27  Keuzes



Op een middag in juli komt Nora bij Ringo langs. De school­vakanties zijn begonnen en het is volop zomer.
  Ze zet haar fiets tegen het huisje en vindt de tachtigjarige buiten bezig met het schuren van een oud tafeltje. Zijn knokige handen hebben moeite het schuurpapier vast te houden, maar elke keer dat het valt, pakt hij het geduldig op en haalt hij het opnieuw heen en weer over het verweerde hout. Af en toe blaast hij het stof weg. Nora blijft even staan kijken met een blik die zowel iets heeft van vertedering, als van verwijt. Dan loopt ze op hem af. Ringo kijkt op en glimlacht.
  'Nora, wat leuk dat je er bent!'
  'Wat ben je aan het doen?'
  'Oh, ik maak hier weer een mooi tafeltje van. Ik vond het in het schuurtje, maar ik denk dat het hier wel voor het huisje kan staan. Wat voor verf zal ik er op doen, denk je?'
  'Iets doorzichtigs, want dan kun je het hout blijven zien. Weet je waar je verf kunt kopen?'
  'Ja, bij de ijzerhandel. Kom je voor de gezellig­heid? Heb je vrij van school?'
  'Ik heb vakantie. Ik moet nog twee jaar naar school.'
  'Ja, dat weet ik. Dat is best lang, als je al zeventien of achttien bent.'
  Ringo is niet vergeten dat Nora hem, toen ze elkaar voor het eerst ontmoetten, heeft verteld dat ze achttien was en dat hij daaraan twijfelde. Misschien is ze inmiddels jarig geweest.
  'Kom je even in mijn tuin zitten? Wil je thee, of iets anders?'

Even later zitten ze in de schaduw van een paar halfhoge bomen te kletsen over school, over verf en over het dorp. Hoewel Nora vrijuit praat, heeft Ringo het gevoel dat ze iets op haar hart heeft en dat dat de reden is, waarom ze hem is komen opzoeken.
  Dan zegt ze ineens: 'Hoe lang blijf je nog?'
  'Hier op het eiland? Dat ligt eraan. Ik heb je verteld, dat ik wilde nadenken. Misschien wilde ik ook als het ware oude herin­neringen bezoeken. Iets op een rijtje krijgen.'
  'Je zei dat je alle antwoorden al had.'
  'Haha, ja, dat heb je goed onthouden.' Ringo voelt zich verlegen. 'Dat had ik misschien niet moeten zeggen. Weet je wat ik bedoelde? Ik bedoelde dat ik in mijn lange, lange leven inderdaad heb ontdekt en geleerd hoe de dingen en de mensen en het leven zo'n beetje in elkaar zitten. Dat geeft gemoedsrust, maar het betekent niet dat ik altijd precies weet wat er moet gebeuren. Het is alsof je weet waar de verfwinkel is, maar nog niet precies weet welke verf je op een tafeltje moet smeren. Daar heb je toch nog wat extra informatie voor nodig, of je moet er nog even rustig over nadenken.'
  Nora peinst enkele ogenblikken. 'Je weet het wel, maar het wil je niet meteen te binnen schieten?'
  'Ja, maar er is nog iets: je moet ook weten wanneer je juist helemaal niet moet nadenken en helemaal niets moet doen. Het is vaak beter om je helemaal nergens mee te bemoeien.'
  'Dat begrijp ik niet.'
  'Heb je als kind ooit met knikkers gespeeld? Vast wel. Stel dat je een bergje zand hebt, en dat je er een rijtje knikkers vanaf wilt laten rollen. Dan maak je een weggetje naar beneden, dat weggetje maak je zo glad mogelijk en de randen langs het weggetje ook. De knikkers zelf wrijf je schoon, er mag niets aan kleven. En dan laat je ze naar beneden rollen. Tijdens dat rollen bemoei je je nergens mee.'
  'Wel een kinderachtig voorbeeld.'
  Ringo kijkt quasi­beledigd. 'Dat valt wel mee. Ik bedoel alleen maar dat je soms iets moet doen en soms de dingen met rust moet laten.'
  'En moet je zo oud worden als jij, om daar eindelijk achter te komen?'
  'Ach, je moet leren om het voor jezelf onder woorden te brengen en dat duurt soms een tijdje, ja. Maar wat brengt jou hier? Kom je gewoon even langs, of had je iets in gedachten, Nora?'
  'Ik weet het niet.'
  'Gaat het over je moeder?'
  'Ik weet het niet.'
  'Toen ik zo oud was als jij, begreep ik helemaal niets van volwassen mensen. Ik wilde daar eigenlijk ook niets van begrijpen. Het was toch, alsof ze in een heel andere wereld leefden. En alsof ze niet het recht hadden, zich met mij te bemoeien, ik was erg gesteld op mijn eigen wereld, denk ik. Maar in die tijd lagen er scherpe grenzen tussen de wereld van de volwas­senen en die van opgroeiende kinderen. Meer dan tegenwoordig.'
  'Weet je dat mijn moeder en Castor willen gaan samenwonen?'
  'Ja, dat weet ik. Wat vind jij daarvan?'
  'Hij... hij... eh, hij doet aardig, maar ik vind hem raar. Mijn moeder vindt alles geweldig aan hem, maar ze weet een heleboel niet.'
  'Je moeder lijkt mij vrolijker dan een tijdje geleden. Is jou dat ook opgevallen?'
  'Ze is vrolijker, ja. En ze heeft meer energie. Ze heeft ook minder tijd voor me.'
  'Wat vind je raar aan Castor?'
  'Hij had vriendinnen. Zoals zijn werkster en zoals de zwak­zinnige dochter van de melkboer. Hij zat vaak in het café en daar is hij een paar keer de deur uitgezet omdat hij jonge bezoekers lastig viel. En hij verkocht sigaretten aan allerlei mensen. Mijn moeder denkt dat hij alleen maar fantastische eigen­schappen heeft.'
  'Weten veel mensen dat van Castor?'
  'Nee, en ik weet niet of mijn moeder het moet weten.'
  'Wat denk je?'
  'Ik weet het niet, ze is nu zo vrolijk en ik wil niet degene zijn die haar de waarheid over Castor vertelt. Misschien ben ik ook gewoon jaloers omdat zij en Castor het samen zo leuk hebben.'
  'Ah, wat goed dat je dat van jezelf weet. Denk je dat je Castor misschien een klein beetje als een soort plaats­vervan­gende vader zou kunnen zien?'
  Nora haalt haar schouders op. 'Als ze lange tijd samenblijven, misschien wel. Maar ik ben al zeventien en ik wil eigenlijk graag de wijde wereld in. Dit eiland is vaak heel benauwend.'
  Ringo knikt. Het is beslist een nadeel van de nieuwe wereldorde dat reizen wordt ontmoedigd. En dat jonge mensen zo kort worden gehouden.
  'Leeft die wens bij al je leeftijdgenoten?'
  'Bij de meesten. We praten er in de klas vaak over, dat we als groep weg willen. Maar het zal niet zo makkelijk zijn. We moeten naar school en je komt niet zomaar van het eiland af of de grens over.'
  'Nee, dat is waar. Mag ik je een raad geven?'
  Nora kijkt hem verbaasd aan. 'Ik dacht dat je nooit iemand raad gaf?'
  'Soms wel. Castor Dickens is een goed mens met verrassende aspecten. Ik zou hem een kans geven, dan zou je veel aan hem kunnen hebben. Ik ken hem vrij goed en ik wil je in vertrouwen zeggen dat hij geen "rare" dingen meer zal doen, waar jij of je moeder zich voor hoeven te generen.'
  'Ik dacht dat je zou vinden dat hij net als iedereen al zijn neigingen en hebbelijk­heden moet kunnen uiten.'
  'Heb ik dat gezegd? Ooit heb ik inderdaad gemeend dat iedereen alles moest kunnen uitleven, zolang het niet al te schadelijk was voor anderen, tenminste. Maar ik ben er al een hele tijd geleden van terug­gekomen, dat persoonlijke hebbelijk­heden altijd ruim baan moeten krijgen. Er zijn twee bezwaren tegen in te brengen: ten eerste leidt het af van waar het in het leven om gaat en ten tweede kan het de sociale samenhang ondergraven.'
  'Wie bepaalt dat dan? Dat zou iedereen toch voor zichzelf moeten bepalen? In de filosofie­les zei de lerares dat zelfbepaling de voorkeur moet krijgen boven inperking door de overheid.'
  'Ja, maar het ligt eraan of die zelfbepaling passend is. Weet je, sommige persoonlijke keuzes pakken voor de samenleving nu eenmaal beter uit dan andere. Je moet niet bang zijn om de samenleving een plezier te doen, ook als sommige persoonlijke keuzes niet tot ontplooiing kunnen komen. En waar het trouwens in het leven om gaat, is niet het uitleven van alle neigingen die je in je hebt, maar om het maken van bewuste keuzes en het effenen van je weg, zodat je net als een knikker op een knikker­baan zo doelmatig mogelijk op je bestemming aankomt.'
  Nora zwijgt.
  'Ik praat weer eens te veel. Je bent te beleefd om te vragen wat je bestemming dan wel is. Of je denkt dat ik onzin zit te kletsen. Vergeet het maar weer, Nora. Maar als je wilt weten wat voor keuzes je hebt, bedenk dan dat je keuzes vrij beperkt zijn en dat dat helemaal niet erg is. Onbeperkte keuzevrijheid is alleen maar een reclame­kreet uit de jaren na de Tweede Wereldoorlog en die zogenaamde vrijheid heeft een heleboel ellende veroorzaakt. Het is veel nuttiger, beter, doelmatiger, lonender en vervullender om eerst te bepalen wat je einddoel is en dan pas je keuze te maken. Dat beperkt je mogelijkheden enorm en het heeft als voordeel dat je uiteindelijk veel sneller tot een keuze komt.'
  Het meisje kijkt naar de lucht, waar grijze wolken hoog boven de bomen de diepblauwe hemel doorkruisen. 'Ik weet het niet,' zegt ze, 'bedankt voor de thee, maar ik ga weer eens naar huis.'