’ reageer ik, mijn best doend om niet in lachen uit te barsten, terwijl ik me de scène inbeeld.

‘Ja. Hij huilde als een baby in mijn armen en zei dat ik de rol onnavolgbaar goed had neergezet.’

Nou, ik zou ook in tranen zijn als me dat twintig procent van haar inkomen opleverde, schiet het door mijn hoofd, terwijl ik me naar voren buig om haar slipje van de vloer op te rapen.

Caroline laat zich weer achterover op haar bed neervallen en pakt haar oogmasker. ‘Lees me maar een paar recensies voor, Francesca.’

Ik gooi haar slipje in de wasmand en zoek in de stapel recensies naar de aantrekkelijkste kop.

‘Heeft Carson ervan genoten?’

Caroline neemt haar oogmasker weer af.

‘Carson vond me fantastisch. En dat heeft hij me na de voorstelling ook heel goed laten merken...’

Iéts te veel informatie. De onbetrouwbare klootzak.

Plotseling horen we een boos gegnuif van achter de slaapkamerdeur komen. Misschien weet Lorna hetzelfde als ik weet?

‘Lorna, hou op met dat geluister aan de deur en ga iets nuttigs doen. Een kip grillen of zo.’

Later, als ik Caroline bij Terry in de auto heb gezet en ze op weg zijn naar haar botoxafspraak, zitten Lorna en ik met thee en koekjes aan de keukentafel. We nemen alle drama’s van die ochtend nog eens uitgebreid door en Lorna lacht zich tranen en haar Ierse accent wordt nog prominenter dan anders.

‘Die idioot huilend in haar kleedkamer. Dat kán toch niet,’ brengt ze, naar adem happend, uit.

‘Ja, ik weet het,’ ben ik het met haar eens. ‘Maar wat nog verbijsterender is, is dat ze me bedánkte voor haar koffie vanmorgen.’

‘En zo hoort het ook, Francesca. Ik bedoel, je bent een soort sprookjesmoeder voor haar,’ merkt Lorna verontwaardigd op. ‘Hier is je koffie, Caroline. Dat los ik wel voor je op, Caroline. Gezeur, Caroline.’

Ik schiet in de lach. Op een bepaalde manier klopt het ook. Ik neem aan dat Caroline me eigenlijk betaalt om haar sprookjesmoeder te zijn – het enige verschil is dat er in een sprookje altijd ‘dank je wel’ wordt gezegd.

‘Lorna?’ begin ik aarzelend.

‘Ja, lieverd?’

‘Denk je dat Carson ooit... ooit... je weet wel? Ik bedoel, denk je dat hij en Caroline een stevige relatie hebben?’

‘Ik heb geen idee waar je het over hebt,’ antwoordt Lorna meteen en duidelijk afwerend. Ze weet iets, dat is zeker.

Ik ben enorm blij als de dag ten einde is. Caroline vertrok om vier uur naar het theater, nadat ik haar had verteld dat British Films heeft gebeld om een afspraak te maken. Eerlijk gezegd klonk het nogal onheilspellend in mijn oren. Caroline leek totaal niet geïnteresseerd te reageren, maar dat kwam waarschijnlijk door die injecties die ze net in haar gezicht had gehad. Ze lijkt nu niet meer in staat om iets sterkers dan een mild soort emotie uit te drukken. Ik heb geen idee wat het effect daarvan op haar acteerprestaties zal zijn, maar dat is mijn probleem gelukkig niet. Ik vertrek van mijn werk en val thuis op de bank neer en dan begint me iets te dagen: Carolines stuk is begonnen en de repetities zijn officieel voorbij. Met maar een paar middagvoorstellingen per week, waarvan er één op zaterdag is, zal ze constant in de buurt zijn om me te pesten. Ik stort al zowat in als ik er alleen maar aan dénk. Maar aan de andere kant heb ik dan wel weer veel meer materiaal voor mijn verhalen. En over mijn verhalen gesproken... ik hijs mezelf op en pak mijn laptop. Als ik hem aanzet begin ik al te grinniken omdat ik denk aan het volgende hoofdstuk.

Ik buig mijn vingers even op en neer om ze soepel te maken en begin te typen.