Lussik niet  

 

‘Lussik niet…..’

‘Wat lust je niet?’

‘Lussik niet…..’

Met een ontevreden frons prikt hij met zijn kindervorkje in de tomatensaus op zijn bord.

‘Maar mama zei dat je spaghetti lekker vond.

’Hij haalt zijn kleine schouders op en verschaft mij geen verdere informatie.  

Vragend kijk ik naar zijn oudere zusje aan de andere kant van de tafel.  

‘Hij vindt champignons niet lekker…..’ 

Zorgelijk kijk ik naar de saus. Overal kleingesneden stukjes champignon. O help! Dat stond niet op de drie A4’tjes handleiding ter voorkoming van een driftbui die ik van zijn moeder meekreeg toen zij haar kinderen voor een lang weekend logeren bij mij afleverde.  

Zijn moeder is mijn beste vriendin. Zij had al heel jong een diep verlangen: kinderen krijgen. Tijdens haar studie was ze al geabonneerd op Ouders van Nu . Elk blij kindje dat zingend in een mandje aan het stuur voorbijkwam werd aangewezen.  

‘Oh kijk nou, wat schattig!!!’ Nooit zag ze de kringen onder de ogen van de jonge ouders.  

Het vervullen van haar kinderwens verliep niet vlot. Jaren heeft ze geprobeerd om zwanger te worden. Bij elke nieuwe ongesteldheid moest de troost-ambulance weer uitrukken. Ze verslond foliumzuurtabletten per kilo. Helaas bleef de Predictor negatief. Uiteindelijk heeft ze haar grote liefde omgeruild voor een eikel met levend zaad. Na een halfjaar eisprongseks kwam het verlossende telefoontje: ‘Ik ben zwanger!!!’ Er ging een zucht van verlichting door de vriendenkring. Eikel hield niet van zwangere vrouwen, nam een eigen slaapkamer en bleef vanaf dat moment in het schuurtje figuurzagen aan een grote ooievaar voor in de tuin. Er werd een prachtige dochter geboren die zich uitstekend hield aan slaaptijden en voedingsschema’s, en eindelijk had ik mijn vriendin weer terug zoals ik haar kende: vrolijk en met een aanstekelijke schaterlach. Maar het ware geluk bleek te bestaan uit twee kinderen. Dus kwam Eikel uit het schuurtje en sliep opnieuw in de verwekkingssponde. Een jaar later stond ik weer blij met een teddybeer bij de wieg en verhuisde de vader naar zijn minnares.  

 De overspel schade bleek snel vergeten. Ze gaf haar nieuwe ex zelf lachend de bijnaam Eikel en was wat ze altijd zo hartstochtelijk wilde zijn: moeder van twee kinderen. Maar het jongetje was een droombreker en werkte niet mee aan de idylle. Hij kwetste haar diep door meteen de moederlijke tiet te weigeren. Bij elke slok flessenmelk groeide zijn eigen wil. En die stond intuïtief dwars op de wil van mijn vriendin. In haar wanhoop gaf ze voortdurend toe aan zijn grillen en creëerde zo een Oililly-monster.  

De kleine jongen is een expert in ‘van mokken naar woedeaanval in drie seconden’. Ik heb regelmatig gezien hoe er een klein groen Hulkje uit de schattige kleuter-kleertjes barstte. ‘Maar…..’ herhalen we steeds om het niet te vergeten, ‘…..tussen de buien door is het een schat.’  

En nu zit-ie naast me aan tafel en kijkt nijdig naar de stukjes champignon.  

‘Lussik niet…..’  

‘Als ik de stukjes er nou uit haal, eet je het dan wel op?’ Er wordt diep nagedacht. Dan schuift hij zonder wat te zeggen zijn bord naar me toe. Ik begrijp uit de blik in zijn donkere ogen dat ik vandaag gematst word en een bui uitblijft. Hij volgt nauwgezet mijn handelingen en elk stukje champignon dat zich verscholen houdt achter een spaghettisliert wordt aangewezen en dient te worden verwijderd. Ik schuif met een beslist gebaar het bordje terug en kijk hem strak aan. Met een vooruit-dan- maar-weer zucht steekt de kleuter zijn vorkje in de pasta en begint tergend langzaam te eten. Zeventien kilo ontevredenheid. Het ventje is drie jaar oud. Ik zou hem het liefst nu even in elkaar stampen. Maar tussen de buien door is het echt een schat. Echt.