Het Vikingschip verdwijnt voorgoed
Vidar, Loki en Wiglaf zoeken en zoeken in alle hoeken en gaten. Maar zij vinden natuurlijk niemand. In de machinekamer zijn zij ook al twee keer geweest en aan hun gepraat kun je duidelijk horen, dat zij het zaakje niet vertrouwen. Ook deze zeerovers zijn bang voor trollen en nissen en zij weten heel goed, dat deze wezentjes zeer vervelend kunnen doen.
Als het behoorlijk donker is, wordt de zoekaktie gestaakt. „Wij gaan varen," besluit Vidar. „Wij moeten hier weg. Op deze plaats gebeuren zulke vreemde dingen, dat ik er geen minuut langer wil blijven. Wiglaf, ga de motor aanzetten. Over een minuut of tien vertrekken wij!"
„Komt in orde, baas," antwoordt Wiglaf en hij verdwijnt. Echter niet voor lang. Al heel gauw is hij weer aan dek met de boodschap, dat hij de motor niet aan de gang kan krijgen. „ O o k dat nog," kreunt Vidar. „Wat is er nu weer aan de hand?"
„Er zijn een paar onderdelen verdwenen," legt Wiglaf uit. „Het zijn kleine wieltjes, maar zij zijn wel belangrijk.
Iemand moet ze hebben losgeschroefd, want er is niets gebroken of vernield. Met een vreemd woord zou je kunnen zeggen, dat er sabotage is gepleegd. De motor is opzettelijk onklaar gemaakt!"