JAN GEURTZ

 

VERSLAAFD AAN LIEFDE

De weg naar zelfacceptatie en geluk in relaties

 

 

 

In Verslaafd aan liefde toont Jan Geurtz dat onze zoektocht naar liefde en erkenning voortkomt uit een fundamentele zelfafwijzing. Die proberen we te compenseren door waardering van anderen, en vooral door een succesvolle liefdesrelatie. Maar dat werkt averechts: het versterkt juist die fundamentele onzekerheid en afhankelijkheid. Zo ontstaat er een verslaving aan liefde en erkenning, en aan de veiligheid van een relatie. De meeste liefdesrelaties lopen daardoor na een tijdje op de klippen, of – misschien nog erger – verzanden in een gezapig samenzijn zonder veel ruimte voor groei en geluk.

Met humor en praktische voorbeelden wordt een uitweg getoond uit deze vicieuze cirkel. Eenmaal ontdaan van zelfafwijzing blijken al onze pijnlijke emoties en diepe verlangens naar liefde en seks niet langer een obstakel, maar juist de toegangspoort naar een staat van zijn die volledig vrij is van beknelling en afhankelijkheid, en die – of je nu wél of niet een relatie hebt – vervuld is van liefde en helderheid.

Verslaafd aan liefde bestaat uit twee delen. In het eerste deel wordt het probleem uitvoerig uiteengezet en verklaard: hoe onze geest vervreemd is van zijn eigen natuur en zich verliest in een eeuwige zoektocht naar liefde en erkenning van anderen. Een fragment:

 

Op welke manier vormt de geest de essentie van al onze problemen? Laten we nog eens kijken naar de reeks van misvattingen die tezamen onze identiteit vormen. We zagen al dat onze situatie gekenmerkt wordt door onwetendheid of vervreemding van onze volmaakte natuur. Dit is de hoofdoorzaak van alle ellende. Daaruit ontstaat een kettingreactie van misvattingen. De moeder van alle misvattingen is dat we menen dat onze natuur onvolkomen is, waardeloos of niet goed genoeg. Dit is zelfafwijzing. Meteen daarna vluchten we weg van deze pijnlijke misvatting; de geest wendt zich af van zijn vermeende waardeloosheid en probeert een gevoel van eigenwaarde te baseren op liefde en erkenning van anderen. Dit is eigenlijk een afwijzing van onze zelfafwijzing, en dus wederom een vorm van zelfafwijzing.

Hieruit ontstaat het hele complex van patronen en gedragingen om erkenning van anderen te krijgen en afwijzing te voorkomen. Vervolgens proberen we onze hele identiteitsconstructie weer te verbergen achter een imago van zelfverzekerdheid, een met-mij-is-alles-dik-voor-mekaar-show. Wat het imago probeert te verbergen is een soort gêne voor onze onzekerheid en onze afhankelijkheid van anderen, en dat is dus ook een vorm van zelfafwijzing.

In de groei van onze identiteit naar volwassenheid versmelten we met veilige patronen (angst voor afwijzing) en dissociëren we van onveilige patronen (zelfafwijzing). Ten slotte projecteren we onze gedissocieerde eigenschappen op anderen, die we vervolgens veroordelen en afwijzen, hetgeen in wezen dus ook weer een verkapte vorm van zelfafwijzing is.

Zo zie je dat de moeder van alle misvattingen, ons negatieve geloof, niet alleen de kern is van ons zelfbeeld, maar tevens de energie levert aan alle andere lagen van onze identiteit, en dus de essentie is van alle andere misvattingen. Zelfafwijzing is de bril waardoor we alle andere aspecten van ons zelfbeeld bekijken en waardoor we in een permanente strijd met onszelf terecht zijn gekomen. Kijk maar naar jezelf, het is makkelijk te zien. Komt het weleens voor dat je jezelf zwak of machteloos voelt, vervolgens naar jezelf kijkt, en jezelf dan ook nog eens een zwakkeling vindt omdat je jezelf zwak voelt? Of dat je het stom vindt van jezelf dat je jezelf stom vindt? Of dat je kwaad wordt op jezelf omdat je je woede niet onder controle hebt? Of dat je een hekel hebt aan jezelf omdat je niet van jezelf houdt? Telkens als je je bewust wordt van een pijnlijk, beknellend of machteloos gevoel, is dat bijna altijd een afwijzend bewustzijn. Dat is het negatieve geloof, de donkere bril waardoor je bijna altijd naar jezelf kijkt.

 

In het tweede deel van Verslaafd aan liefde wordt de oplossing aangereikt: het spirituele pad en de beoefening van bepaalde vormen van meditatie. Nog een fragment:

 

Het spirituele pad geeft je inzicht in deze allesdoordringende misvatting, en de middelen om je ervan te bevrijden. Je hoeft daarbij dus beslist niet een strijd aan te gaan met alle ellende veroorzakende patronen, strijd zou de ellende alleen maar vergroten omdat hij opnieuw een vorm van zelfafwijzing zou zijn. Ja maar, denk je nu misschien, als je alles van jezelf maar oké vindt, zonder af te wijzen, dan verandert er toch ook niks? Toch wel, juist wel, want verandering is de natuur van alle verschijnselen. Alles verandert vanzelf als jij je er niet meer tegen verzet. Het is juist door ze af te wijzen dat je zelfafwijzende patronen in stand worden gehouden of in telkens nieuwe vormen de kop opsteken. Als je altijd met een zelfafwijzende blik naar je zelfafwijzing kijkt, hoe zou je dan ooit je zelfafwijzing kunnen beëindigen? Pas door in plaats daarvan een open en vriendelijk gewaarzijn van jezelf te ontwikkelen, lost de verkramping op, en verandert alles op natuurlijke wijze. Dat betekent dat alles verandert in overeenstemming met je natuur, die al volmaakt is. Het is zelfafwijzing die ons verhindert die volmaakte natuur te zien. Het is zelfafwijzing die ons verhindert ons verkrampte streven naar liefde en erkenning van anderen onder ogen te zien en los te laten. Het is zelfafwijzing die ons verhindert om ons verharde imago van zelfverzekerdheid en zelfbescherming los te laten. Het is zelfafwijzing die ons telkens weer doet dissociëren van pijnlijke patronen en gevoelens, waardoor die juist in stand worden gehouden.

Maar let op: ophouden met zelfafwijzing is niet hetzelfde als berusten in je gevoelens van waardeloosheid, dat zou eerder een slachtofferrol zijn en leiden tot depressie. Het is ook niet jezelf wijsmaken dat je van nature goed bent, dat zou eerder een soort new-age-geloof zijn waarmee je je zelfafwijzing alleen maar tijdelijk toedekt. Ophouden met zelfafwijzing is die donkere bril afzetten en beginnen met kijken naar en erkennen van wie je werkelijk bent.

 

In Verslaafd aan liefde vind je diverse meditatietechnieken die je in staat stellen om je negatieve beknellende emoties te benutten als toegangsdeur naar je natuurlijke staat van zijn. Het schetst een hele nieuwe vorm van liefdesrelatie waarin de partners niet langer elkaar verantwoordelijk stellen voor hun eigen angsten en beknellingen, en in plaats daarvan elkaar helpen hun eigen volmaakte natuur te realiseren. In een apart hoofdstuk worden drie specifieke verslavingsvormen behandeld die gerelateerd zijn aan onze zelfafwijzing, namelijk de seksverslaving, de liefdesverslaving en de relatieverslaving. Er zijn inspirerende beschrijvingen van onze natuurlijke staat, en hoe bepaalde vormen van meditatie je kunnen helpen die te realiseren. Er wordt aandacht besteed aan de spirituele manier van vrijen. Aan het eind van het boek staan een aantal praktische aanbevelingen voor wie zich verder wil verdiepen in het spirituele pad, en de mogelijke obstakels die je daarbij kunt tegenkomen. Kortom, in Verslaafd aan liefde wordt op inspirerende wijze getoond hoe we onze behoeftigheid aan liefde en erkenning kunnen veranderen in een onvoorwaardelijk en duurzaam geluk – voor iedereen die bekneld zit in een liefdesrelatie, of in het gemis eraan.