28

Ruïnes van Xitaclán

Woensdag, 2.15 uur

Het oude metalen luik ging open met het langgerekte gesis van zich aanpassende luchtdruk - dat geluid leek misschien wel, dacht Mulder, op het sissen van een gevederde slang vlak voordat het dier aanviel... Hij was overweldigend nieuwsgierig, maar uit angst voor giftige stoffen die hij in de net geopende ruimte zou kunnen inademen, draaide Mulder zich om en hield hij zijn adem in. Bij andere onderzoeken was hij bedwelmd geraakt toen hij een vleug schadelijk bloed van rottende ruimtewezens had opgevangen. Wat er ook onder de ruïnes van Xitaclán lag, lag er al eeuwenlang begraven, en hij had geen idee wat hij hier zou kunnen aantreffen in dit al heel lang verlaten ... ruimteschip? Zijn ogen brandden van de dampen, die uit vulkanische spleten in de onzichtbare cenotebodem bleven opstijgen. Hij hoopte dat de grond straks geen nieuwe krampen zou krijgen.

Maar toen hij boven zich het zwakke plopgeluid van geweervuur hoorde - harder dan de druipende echo's die langs de gebogen kalksteen- wanden sijpelden - wist hij dat hij geen tijd te verliezen had en geen energie mocht verspillen aan zorgen om zijn veiligheid. Hij wilde ant­woord hebben, en dan terug naar Scully. Daarvoor moest hij eerst naar binnen.

Hij zette zijn voet één stap door de deur en voelde of de vloer stevig was. Voorbij de deur lag een baarmoederachtige gang met gladde wan­den. Het glanzende metaal ervan absorbeerde het licht en weerkaatste het. Mulder kon niet zien waar die gloed vandaan kwam, maar het licht was verblindend fel en kennelijk bestemd voor ogen die aan het licht van een andere zon gewend waren.

De maya's waren nooit bekwame smeden geweest en hadden ook niet de smeltovens bezeten om het materiaal te maken dat hij om zich heen zag. Als door een magneet aangetrokken, liep hij verder de gang in. De wanden zoemden hoog en pulserend als buitenaardse muziek. Hij voel­de het diep in zijn botten, zijn tanden en de achterkant van zijn sche­del. Mulder wilde het aan iemand vertellen, zijn verbazing met iemand delen. Maar daarvoor moest hij eerst ontsnappen. Hij herinnerde zich een veel platvloerser tafereel op de atletiekbaan bij het FBI-hoofdkwartier na een lang en stimulerend stuk joggen. Dat was zijn tweede ontmoeting met de man die hij later Deep Throat was gaan noemen. Toen Mulder hem vroeg naar bezoeken van ruimtewezens en harde bewijzen voor samenzweringen die in geheime overheidskluizen verborgen lagen, had Deep Throat zoals gewoonlijk geantwoord zonder antwoord te geven.

'Ze zijn hier, hè?' had Mulder gezegd, zwetend van zijn lange ren. Hij wilde het weten.

Met zijn kalme, bescheiden glimlach en zijn suggestieve stem had Deep Throat met opgetrokken wenkbrauwen gezegd: 'Meneer Mulder, ze zijn hier al heel, heel lang.' Maar waren ze hier al duizenden jaren?

Mulder liep dieper de metalen gang in en onderzocht de restanten van wat kennelijk een oud wrak was, het schip van een buitenaardse bezoe­ker die eeuwen en eeuwen geleden op het schiereiland Yucatán, de ge­boorteplaats van de mayabeschaving, was geland - of misschien neer­gestort.

'Over illegale buitenaardsen gesproken,' mompelde Mulder. De kronkelende gangen verbreedden zich tot donkere, half ingestorte ruimtes, die eveneens kamers met metalen wanden waren geweest. Waar verroeste platen metaal op de grond waren gevallen, waren de gaten met stenen reliëfs gerepareerd. Van het oorspronkelijke schip restte niet veel meer dan een metalen geraamte dat met blokken kalk­steen was opgevuld.

Mulder stelde zich voor hoe mayapriesters lang na de verdwijning van de buitenaardse bezoekers de 'heilige' piramide betraden in een poging om de zaak draaiend te houden, maar zonder te weten hoe. De ene generatie bezoekers na de andere moest vol ontzag hebben rondgelopen en de vloer hebben glad gesleten.

De ontbrekende apparatuur en steunbalken waren misschien uit het schip gehaald om in andere mayagebouwen te gebruiken ... of mis­schien weggehaald en vernield door schatgravers ... of weggegooid door geloofsijveraars zoals pater Diego de Landa.

Naarmate hij langer rondliep, stroomde een steeds sterker gevoel van verbazing door en om hem heen. Nooit eerder had hij zulke ongeloof­lijke resten, zo'n overdonderend bewijs voor het bestaan van een buitenaardse constructie gezien.

De gangen in het wrak volgden de blauwdruk die Mulder gezien had toen hij de vorige dag op zoek naar Vladimir Rubicon door het labyrint van de piramide boven liep. Bovengronds had Mulder de donkere tun­nels onderzocht totdat hij op een vreemd versperde gang stuitte. Misschien was dat wel een boveningang van het begraven schip, dacht hij.

Hij vroeg zich af of het schip was neergestort en midden in het oerwoud een krater had geslagen. Toen de plaatselijke, onbeschaafde bevolking was komen kijken, had Kukulkán, de 'wijze god uit de sterren', hun een immense kennis bijgebracht en een grootse beschaving laten ontstaan. Hij liet zijn vingers langs gaten in de metalen wanden glijden en raakte het gepolijste kalksteen aan. Hij wilde niets liever dan dat Vladimir Rubicon lang genoeg geleefd had om dit allemaal te zien. In de loop van de millennia hadden de maya's - of latere schatgravers - het wrak tot op het bot uitgekleed, zodat van het oorspronkelijke schip alleen dit skelet restte. Maar dat was genoeg. Mulder wist dat dit bewijs onomstotelijk was.

Wat zou hij graag willen dat Scully hier beneden was en het met eigen ogen kon zien!

Hij voelde een steek door zich heen gaan en hoopte dat haar niets over­komen was en dat majoor Jakes haar tegen de oprukkende guerrilla­strijders had beschermd, al was het maar als gijzelaar. Het enige belangrijke was nu nog dat ze levend ontsnapten. Tijdens een koortsachtige ontsnapping uit de radiotelescoop van Arecibo op Puerto Rico had ze tegen hem gezegd: 'Bewijzen zijn waardeloos als je dood bent.'

Hij bereikte een kromme, stijgende hellingbaan en volgde de heldere, pulserende gloed steil omhoog. Hij had geen idee hoe diep ondergronds hij nog was.

Zijn verbazing groeide nog aanzienlijk toen hij het volgende niveau bereikte. Hij stond nu in de ruimte waar het gloeiende signaal vandaan kwam. Hij moest zijn handen voor zijn ogen houden tegen het licht, want het brandde zo fel dat zijn schedel er pijn van deed. Dit moet de brug van het schip zijn, dacht hij. Langzaam speurde hij de hele ruimte af.

Het vertrek was nog vrijwel intact en de vreemde, complexe uitstul­pingen - machinerie? - functioneerden blijkbaar nog. Mulder besefte direct dat deze kamer voor de maya's een enorme godsdienstige beteke­nis moest hebben gehad.

Plotseling zag hij iets waarbij hij verstijfde, en zijn maag kromp ineen. Een van de nissen was gevuld met een vreemde, doorschijnende sub­stantie, een etherische gelei die een schaduw bevatte, een silhouet - van een mensachtige gestalte die met uitgestrekte armen en iets gespreide benen onbeweeglijk in de andere deuropening stond. Het silhouet was slank, skeletmager, maar vervormd door de viezigheid eromheen.

Aangetrokken als een mot door een vlam strompelde Mulder over het hellende dek van de brug naar de smalle nis - en zag toen dat het silhouet in de gelatineuze stof het silhouet was van een jonge vrouw met lang haar en menselijke trekken.

Mulder aarzelde. Het rationele deel van zijn geest wist dat het niet zijn zusje kon zijn. Dat was onmogelijk.

Met zijn ogen knipperend tegen het felle licht om zich heen bestudeer­de hij de vrouw die daar bevroren was en in de val zat als een insect in amber...

Hij probeerde alle details in zich op te nemen en zag dat ze duidelijk verrast keek. Haar mond hing halfopen en haar ogen waren openge­sperd alsof ze daar plotseling als een fotografisch beeld was gevangen. De gelei werd helderder alsof het spul door onzichtbare energiestromin­gen in beweging werd gebracht. Hij zag haar groenbruine ogen en haar kleine figuur. Zo te zien had ze best in het duikerpak gepast dat Scully gebruikt had. Golvend, kaneelkleurig haar, tal van verse rode schram­metjes op een van haar wangen.

Van alle wonderen die Mulder in dit wrak had gezien en gevonden, was dit de grootste verrassing.

Na dagenlang zoeken had hij eindelijk Cassandra Rubicon ontdekt.