19  Liefhebbende vader



Op het eiland is het nu volop zomer. Al wekenlang is het droog en warm. Ringo's gezicht steekt bruin af tegen zijn dunne, witte haar. Hij is voor zijn leeftijd fit, staat tegenwoordig aanzienlijk minder stram op en als hij niet beter wist, zou hij zeggen dat hij zich jonger voelde. Zijn botten houden van het warme weer, dat is zeker. Hij doet elke ochtend voorzichtig een paar eenvoudige lichamelijke oefeningen, hij eet gezond, is bijna de hele dag in de buitenlucht. Tijdens lange wandelingen probeert hij nergens aan te denken, alleen maar te lopen en te kijken. Hij geniet van het landschap, van de zee natuurlijk ook. Met aandacht regelt hij zijn kleine huishouden: boodschappen, koken, opruimen, schoonmaken, wassen, eten, slapen. Maar nu hij dan eindelijk tot rust begint te komen, roert zich in zijn innerlijk een vaag gevoel van irritatie. Hij kan het niet precies benoemen en duwt het weg. Soms lukt dat gedurende enkele dagen, maar hij weet dat dit gevoel zich niet eindeloos zal laten negeren.

Op een middag zit hij dromerig op de bank voor zijn huisje in het bos. Hij heeft gezegd dat hij op het eiland is om 'na te denken'. Dat is niet onwaar, maar het is ook meer dan dat. Hij vindt het vervelend om het zichzelf toe te geven, maar eigenlijk is hij hierheen gegaan, omdat hij niet goed meer wist, wat hij moest doen. Met zijn vrienden wilde hij er niet over praten, hij kon hun niet uitleggen waarom Michèle was weggegaan, laat staan, hoe zijn innerlijke verwarring hem in de weg zat. Zijn vader was inmiddels dood, of onbereikbaar. De rode draad van zijn leven leek nu te zijn doorgeknipt. Hoe moest hij nu verder?




Jura, 2016

Enkele jaren na de Kentering kreeg Ringo bezoek van een ernstig kijkende jongeman. Ringo was in die tijd zeer actief in het stabilisatiecomité. Lastig werk, waarbij grote meningsverschillen oplaaiden en waarbij maar stapje voor stapje vooruitgang werd geboekt. Ringo was moe, maar hij probeerde toch zijn gast voldoende aandacht te geven.
  De jongeman heette Arnold. Hij zat zwetend aan de keukentafel.
  'Neem een bad, Arnold.'
  'Nee, ik moet verder.'
  'Waarom die haast? Michèle komt over een uurtje thuis en ze zal het fijn vinden je nog even te spreken.'
  Arnold keek verbaasd. 'Er is zo veel te doen. En we zijn met zo weinig.' Hij had zelfs iets verwijtends in zijn blik.
  Ringo lachte. 'Nou, dan ga je straks meteen maar verder. Wat kan ik voor je doen?'
  'Ik heb een boodschap van MJ.'
  'Na al die jaren ben ik er nog steeds niet aan gewend dat mijn vader wordt aangeduid met MJ.' Ringo kon het niet laten, meewarig zijn hoofd te schudden. 'En nu is hij bijna honderd. Maar hoe is het met hem? Een paar maanden geleden hoorde ik dat hij sinds een tijd af en toe in coma raakt en dan, als hij bijkomt, doet of er niets aan de hand is.'
  'Dat klopt. Die periodes van coma zijn steeds langer gaan duren, daartussen­door heeft hij nog steeds hard gewerkt.' Arnold slikte. 'Maar nu...'
  Ringo begon iets te dagen. 'Is hij dood?'
  'Hij lag tien dagen doodstil op zijn bed, zonder voedsel en drinken, al hebben we er met een infuus toch nog iets in gekregen. Maar op een ochtend was hij ineens verdwenen. We zijn er allemaal onderste­boven van,' zei Arnold.
  'Verdwenen? Is dat niet gewoon een van zijn trucs?'
  'Wij dachten aanvankelijk ook aan een grap, maar het is nu een maand geleden en we hebben geen spoor van hem. We denken dat hij definitief is verdwenen.'
  Nu was Ringo toch onder de indruk. Dat zijn vader binnen afzienbare tijd dood zou gaan, was natuurlijk te verwachten. Maar dat de oude Mirrari ofwel Josh ofwel MJ op zijn zeer oude dag nog een keer helemaal zou verdwijnen, sloeg alles. 
  'Is hij niet ontvoerd?' vroeg hij.
  'Daar hebben wij ook aan gedacht, maar niemand heeft zich gemeld. We zouden ook echt niet weten wie hem zou willen ontvoeren. Hij is 's nachts verdwenen, terwijl alle deuren op slot waren.'
  'Hij zou waar­schijnlijk veel te lastig zijn voor wie hem zou meenemen,' zei Ringo bijna automatisch. 'En nu?' vroeg hij. 'Wat komt er nu van zijn werk terecht?'
  'MJ was meer iemand achter de schermen, zoals we allemaal weten. Het meeste van wat hij heeft voorzien en voorbereid, is nu gebeurd of er wordt hard aan gewerkt. Zijn blauwdrukken liggen overal. Het is een kwestie van invullen en bijsturen, zoals u weet.'
  'Ja, dat is zo,' zei Ringo toonloos. 'Nou, dank je wel, dat je dit bent komen vertellen. Wil je nog iets eten of drinken? Als Michèle terug is, kunnen we met zijn allen iets nuttigen.'
  'Nee, ik moet gaan, maar wilt u niet weten of hij iets voor u heeft achtergelaten?'
  'Voor mij? Heeft hij dan iets...?
  'Voor het geval hem iets overkwam, moest ik u een code geven.'
  'Als het niet weer een van zijn grappen is?'
  De jonge Arnold keek heel even veront­waardigd. 'We vinden het allemaal erg triest dat hij er niet meer is, meneer Ringo. Hij is altijd heel goed voor ons geweest en hij heeft ons erdoor­heen geholpen, toen alles hopeloos leek. Dit heeft hij me vorige maand toever­trouwd.' Hij gaf Ringo een stukje papier en nam meteen afscheid.
  Ringo bleef aan de keukentafel zitten. Zijn vader weg? Dood? Verdwenen? Misschien vond zijn vader dat zijn taak volbracht was?
  Hij keek op het papier en daar stond: iag­ngo­delen­mint­j­hia­rard­chthold. Na een tijdje staren, concludeerde hij dat er letters ontbraken. Iago was de Russische huisvriend van zijn grootouders die in de oorlog was vermoord, Ringo was zijn eigen naam, Madelena zijn moeder, Minti zijn jongere zus, Phia zijn oudere zus, Gérard de naam van zijn grootvader, Wichthold was zijn overleden zoon. Bleef de J over. orimai­pgewi. Omdat Ringo geen andere aanwijzingen had, begon hij de letters in de computer in te voeren, alsof het de naam van een webadres betrof.
  Ineens wist Ringo wat hij met de J aan moest, er hoorde een M voor. Zijn vader wist dat hij dat 'MJ' aanstellerij vond en gaf hem nu een plaag­stootje. Met de nieuwe lettercombinatie kwam hij inderdaad op een plekje van het nieuwe digitale wereldnet terecht. Na nog enig gegoochel kwam hij ten slotte bij een document waarvan vooral het slot hem schokte.


Aan mijn zoon Ringo Gérard Jousef Rougemont,

beste Ringo,

Je bent een zoon van je vader en natuurlijk van je moeder. Mocht ik je als vader niet genoeg verteld of verduidelijkt hebben, vergeef het me. Ik dacht dat het geen kwaad kon, dat je zelf zou achterhalen, wat belangrijk is in het leven. Bovendien heb ik geleerd me niet druk te maken over de details van het verleden. Ik heb in mijn leven steeds mijn krachten gebruikt om vooruit te kijken. Nu ben ik lichamelijk versleten en voordat ik vertrek, laat ik je nog het volgende weten. Niet om mij te verontschuldigen, maar in de hoop dat je mij, je vader, zult herinneren als een man met fouten, maar ook met deugden, met moed, met visie, met een boodschap en zelfs met een hart dat uiteindelijk klopt voor zijn medemensen.
  De mensen zijn de laatste paar duizend jaar niet wezenlijk veranderd, maar de wereld waarin we leven, wél. Je kunt niet meer in afzondering leven, want alle mensen hebben met elkaar te maken en het lot van de wereld gaat iedereen persoonlijk aan. Zoals je gemerkt hebt, komt dat niet altijd goed uit, maar er is geen keus.
  In de tijd dat jij werd geboren, was iedereen optimistisch. De oorlog was voorbij. Alles zou anders worden en de mensen die offers hadden gebracht, vonden dat het niet voor niets was geweest.
  Ik had zelf tot de oorlogstijd een idyllisch leven gehad, vol gewichtige wijsheid en gekoesterd door de liefde van mijn dierbaren. In de oorlog zocht ik mijn vader en uiteindelijk hebben we samen gedaan wat nodig was.
  Persoonlijke invloed is waarschijnlijk een illusie. Alles past in een groter geheel. Ik heb in mijn leven alleen maar gedaan wat ik moest doen. Jouw generatie moest voor veranderingen zorgen, heel even zag het ernaar uit dat die veranderingen er zouden komen. Jullie waren optimistisch, niet bang om andere wegen in te slaan. Maar het schokte mij en sommige anderen, dat we moesten vaststellen dat jouw generatie het met spelen en uitdagen niet zou redden. De tegenkrachten waren te groot en jullie hadden evenmin de wil om werkelijk iets te veranderen. Ik vertrok toen uit ons gezin, ik verontschuldig me voor de dramatische manier, waarop ik dat deed. Ik heb altijd een zwak gehad voor drama.
  Je weet hoe we jarenlang aan de nieuwe koers voor na de Kentering gewerkt hebben. Ik ben niet ontevreden over de huidige stand van zaken. Toegewijde mensen hebben nu de wil om de wereld dit keer in de goede richting te krijgen; met rechtvaar­digheid, waarheid, verstand en liefde. Er is weinig waarover ik me schaam of schuldig voel en ik ga met een gerust hart weg.
  Als ik me afvraag of ik je iets zou willen nalaten, vind ik niets. Ik ben gelukkig met het feit dat we vele jaren aan iets groots hebben mogen samenwerken. Het is nog niet volmaakt, maar de aanzet is er.
  Groet Michèle van mij. Neem het haar niet kwalijk dat ze er niets over verteld heeft, maar we hebben van tijd tot tijd contact gehad. Ze is lang kwaad op mij geweest, maar ik geloof dat ze me nu heeft vergeven.

Je liefhebbende vader




Bij het huisje is het stil. De bomen wiegen zacht op een niet voelbare wind. Ringo knippert met zijn ogen tegen de zon. De brief... Het bewuste document staat nog altijd in een hoekje van het Wereldnet en hij heeft het vorige week nog eens gelezen, toen hij van Castor even op diens computer mocht. Ringo voelt zich ontroerd. Lief­hebbende vader. Hij zou graag een echte vader gehad hebben, die hem zou hebben begrepen. Die geduld met hem zou hebben gehad, die er niet altijd zou hebben hoeven zijn, maar die zou hebben geweten wat er in hem omging en die hem af en toe raad zou hebben kunnen geven. Hoewel hij zijn vader uiteindelijk terugvond, is hij in feite altijd een half weeskind geweest. Wat is er toch met vaders? Sinds de oorlog verdwenen ze steeds meer uit beeld. Hun kracht legde het af tegen hun verwarring. Ze zwoegden voor hun gezin, maar gaven geen richting aan hun kinderen. Ze wisten niet waar het heen moest. Hun vrouwen en hun kinderen kozen hun eigen weg, De wereld werd een vreemde woning en de meeste vaders wisten zich geen raad met de ontwikkelingen van de tijd waarin ze leefden. Ze konden hun kinderen niet meer bij de hand nemen. Zou het daardoor komen dat de naoorlogse kinderen weinig tot stand hebben gebracht waar de wereld werkelijk iets aan had? We hebben gespeeld en geëxperi­menteerd, maar geen leiding gegeven, denkt Ringo. Alles uit onze handen laten vallen. Als zijn vader zich er niet mee had bemoeid, zou het nog veel slechter zijn afgelopen. Het is of Mirrari heel aanwezig is.
  Ringo blijft bewegingloos zitten tot de avond valt. De tranen op zijn wangen zijn dan opgedroogd.