6

Shelly reed niet snel, maar ze leek een voorkeur te hebben voor kuilen en stenen die bovengemiddeld hoog waren. Als ze opzij keek zag ik een grijns. Toen ik iets zei veerde ze op alsof ze op de vraag zat te wachten. “Wie ben jij?”

“Shelly Perron, de naam klopt.”

“Maar je bent niet getrouwd met een handelaar in tractoren.”

“God beware me. Ik ben getrouwd met niemand. Dat was het makkelijke met jou. Geen greintje mensenkennis. Zie ik eruit of ik getrouwd ben?”

Ik bezag haar met andere ogen en inderdaad: ik kon haar niet voor me zien in een huiskamer met foto’s boven de open haard en thee onder handbereik. “Voor wie werk je?”

Ze schudde het hoofd. “Verkeerde vraag.”

“Waarom papte je met me aan, is dat een goede?”

“Aanpappen bevalt me niet.”

“Oppikken?”

“Dat kostte nog moeite genoeg. Je had me mee kunnen nemen in Alabama, in Arkansas en in Oklahoma. Een meisje dat drie keer wordt genegeerd begint een zekere wrok te voelen, neem dat van me aan. Of hou je niet van lifters?”

Ik kon me een keer een vrouw herinneren die aan de kant van de weg stond en naar me had gezwaaid. “Drie keer?”

“Het plan was dat ik je zou volgen. Dat deed ik tot Alabama, maar de route die je nam leek nergens op en ik was bang je kwijt te raken. Hoeveel energie denk je dat het heeft gekost om je voorbij te komen? En hoe erg denk je dat ik baalde toen je voor de derde keer langs me reed? Ik had toen zwart haar voor het geval het je interesseert. De vierde keer had ik die hanenkam. Over wanhoop gesproken.”

“Wat had je gedaan als ik je in Santa Clara ook had laten staan?”

“Neergeschoten, denk ik. Ik was zeiknat en tamelijk wanhopig. Waarom denk je dat ik bijna voor die gammele Le-Baron sprong. Je was verdomme al in Utah.”

“Je wist dat ik naar Arizona wilde?”

“Uhuh. We wisten alleen niet waar in Arizona. Als je rond was blijven ploeteren had ik je in de steek gelaten.”

“We.”

Ze wees naar bergen waarvan het onderste deel al in de schaduw lag. “Daarginds moeten we zijn. Je kwam te dichtbij. Als je niet naar Sedona was gegaan dan…Toen je de tatoeagewinkel binnenging wist ik dat je je doel zou bereiken. Je bent handiger dan we dachten.”

“In dat geval had jij een indiaan achter de hand. Hoe heet-ie ook weer?”

“Rahelio Rodriguez. Noem het maar achter de hand hebben. Misschien vertel ik je nog wel over hem. We hebben er straks tijd genoeg voor.”

“Omdat je me gevangen gaat houden?”

Dit keer keek ze me secondenlang aan terwijl ze de pick-up door kuilen liet hobbelen. “Die toon bevalt me niks. Daar moet je echt iets aan doen. Omdat ik, we, je gevangen gaan houden. Als we dat willen tenminste. Je begon te veel te ontdekken.”

“Wat denk je eigenlijk dat ik ontdekken wilde?”

Ze schoot in de lach. “Dat verhaal over je moeder, dat was echt leuk. In bed ben je geen held, maar je verhalen zijn geweldig. Je was toch op zoek naar je moeder?”

Dit keer was het mijn beurt om ‘uhuh’ te zeggen. Daar liet ze zich niet door afschrikken. “Betrof het misschien een moeder die je moeder niet is en die Catherine heet?”

Ik gaf geen krimp. Ik wist zeker dat ik zelfs geen ongecontroleerde beweging maakte. “Ze is vermoord.”

“Dat is ze.” Shelly tikte met een vingertop even mijn dij aan. “Dat is ze zeker. Jij zoekt de moordenaar naar we hebben begrepen. Kan het zijn dat je nog iemand zoekt?”

Het had weinig zin om omtrekkende bewegingen te maken. “Jack Doyal Dunn.”

Ze knorde van tevredenheid. “Je treft het maar met mij. Jack Doyal Dunn is precies degene die we gaan opzoeken.”

Dann Bloomer