28 Bekers
Ringo ziet het meisje wegfietsen. Zo makkelijk als hij het
haar voorspiegelde, is het natuurlijk niet. Hij heeft weer eens de
oude wijze leraar uitgehangen. Nou ja, het kan geen kwaad, besluit
hij. Weet hij zelf waar hij naar toe wil en kan hij op grond
daarvan zijn keuze bepalen?
Hoeveel jaar zou hij nog te leven hebben? Een?
Twee? Tien? Daar valt in elk geval weinig te kiezen. De dood
overkomt je. Tenzij je zelf een eind aan je leven maakt of je best
doet het te bekorten door min of meer gevaarlijk te leven. De dood
staat hem al op te wachten: 'Ha, Ringo Gérard Jousef Rougemont, ben
je daar eindelijk? En, heb je genoten? Ben je blij dat het erop
zit? Had je er meer van willen maken? Heeft het een beetje zin
gehad, allemaal? Dacht je echt, dat je het een beetje door had?
Fijne illusies, hè? De wijze man uitgehangen? Sjonge, Ringo, kom
maar gauw verder, dan zal ik je uit die waan helpen!'
Als hij eenmaal dood is, gaat de wereld gewoon
verder. Mogelijk gaat het weer mis, zoals dertien jaar geleden.
Maar daar is hij dan niet bij. Vanochtend werd op het radionieuws
gemeld dat de klimaatverandering zich lijkt te stabiliseren. Dat
is mooi, maar er zijn zo enorm veel andere dingen die mis kunnen
gaan. Nu is het rustig in Azië, maar hoelang nog? Mirrari zei ooit
dat de mensheid een experiment is en dat experimenten soms
mislukken. Ringo ziet geen reden waarom het per se zou mislukken,
maar er zijn inderdaad heel veel factoren van invloed: de zon, de
ruimte, de maan, de atmosfeer, het weer, de productieprocessen van
de industrie, de plantengroei, belangentegenstellingen, het al of
niet ontbreken van goede wil bij de mensen, de kwestie van chaos en
structuur, enzovoort.
Ringo denkt aan de twee bekers of kelkjes die
grootvader Gérard van een vriend kreeg. Madelena vertelde hem ooit
dat het symbolen waren: een beker met levenswater, een beker met
gif. Een met de belofte van opbouw, de andere met de aanzet tot
verval. Een beker met het paradijs, een met de hel. Beide zijn
reëel. Structuur en chaos. Liefde en onverschilligheid. Vorm en
leegte.
Mexico, 1988
Ze zaten in Mirrari's hoofdkwartier, toen nog in Mexico.
Waarschijnlijk kwam het door de nabijheid van de talrijke
Mayatempels en paleizen dat Ringo zich opgenomen voelde in een
magische sfeer. Maar zijn vader praatte niet graag over oude
symbolen en magische verschijnselen:
'Je moeder weet er meer van dan ik. Ze kan er in
elk geval beter over vertellen. Ikzelf praat liever in
wetenschappelijke termen, zoals entropie en informatie. Maar
vooruit, ik kan je wel zeggen wat ik ervan weet: de beker met wijn
staat voor de vruchten van de aarde die door de wijnpers tot hemels
vuur worden gevormd; wijn is het bloed dat uit het aardse bestaan
wordt geperst; door het drinken van wijn word je warm, kom je vrij
van dat bestaan en heb je deel aan dat hemelse vuur. Godendrank
dus. De beker met water symboliseert de eeuwige levensbron, de
zuiverende, vormloze krachten van de ziel, die zonder onderscheid
eeuwige jeugd en wijsheid schenken. De beker met melk, want er was
ook nog een derde beker, staat voor overvloed, vruchtbaarheid en
genezing, voor de nectar van de goden. Maar symbolentaal is
ingewikkeld, er zijn zelden eenduidige betekenissen. Zowel wijn als
water als melk staan symbool voor onsterfelijkheid en kennis. Weet
je nu genoeg?'
'Hebben symbolen invloed op de
werkelijkheid?'
'Ha! Goede vraag! Net als de taal, beïnvloeden ook
symbolen de wijze waarop mensen de werkelijkheid
waarnemen.'
'Maar hebben symbolen ook direct invloed op de
werkelijkheid?'
'Ik ga je iets vertellen dat je voor je moet
houden, jongen, maar de werkelijkheid bestaat niet. Er is helemaal
geen werkelijkheid, dus kunnen symbolen er ook geen invloed op
uitoefenen. Het enige wat bestaat, zijn de indrukken die mensen
hebben van iets dat we "de werkelijkheid" noemen. Maar die
indrukken zijn gelukkig reëel genoeg, zodat we allemaal ons best
kunnen doen om iets van ons leven in "de werkelijkheid" te
maken.'
Ringo zal ervan uit moeten gaan dat zijn vader menselijkerwijs inmiddels niet meer leeft. Het is niet waarschijnlijk dat Mirrari toegang had tot een middel dat hem eeuwig of desnoods tijdelijk jong zou kunnen houden, maar je weet het nooit. Vlak voordat Ringo zijn doodgewaande vader in het Mexicaanse regenwoud had teruggevonden, was hij bij de graftombe van een beroemde Mayakoning geweest. Volgens de oude teksten was koning Pakal tachtig geworden, maar volgens wetenschappers was de leeftijd van de man wiens skelet in de sarcofaag had gelegen, hoogstens veertig. Dus ofwel lag er al die tijd iemand anders in, ofwel deze Maya had geweten hoe hij jong moest blijven.
Michèle zei een paar jaar geleden dat ze had horen
vertellen dat Mirrari zich had laten invriezen in een speciaal
geprepareerde sarcofaag. Ze betwijfelde of het waar was, in elk
geval had niemand die sarcofaag met eigen ogen gezien. Er bestonden
meer van dergelijke verhalen, maar veel had je er niet
aan.
Ringo heeft kritiek gehad op zijn vader, hem
verwijten gemaakt en hij heeft hem gemist, maar eigenlijk is hij
nooit echt kwaad op hem geweest. Ondanks Mirrari's onnavolgbare
intriges heeft hij zich nooit van hem verwijderd gevoeld. Hij heeft
ruimte voor hem gehad in zijn hart, alsof het niet uitmaakte, wat
er bij wijze van spreken in de beker zat die zijn vader hem
voorhield.
Ook Michèle en Ringo hadden ieder een eigen leven.
Ze vertelden elkaar niet altijd alles wat er in hen omging. Ze
vonden het niet nodig en ze hadden ook niet altijd genoeg tijd om
elkaar van al hun zielenroerselen op de hoogte te houden. Ze hadden
respect voor elkaars vrijheid. Misschien was het ook een kwestie
van zelfbehoud, ze hadden ruimte nodig voor zichzelf. Ze vonden dat
je elkaar gewoon maar moest vertrouwen. Maar Michèle raakt hem met
haar vertrek nu dieper dan zijn vader ooit deed, kennelijk heeft
hij zich voor haar meer opengesteld dan voor zijn vader.
Ringo haalt diep adem. Wat betekent Michèle's
vertrek? Is het de wrange bevestiging dat hij nu zelf oud, koud,
versleten en eenzaam is? Is dat de beker die ze hem
voorhoudt?
Hij schuift op de bank voor zijn huisje
ongemakkelijk heen en weer. Het begint te schemeren onder het
dichte bladerdak van de bomen rondom. Een bijna volle maan staat
laag in een verkleurende hemel. Hij stelt zich voor dat er vóór hem
in het gras een beker staat. Wat zit er in? Is de inhoud bitter,
wrang, zoet? Zuur? Of wellicht giftig? Dit heeft niets met Michèle
te maken, eerder met zijn eigen blik op zijn geschiedenis. Met zijn
eigen indruk van tekortschieten. Hij heeft deze beker daar in feite
zelf neergezet. Misschien voelde hij ooit in zijn jeugd
verantwoordelijkheid. Misschien probeerde hij die te vergeten in
een roes van muziek, vriendschappen, uitslapen en andere prettige
dingen. Voelt hij zich daar dan nu nog schuldig over? Maar hij is
deel van een generatie, deel van een golf. Generaties en golven
zijn te groot om in een beker te passen. Te groot voor Ringo. Hij
richt zich weer naar de beker die vóór hem staat.
Hoe komt hij aan dat holle gevoel in zijn maag?
Wat raakt Michèle in hem aan? Is het mislukking? In de steek
gelaten zijn? Is hij boos over haar handelen? Verdrietig over zijn
eigen lot? Is hij nog steeds bezig met het feit dat hij altijd een
weeskind is geweest, over het hoofd gezien door een bevlogen vader
en onbegrepen door een gedreven moeder? Had Michèle dat gemis dan
moeten goedmaken? Of hadden eerder in zijn leven de vrienden van
zijn jeugd hem een definitief thuis moeten geven?
Ringo pakt de beker in zijn verbeelding vast en
laat de vloeibare inhoud langs de randen bewegen. Dan schenkt hij
de beker resoluut leeg over de grond. De virtuele inhoud verdwijnt
tussen de grassprietjes en takjes onder de tuinbank in de aarde.
Hij zet de beker in gedachten op het pas geschuurde tuintafeltje
en kijkt ernaar. Een diep gevoel van vrede komt over hem. Michèle
is nu heel dichtbij en alles is goed zoals het is.