„Graag gedaan, hoor," zegt de man. „Ik hoop, dat jullie het naar je zin hebt gehad. En mocht je nog eens een keertje in de buurt komen, dan ben je hartelijk welkom.

Ook jullie koning mag hier best een tijdje komen uitrusten." „Wij zullen het thuis doorgeven," lacht Wipneus.

Dan roept Trollo: „Als je blijft praten, kunnen wij Noordland niet verlaten. Elke minuut is er één. Kom, wij vertrekken meteen. Is iedereen klaar . . .? Dan starten maar!"

De hoepels gaan om en al gauw zweeft het drietal in de lucht. Zij worden heel lang nagewuifd door Roodjasje en de vriendelijke Rinda, die de kabouters aan tafel heeft bediend. Nog eenmaal een rondje boven het hotel en dan is de terugreis begonnen.