26

Ruïnes van Xitaclán 

Woensdag, 0.26 uur

De scherpe, jankende schoten maakten een lawaai als een kettingzaag, en Scully bukte zich onwillekeurig.

Mulder liet haar struikelen en drukte haar naast de magere dekking van hun lage tenten tegen de grond. Met haar gezicht tegen het koude plaveisel zag ze de knipperende flitsen van geweervuur: verborgen sluipschutters zetten de aanval voort.

Majoor Jakes en zijn commando-eenheid kwamen bliksemsnel in actie en reageerden met het tempo van een zwerm nijdige wespen. 'In dek­king allemaal!' riep Jakes. 'Schiet op alles wat je ziet!' 'Natuurlijk kan ik best ten onrechte gezegd hebben dat deze plek geen militaire betekenis heeft,' zei Mulder blazend in Scully's oor. 'Ben je ge­wond?'

'Nee,' zei ze hijgend. 'Bedankt, Mulder.'

Scully kon niet vaststellen waar de schoten vandaan kwamen, maar de Amerikaanse commando's reageerden met een indrukwekkende vuur­kracht en compenseerden met hun hoeveelheid kogels het gebrek aan een nauwkeurig doelwit.

Een van de soldaten naast haar wentelde rond alsof een onzichtbare kracht hem een duw gaf, en viel languit op de kapotte stenen. De jonge eerste luitenant hijgde en kokhalsde terwijl lichtrood slagaderlijk bloed uit zowel de ingangs- als de uitgangswond in zijn ribbenkast stroomde. Scully zag met één blik dat de jongeman dodelijk gewond was. Sluipschutters in het oerwoud beantwoordden het geweervuur van de soldaten. Een lichtgekleurd wolkje van versplinterd steen verrees op de kalkstenen stéle naast haar. Op het reliëf van de gevederde slang, dat na het bloedoffer van de vorige dag nog steeds met roestbruine vlekken besmeurd was, ontstond een groef.

De soldaten renden naar de twee gepantserde terreinwagens terug. Een van de mannen dook achter de kalkstenen stéle, een andere liet zich achter de lage, met zeildoek bedekte lijken plat op de stenen vallen.

'Wie schiet er op ons?' vroeg Scully toen ze weer op adem was gekomen. De Amerikaanse commando's bleven de bomen onder vuur nemen maar zonder veel hoop om een van hun ongrijpbare vijanden ook werkelijk te raken. In het donker schreeuwde iemand van pijn, en toen overstemde hernieuwd geweervuur alle andere geluiden. Een toevalstreffer vanuit het oerwoud verbrijzelde een van de draagbare booglampen die de com­mando's hadden opgesteld.

Uit het oerwoud brulde een diepe stem zonder luidspreker, maar hard ge­noeg om de chaos te overstemmen. Zijn heldere Mexicaanse accent door­sneed de nacht. 'Amerikaanse indringers,' riep de man, 'jullie bevinden je illegaal in de soevereine staat Quintana Roo. Jullie minachting voor onze wetten en grenzen druist tegen alle internationale verdragen in!' Scully keek Mulder aan, maar allebei bleven ze zo laag mogelijk bij de grond - zo klein mogelijke doelwitten. Scully had de stem herkend. 'Dat is commissaris Carlos Barreio!' Kogels jankten laag boven hun hoofd. 'Maar waarom schiet de politiechef van deze staat in het holst van de nacht op ons? Midden in het oerwoud? Dit is geen politieoperatie.' Mulder trok zijn wenkbrauwen op. 'Volgens mij is commissaris Barreio bezig met dingen die niet in zijn taakomschrijving staan.' Een van de soldaten van majoor Jakes schoot een nieuwe, felle fosfor- granaat naar de hemel, die witheet ontplofte en het slagveld in een harde gloed zette, maar daarmee meer verwarring dan verlichting gaf. 'Maak je bekend!' riep majoor Jakes, die naast Mulder en Scully in de illusoire dekking van de tent op zijn hurken zat. 'Onze vuurkracht is veel groter dan die van jullie.'

Nieuwe schoten spatten uit de bomen en joegen gaten door het tent­doek. Jakes dook opzij en viel boven op Mulder en Scully. Op zijn schouder verscheen een bebloede groef - een simpele vleeswond, niets ernstigs. Majoor Jakes merkte het blijkbaar niet eens. 'Dit is een oorlogshandeling!' riep Barreio terug. 'Jullie zijn met ge­smokkelde wapens het land binnengedrongen.' Nu de guerrillaleider praatte, nam het geweervuur af. Alleen af en toe klonk nog een scherp schot in de door vuurwerk verlichte nacht. 'Wij kunnen niet anders dan onze cultuur beschermen. Wij mogen niet toestaan dat militaire indrin­gers uit de Verenigde Staten er met onze nationale kunstschatten van­door gaan.'

'We zijn hier helemaal niet om kunst te stelen,' mompelde majoor Jakes

hoofdschuddend, 'maar om de piramide op te blazen.'

Mulder werkte zich op een elleboog omhoog en keek naar de majoor.

'Maar goed, als alles gewoon een misverstand is, waarom geven we hem dan geen hand en praten we het niet uit?'

Majoor Jakes had hem blijkbaar niet gehoord. 'Nu begrijp ik het,' zei hij. 'Dit zijn vrijheidsstrijders, leden van het gewelddadige revolutio­naire front in Yucatán - Liberation Quintana Roo. Ze willen hun eigen kleine landje stichten, los van de Mexicaanse natie en ongeacht wat de rest van de bevolking van Yucatán wil. Ze hebben niet veel wapens, maar scrupules evenmin.'

Mulder keek hem kil aan. 'Heel anders dan u en uw mannen.' Majoor Jakes beantwoordde zijn blik zonder enige uitdrukking, maar ook zonder woede. 'Correct, agent Mulder.'

'Leg jullie wapens neer en geef je over!' vervolgde Barreio brullend. 'Jullie worden gearresteerd, beschuldigd van illegaal verblijf op het grondgebied van Quintana Roo en overeenkomstig bestraft ... tenzij jullie land besluit om jullie uitlevering te vragen.' Majoor Jakes zette zijn neusgaten open. Dit was geen officiële missie, en Scully wist dat de regering het bestaan ervan zou ontkennen en de commando-eenheid zou afschrijven. Jakes en zijn mannen zouden machteloos zijn overgeleverd aan elk apenproces, elke duistere martel­kamer waartoe de guerrillagroepering mocht besluiten 'Mijn mannen geven zich nooit over,' schreeuwde majoor Jakes terug. Nieuwe schoten klonken. 'Niet aan laffe sluipschutters en niet aan terroristen.'

'Ik heb altijd al graag eens in een echte Mexicaanse bajes willen zitten,' zei Mulder.

Scully wist dat de geheime Amerikaanse commando's met hun grote vuurkracht de Liberation Quintana Roo misschien in een geregeld gevecht konden verslaan, maar met zoveel sluipschutters in het oer­woud niet konden ontsnappen of zich terugtrekken. Ze zaten in Xitaclán gevangen.

De forforgranaat ging sissend uit en de tweede booglamp ging aan scherven. De hele omgeving was weer in een duisternis gedompeld die alleen af en toe door geweerschoten en de nabeelden op Scully's ogen verbroken werd.

'Jullie tweeën blijven in mijn buurt,' zei majoor Jakes. 'Ik begrijp dat jullie non-combattanten zijn, maar ik weet niet of hier een bevredigen­de oplossing voor bestaat.'

'Mogen we dan misschien onze wapens terug, majoor?' vroeg Mulder. 'Gevochten wordt er toch al.'

'Nee, agent Mulder. Ik denk niet dat dat in uw belang zou zijn.' Majoor Jakes richtte zijn nachtbril op het oerwoud.

Scully, die op het plaveisel lag en ineenkromp bij elke kogel die over haar hoofd jankte, voelde de grond trillen - steeds harder. Het was een zware vibratie alsof nog meer zware machines op hen afkwamen - maar toen drong tot haar door dat de trilling van dieper in de grond afkom­stig was. Nieuw gerommel, een nieuwe beving, alsof zich onder de kalk- steenkorst een vulkanische druk ophoopte.

'Scully, hou je vast,' zei Mulder, en greep haar arm. Majoor Jakes en zijn mannen begrepen niet wat er gaande was.

De grond bokte en schudde van de seismische krachten die onder hen kronkelden. De grote piramide trilde lawaaierig. Blokken losgeraakte stenen tuimelden de steile trappen af. Vanuit het oerwoud jammerde een van de sluipschutters van doodsangst, terwijl Jakes' commando's in even grote verwarring rondkropen.

De verste van de twee stéles met gevederde slangen op het plein kreun­de en klapte tegen het plaveisel. De oude obelisk viel in puin uiteen. De bomen dansten en zwaaiden.

Stoom joeg door kleine openingen in de platte stenen op het plein. Kleine fumaroles spleten in de grond open en maakten een enorme druk vrij.

'Kom op, Scully, we moeten hier weg!' riep Mulder aan haar arm trek­kend. 'We kunnen wegrennen - ze zijn afgeleid. We zoeken een schuil­plaats!' Hij stond op en liep wankelend weg, hoewel de grond als een kermisattractie onder zijn voeten golfde.

Scully stond op om met hem mee te gaan, maar majoor Jakes kwam bij haar staan en versperde haar de weg. 'Niet zo snel, jullie tweeën. Jullie blijven hier.'

Uit het oerwoud klonken woedende schoten, en ze hoorde bomen om­vallen die door de trillingen ontworteld waren. Ze probeerde majoor Jakes met haar blik te overtroeven, maar hij hield zijn wapen op haar gericht en aan de uitdrukking op zijn gezicht zag ze dat ze niet kon vluchten. Mulder was duikend en zigzaggend al de helft van het plein overgestoken en probeerde de dekking van een lage tempelruïne te be­reiken. Hij draaide zich om, wierp haar een bezorgde blik toe en bleef staan alsof hij van plan was om terug te komen rennen, zich aan Jakes over te geven en bij haar te blijven. 'Loop door, Mulder!' riep ze. 'Ren weg!'

Hij deed wat ze zei en holde nog harder dan eerst naar de dekking die het laagste piramideplateau bood. Op de onregelmatige stenen bij zijn hakken spatten geweerkogels en ricocheerden in het donker weg - hij wist niet wie geschoten had: de guerrillastrijders in het oerwoud of de commando's van majoor Jakes.

Bij één titanenzwaai van de grond hoorde Scully een geluid alsof spieren scheurden, alsof de grond onder haar iets ter wereld bracht. Een reusachtige stoomzuil ontplofte achter de Piramide van Kukulkán. Water verkookte en verdween in de grond.

Ze besefte dat die stoomexplosie uit de cenote kwam. Een barst in de aarde had de bodem van de immens diepe put gespleten, en nu stroom­de water in een vulkanische kookpot.

Scully ving maar een glimp van het silhouet van haar partner op, maar met een ontzetting die pijn deed in haar borst, wist ze dat Mulder er recht op afliep, alsof hij ertoe aangetrokken werd.