16  Projecten financieren



Half Moon Bay, 1999
 
Michèle kijkt om zich heen. Halverwege de ochtend is het rustig in de lobby van het Pacific Ocean Beach House Hotel. Buiten trekt de mist boven de oceaan eindelijk op. Toen ze vanochtend een stukje over het strand wandelde, was het koud en motregende het zachtjes. Ze heeft op haar kamer zitten lezen en wacht nu op Lecomte. Over de Cabrillo Highway, die hier vlak langs de kust en het hotel loopt, passeert af en toe een auto.
  Een zwarte limousine verlaat de weg en draait de parkeerplaats op. De chauffeur houdt een van de achterportieren open. Een lange, magere man in een donker pak met een zonnebril op stapt uit en zegt iets tegen de chauffeur, waarop deze weer plaatsneemt achter het stuur. Hij rijdt niet weg. Zijn passagier loopt naar de ingang van het hotel.
  Michèle betrapt zich erop dat ze zowel nieuws­gierigheid als een lichte angst voelt. De man is nu bij de receptie. Hij draait zich om en kijkt in haar richting, nadat men haar heeft aangewezen. Michèle doet net alsof ze verder leest in het tijdschrift waarin ze bezig was.
  'Mevrouw Burg?'
  Ze kijkt op. 'Ja?'
  'Ik ben Lecomte.'
  Ze geeft hem een hand. 'Wilt u gaan zitten?'
  De man zet zijn zonnebril af, doet deze met een af gemeten gebaar in de borstzak van zijn maatkostuum en gaat zitten. Zijn ogen zijn bleekgrijs. Hij is glad­geschoren, in de vijftig en fit. Hij ademt kracht en invloed uit.
  'Ik heb veertig minuten,' zegt hij. Zijn stem klinkt warmer dan hij eruitziet, denkt Michèle. Ze deelt hem mee dat ze de veranda­kamer heeft gereserveerd. Lecomte knikt. Hij lijkt licht onder de indruk.
  'Zal ik u voorgaan?'
  Ze komen in een ruime, lichte kamer met een tafel en gemakkelijke stoelen. Ze hebben een schitterend uitzicht op de oceaan, waar precies op dat moment de zon doorbreekt. Op een hoektafeltje staan koffie en thee. Er komt een ober binnen, die de kopjes volschenkt en voor hij vertrekt, aanbiedt ook iets te eten te brengen.
  'We hebben weinig tijd, mevrouw Burg, ik zal kort moeten zijn.'
  'U wilde mij spreken over mijn werk voor Miramar. U zei dat u een groep financiers vertegen­woordigt met ideële interesses. Kunt u mij daar meer over vertellen?'
  'Wij investeren in projecten waar wij toekomst in zien. In 1990 bent u betrokken geweest bij een serie documentaires over de Maya's. U heeft daarna diverse interessante andere projecten tot stand helpen brengen, in samenwerking met verschillende producers en regisseurs. U bent de laatste acht jaar in Europa geweest en nu weer voor een langere periode in de Verenigde Staten.'
  'Ja, zo staat dat inderdaad in mijn CV,' zegt Michèle kortaf.
  'Precies. Laat ik eerst uitleggen wat onze filosofie is. Wij vertegen­woordigen een stroming die graag zou zien dat de wereld minder materia­listisch zou zijn en zich dus meer door morele en ideële principes zou laten leiden. Wij zien dat de beschavings­geschiedenis golf­bewegingen kent en menen dat het na zeshonderd jaar afdwalen in het materialisme, weer eens tijd wordt voor iets anders. De samenleving kampt met een toestand van schijn­vrijheid en onvrede, waarin de mensen in toenemende mate de weg kwijt zijn. Wij voorzien achter­eenvolgens het uiteenvallen van de heersende cultuur, het van kracht worden van een strikte regulering van de hele maatschappij en daarna een nieuwe vrijheid, ingebed in idealen en verinner­lijkt als koers­bepalend stelsel van waarden.'
  'Heeft deze groep een naam, meneer Lecomte?'
  Nee, en we zijn niet van de morele her­bewapening, Opus Dei, of wat dan ook. Wij zijn onafhankelijk.'
  'Waarom heeft u contact gezocht?'
  'U bent onlangs in Mexico geweest.'
  'Stel, dat dat zo is, wat gaat u dat aan?'
  'Laten we zeggen, dat een van ons heeft gehoord dat u op een bepaalde plek in het regenwoud gesignaleerd bent.'
  'Er zijn na elk project altijd losse eindjes, die moeten worden afgewerkt,' zegt Michèle koeltjes, 'maar wat heeft dat met u te maken?'
  'U hebt gewerkt voor een oude indiaan, maar dat staat niet in uw CV.'
  'U zou ter zake moeten komen.' Michèle voelt zich niet op haar gemak bij de zelfver­zekerdheid waarmee Lecomte haar tegemoet treedt.
  'Wij willen een aantal van uw projecten financieren, omdat wij van mening zijn dat ze interes­sante mogelijkheden bieden.'
  'Ik weet niets van uw groep. Ik ben bang dat we uw aanbod niet zonder meer kunnen aannemen.' Michèle zegt het enigszins bits.
  Lecomte glimlacht. 'Ik had niet anders verwacht. Voor u heb ik een paar boeken meegenomen. Ik zal ze straks uit mijn auto laten halen en bij u laten brengen. Een ervan is van de socioloog Sorokin. Hij heeft interes­sante gedachten gehad over de toestand waarin onze wereld zich bevindt. Over vrijheid heeft hij opgemerkt dat het een kwestie is van wensen en middelen. Heb je meer middelen dan wensen, dan ben je vrij. Heb je meer wensen dan middelen, dan ben je onvrij. Als het je doel is om vrij te zijn, dan kom je veel sneller bij je doel door je wensen te verminderen, dan wanneer je meer middelen verzamelt. Heel eenvoudig, nietwaar?'
  Michèle zegt dat ze de boeken zal meenemen en over zijn voorstel zal overleggen met haar opdrachtgever.
  'Ik zal meer gegevens van u nodig hebben,' voegt ze eraan toe.
  Lecomte staat op. 'Geen probleem. Er staan ons moeilijke tijden te wachten. U zou blij moeten zijn met bondgenoten.'

Terwijl ze vanuit de lobby ziet hoe een van de hotel­bedienden meeloopt naar de limousine en terugkeert met een klein pakje, denkt ze aan Mirrari, voor wie ze sinds januari werkt. Hij is een oude en nukkige, maar toch levens­lustige man van tachtig. Ze leerde hem kennen via Miguel Parkinson, die zij van eerdere ontmoetingen kent. De oude man heeft een visie, hij geeft haar het gevoel dat haar leven nieuwe zin heeft gekregen.

Een week nadien is ze terug in Mexico. Als ze Mirrari over Lecomte vertelt en hem de boeken laat zien, haalt deze zijn schouders op. Hij zegt: 'Zie zelf maar wat je ermee doet, of nee, geef hun maar een van onze bank­rekening­nummers. Dan kunnen ze daar hun bijdragen storten, want we kunnen elke steun goed gebruiken.'
  'Vind je het niet belangrijk om te weten wat dit voor mensen zijn en wat voor belangen hierachter zitten?'
  'Nee.' En daar kon ze het mee doen.

Een jaar later heeft Lecomte inderdaad grote sommen geld naar Mirrari's organisatie overgemaakt. Hij belt af en toe met Michèle.
  Van Miguel hoort ze dat er sprake is van het ontwikkelen van een nieuwe religieuze binding. Wanneer ze daar op een dag tijdens een telefoon­gesprek met Lecomte melding van maakt, is deze meteen enthousiast.
  'Prachtig, prachtig. Dat is precies wat we nodig hebben. Dit is buitengewoon interessant. Kunt u me daar alstu­blieft meer informatie over faxen?'
  'Ik zal kijken, maar ik weet niet of de plannen al concreet zijn.'

Ze faxt niets. In plaats daarvan vraagt ze Miguel om raad. Hoe moet ze deze investeerder tegemoet treden? Miguel spreekt niet over Mirrari, maar over 'MJ'.
  'MJ zei dat je zelf moest weten hoe je reageerde, maar ook dat elke bijdrage welkom was?'
  'Dat zei hij. Typisch hem. Met de ene hand geeft hij je vrijheid en met de andere doet hij je dwingende suggesties.' Michèle lacht bitter.
  'Heb je die man nagetrokken?'
  'Natuurlijk, Miguel! Hij geeft les op Harvard. Hij is adviseur bij Citigroup, zo'n beetje de grootste bank die er in de wereld bestaat. Ik kan geen negatieve informatie over hem vinden.'
  'Maar?'
  'Je bedoelt, waarom vertrouw ik hem niet?'
  'Ja.'
  'Ik vertrouw hem, denk ik, wel. De boeken die hij me gaf, waren prima, behalve dat een van de schrijvers, Sorokin, niets van vrouwen lijkt te moeten hebben. Maar de grond­gedachten zouden we hier waarschijnlijk allemaal onderschrijven: er komt een crisis aan en er komen veranderingen aan en we moeten proberen het tij van de chaos en de ont­red­dering te keren. Het enige wat ik mij afvraag...'
  'Wat?'
  'Ik vind het raar dat hij zoveel weet van wat MJ en wij aan het doen zijn.'
  Miguel denkt dat Lecomte misschien iemand kent, die ooit contact heeft gehad met Mirrari.