Scheurkalender
 

Al een tijdje dacht ik: ja, ik vind je heel leuk, maar er is iets. Iets wat op een dag klik zegt en dan weet ik zeker dat je voor altijd een goede kennis blijft en niet een echte vriendin wordt.

Februari vorig jaar ontmoette ik een leuke vrouw. Met vriendin-belofte. En dat is bijzonder, omdat de echte levensvriendinnen die ik na mijn dertigste heb leren kennen op één hand te tellen zijn. Maar zij kwam met stip op zeven binnen. Hartelijk, ongelooflijk attent en altijd opgewekt, samen sporten of naar een film. Honderduit ouwehoeren over niets….. En dat blijven we ook zeker voor de rest van ons leven doen.

Maar er was iets. Iets wat een kennis een kennis laat blijven. Waren het die bescheiden zilveren ringetjes om haar altijd smetteloos benagellakte vingers? Was het het geld in haar portemonnee dat altijd keurig dezelfde kant opgevouwen zat, oplopend van 5 naar 50 euro. Was het dat er nooit een propje in haar auto op de grond lag? Ze altijd op tijd was? Of was het dat zij als enige mij opbelde om me te feliciteren met mijn twaalfenhalfjarige huwelijksdag terwijl zelfs Lief en ik met een dikke bons over die datum gestruikeld waren? Nee, ik dacht alleen maar steeds beschaamd: wat ben ik toch een chaoot, was ik maar zo netjes, was ik maar zo attent, was ik maar zo georganiseerd…..

Totdat ik een paar maanden na onze eerste ontmoeting bij haar naar het toilet ging. Een smetteloze haven van gezelligheid.

Mijn toilet is schoon maar functioneel. Ik ben erg van zitten, piesen, klaar. Ik hoef mijn persoonlijkheid niet tot in mijn kleinste kamertje tot uiting te brengen. Ik kom regelmatig op wc’s waar de hele familie- en vriendenkring mij van lachende vakantiefoto’s aankijkt. Waar duizend persoonlijke briefjes en grappige krantenknipsels laten zien wat de bewoner zoal bezighoudt. Mijn muren zijn kaal. Ik hoef niet in mijn dagboek te poepen. Veel toiletten hebben een thema. Bij haar was dat de zee. Alles zeeblauw, jutterhouten fotolijstjes met plaatjes van oude strandhuisjes. Een zeepje in de vorm van een schelp en voor de spiegel een decoratief vissersbootje dat duidelijk op de sociale werkplaats in elkaar geknutseld was. Haar verjaardagskalender met vuurtorens stond bomvol namen en jaartallen. Maar toen ik haar scheurkalender zag, kreeg ik het in die frisse zeelucht heel benauwd en wist eindelijk waarom deze vrouw voorgoed een leuke kennis zou blijven. Het was 14 oktober en haar scheurkalender stond ook op 14 oktober. En niet met grote happen en scheuren bijgehouden of maanden eerder vastgelopen op een datum die niet meer voorbijgaat. Maar keurig elke dag met een aardappelschilmesje afgesneden. Grote genade. Wat een perfectie. Ik haat scheurkalenders. De scheurkalender is voor mij een groot brevet van mijn onvermogen om de dagelijkse dingen bij te houden. Ik begin in januari netjes elke dag met het verwijderen van de voorbije dag, maar al snel haalt de tijd me in en gaat het per week en later met nog langere tussenpozen. En het valt nog niet mee om je van oude maanden te bevrijden. Het pak blaadjes is inmiddels te dik, dus scheur je de rug stuk of je moet met grote scheve happen van je botte keukenschaar juli, augustus en september van je af knippen.

Ik ben altijd gerustgesteld als ik bij anderen dezelfde gemartelde scheurkalender zie hangen: hier woont ook een onmachtige die zo goed en zo kwaad als het gaat de tijd probeert bij te houden. Ik gedij nou eenmaal beter bij zoete onmacht. Bij echte vrienden is er ruimte voor fouten en falen en lelijk en stuk en opnieuw beginnen. Nette gezelligheid is meer voor goede kennissen.