8

Cancún, Mexico 

Donderdag, 16.21 uur

Met enig vermaak zag Scully haar partner een zucht van verlichting sla­ken toen de menigte feestvierende bejaarden in de ganzenpas het char­tervliegtuig verliet en kuierend op weg ging naar de bagagebanden en de douane van het vliegveld van Cancún. Ze wachtten bij een rij loketten, waar mannen in uniform hun toeristenkaarten aanpakten en paspoorten afstempelden, voordat ze hen vrijlieten om hun bagage op te halen. De man aan het loket stempelde Mulders paspoort af en gaf het hem terug.

'Als ik ooit een broek met Schotse ruiten ga dragen, beloof me dan dat jullie me tegenhouden als ik dan ook nog een kaartje voor de Love Boat wil kopen,' zei Rubicon alsof hij zich tot een grapje moest dwingen. 'Ik weiger met pensioen te gaan.

Tientallen mensen prezen excursies aan. Ze verdrongen zich rond de toeristen en stopten folders in elke lege hand. Toen de bejaarden hun bagage eenmaal te pakken hadden, stortten ze zich op het busperron buiten. Als verdwaalde kuikens die bijeen gedreven en weer naar hun hok gejaagd werden, klommen ze aan boord van hun gecharterde luxe­bus. Jongemannen - zeker geen vliegveldpersoneel - verdrongen zich om hen in de hoop op een fooi met hun bagage te helpen. Scully ging voorop. Na de paspoortcontrole liepen ze naar de zaal met de bagagebanden waar ze hun plunjezakken pakten. Ze passeerden probleemloos de douane en zochten toen het busje dat hen naar hun hotel zou brengen. Zij noch Mulder spraken Spaans, maar bijna alle bor­den en winkels waren op Engelstalige mensen gericht. Zodra een van hen zichtbaar in verwarring was, boden twee of drie warm glimlachende Mexicanen hun diensten aan. Rubicon wist met veel vertoon van zijn linguïstische vermogens de weg uitgelegd te krijgen en geld te wisse­len. De oude archeoloog vond het kennelijk heerlijk om als expeditielid een nuttige rol te hebben.

Ze reden in het hotelbusje naar het Caribbean Shores-hotel, samen met een pasgetrouwd stelletje dat alleen aandacht had voor elkaar. De chauffeur bracht op de stereo-installatie van de auto luidruchtige discomuziek ten gehore; hij neuriede mee en tikte met zijn vingers op het stuurwiel, op het dashboard en op zijn dij.

Mulder zat naast Scully en bladerde een handvol kleurige folders door die de vele vertegenwoordigers van reisbureaus hem hadden opge­drongen. 'Moet je dit horen, Scully,' zei hij. "Welkom in Cancún, waar de turkooizen wateren van de fraaie Caribische Zee de zijdezachte zand­stranden strelen." Die wateren zitten vol "romantische koraalriffen en mysterieuze, opwindende gezonken Spaanse galjoenen". Wie dat soort beschrijvingen bakt, heeft kennelijk een goed woordenboek.' 'Klinkt aantrekkelijk,' zei ze. Ze keek uit het raampje naar de felle zon en de levendige kleuren. 'In ieder geval beter dan een wetenschappelijk kamp aan de Noordpool of een kippenverwerkingsbedrijf in Arkansas.' Hij bladerde nog een paar andere folders door. Een ervan was een kaart van het hotelgebied - een smalle landtong tussen de Caribische Zee en de Nichupte-lagune. Kleurige letters verklaarden: 'Bijna alle kamers hebben uitzicht op de oceaan!'

Rubicon zat met zijn plunjezak op zijn magere knieën. Hij leek hetzij naar de discomuziek te luisteren, hetzij in zijn eigen gedachten ver­diept te zijn. Zijn blauwe ogen knipperden een vochtig waas weg. Scully had medelijden met hem.

De chauffeur van het busje toeterde en vloekte in het Spaans en reed met een wijde boog om een namaak-ouderwetse buggy heen die - breder dan zijn rijbaan - op weg was naar de hotels. De lachende Amerikaanse chauffeur van de buggy zwaaide en drukte als antwoord op zijn eigen claxon, die een soort tekenfilmgeluid ten beste gaf: ahoe- gah. De chauffeur van het busje dwong zich tot een glimlach naar de toeristen, zwaaide terug en vloekte zachtjes.

Het pasgetrouwde stelletje achterin giechelde en ging door met kussen. Rubicon pakte de halve bril die aan het kettinkje rond zijn hals hing, en wendde zich tot Mulder. 'Een van de hotels hier zegt zelfs pochend dat ze de golfbaan zo hebben aangelegd dat de negende hole rond de ruïnes van een oude mayatempel ligt.' Zijn verbaasde ogen kregen een blik van vermoeide afkeer.

'Doodzonde dat niemand dat verbiedt,' zei hij. 'Ze hebben hun geschie­denis en cultuur uitgebuit en er iets ordinairs van gemaakt. U zou in Chichén Itzá eens de belachelijke parodie in Hollywood-stijl moeten zien. Ze vragen daar veel geld voor hun "spectaculaire tempelshow" met licht en geluid. Veelkleurige schijnwerpers die elke avond fel de pirami­des verlichten, waardeloze volksdansen door beroepsacteurs met veren- mantels van plastic en opzichtige kostuums. De trommels hoor je via stereo-installaties.'

Scully verbaasde zich over de minachting in de stem van de oude ar­cheoloog. Rubicon zuchtte verslagen. 'De Spaanse conquistadores waren nog maar de eerste ramp die over Yucatán neerdaalde. De toeris­ten waren de tweede.' Hij dwong zich tot een glimlach. 'In ieder geval gaat een deel van de toeristengelden naar de restauratie van archeo­logische vindplaatsen... zoals Xitaclán.'

Hun witgepleisterde hotel was trots op zijn moderne bouwwijze in pseu- do-azteekse stijl, zijn glanzende ramen, zijn zonneterrassen met para­sols van palmbladeren en zijn directe toegang tot het strand. De krul­lende golven waren even edelsteenblauw en het zand even poederwit als de folders beloofd hadden. Ze stuurden hun bagage met de piccolo mee, en Mulder en Scully gingen aan de balie in de rij staan om zich in te schrijven.

Rubicon mompelde zachtjes. Hij haalde zijn handgeschreven aantekenin­gen te voorschijn en wilde zo snel mogelijk opbellen en potentiële gidsen voor hun expeditie naar het hart van het oerwoud opsporen. Hij stond te trappelen om aan de speurtocht naar zijn dochter te beginnen. De oude archeoloog zwierf door de lounge en bekeek de gipsen afgietsels van jaguarbeelden, nagemaakte basreliëfs en gestileerde mayaschrifttekens. 'Welkom in het Caribbean Shores Resort!' De receptionist gaf hun de sleutels van hun kamers en begon opgewekt de uitgaansmogelijkheden van die avond aan te prijzen. 'Señorita, u mag zich de kans op een tochtje met een dolgezellige partyboot niet laten ontgaan. Diner inbe­grepen.' Hij haalde zijn wenkbrauwen op en neer. Scully schudde beleefd haar hoofd. 'Nee, dank u. We zijn hier voor ons werk, niet voor ons genoegen.'

'Natuurlijk, maar de veer kan niet altijd gespannen zijn,' zei hij. 'We heb­ben een prachtig aanbod van kreeftenvaarten en discoschepen, zelfs een avonturentocht met de echte piraten van de Caribische Zee.' Hij klonk nog steeds hoopvol.

'Dank u, maar ik moet nog steeds nee zeggen.' Scully pakte de sleutels aan en draaide zich om.

De receptionist riep hun nog één keer iets achterna. 'Señor, maar u wilt toch vanavond wel naar ons beroemde limbofeest?' Mulder pakte Scully bij de arm, boog zich naar haar oor en fluisterde: 'De limbo kunnen we boeken als lichamelijke oefeningen. We moeten lichamelijk fit blijven van het Bureau.'

Scully wierp een blik op de oude archeoloog. 'Laten we de vakantie uit­stellen totdat we Cassandra Rubicon gevonden hebben.'

Ze gingen onder de douche, verkleedden zich en troffen elkaar in een van de hotelrestaurants voor het diner. De gastheer bracht Mulder en Scully naar een tafel met een tropisch bloemstuk, dat een koppige geur verspreidde. Terwijl de ober de stoel voor Scully klaar hield, ging Mulder zitten. Hij keek op zijn horloge. Rubicon kon elk moment komen. Mulder had iets gemakkelijks aangetrokken: een katoenen overhemd en broek, en zijn gebruikelijke pak en das in de kast laten hangen. Scully zag zijn nieuwe uitmonstering nu pas. Ze trok haar wenkbrauwen op en onderdrukte een glimlachje. 'Ik zie dat je al aan de ontspannen Mexi­caanse sfeer begint te wennen,' zei ze.

'We zijn hier aan de Caribische Zee,' antwoordde hij. 'We moeten ons onopvallend gedragen. Dus als toeristen, niet als FBI-agenten.' Een andere ober bracht elk ongevraagd een margarita vol limoen. De randen van het glas waren in zout gedoopt. Scully bestudeerde op haar gemak het menu: een lijst met plaatselijke gerechten waarbij haar het water in de mond liep - verse kreeft, baars met citroen en koriander­blad, kip in een kruidige molesaus met chocolade. Mulder nam een slokje margarita, glimlachte en nam er nog een. 'Ik ben dol op die oude mayadrankjes,' zei hij.

Scully legde de menukaart neer. 'Ik heb het consulaat gebeld om ons te melden. Het Bureau heeft alle vereiste machtigingen gegeven en de plaatselijke politie op de hoogte gesteld, maar naar het schijnt waren ze niet erg hulpvaardig. De volgende stap is dus aan ons.' 'Zodra we bedacht hebben wat onze volgende stap is,' zei Mulder. 'Volgens mij kunnen we een auto huren en naar de streek rijden waar de ploeg verdwenen is. Misschien vinden we daar een gids om ons door het oerwoud te brengen.'

Nog voordat Rubicon er was, kwam de ober hun bestelling opnemen. Mulder was uitgehongerd, want hij had in het chartervliegtuig vanuit Miami alleen snacks gegeten. Hij bestelde kip met banaan en als bij­gerecht een soep van limoen met chilipepers. Scully nam in bananen­bladeren verpakte, in een saus van annatozaad gemarineerde vis uit de oven - wat een streekgerecht uit Yucatán bleek. Ze maakte haar koffertje open en haalde er een map uit. 'Ik heb de ach­tergrondinformatie doorgenomen die we over de expeditieleden hebben gekregen,' zei ze. 'Die andere Amerikanen, bedoel ik. Je weet maar nooit waar je een aanknopingspunt vindt.'

Ze maakte de map open en haalde er diverse dossiers uit over de post­doctorale studenten van de universiteit van Californië in San Diego. Hun foto's waren erbij, en ze hield de eerste omhoog. 'Naast Cassandra Rubicon was nog een andere archeoloog actief betrokken bij de samen­stelling van het team: Kelly Rowan, 26, 1,85 meter, atletisch, cum laude geslaagd, gespecialiseerd in precolumbiaanse kunst. Volgens zijn studieadviseurs was hij bijna klaar met een proefschrift over de Midden- Amerikaanse mythologieën. Hij onderzocht de samenhang tussen de centrale verhalen van de maya's, de olmeken, de tolteken en de azteken.' Ze gaf het papier aan Mulder. Hij pakte het aan en las het door.

'John Forbin, de jongste van de groep, 23, eerstejaars postdoctoraal. Hij wilde blijkbaar architect en bouwkundig ingenieur worden. Volgens deze gegevens stelde hij vooral belang in primitieve manieren om grootschalig te bouwen, zoals bij de Midden-Amerikaanse piramides. Het lijkt me logisch dat Cassandra Rubicon hem heeft meegenomen omdat hij methoden kon opperen om ingestorte gebouwen te herstel­len.' Ze gaf het papier door.

'Dan hebben we Christopher Porte, door alle rapporten omschreven als een gerespecteerd ... epigraaf. Zegt dat woordje iets?' 'Alleen maar omdat ik er de laatste tijd over gelezen heb,' antwoordde Mulder. 'Dat is iemand die zich specialiseert in de vertaling van inscrip­ties en schrifttekens. Veel van de geschreven mayataai is nog steeds onbekend en sterk afhankelijk van de context.'

'Ze hebben Christopher dus meegenomen om de schrifttekens te ont­cijferen die ze vonden,' zei Scully, die overging naar het laatste vel papier. 'En ten slotte Caitlin Barron, hun geschiedkundige en fotografe. Bovendien een artieste in spe. Hier staat dat mevrouw Barron zelfs een paar kleine exposities van haar aquarellen in een van de studentengale­ries in San Diego heeft gehad.'

Ze gaf Mulder de foto's, en hij bekeek ze stuk voor stuk. Daarna wierp hij opnieuw een blik op zijn horloge en speurde hij de ruimte af, net op tijd om Rubicon bij de ingang van de eetzaal te zien staan. Hij had zich geschoren en droeg een smokingjasje. De meeste andere restaurant- gasten hadden korte broeken, sandalen en schreeuwerige overhemden aan. Mulder stak zijn hand op om zijn aandacht te trekken, en de oude archeoloog liep naar hen toe alsof hij volledig uitgeput was. De ober wachtte naast Rubicon, die op de lege stoel aan tafel ging zitten. Hij negeerde de margarita die de ober bij zijn rechterelleboog zette.

'Geen succes,' zei Rubicon. 'Ik heb alle contacten gebeld die ik nog heb. Sommigen van hen wonen erg afgelegen en kun je niet makkelijk bellen, maar de mensen in Cancún en Mérida waren niet beschikbaar. Een van hen is met pensioen. Ik probeerde hem over te halen om nog één laatste expeditie met mij te doen, maar eh ... toen ontdekte ik dat hij niet meer uit zijn rolstoel komt. Een van mijn andere oude vrienden - een man die in 1981 bij een expeditie mijn leven heeft gered - is omgekomen bij een soort schietpartij in verband met drugs. Toen ik naar hem vroeg, begon zijn vrouw te huilen.' Rubicon schraapte zijn keel. 'De drie anderen heb ik zonder succes proberen te bereiken.' 'Nou,' zei Mulder, 'dan zullen we wel op onze eigen vindingrijkheid moeten vertrouwen. We vinden wel iemand die ons naar de opgraving kan brengen. Alleen al om in de buurt te komen is het een lange rit.' Rubicon hing moe in zijn stoel en duwde de menukaart opzij. 'Er is nog een andere mogelijkheid,' zei hij. 'Op de laatste ansichtkaart die ik van Cassandra kreeg, had ze het over een man die haar geholpen had. Een plaatselijke bewoner genaamd Fernando Victorio Aguilar. Ik heb iemand opgespoord die zo heet en de boodschap achtergelaten dat we eh ... een gids zoeken om ons door het oerwoud te brengen. De man die opnam, dacht dat señor Aguilar wel bereid zal zijn om ons te helpen. Als dat zo is, hoop ik hem vanavond of morgen aan de lijn te kunnen krijgen.'

Hij verstrengelde zijn vingers en kneep in zijn handen alsof hij artritis uit zijn knokkels probeerde te masseren. 'Rondhangen in zo'n glimmend toeristenhotel geeft me zo'n machteloos gevoel ... zo'n schuldgevoel, omdat ik niet weet wat mijn Cassandra op ditzelfde moment misschien doormaakt.'

De bestelling van Mulder en Scully werd gebracht, en dat gaf even aflei­ding. Rubicon maakte snel zijn eigen keuze uit het menu en stuurde de ober weg.

Mulder zag de trieste uitdrukking op Rubicons gezicht en moest aan de dagen na Samantha's verdwijning denken. Hoewel hij haar meedogen­loos geplaagd had - zoals elke broer zijn zusje plaagt - had hij naar haar verlangd en wanhopig manieren gezocht om haar te helpen, haar te vinden. Hij vond dat zijn persoonlijke verantwoordelijkheid, want hij was bij haar geweest toen ze verdween. Als hij die avond iets op een andere manier gedaan had ... Als hij in het felle licht had gekeken ... Hij was toen twaalf en zijn middelen waren beperkt, maar zijn drang kende geen grenzen, en die was zijn leven lang bij hem gebleven. Hij wist nog hoe hij op de fiets was gestapt en rondreed door zijn wijk in Chilmark, Massachusetts - bevolking: 650 zielen. Overal belde hij aan en aan iedereen vroeg hij of ze Samantha gezien hadden. Diep in zijn hart wist hij dat er geen simpele verklaring bestond voor wat hij gezien had.

Dagenlang had hij gewerkt aan posters met 'Vermist' erop plus een beschrijving van zijn zusje. Hij had om informatie gesmeekt alsof het een weggelopen hond betrof. En dat was nog in de tijd voordat op elke straathoek een fotokopieerapparaat stond. Hij had ze dus stuk voor stuk met een zwarte viltstift moeten schrijven. Daarbij kreeg hij de doordringende geur van het oplosmiddel in zijn neus en moest hij nog meer sniffen dan hij vanwege zijn verdwenen zusje al deed. Hij had de posters met plakband op winkelruiten geplakt en met spijkertjes op elektriciteitspalen en borden van bushaltes getimmerd. Maar niemand had gebeld, behalve om medeleven te betuigen. Zijn moeder was verpletterd van verdriet en huilde verward, maar zijn vader was er ijzig kalm en stoïcijns onder gebleven. Waarschijnlijk, dacht Mulder achteraf, omdat zijn vader duistere kennis had bezeten over wat er werkelijk gebeurd was. Zijn vader had een waarschuwing gekregen, had iets geweten over het gevaar dat Samantha liep - en had niets gedaan.

Al jarenlang zag Mulder in elk klein, donkerharig meisje een echo van Samantha. Ze was verdwenen lang voordat op melkpakken en on­gevraagd drukwerk foto's van vermiste kinderen stonden met het opschrift: 'Hebt u mij gezien?' Al Mulders pogingen om posters op te hangen en op deuren te kloppen waren uiteindelijk vruchteloos, vol­strekt nutteloos geweest. Maar hij had het gevoel gehad dat hij iets moest doen. Dat was zijn opdracht.

Nu zag hij Vladimir Rubicon een soortgelijk proces doormaken met zijn komst naar Yucatán, zijn telefoontjes met oude contacten, zijn wens om met de FBI-agenten mee op onderzoek te gaan.

'We zullen haar vinden,' zei Mulder. Hij stak zijn hand over de tafel en dwong zich tot een overtuigende klank in zijn stem. Achter in zijn geest zag hij weer het beeld van zijn zusje, die het licht in werd ge­sleept.

Hij keek Rubicon recht aan. 'We zullen haar vinden.' Maar hij wist niet precies aan wie hij dat beloofde.