Debat

 

 

 

 

 

 

Debatteren kunnen ze, die Fransen. Maar gevoel voor humor hebben ze ook. Zo stelde Ségolène Royal in het televisiedebat met Nicolas Sarkozy dat vrouwelijke ambtenaren als hun dienst ’s avonds laat eindigt door een collega moeten worden thuisgebracht. Onlangs werd namelijk een eenzame vrouwelijke ambtenaar na haar werk in een park ’s nachts aangerand. Geen fijne zaak natuurlijk, maar wat zei haar opponent? Dit:

Il y aura une fonction publique au service des Français, et une autre fonction publique au service des fonctionnaires qui rentrent chez eux.’ Zo krijg je het aantal ambtenaren wel naar beneden, bedoelde de glimlachende Sarkozy. Een dienst voor het publiek, en een dienst om de dienaren naar huis te brengen.

Cela me n’amuse pas,’ zei mevrouw Royal snibbig.

Overigens was Royal in het debat boven verwachting sterk. Niet alleen zag ze er goed uit, een mooi, strak, zwart ensemble met een witte blouse met een soort militaire kraag, bepaald niet de look van een betweterige lerares; ook had ze haar zaken goed voor elkaar en koos ze voortdurend de aanval.

Ze verweet Sarkozy dat hij in de campagne zéro tolérance riep, maar dat er onder zijn recente ministerschap (toen hij er directe verantwoordelijkheid voor droeg) geen politiebureau extra gebouwd is, laat staan meer agenten in dienst zijn genomen, en ze wees hem er later fijntjes op dat hij weliswaar stelt dat Frankrijk harder moet werken, omdat anders Franse arbeid en Frans kapitaal naar het buitenland vertrekken, maar dat hij daar in zijn tijd als minister van Economische Zaken niets tegen heeft ondernomen.

Sarkozy, donkerblauw pak, lichtblauw overhemd, gestreepte das, zware Rolex om de pols, het haar ouderwets en strak golvend naar achteren, pareerde de kritiek op milde toon. Hem was er alles aan gelegen niet agressief over te komen. Hij leek er zelfs een punt van te maken zo charmant mogelijk te zijn. In Libération verklaarde daags daarop een psychoanalyticus dat Sarko de strategie van de verleiding had gehanteerd: telkens Royal aanspreken met Madamme, minzaam glimlachen, ja, misschien had zijn voet onder tafel wel langs haar kuit gereden.

Jaja.

Maar het maakt natuurlijk niet uit, zo’n debat – Sarkozy zei dat al voor hij eraan begon. Een debat is maar gelul, en daar hebben de mensen nu juist zo genoeg van. Aan de andere kant was het wél de eerste keer dat goed te zien was hoe cool and collected en presidentieel Ségolène Royal is, en tegelijkertijd hoe gepassioneerd. Op zeker moment zei ze: ‘Zelfs als ik president ben, zal ik me over misstanden kwaad maken.’ Waarop Sarkozy antwoordde: ‘Dat kan nog leuk worden. Maar ja, van mij mag het. Iedereen windt zich wel eens op.’

Royal ging er scherp en zonder te aarzelen overheen: ‘Ik wind me niet op. Je me révolte, car j’ai gardé ma capacité de révolte intacte.’

Daar had Sarko niet van terug.

Intussen is wel duidelijk geworden waar de twee kandidaten voor staan: Royal voor het oude Frankrijk van de gepensioneerden, de zieken, de laagstbetaalden, de ambtenaren; Sarkozy voor een nieuw, dynamisch en flitsend Frankrijk. Wat dat betreft trof de tekenaar Willem in Libération het het best: hij tekende Ségolène Royal met op de achtergrond een rij olifanten, de machtige lobbesen van haar partij, die nu al dromen van 2012: het volgende jaar dat er presidentsverkiezingen zullen zijn. Tegen die tijd zal Royals boodschap even modern zijn als haar uitstraling.