14

Ruïnes van Xitaclán 

Zondag, 16.23 uur

De mannen die zo ijverig een pad hadden gehakt, begonnen onderling snel en zachtjes in hun eigen taal te mompelen - Scully kon niet vast­stellen of dat van opwinding dan wel uit onbehagen was. De laatste twee dagen had ze alle energie steeds op haar volgende stap gericht... dieper het oerwoud in, steeds verder van de beschaving, het comfort en de veiligheid vandaan.

Fernando Aguilar versnelde zijn pas. 'Kom vlug, amigos,' zei hij, terwijl hij de varens uit elkaar trok. Hij leunde tegen een grote kapokboom en gebaarde. 'Ziedaar Xitaclán!'

De bezwete en uitgeputte Mulder kwam naast Scully staan en zijn ogen glansden plotseling belangstellend. Vladimir Rubicon schoot met nieu­we energie naar voren alsof iemand hem een duw had gegeven. Scully legde haar hand boven haar ogen en keek met stokkende adem naar de oude, vervallen stad die aan Cassandra Rubicon en haar team misschien het leven had gekost. Grijze wolken hingen aan de hemel en baadden de omgeving in een sombere kilte, maar de kapotte gebouwen torenden nog steeds als massieve gestalten in een storm op. De schaduw van deze grote, oude stad was makkelijk te zien als een nabeeld op haar oogleden. In het midden van een breed hoofdplein werkten broodmagere bomen zich door scheuren in de brede stenen. Een hoge piramide met trappen beheerste de verlaten, met lianen over­woekerde metropool. Kleinere heiligdommen en rijk versierde stéles lagen op de grond. Ze hadden de tijd en de krachten van de natuur niet kunnen weerstaan. Tussen het mos en de lianen waren verfijnd uit­gehakte schrifttekens te zien.

'Dit is verbazingwekkend,' zei Rubicon, die zich langs Fernando Aguilar werkte. Hij liep het brede plein op en krabde in zijn geelwitte sik. 'Kijk eens hoe groot dit plein is. Stel je het aantal mensen voor dat hier bij­eenkwam.' Hij keek eerst Scully en toen Mulder aan, en stond te trappe­len om het uit te leggen.

'De landbouw van de maya's was op omhakken en afbranden gebaseerd, en had een bevolkingscentrum van deze omvang nooit kunnen voeden. De meeste grote steden, zoals Tikal of Chichén Itzá, waren waarschijn­lijk alleen bewoond tijdens eh ... godsdienstige feesten, balwedstrijden en seizoenoffers. De rest van het jaar was de stad verlaten en tot aan het volgende feest aan het oerwoud overgeleverd.' 'Het lijkt wel een olympisch dorp,' zei Mulder. Hij en Scully liepen het plein op en voegden zich bij de oude archeoloog, maar de inheemse gidsen bleven achter en praatten zenuwachtig met Aguilar in een indi­aans dialect.

'Had u het over balwedstrijden, meneer Rubicon?' vroeg Scully. 'Bedoelt u dat ze sportwedstrijden met toeschouwers hadden?' 'Daar was hun stadion, denk ik.' Hij wees over de open plek heen naar een brede, verzonken ruimte, die met een muur van gebeeldhouwde bakstenen was omgeven. 'De maya's speelden eh ... een soort kruising tussen voetbal en basketbal. Ze speelden een harde rubberbal met hun heupen, dijen en schouders, maar aanraken met de handen was ver­boden. Het doel was om de bal door een verticale stenen ring aan de muur te mikken.'

'Compleet met cheerleaders, vlaggen en de hele zwik,' zei Mulder. 'De verliezers van het toernooi werden meestal aan de goden geofferd,' vervolgde Rubicon. 'Hun hoofd werd afgehakt, hun hart werd uitgerukt en hun bloed stroomde over de grond.'

'Ze zullen het wel geen eer hebben gevonden om alleen de nacompetitie te halen,' zei Mulder.

Een diep bezorgde blik gleed over Rubicons gezicht toen hij naar voren liep en van de ene naar de andere kant keek. Hij trok aan zijn vuile sik en liet een modderige vingerafdruk op zijn kin achter. 'Ik zie hier niet veel tekenen van Cassandra en haar team, en geen ambitieus opgravings- werk.' Hij keek om zich heen, maar het oerwoud leek heel uitgestrekt, heel neerdrukkend. 'Ik had natuurlijk nooit mogen hopen dat haar enige probleem een kapotte zender was.'

Scully wees naar de plekken waar bomen en struiken waren omgehakt. Stapels losse takken en uit de grond getrokken kruipende planten lagen half verbrand op een hoop, alsof iemand van het vermiste team afval had willen verbranden ... of een soort wanhoopssignaal uitzenden. 'Ze zijn hier niet lang geleden geweest,' merkte ze op. 'Ik neem aan dat alle sporen van hun werk binnen een maand zijn uitgewist en opgeslokt door nieuwe begroeiing.'

Aguilar zei grijnzend: 'Misschien zijn ze wel in het oerwoud verdwaald. Of opgegeten door jaguars.' 'U bent niet erg behulpzaam,' zei Scully verwijtend. 'Cassandra's team is daarvoor ongetwijfeld veel te voorzichtig geweest,' zei Rubicon alsof hij zichzelf iets probeerde wijs te maken. 'Vroeger groeven amateurs voor hun lol, maar de beroepsarcheologen van tegen­woordig moeten met grote zorg te werk gaan, elke steen omkeren en alle kleine details waarnemen.'

Hij knipperde met zijn blauwe ogen en staarde naar de gebouwen van verweerde stenen. 'Een paar van de ergste amateurs dachten de geschiedenis een dienst te bewijzen. Rond de eeuwwisseling zochten ze oude tempels op. Ze schoven de gevallen stenen van de muren en kieperden alle achtergelaten potscherven en schrifttabletten op een afvalhoop. Die noemen we tegenwoordig een JMW-hoop, want Joost Mag Weten wat erin zit.'

Ze liepen voorzichtig op hun tenen en fluisterden alsof ze bang waren om de oude geesten van Xitaclán te beledigen. De brede kalkstenen plavuizen hadden ooit een glad oppervlak gevormd, maar golfden nu door oprukkende wortels.

Rubicon zei hees en omfloerst: 'Ik kan me voorstellen waarom Cassandra hier zo enthousiast over was. Dit is de droom van elke archeoloog - alle fases van de mayageschiedenis. Met elke blik ontdek­ken we iets nieuws. Elke plek die we bezoeken, elk nieuw schriftteken dat we vinden, is nog nooit gecatalogiseerd. Elk overblijfsel kan de langverwachte steen van Rosetta voor het mayaschrift zijn en onthullen waarom dit grootse volk hun steden verliet en al eeuwen geleden ver­dween eh ... zolang andere mensen tenminste geen souvenirs roven voordat de wetenschappelijke teams klaar zijn met hun werk.' In haar eigen fantasie liet Scully alle groene plekken en alle welige begroeiing weg. Weinig buitenstaanders hadden deze plek ooit gezien of van zijn bestaan geweten. 'Xitaclán moet een adembenemende aan­blik hebben geboden.'

Twee indrukwekkende stéles, die als wachtposten overeind stonden, vertoonden rijen onbegrijpelijke mayaschrifttekens en kalender­symbolen; een grote, kronkelende slang vol veren wikkelde zich rond elke zuil. Ze herinnerde zich de gevederde slang op het jaden kunst­voorwerp dat Mulder haar had laten zien.

'Stelt die Kukulkán voor?' vroeg Scully naar het reliëf wijzend. 'Die ge­vederde slang?'

Rubicon zette zijn halve bril op zijn neus - het kettinkje bleef om zijn hals hangen - en bekeek de stéle. 'Ja, en ook heel levendig weerge­geven. Deze lijkt groter en angstaanjagender - even realistisch als een paar van de jaguarbeelden die in mijn museum staan. Eh ... heel anders dan de gestileerde schrifttekens en symbolische tekeningen die we nor­maal op maya-stèles zien. Interessant.'

'Bijna alsof het snijwerk naar het leven is gemaakt,' opperde Mulder. Scully wierp hem een blik toe, en hij beantwoordde die met een vage glimlach.

'Het begint al donker te worden,' zei Aguilar. 'Misschien moeten we hier maar eens snel rondkijken en dan ons kamp opzetten. Morgen kunt u aan uw eigenlijke werk beginnen.'

'Ja, dat is een goed idee,' gaf Rubicon toe. Hij leek verscheurd door enerzijds somberheid omdat zijn dochter er niet bleek te zijn - en anderzijds de mogelijkheid om deze schitterende, nog niet gecatalogi­seerde vindplaats te kunnen onderzoeken.

'Het is werkelijk heerlijk om een plek als deze te kunnen zien voordat toeristen hem vernield hebben. De beroemdste ruïnes zijn verknald door duizenden bezoekers die niets van geschiedenis weten en er alleen maar heen gaan omdat een kleurige folder dat zegt.' Hij zette zijn han­den op zijn heupen. 'Als een nieuwe vindplaats wordt opengesteld, weet iemand hem altijd wel snel te vernielen.'

Het viertal liep over het plein naast het sportveld en vervolgde zijn weg langs de spectaculaire piramide in het midden. Het kreupelhout was vanaf twee kanten verwijderd, en Scully's blik viel op een smalle door­gang aan de voet van de ziggoerat - de toegang tot de duistere cata­comben van het oeroude stenen bouwwerk.

'Zo te zien is iemand hier iets aan het onderzoeken geweest,' zei Scully. Mulder liep voor hen uit over het pad rond de voet van de piramide en riep dat ze moesten komen. Ze vonden hem bij de rand van een ronde put van minstens tien meter doorsnee. De put daalde in het kalksteen af alsof een enorme boorinstallatie aan het werk was geweest. 'Een cenote,' zei Rubicon. 'Een heilige put. Het is een heel diep gat in het kalksteen. Die vindt u eh ... overal in Yucatán. Misschien is dat een van de redenen waarom Xitaclán uitgerekend hier gebouwd is.' Scully stapte op een halfvergane verhoging, die als een loopplank over de rand van het diepe gat moest hebben gelegen. Ze stonden aan de rand en Scully staarde naar de spiegelgladde plas duister, groen water. De diepte leek peilloos. Gevlekte kalksteenrichels omringden de wan­den van de cenote als schroefdraad. Mulder gooide een steentje in het water en zag de rimpeling zich als een schokgolf verspreiden. 'Deze natuurlijke gaten golden als heilige bronnen. Het was water van de goden dat uit de aarde opsteeg,' zei Rubicon. 'U mag ervan uitgaan dat deze een schatkamer aan overblijfselen en beenderen bevat.' 'Beenderen?' vroeg Scully. 'Van mensen die erin zijn gevallen?' 'Eh ... die erin zijn gegooid,' zei Rubicon. 'De cenotes waren offerput- ten. Misschien knuppelden ze hun slachtoffers dood of bonden ze hen alleen vast met een gewicht eraan zodat de lijken zonken. Voor bijzon­dere offers op andere momenten werd het slachtoffer wel een jaar van tevoren uitgezocht. Die leidde dan een leven vol pretjes en verzetjes met eten, vrouwen en mooie kleren - tot de dag waarop hij iets ver- dovends kreeg, naar de rand van de cenote werd gebracht en in het heilige water werd gegooid.'

'Ik dacht dat de maya's vooral een vreedzaam volk waren,' zei Scully. 'Dat is een oud, maar vooral vals verhaal, verspreid door een archeoloog wiens bewondering voor de maya's alle grenzen van de redelijkheid overschreed. Hij beschreef zijn vondsten dus op zo'n manier dat al het bloedvergieten, dat in de teksten en reliëfs zo duidelijk is, op de achtergrond werd gedrongen.' 'Een archeoloog die verhalen verzint,' zei Mulder. 'De mayacultuur was heel gewelddadig en er werd veel bloed vergoten, vooral in de latere periodes onder invloed van de tolteken. Ze vonden het mooi om zichzelf toe te takelen en bij zelfverminkingsceremoniën vingers en tenen af te hakken. De allerbloeddorstigste cultus betrof de god Tlaloc, wiens priesters de grote feesten voorbereidden door naar moeders te gaan en hun pasgeboren kinderen te kopen. Die kinderen werden met veel ceremonieel levend gekookt en daarna met pracht en praal opgegeten. De priesters waren bijzonder verrukt als de kinderen bij hun marteling huilden of jammerden, want eh ... ze dachten dat hun tranen een jaar met veel regen beloofden.'

Scully huiverde aan de rand van het kalksteengat. Ze keek in de duistere cenote en stelde zich alle geheimen voor die de bodem van deze diepe, duistere put kon bevatten.

'Maar ik weet zeker dat niemand die godsdienst nog beoefent,' zei Rubicon, alsof dat voor Scully een troost was. Hij veegde zijn handen af aan zijn broek. 'U hoeft zich geen zorgen te maken. Ik weet zeker dat dat allemaal niets met die geruchten over vermiste mensen te maken heeft... en met Cassandra evenmin.'

Scully knikte neutraal. Hier stonden ze: van alles afgesneden, twee dagen van de dichtstbijzijnde grote weg verwijderd, op de verlaten vindplaats waar de maya's talrijke bloedoffers hadden gebracht. Een plaats waar een heel team van Amerikaanse archeologen kort ge­leden verdwenen was ...

Natuurlijk niet, dacht ze. Ze hoefde zich geen zorgen te maken.