Slim zijn en kopje gebruiken

Als Wipneus en Trollo op het dek met dweilen klaar zijn, worden zij naar beneden gestuurd om in de machinekamer hetzelfde te doen. Wiglaf gaat mee om het tweetal in de gaten te houden.

Nauwelijks is het werk in de machinekamer begonnen, of de lange Vidar komt binnen. „Zeg Wiglaf, heb jij misschien mijn sleutels gezien? Ik weet zeker, dat ze op tafel in de kajuit lagen. Maar nu ligt er niets meer."

„Nee, baas, ik kan je niet helpen. Trouwens, ik ben na de brand nog niet in de kajuit geweest. Mogelijk weet Loki er iets van!"

Onder het gepraat van die twee kijken het prinsje en malle Trollo elkaar eens aan. Al weten zij het niet zeker, toch hebben zij een groot vermoeden, wie de sleutels heeft meegenomen. Laat die slimme, onzichtbare Pim zo maar doorgaan.

Als de machinekamer zowat droog is, moeten er nog wat stukken verkoold hout worden opgeruimd. Dat is ook geen leuk werkje en je wordt er behoorlijk vuil van.

Eindelijk zegt Vidar: „Sluit ze maar weer een tijdje op in het kamertje." „Mag ik dan de sleutel hebben,"

antwoordt Wiglaf.

„Wel alle bommen en granaten!" brult Vidar woedend.

„Het kamertje kan niet meer op slot, want ik ben nog steeds mijn sleutelbos kwijt. Het lijkt wel, of het hier spookt!"