Een kaarsje voor mijn pa  

 

Zacht sluit ik de kerkdeur achter me en meteen verdwijnt het licht en het lawaai van een Italiaans stadje in hoogseizoen naar een verre achtergrond.

Het rumoer op de terrasjes, het lachen van spelende kinderen, het schreeuwen van een taxichauffeur, niets dringt door de oude dikke muren heen.

Alleen het geknetter van een scootertje dat het steile straatje naast het kerkje afdaalt is vaag te horen. In het voorhalletje blijf ik even staan om mijn ogen aan het halfduister te laten wennen en mijn ziel aan de onverwacht diepe stilte. Buiten is het achtendertig graden en blijven m’n slippers bijna aan het asfalt kleven. Binnen is het wonderlijk koel.

De zon heeft misschien zijn warmte bij de deur af moeten geven, maar zijn licht zet een schitterend rond glas-in-lood-raam achter het altaar in een vuur van Liefde en Licht. Het kerkje is eeuwen oud. Wie de openingsinzegening nog heeft meegemaakt is al zeshonderd jaar dood. Ik houd van oude Goddelijke Stilte. Ik kan dagen in een badjas op slippers door een wellnesscentrum sjokken van bubbelbad naar hammam om mijn geest en lichaam te ontspannen zonder dat ik wezenlijk tot rust kom. Maar hier gebeurt er in een paar seconden iets wat diep gaat. Elk jaar op vakantie brand ik ergens in een oud kerkje een kaarsje voor mijn vader.

Ik krijg er de lieve man niet mee terug uit de dood, maar vind het een fijn ritueel.

Ik kijk om mij heen maar zie nergens de ijzeren tafel met brandende kaarsjes. Na even zoeken vind ik in een hoekje een merkwaardig kermisgeval met vreemde lichtflikkeringen. Waarschijnlijk om op de kosten te besparen van gestolen of gratis gebrande kaarsjes heeft deze kerk besloten een soort elektrische variant neer te zetten. Een merkwaardig object met plastic staafjes. Als je geld in een gleufje gooit begint in een van de nepkaarsjes een oranje gelig lichtje te flikkeren. En daar moet m’n vader het dan mee doen. Aan de achterkant van het kitschding zit een snoer met een schakelaar waar de pastoor de boel ’s avonds mee uitzet. Lekker goedkoop en onderhoudsvriendelijk. Ik wil niet lekker goedkoop en onderhoudsvriendelijk. Ik wil een bezinningsmoment met lucifers en een echt lang wit kaarsje. Rotkerk.

Ik laat de koele stilte achter me, stap het verpletterend warme zonlicht weer in en verlaat meteen het stadje. Na het avondeten zit ik met Lief op het terras van ons gehuurde huisje. Het is nog warm en windstil. De avondgeluiden komen langzaam op gang. De krekels zijn alvast begonnen, straks als het echt donker wordt beginnen de honden in het dal naar elkaar te blaffen en als wij, inmiddels met een wijntje, naar de sterrenhemel staren zal er ergens in een dorp vuurwerk voor de plaatselijke heilige zijn. Maar eerst komt nog het geluid dat mij elke avond gelukkig maakt: het luiden van de klokken in het Italiaanse dorpskerkje verderop. Muziek voor de ziel. Zo’n dappere koster die elke avond trouw in de touwen klimt om met liefde en toewijding ons op te roepen voor het avondgebed. Misschien kan dat geluid mijn verdriet over de teloorgang van het echte kaarsje wegnemen.

Helaas. Na een week begon mij op te vallen dat er iets vreemds was met dat luiden van die klok…..

En het duurde nog een paar dagen voor ik ontdekt had wat ’t was.

Elke avond eindigde het luiden op dezelfde manier, bingngng bongngng bingbongng bingng lange stilte bing lange stilte en nog een klein na-bingetje….. Geen echte klokken, geen koster zwoegend aan de touwen, maar een opname door een luidspreker…..

Alles van waarde is weerloos…..
Plastic kaarsjes en de klokken van God op een cassettebandje…..

Lekker goedkoop en onderhoudsvriendelijk….. dat dan weer wel.