Route de Versailles

 

 

 

 

 

 

Ik kwam eigenlijk voor Rembrandt en Caravaggio, maar wat beklijfde, was een werk van Camille Pissarro, een impressionistische landschapsschilder uit de tweede helft van de negentiende eeuw. Het hangt boven in het Van Gogh Museum, in een tentoonstelling van recente aankopen, en het heet Route de Versailles, Rocquencourt, uit 1871. Wat is erop te zien?

Veel lucht, blauwe lucht.

Bewolking, wit en grijs.

Die hemel treft de kijker als eerste, want hij beslaat zeker driekwart van het schilderij. Het volgende wat opvalt, zijn de bomen, rechts in beeld; berken, herkenbaar aan hun stammen en die aparte streling waarmee het zonlicht door het gebladerte valt, en het struikgewas.

Aan de linkerkant van het schilderij staan een paar huizen, een boerderij, wat schuren. De muren zijn wit gepleisterd, de luiken groen, de daken voorzien van rode pannen. Ergens halverwege staat een nederig huisje met een dak van grijs leisteen.

Tussen die bomen rechts en de huizen links loopt een brede weg: de Route de Versailles, ter hoogte dus van Rocquencourt, een stadje vlak bij Parijs, niet ver van Louveciennes, waar Pissarro het grootste deel van zijn leven woonde. Beide stadjes zijn op de Michelin-kaart Environs de Paris van 2005 met enige moeite in de buurt van Versailles te vinden; ze liggen ingeklemd tussen snelwegen, vliegvelden en buitenwijken die in de twintigste eeuw zijn gebouwd.

Ongetwijfeld liepen er in de tijd van Pissarro meerdere wegen van en naar Versailles – of deze geschilderde weg de belangrijkste was, is dus moeilijk te zeggen. Aan de ene kant is hij heel breed en bestaat hij uit meerdere sporen, vanaf de horizon zien we twee koetsen op ons afkomen, eentje getrokken door een bruin paard, in het linkerspoor, de ander door twee witte paarden, in het rechterspoor. Aan de andere kant is de weg ongeplaveid, wat toch opmerkelijk is voor een weg zo dicht bij Parijs aan het einde van de negentiende eeuw; bestrating was toen schering en inslag.

Het doet er niet toe.

Waar het om gaat, is de indruk die het schilderij maakt, los nog van de kippen die in de vorm van kleine verfpuntjes aan de linkerkant van de weg rondlopen, los nog van de gebogen vrouw met een wit kapje op het hoofd en een bos takken op de schouders die aan de rechterkant langs de bomen scharrelt, los nog van het groepje mensen dat bij een kar vlak bij de boerderij staat te keuvelen, moeiteloos uit vlekjes en veegjes verf samengesteld. Oké, welke indruk maakt het dan?

Een verpletterende indruk.

Waardoor komt dat nou?

Dat was de vraag die me vervolgens bezighield. Drama en verhaal ontbreken in het schilderij. Er is niets dan die weg, dat handjevol boerderijen, die bomen, de horizon, de naderende reizigers en de lucht. Zou het hem kunnen zitten in de diepte? Ja. Pissarro heeft het beeld een ongelooflijke diepte meegegeven, het is net alsof je als kijker met de voeten in het zand van die weg staat en naar de horizon kijkt. Dat de weg lichtjes omhoog loopt en ook nog eens kuilen heeft, maakt het nog spectaculairder. Maar het is vooral het schijnbare gemak waarmee een stuk verdwenen werkelijkheid hier tot leven komt waardoor Route de Versailles, Rocquencourt zo bijzonder is. Je hoort als het ware de wind zachtjes door de boomkruinen ritselen, om van het getok van de kippen nog maar te zwijgen. Je zou willen dat je er even was, daar, in 1871.