31

Ruïnes van Xitaclán, Piramide van Kukulkán 

Woensdag, 3.27 uur

Mulder deed nadenkend een stap naar achteren, maar zag geen uitweg. Barreio's politierevolver was onbeweeglijk op hem gericht. Mulder kon 's mans vinger aan de trekker niet zien, en evenmin wanneer die werd overgehaald en het schot ging klinken.

Opnieuw wenste hij vurig dat majoor Jakes hem zijn eigen pistool had laten houden.

'Laat me even wild speculeren,' zei Mulder, die opnieuw een stapje naar achteren deed. 'Volgens mij bent u verantwoordelijk voor de moord op de archeologen.' Voorzichtig begon hij achteruit door de gang te lopen.

Barreio volgde hem met de glinstering van de jacht in zijn beschaduwde ogen. Hij hield zijn revolver voor zich uit en antwoordde slechts met een raadselachtige glimlach. Zijn grote snor lag opgevouwen in de groef tussen zijn wangen.

Mulder ging door. 'U liet de archeologen dus nieuwe schatten voor u ontdekken - precolumbiaanse stukken van onschatbare waarde die op de zwarte markt fabelachtig veel geld opbrengen.' Barreio haalde zijn brede schouders op. 'Liberation Quintana Roo heeft geld nodig.'

Mulder deed een nieuwe stap naar achteren. Het licht verblindde hem. Barreio moest kennelijk lachen om zijn ontsnappingspoging. 'En ik neem aan dat Fernando Victorio Aguilar klanten voor u vond,' zei Mulder. 'Hij is er ook bij betrokken, nietwaar?'

'Hij deed het alleen voor eigen gewin,' zei Barreio grommend. 'Walgelijk genoeg worden sommigen alleen door hebzucht gedreven.' 'Ja, ik begrijp best dat uw handelwijze veel nobeler is,' zei Mulder. De helling was steil. Hij bleef al pratend omlaag lopen. Barreio volgde hem zonder een spoor van aarzeling en zag dat zijn slachtoffer steeds dieper in de val liep. 'Maar waarom vermoordde u de archeologen?' ver­volgde Mulder. 'Daarmee trok u alleen maar de aandacht. Het waren Amerikanen. Ze waren met officiële toestemming van de centrale Mexicaanse regering op bezoek.'

Barreio haalde weer zijn schouders op. 'De regering weet niets van de problemen van Quintana Roo. Wij hebben onze eigen grond, onze eigen geschiedenis. Dit zou ons eigen land moeten zijn, net zoals Honduras, net zoals El Salvador, net zoals Belize.'

'Hebt u geen brochure of iets anders om te lezen?' vroeg Mulder. 'Dan kunt u zich de toespraak besparen.'

'We hadden de Amerikanen in gijzeling willen nemen. Meer niet. Politieke gijzelaars.'

Mulder trok een wenkbrauw op. 'Zijn ze soms op de vlucht neergescho­ten? Waarna u geen andere keus had dan ze in de cenote te gooien?' 'Sommige van onze revolutionairen geloven nog steeds in offers aan de oude goden,' zei Barreio, die zijn revolver verder naar voren stak. Hij scheen met zijn lantaarn recht in Mulders ogen. Mulder knipperde ermee, stak zijn handen omhoog om het licht af te weren, en deed een achterwaartse stap naar de hoek. 'Van iedereen worden offers ge­vraagd,' merkte Barreio op.

Mulder bleef achteruit de hoek om lopen. Hij begreep niet waarom Barreio hem aan het lijntje hield en met hem speelde. De commissaris kwam achter hem aan en verkleinde voor de laatste maal de afstand. Barreio grijnsde. Zijn witte tanden glansden in het donker. Mulder wist dat zijn tijd om was.

Toen de zwaargebouwde man de hoek om liep, dook Cassandra Rubicon uit de schaduwen op. Ze had een van de metalen platen bij zich die van de wand waren gevallen, hief hem boven haar hoofd en sloeg hem met een klap tegen de zijkant van Barreio's schedel. Zijn politiepet viel de ene kant op, zijn lichaam de andere.

Nog steeds nauwelijks in staat om iets te zien en verbaasd om wat ze gedaan had, liet Cassandra de plaat hard rinkelend vallen. Carlos Barreio kreunde van pijn en van de schok, wentelde om zijn as en wan­kelde tegen de muur. Hij was niet dood - niet eens bewusteloos, alleen even verdoofd.

Mulder durfde Barreio's revolver niet te pakken. Hij greep de arm van Cassandra, die nog steeds met haar ogen knipperde, en trok haar achter zich aan. 'Kom op, we moeten rennen!' zei hij. 'Dat was een van de mannen die op je geschoten heeft.' Ze haastte zich rennend achter hem aan naar de brug.

'Heeft die man ook Cait en John en Christopher en Kelly vermoord?' vroeg ze met een ijskoude stem.

'Ja, ik ben bang van wel.'

'Dan had ik harder moeten slaan,' antwoordde Cassandra. Mulder hielp haar de glibberige helling af te rennen. Even later kwam Carlos Barreio brullend van woede achter hen aan. Hij schoot tweemaal met zijn revolver. De kogels ploegden voren in de muren en ricocheer- den in het donker weg.

Cassandra zei, hijgend naar adem: 'Mannen schoten met geweren. Zo kwam ik hier terecht. En ik kan nog steeds niets zien ... mijn ogen branden!'

Ze renden weer de tunnel in. De wanden sisten nog steeds met een zwak­ke gloed, die elke minuut verder vervaagde. De aangevreten, half inge­storte structuren van metaal en kristal vormden een felle, anachronisti­sche tegenstelling met de mayaschrifttekens op het kale kalksteen van de wanden. Die symbolen hadden de priesters toegevoegd in de hoop daar­mee de beschadigde of uit het wrak geroofde voorwerpen te herstellen. Mulder geleidde haar, en zij probeerde haar gezichtsvermogen terug te krijgen en te zien waar ze liep. Hij bracht haar achter een van de glin­sterende metalen zuilen. 'Blijf hier en maak je klein,' fluisterde hij. 'Heb je echt een plan?' vroeg Cassandra. 'Of vluchten we alleen maar?' 'Vluchten leek me daarnet heel verstandig.' Mulder slikte en bleef in de verwarrende, maar ontzagwekkende bedieningskamer staan. Toen kwam Carlos Barreio onvast wankelend de brug op. Zijn blik leek ongericht en hij knipperde herhaaldelijk met zijn ogen alsof hij zijn oren wilde laten ophouden met tuiten. Bloed stroomde uit een snee in zijn hoofd, bevochtigde zijn donkere haar en druppelde langs zijn oren op zijn wang. Hij had zijn pet laten liggen waar die in de buitentunnel gevallen was.

Mulder liet Cassandra gehurkt in dekking zitten, waar ze uit alle macht haar gezichtsvermogen probeerde terug te krijgen, en liep achteruit een andere kant op. Carlos Barreio zag zijn beweging. Hij richtte snel zijn revolver en schoot krampachtig, maar had zijn doelwit niet goed in het vizier. Verscheidene kogels ricocheerden van de metalen wandplaten. Een ervan kwam in de donkere reddingbootnis terecht die - volgens Mulder - de gemummificeerde overblijfselen van Kukulkán bevatte. 'Waar ben je?' riep Barreio hees. Hij veegde bloed uit zijn ogen en smeerde het over zijn wangen uit. 'Waar zijn we hier?' De zwaargebouw­de man kon zich kennelijk nauwelijks concentreren op deze verbazing­wekkende, onverwachte omgeving. Mulder vroeg zich af of Cassandra hem een hersenschudding had bezorgd.

Barreio wankelde naar voren, zwaaide zijn revolver heen en weer en schoot in het wilde weg. De kogel raakte de centrale zuil van metalen en kristallen onderdelen, waarbij vonken en blauwgroene vlammen ont­stonden die als een ijskoud vuur wegrimpelden. In de hoop de commissaris op de een of andere manier te kunnen aflei­den, raapte Mulder een klein, kapot stuk kristal van de grond en smeet het naar Barreio's hoofd - maar miste. Barreio zag iets langs zijn ge­zicht flitsen en draaide zich bliksemsnel om. Toen hoorde hij het stuk kristal de wand van de smalle nis raken - de ruimte waar Cassandra in suspensie had gehangen. De politieman stormde als een honderdmeter- loper op het geluid af en zwaaide met zijn revolver. Hij schoot één keer en rende toen de reddingbootnis in. Plotseling werd hij door een stortvloed van licht als een waterval van bliksems overspoeld.

Mulder hield intuïtief zijn handen voor zijn ogen. Barreio stak bevend zijn handen uit. Zijn kaken waren opeengeklemd en zijn ogen stonden wijdopen. Een oogverblindende, etherische gelei stolde plotseling om hem heen alsof de lucht zelf vast werd. Hij sperde zijn neusgaten open - en bevroor toen waar hij stond, vastgezet door de automatische stasissystemen van de reddingboot. Het amber ver­hardde.

Barreio hing onbeweeglijk als een kunstwerk in een museum. Hij had nog maar half ingeademd, zijn ogen stonden wild hoewel hij nog steeds verblind was, en het bloed versteende op zijn wang. Mulder hoorde weer doffe pulsen in zijn hoofd. Opnieuw dreunde het signaal vanuit het verongelukte schip - het sos-signaal, het gereacti­veerde doelzoekbaken.

Maar hij kon niet raden voor wie het bestemd was. Cassandra kwam hijgend overeind en veegde haar kleren met een te­vreden blik af. Ze schudde haar hoofd om haar denken te verhelderen. Zacht sluipend ging ze vlak voor de gloeiende muur van licht staan en kneep ze haar ogen een beetje dicht om ze scherp te stellen. Mulder kwam naast haar staan, staarde met haar mee en voelde zijn hart bonzen.

De jonge vrouw schudde haar hoofd en bekeek Barreio met een koele blik. 'Gelukkig sta ik ditmaal aan de goede kant van de muur,' mompel­de ze. 'Zo is het veel beter.'