6 mei 2002

 

 

 

 

 

 

De zon scheen. Het was een uur of zes. In de verte klonk een motorzaag. Er is altijd wel een Fransman die even een boom wil vellen.

Telefoon.

Het was een vriendinnetje van mijn oudste dochter. Ik zei: ‘Hallo. Hoe is het met jou. Wat ben je aan het doen?’

‘Ik kijk televisie,’ antwoordde ze. Ik hoorde op de achtergrond haar moeder iets roepen.

‘Je moet zeggen: ik ben aan het bellen,’ zei ik. Het vriendinnetje begreep me niet en ik riep mijn dochter, die de telefoon overnam. Ik liep naar buiten en ging in de zon zitten. De motorzaag in de verte had plaatsgemaakt voor een koekkoek.

‘Papa! Pim Fortuyn is neergeschoten!’ riep toen ineens mijn dochter.

‘Wat?!?’

‘Pim Fortuyn! Met zes kogels! Het is echt waar! Geen grapje!’

Ik holde het huis binnen en zette de radio aan. Een verslaggever van de Wereldomroep bevond zich in Hilversum op het Mediapark. Hij maakte net melding van een wit laken dat over het lichaam van Fortuyn werd gelegd.

‘Is-ie echt dood, pap?’ vroeg mijn dochter. Zij is tien. Zij keek pips. Haar zusje van acht was inmiddels ook gearriveerd. Zij werd geïnformeerd.

‘Neergeschoten? Door wie, waarom, pap?’ Acht jaar en onmiddellijk bij de les. ‘Door een allochtoon?’ En nog op de hoogte ook van Pims uitspraken.

‘Ssstttt,’ zei pap.

De kinderen kakelden opgewonden door elkaar heen. Ik probeerde op te vangen wat de Wereldomroep had te melden. Een man met een baseballpet was overmeesterd bij een Texaco-station. De oudste dochter riep dat ze nooit de politiek in zou gaan. De jongste dat het belachelijk was om iemand neer te schieten omdat hij een beetje rare dingen zei. Dan moest je naar de rechter gaan, en dan kreeg hij misschien straf. Ik had nauwelijks de tijd me af te vragen waar ze zulke dingen vandaan haalde.

Op de radio kwam ene Jim Janssen van Raay aan het woord, nummer 3 op de lijst van Fortuyn. Hij zei dat hij als lid van de oorlogsgeneratie wel vaker vrienden en naasten had verloren. Maar ‘het tuig’ mocht niet winnen, en de verkiezingen moesten doorgaan – in de geest van Pim, de Nederlandse Kennedy. Zojuist had Janssen van Raay nog gebeld met zijn oudste vriend, die laatste stond op de Lijst Fortuyn, de voormalige marineofficier Sleeswijk Visser, en die dacht er net zo over.

Ik deed de radio uit.

De kinderen draaiden onrustig rond op het erf. Ze borrelden over van vragen waarop ik en hun moeder het antwoord ook niet wisten. 11 september, asielzoekers, Osama bin Laden, alles kwam voorbij in een potpourri van schrik en emoties. Ik deed de radio weer aan. Feiten willen wel eens helpen. Maar er speelde walsmuziek, wat ik opmerkelijk vond.

Daarna kwamen de reacties van Melkert, Dijkstal, Thom de Graaf, Jan Nagel, Harry Mens en Wim Kok. Om iets voor halfnegen ging de Wereldomroep uit de lucht. Traditiegetrouw werd het Wilhelmus gedraaid. Het was 20.27, om precies te zijn. De stilte was daarna verpletterend.