Boos

 

Soms duikt ze ineens op. Een snibbige vrouw die alleen nog maar in korte bijtende zinnen kan praten. Alleen nog maar met schelle stem opdrachten snauwt. Die voortdurend loopt te zuchten over zoveel onbegrip en onvermogen om haar heen. Die elk teder gebaar met een korte ruk van haar schouder ontwijkt en elke poging om haar milder te stemmen afkapt met een rotopmerking. En wie haar durft tegen te spreken, kan rekenen op een felle tirade waarin zij haar woede-uitbarsting rechtvaardigt.

Deze vrouw wil niet ontregelen of afreageren, als ze de kans krijgt wil zij kwetsen tot diep in de kern. Als zij binnenkomt, verstomt het gesprek en verdwijnt het plezier. Nog voor ik haar zelf hoor, zie ik haar schaduw op het gezicht van de mensen om mij heen. En ik haat haar, o God,wat haat ik haar.

Maar ze hoort bij mij. Helaas. Meegeleverd bij de familie-genen.

Ze woont ergens in de krochten van mijn ziel. Spookt in lange zwarte gewaden door haar kerkercel. Wacht daar als getormenteerde koningin van de nacht op haar kans op wraak en oorlog. Veilig gevangen gehouden door liefde, humor en redelijkheid.

Maar als liefde, humor en redelijkheid even indutten, weet ze te ontsnappen, geholpen door haar enige bondgenoten:hormonen en stress.

Meestal grijp ik haar dan zelf op tijd aan de zomen van haar mantel en sleep ik haar weer terug naar haar kot voordat ze haar woede bliksem ergens kan laten inslaan. Maar soms ben ik te laat.

Ze….. Ik….. Het is geen sprookjesfiguur. Het is mijn mond die de lelijke dingen zegt. Het is mijn boze frons die tot diep over mijn neus trekt. Hoe leuk, lief, grappig en gul ik verder ook ben. Dit is een klein, maar venijnig stukje van mijn karakter. Het kwastje aan het eind van de zweep. Mijn Lief kent haar, al tweeëntwintig jaar. Hij weet dat de boze vrouw maar een tijdelijke verschijning is. Dat ze één keer per maand een halfuur op haar paard met getrokken zwaard door het huis galoppeert. Return of the Evil Queen deel III.

Lief heeft geduld, moet meestal lachen om haar grote ogen en wapengekletter. Maar soms is ze ook voor hem te sterk en raakt ze hem diep in zijn hart.

Vandaag is soms….. Stress van een verbouwing thuis heeft haar losgelaten. Ik hoor het aan mijn stem, ik voel het aan de adrenaline die door mijn lijf jaagt, ik merk het aan hoe hard ik laatjes en deuren dichtsla en zie het in de ogen van mijn Lief. Hij is op zijn hoede. En ik zie waarom. Het punt van mijn zwaard is op zijn hart gericht.

Mijn lieve geduldige Lief.

Gêne werpt mij van mijn paard. Ik stop midden in een beschuldigend betoog.

Mijn koningin-ego kijkt verbaasd om: Waarom stop je, we waren net zo lekker bezig, meid, je gaat nou toch geen excuses aanbieden? Je hebt groot gelijk, het is een schande dat hij de kopjes niet linksom in de vaatwasser zet…..Maar ik weet dat ik fout zit, leg mijn zwaard neer en bied Lief mijn land en leger aan.

Land en leger hoeft-ie niet, de ridder! Hij is allang blij dat de koningin van de nacht voorlopig weer verdwenen is.