35

Ruïnes van Xitaclán 

Woensdag, 4.19 uur

Met een machteloos en verstrikt gevoel maakte Scully zich in de imagi­naire dekking van de tent klein en luisterde ze naar het tumult buiten, naar het geluid van vernietiging alsof het einde van de wereld was ge­komen ... of op zijn minst een mayaversie van de laatste dagen van Pompeji.

Ze hoorde ontploffingen en vallende stenen - maar blijkbaar niet ver­oorzaakt door nieuwe mortiergranaten. De commando's waren pijlsnel in dekking gegaan en de mortier zweeg. Nog diverse andere kogels had­den gaten als kleine dakramen in haar tent geslagen. Van majoor Jakes of diens overlevende manschappen hoorde ze niets meer. Ze probeerde te besluiten hoe lang ze zou wachten voordat ze het op een lopen zette. Ze vond het vreselijk om hier als een gevangen prinses in een kasteeltoren geïsoleerd te zijn. Jakes had haar in dit smoorhete hok gegooid omdat ze een vrouw was, of een burger was - maar hur­kend in een tent was haar kans op overleving niet groter dan wanneer ze over het plein naar de ruïnes en het oerwoud rende om Mulder te zoeken.

'Genoeg gewacht,' zei ze. 'Ik smeer 'm.'

Ze trok de tentflap open en kroop zo laag mogelijk naar buiten. Elk mo­ment kon een van de soldaten haar weer naar binnen schuiven, dacht ze. De veelgeplaagde majoor Jakes mepte haar misschien wel met de kolf van zijn geweer op haar hoofd, alleen maar om haar 'terwille van haar eigen veiligheid' onder de duim te houden. Maar niemand lette op haar. Ze hurkte naast de tent, klaar om in dek­king te gaan. Maar geen nieuwe kogels raakten de brede stenen aan haar voeten.

Onvast stond ze op en keek om zich heen, knipperend met haar ogen in het flakkerende licht van het brandende oerwoud. Xitaclán leek ge­schokt te beven.

Scully vond majoor Jakes waar hij gesneuveld was. Kogels van een zwaar kaliber hadden zijn borstkas opengescheurd. Hij lag languit in zijn eigen bloed en bevlekte het plaveisel zoals een offer aan de maya­goden zou hebben gedaan. Zelfs in zijn dood bleef zijn gezicht uitdruk­kingsloos alsof dit allemaal bij zijn dierbare opdracht hoorde. Een soldaat rende koortsachtig op haar af. Hij ontweek neergestorte steenblokken en ontwortelde bomen, zijn uniform was vuil en gescheurd en zijn geweer bengelde zonder munitie aan zijn schouder. De haken aan zijn koppelriem waren leeg alsof hij alle granaten en werpmessen die hij bij zich had, gebruikt had.

'We worden vanuit de lucht aangevallen,' zei de soldaat. 'Ik heb nog nooit zo'n aanval gezien - maar we kunnen er niets tegen doen! Ze heb­ben de piramide al verwoest!' Zijn gezicht droop van het zweet, en zijn ogen waren wit en wijd opengesperd.

Toen keek hij omlaag en zag hij het bebloede lijk van majoor Jakes. 'Godverdomme,' zei de soldaat, die snel een verlegen blik op Scully wierp. 'Neem me niet kwalijk, dame.'

'Noem me geen dame,' mompelde ze bij de herinnering aan wat ze tegen majoor Jakes had gezegd, maar ze verwachtte niet dat de jonge soldaat haar begreep.

'Oké, tijd voor de aftocht!' schreeuwde de soldaat naar zijn onzichtbare makkers. Hij keek haar met een gekwelde blik aan. 'U kunt maar het beste zo gauw mogelijk op eigen houtje door het oerwoud teruggaan, dame. Voordat het schip terugkomt. U kunt bescherming vragen aan de eerste de beste gezagsdrager die u tegenkomt. Maar ons team heeft die mogelijkheid niet. Als we gevangen worden genomen, zijn we dood. We zijn nog maar met ons drieën.'

Zonder verder nog een woord te zeggen, rende hij weer het plein over. Met zijn lege geweer voor zich uit sprintte hij naar de dekking van de bomen. Scully draaide zich om en staarde naar de plek waar ooit de grote piramide van Xitaclán had gestaan. Ze zag alleen een gapend gat. 'Mijn God,' zei ze vol ontzag, en voelde de onweerstaanbare neiging om een kruis te slaan. Het puin lag hoog opgestapeld en zware steenblok­ken waren honderden meters weggesmeten alsof een titanenkracht ermee gegooid had. Ze wierp een blik op de bewegingloze gestalte van majoor Jakes. 'Zo te zien is uw opdracht uitgevoerd, majoor.' Maar diep in haar hart vermoedde ze dat geen enkele hoeveelheid mortiervuur of granaten dat eeuwenoude gebouw zo volledig met de grond gelijk kon hebben gemaakt. Ze dacht aan wat de soldaat had gezegd - een aanval vanuit de lucht. Een andere legereenheid, een luchtmacht? Een bombardement?

Een nieuw tactisch kernwapen, een atoomgranaat? 'Scully!' De schreeuw klonk als muziek in haar oren. Ze herkende Mulders stem en draaide zich bliksemsnel om. 'Scully, hierheen!' Ze zag haar verfomfaaide en uitgeputte partner een jonge vrouw onder­steunen, die wankelend naast hem liep. Samen baanden ze zich een weg over het plein.

'Mulder, je bent veilig!' Ze rende op hem af.

'Laten we geen overhaaste conclusies trekken,' zei hij. Zijn gezicht was rood en zijn ogen stond glazig van de schok - of van verbazing. 'Scully, heb je het gezien? Heb je het gezien?' Hij gebaarde verwoed naar de krater waar ooit de piramide had gestaan.

Scully schudde haar hoofd. 'Ik kon die tent daar niet uit en heb dus niet veel gezien,' zei ze. 'Majoor Jakes is dood. De meeste van zijn man­nen ook. Ze hebben tegen ons gezegd dat we zo snel mogelijk moeten vertrekken, en we moeten het zelf zien te rooien, Mulder.' Plotseling klonk, als bij nader inzien, opnieuw sporadisch geweervuur vanuit de bomen, en Scully voelde zich bijzonder kwetsbaar. De drie overlevende commando's van majoor Jakes hadden zich in één terrein­wagen gepropt en vluchtten. Ze reden brullend het oerwoud in zonder op achterblijvers te wachten.

'Ze is gewond, Scully,' zei Mulder. Hij wees naar de vrouw met het rood­achtige haar, die hij ondersteunde. 'Ze heeft bij een van die mortieront­ploffingen een hoofdwond gekregen van een stuk puin ... maar in ieder geval leeft ze nog.'

Scully bekeek de verwonding van de vrouw. Het bloed was al aan het opdrogen en klonterde in het haar erboven. 'Mulder, is dat Cassandra? Waar heb je haar gevonden?'

'Dat is een lang verhaal, Scully, en ik zeg je nu al dat je me niet zult geloven. Maar zij is hier als levend bewijs.'

Voordat Mulder verder nog iets kon uitleggen, begon de grond weer te beven. De brede stenen van het plein schoven heen en weer alsof een legendarische, onder de aardkorst begraven titaan zich met een hamer- boor een weg naar boven probeerde te banen. 'Dit is geen tijd voor geintjes!' riep Scully.

Een deel van de stenen vloog de lucht in toen een geiser de lucht in spoot. Ondergrondse platen bewogen en het hele plein schoof opzij. De druk werd zo groot dat het plein in tweeën spleet, waarbij de muur van het allang verlaten balsportveld naast de piramideruïne instortte. 'De grond is hier heel onstabiel geworden.' Mulder schudde zijn hoofd alsof hij zijn duizeligheid wilde verdrijven. 'Na al die ontploffingen denk ik dat Xitaclán straks definitief tot het verleden behoort.'

Gutsen zwavelrijke as en een omgekeerde waterval van lava en rook spoten uit de krater omhoog. De kalksteenrotsen barstten en vatten vlam als kaarsen. De grond spleet en de wanden van de lege, sissende cenote stortten in.

'Herinner je je die nieuwe Parícutin-vulkaan uit 1943?' vroeg Mulder. 'Volgens mij krijgen we hier een uitbarsting, en die blijft doorgaan tot­dat je het landschap niet meer herkent.' Hij hielp de verdoofde Cassandra overeind. 'Als het jou hetzelfde blijft, Scully, heb ik mijn naam liever niet op de kleine gedenkplaat bij het Bezoekerscentrum. We vertrekken.'

Het geweervuur was gestaakt en de guerrillastrijders waren het verniel­de oerwoud weer in gekropen. Nu vrijwel alles wat in Xitaclán overeind had gestaan, tegen de grond lag, was hun overwinning volledig. Scully wees naar het tweede terreinvoertuig. 'Laten we die auto maar nemen, dan komen we sneller door het bos ... hoewel ik geen idee heb waar we heen moeten.'

'Wat vind je van gewoon weggaan?' vroeg Mulder. 'Kun jij met zo'n ding rijden?'

Scully keek hem aan. 'We zijn intelligente mensen, Mulder. We komen er wel uit.' Maar ondanks die uitspraak was ze daar niet erg zeker van. 'Wees daar maar niet zo van overtuigd,' zei hij. 'Het is militaire techno­logie.'

Zij en Mulder hielpen de gewonde Cassandra Rubicon en gedrieën wan­kelden ze bij het licht van de lava en de vuurzee van het oerwoud naar de resterende terreinwagen.