Ochtendmeditatie  

 

In de verte klinkt muziek. Traag draaien mijn hersenen zich uit hun slaap. Langzaam dringen de klanken van een Indiaas lied tot me door.

Ik ben gisteren gearriveerd in een stiltecentrum ergens in Engeland voor twee weken meditatie en rust. Twee weken kloosterleven. Twee weken spartaans detoxen voor denk-, doe- en praatverslaafden. Een soort extreme make-over voor de geest.

Het lied is een oproep voor de eerste meditatie. Het is dus halfvier in de ochtend en heel even heb ik gruwelijke spijt. Maar wie a zegt….. moet ohmmm zeggen.

Ik ga op de rand van mijn bed zitten. Mijn lijf is als een groot donker huis waarin iemand wakker is geworden die nu met een brandend kaarsje door alle vertrekken loopt om overal het licht aan te steken. De handelingen beginnen alvast zonder mij.

Ver voor de kippen opstaan heeft iets wonderlijks, het is nog te vroeg voor het nutteloze denken, het is nog te vroeg voor mijn zorgen, het is nog te vroeg voor mijn negativiteit en angsten. Die ronken nietsvermoedend in hun spelonken. Straks als zij ook wakker worden, is de vogel al gevlogen. Tegen de tijd dat hun deprimerende gezeur mijn dag weerwil verzieken, ben ik al twee meditaties en een fijn ontbijt verder.

Het is even afzien als de wekker gaat, maar ochtendmeditatie voor je de dag begint werkt als een grote spons die over het volgeschreven schoolbord van gisteren gaat. Het bord schoonmaken, het uitwissen van de woorden en sommen vond ik vroeger al fijn. Ik vond het mooi om te zien hoe de natte spons een glanzende donkergroene boog over het bord trok door de letters en cijfers. Alleen jammer dat er bij het opdrogen dunne krijtstrepen terugkwamen. Een tijdlang mediteerde ik bijna elke ochtend, maar die gewoonte is verwaterd door de drukte. En nu ik hier in dit stiltecentrum ben, vind ik dat dom. Dom dat ik mezelf dat schone schoolbord in mijn hoofd ’s morgens niet gun. Dom dat ik mijn nieuwe denken en mijn nieuwe woorden tussen de praat van gisteren moet priegelen. Dan blijft het krijtje in de lucht hangen en blust de inspiratie.

Ik heb de laatste jaren te weinig rust genomen. Mijn hele hoofd staat volgekliederd en een schoolklasje dreunt achterelkaar de oude lesjes op. Wat ik nodig heb, is een leuke nieuwe juf die de ramen in mijn hersenen opengooit. De leraar die er nu zit, is een uitgebluste pre-vutter die zijn boterhammen uit de lunchbox in dobbelsteentjes snijdt zodat de pauze langer lijkt.

Ik ga de meditatieruimte in en zoek een plaatsje op de grond tussen de mensen die er al zitten. Ik trek mijn knieën op en probeer een lichaamspositie te vinden die ik een uur kan volhouden. Daar zit ik dan, all dressed in white, just meand my mind. En ontspannen zal ik, potverdomme! Maar niets is moeilijker dan stilvallen als je maand na maand eindeloze euro’s over je beltegoed heen hebt gekletst. Als je jaar na jaar elk gaatje in je agenda hebt volgestampt om maar niet meer over jezelf te hoeven nadenken. Er komt geen diep, rustig ohmmm van vrede in mij op maar een lang ehmmm….. Wie ben ik ook alweer als ik niets doe?

Iedereen om mij heen zit met een rustige glimlach als God op een wolk. Ik ben nog lang niet zover. Mijn geest rent als een zenuwachtige hond die zijn baas kwijt is luid snuffend alle kanten op. Binnen drie minuten begint de relaxmuziek bij mijn irritatie aan te bellen. Na vijf minuten danst er een vlooiencircus in mijn buik en dreunt er een fanfare door mijn hoofd. Ik doe mijn innerlijke stoelriemen vast. Ik kan alleen nog met uiterste inspanning stil blijven zitten. Ik voel dat het een kwestie van seconden is voor ik in het Wilhelmus zal uitbarsten. Ik veins een kriebelhoest-aanval en sluip beschaamd de meditatieruimte uit.

Bij een kopje thee zie ik de zon opkomen boven het Engelse landschap. Om zes uur is de volgende meditatie. Ik weet dat ik moet volhouden. De afkickverschijnselen duren meestal drie dagen. Daarna kan ook ik de stilte weer aan.