28

 

SPECIFIEKE TIPS BIJ

VERSCHILLENDE VERSLAVINGEN

 

 

 

 

In dit hoofdstuk staan wat praktische tips voor na het beëindigen van de verschillende verslavingen, respectievelijk aan roken, alcohol, drugs, medicijnen, gokken, eten, seks en relaties. Lees alle onderdelen, ook die over verslavingen waar je absoluut geen last van hebt. Er kunnen tips bij staan die ook voor jouw verslaving van belang zijn. Maar eerst nog iets over de alledaagse verslavingen.

 

1 – Alledaagse verslavingen

 

Voor alle alledaagse verslavingen geldt dat je het beste kunt beginnen met er eens heel goed naar te kijken. Zet terwijl je onderuitgezakt voor de tv ligt even het geluid iets zachter en kijk met de kennis uit dit boek in je achterhoofd naar wat er eigenlijk gebeurt. Juist omdat je bang bent voor een negatief gevoel, blijf je tv-kijken. Op het moment dat je naar jezelf kijkt, en je weet dat elk negatief gevoel een automatisme is dat niets werkelijks over jou zegt, zet je meteen de tv uit. Tenzij er een echt mooie film of boeiende documentaire bezig is. Want bij dit soort verslavingen hoef je niet het hele middel de deur uit te doen.

Bij de tv is het bijvoorbeeld voldoende om van tevoren in een programmagids aan te strepen wat je echt graag wilt zien, en vóór die tijd de tv uit te laten. Leer jezelf ook aan om meteen, tijdens de aftiteling van het bekeken programma, de tv weer uit te zetten. Als tussenweg kun je een bepaalde tijd per dag voor zappen bestemmen. Je kijkt naar alles wat beweegt, doet er niet toe wat, maar niet langer dan bijvoorbeeld een uur.

Eigenlijk geldt in zijn algemeenheid dat deze verslavingen smelten als sneeuw voor de zon als je er met een niet-oordelende blik naar gaat kijken. Kijk je tv of ben je aan het computeren, geniet er dan zo bewust mogelijk van. En als je merkt dat je niet meer geniet, alleen maar bang bent voor de leegte als je het toestel uitzet, zet dan het toestel uit. En kijk naar die leegte zonder oordeel over jezelf of de situatie. Heb je toch weer een hele avond verprutst met hangen, surfen en zappen, kijk daar dan naar zonder oordeel. Het is niet stom, of slap of waardeloos om een avond te verprutsen. Het is alleen een verprutste avond, meer niet. Wijs jezelf niet af; dan mag je de volgende avond misschien wat anders gaan doen van jezelf.

 

2 – Roken

 

De belangrijkste tip die ik je bij het beëindigen van een rookverslaving kan geven is: lees het boek dat ik erover heb geschreven: De Opluchting, in één dag van het roken af. Er staat een schat aan specifieke informatie in over hoe je kunt stoppen met roken zonder nog ergens last van te hebben.

Omdat roken iets is dat je zoveel keren per dag doet, is het gekoppeld aan zo ongeveer alle leuke en spannende en stressvolle en verdrietige en vervelende momenten die je dagelijks meemaakt. Daarom kunnen rokers ook zo enorm tegen het stoppen opzien; hun hele leven is ermee verweven. Tegelijk is roken het enige verslavende middel dat geen roes oplevert, alleen maar ontwenningsverschijnselen. Dat betekent dat je, zodra je echt een besluit genomen hebt op de manier die in dit boek is beschreven, vanaf de eerste dag een buitengewoon opgelucht gevoel hebt. Die lichamelijke ontwenningsverschijnselen stellen bijna niets voor; ze lijken een klein beetje op trek in eten maar dan veel zwakker, en ze duren nooit langer dan drie tot vijf dagen.

Omdat roken zo verweven is met je dagelijkse leven, heb je in de eerste weken na het stoppen dus ook heel veel gedachten aan roken. Deze stellen op zichzelf helemaal niets meer voor; elke dwangmatigheid is eruit verdwenen. Maar dan moet je ook niet proberen om die gedachten te onderdrukken of uit de weg te gaan. Probeer nooit niet aan roken te denken. En zeg nooit tegen jezelf: ‘Ik mag niet roken.’ Natuurlijk mag je roken! Maar wil je dat echt? Als je roken vervangt door het synoniem ‘verslaafd zijn’, dan blijkt wat een onzin het is: ‘Ik mag niet verslaafd zijn.’ Het mag best, maar dat wou je juist niet meer.

 

Hoewel roken een van de beknellendste (benauwendste!) verslavingen is, is het verbijsterend om te zien hoe snel je na het stoppen de ellende ervan vergeten bent. Het hoesten, het piepje in de keel, de hartkloppingen bij het traplopen, het slijm in neus, keel en longen, de schaamte tegenover niet-rokers, het gevoel van slapheid, de vernedering als je op je werk in een achterafhokje met enkele medeverslaafden je pauze moet doorbrengen. Al die dingen ben je na enkele maanden alweer volledig vergeten.

Daarom kan het een goed hulpmiddel zijn bij het stoppen met roken een brief aan jezelf te schrijven waarin je op een vriendschappelijke manier aan jezelf meedeelt wat je nooit meer wenst mee te maken. Als je ooit in een twijfelbui komt, kun je die brief nog eens nalezen.

 

Mocht je helemaal vast komen te zitten in herhaalde mislukkende stoppogingen, of heb je medische redenen waarom je nu echt moet stoppen (waardoor het dus nog moeilijker wordt om niet in de schuldgevoelens te verdrinken), dan kun je ook een training volgen bij De Opluchting. Ik geef om de paar weken een training die een dag duurt en waarin je hele rookverslaving gedeprogrammeerd wordt. Je zult tijdens die training bepaalde dingen uit dit boek herkennen, maar wat een boek nooit kan, doet deze training: hij helpt je over je blokkades en je angst voor het stoppen door een combinatie van moderne deprogrammeertechnieken en een individuele benadering. Achter in dit boek vind je meer informatie over deze training, en het adres van De Opluchting.

 

3 – Stoppen met roken én een andere verslaving

 

Als je een rookverslaving én een andere verslaving hebt, dan is er op zich geen enkele reden om niet in één keer met beide verslavingen te stoppen. Natuurlijk moet je, om zo’n dubbelbesluit te nemen, meer angst overwinnen. Maar de opluchting zal ook meer dan dubbel zo groot zijn. Van de ene dag op de andere met alle zelfdestructie stoppen heeft iets heel bijzonders, en het is beslist niet moeilijker dan met verschillende verslavingen apart te stoppen. Maar dan moet je dat wel graag willen.

In veel gevallen wordt de rookverslaving echter als minder erg ervaren zolang er ook nog een andere verslaving werkzaam is. Als je niet met beide verslavingen tegelijk wilt stoppen, dan is dus de meest natuurlijke weg dat je eerst stopt met de andere verslaving en pas later met roken. Zodra je merkt hoe goed je je voelt na het stoppen met die andere verslaving, gebruik je dat gevoel van kracht en onafhankelijkheid om je rookverslaving te beëindigen.

Eerst stoppen met roken en dan pas met de andere verslaving is heel riskant. Door de andere verslaving blijf je jezelf een slappeling vinden, waardoor je misschien ook weer gaat roken.

Als je stopt met roken maar wel hasj of wiet blijft roken, hou je jezelf gewoon voor de gek. Je zult zien dat je binnen de kortste keren steeds meer joints gaat roken, en uiteindelijk toch maar weer op sigaretten overstapt om niet de hele dag stoned te zijn. Stoppen met roken is stoppen met alles wat rookt. Of nog duidelijker: niet meer roken is NIETS meer roken. Gelukkig is na het doorbreken van je verslaving het inademen van rook niet langer begeerlijk, maar gewoon weer wat het altijd al was: vies. Dat hoeft dus ook nooit meer.

 

4 – Alcohol

 

Als je stopt met drinken, maakt het in principe niets uit of je alle overgebleven drankflessen leeggooit in de gootsteen of bewaart in de kast. Doe datgene waar je je het prettigst en het veiligst bij voelt. Het is ook niet nodig dat je de eerste maanden alle situaties uit de weg gaat waarin misschien alcohol geschonken wordt. Stoppen met een verslaving doe je niet om jezelf klem te zetten, maar juist om jezelf te bevrijden. Doe dus gewoon alle dingen waar je zin in hebt, en ontdek dat een verjaardagsfeestje nog veel leuker is als je niet hoeft te drinken.

Wat je wel uit de weg mag gaan zijn de typische drinksituaties zoals in de kroeg waar je altijd doorzakte, of met de vrienden die er altijd op aandringen dat je meedrinkt.

De eerste dagen na het stoppen met drinken moet er een hoop vergif in je lichaam afgebroken worden. Je kunt dat proces versnellen door veel lichaamsbeweging en door veel water of thee te drinken. Je zult verbaasd staan hoe ongelooflijk snel je lichaam zich herstelt en hoe snel je hier ook psychisch de vruchten van plukt.

Veel mensen die een alcoholprobleem gehad hebben, blijven zich daar een beetje voor schamen. Let op: dit is een instinker! Er is niets om je voor te schamen, en als je gestopt bent is er zelfs genoeg om trots op te zijn. Dit schaamtegevoel vloeit dan ook rechtstreeks voort uit je negatieve geloof, en als je het blijft koesteren verhoog je het risico van een terugval. Zorg dus dat je dit schaamtegevoel tijdig aanpakt. De beste manier om dat te doen is anderen vertellen dat je een alcoholprobleem hebt gehad en dat je daar nu vanaf bent. Erover praten is trouwens ook een fantastisch middel tegen de buien van somberheid of leegte die je misschien wel eens zult tegenkomen.

 

Als je een vast drinkpatroon had, kan het je helpen om op de momenten dat je anders begon met drinken iets te plannen wat je leuk of zinvol vindt. Ga niet zitten wachten of het misschien toch nog moeilijk wordt om niet te drinken, maar doe dan je boodschappen of maak een wandeling. Het is trouwens sowieso goed om de eerste tijd je dagindeling een beetje te plannen, zeker als je tijdens het drinken alles hebt laten versloffen. Dus sta niet te laat op, zorg dat je van tevoren al weet wat je tijdens de dag gaat doen, eet op vaste tijden en zeker de eerste tijd zo gezond mogelijk, en ga op tijd slapen. Al die dingen zorgen op zeer korte termijn voor een nieuwe ‘leefsfeer’. Je kunt ook de meubels in je huis verplaatsen, of andere kunstgrepen uithalen om de sfeer in je huis te veranderen. Door een sfeer van helderheid en rust te creëren helpt die sfeer jou weer als je eens een moeilijk moment hebt.

 

Let op subtiele pogingen om jezelf voor de gek te houden. Zo ken ik een ex-drinker die telkens als hij een rotbui had, meteen naar de videotheek liep om een spannende film te halen. Eerst had hij het zelf niet eens door, maar algauw merkte hij dat hij altijd stond te aarzelen bij de avondwinkel die vlak naast de videotheek lag. De videotheek was slechts een camouflage van het werkelijke doel: de avondwinkel waar sterkedrank verkocht werd.

Als je deze zelf-voor-de-gek-houderij doorhebt, trap je er niet meer in. Je kunt dan naar een andere videotheek gaan, of nog beter een heel lekker niet-alcoholisch drankje uit de avondwinkel halen en dat bij een mooie video opdrinken. Je kunt trouwens gerust alcoholvrij bier of alcoholvrije wijn blijven drinken.

 

Als je een vaste partner hebt, is het heel belangrijk om eerlijk te zijn in je communicatie. Het kan haast niet anders of tijdens je drankverslaving heb je een patroon van halve waarheden en hele leugens ontwikkeld. Vertel je partner hierover en spreek af dat je open gaat communiceren, vooral op momenten dat je het moeilijk hebt. Heb je geen vaste partner, zoek dan iemand, een goede vriend bijvoorbeeld, met wie je regelmatig kunt praten over je gevoelens en de dingen die je aan het doen bent. Wat ook heel goed werkt is een tijdlang een dagboek bijhouden, waarin je elke dag noteert hoe het in fysiek en in emotioneel opzicht met je gaat.

En ten slotte is het misschien een goed idee om te kijken naar wat je verder met je herwonnen leven wilt gaan doen. Misschien heb je nog wat andere problemen die nog niet opgelost zijn en waar je wat begeleiding bij nodig hebt. Regel die zaken en gun jezelf ook die opluchting. Zoek naar een nieuwe inspiratiebron, naar een manier om jezelf en wat je werkelijk bent in je leven tot uitdrukking te brengen.

 

5 – Drugs

 

Als je stopt met een drugsverslaving, moet je een onderscheid maken tussen de verslaving zelf en eventuele andere problemen die mede door de verslaving ontstaan zijn. Als je geen werk meer hebt, geen dak boven je hoofd, je geld verdient met dealen of met prostitutie, en geen vrienden hebt buiten het verslaafdenmilieu, dan is stoppen met je verslaving niet genoeg. In feite is stoppen met je verslaving niet eens het probleem, want dat kun je na het lezen van dit boek zonder al te veel moeite doen. Maar wat dan?

Het beste wat je kunt doen is, tegelijk met het stoppen met je verslaving, hulp te regelen om die andere problemen aan te pakken. Bedenk daarbij dat hulp vragen niet een symptoom van zwakte is, maar een blijk van kracht. Erkennen dat je een vergissing gemaakt hebt en anderen inschakelen als hulp bij het herstellen ervan, is bij uitstek een daad van zelfstandigheid.

Maar als je nog wel een min of meer normaal sociaal leven hebt, en je drugsverslaving vooral een probleem is tussen jou en jezelf, dan biedt het stoppen met deze verslaving een prima impuls om zelfstandig aan eventuele andere emotionele problemen te gaan werken.

 

Wat betreft de te verwachten lichamelijke ontwenningsverschijnselen: deze hangen af van de drug die je gebruikt hebt. Hasj en wiet, amfetamine, cocaïne, extacy, LSD, paddestoelen en andere ‘smart-’ en ‘eco-’drugs hebben helemaal geen lichamelijke ontwenningsverschijnselen. Heroïne, andere opiaten, en chemische vervangingen van opiaten zoals methadon, hebben wel lichamelijke ontwenningsverschijnselen. Deze hoeven echter niet zo gruwelijk te zijn als de verschijnselen bij de ouderwetse manier van stoppen op de ‘cold turkey’-manier. Daarbij zijn de verschrikkelijke ontwenningsverschijnselen namelijk voor een belangrijk deel het gevolg van de psychische stress die ontstaat wanneer je stopt met het middel zonder te stoppen met je psychische afhankelijkheid.

Zodra je doet wat de Opluchting-methode je leert, en je de verslavingscyclus doorziet inclusief het negatieve geloof dat er de oorzaak van is, dan is er geen ontwenningsstress meer. Heroïnegebruikers die op deze manier van de ene dag op de andere gestopt zijn, spreken van ontwenningsverschijnselen die te vergelijken zijn met een gewone griep. Vooral een rillerig en koud gevoel overheerst gedurende één à twee weken. Dat is alles. Ook tijdens die rillerige periode voel je je overigens al opgelucht over de beëindigde verslaving. Het hele proces van afkicken wordt niet langer gezien als een verplichte onthouding van een begeerlijk middel, maar als een vrijwillig reinigingsproces, waarbij de restanten van een vergif uit het lichaam verwijderd worden. Het hele afkickproces met alle lichte lichamelijke ongemakken wordt in feite ervaren als een genezingsproces. Het gaat vanzelf als je je er helemaal aan overgeeft. De enige voorbereiding die je moet treffen, geldt vooral als je alleen woont. Zorg dat er af en toe iemand langskomt om een beetje voor je te zorgen. Ook dit is een vorm van goed voor jezelf zorgen.

Bij al deze drugs geldt: stop in één keer met alle gebruik. Afbouwen heeft geen enkele zin en is zelfs veel moeilijker dan in één keer helemaal stoppen.

Als je verschillende soorten drugs door elkaar gebruikt, stop je met allemaal tegelijk. Eerst stoppen met heroïne, maar nog even doorgaan met cocaïne, en dat weer afbouwen met amfetamine, klinkt wel aardig maar is pure voor-de-gek-houderij. Stoppen met drugs is stoppen met drugs, wat voor drugs dat ook zijn. Heb je ook een medicijnverslaving (op doktersvoorschrift), dan kun je daar nog even mee wachten. Zie ook verder in dit hoofdstuk onder het kopje ‘Medicijnen’.

 

Ook als je denkt dat je geen problemen zult hebben in de periode na het stoppen, is het goed om te zorgen voor een of andere vorm van begeleiding. Toen ik stopte met mijn amfetamineverslaving, nu ruim tien jaar geleden, wist ik zeker dat ik nooit meer zou gebruiken. Toch ben ik naar de Jellinek-kliniek in Amsterdam gegaan, en heb ze gevraagd om een tijdelijke begeleiding. Die bestond er voornamelijk uit dat ik één keer per week een uurtje kwam praten met een heel vriendelijke mevrouw. Die gesprekken gingen eigenlijk nauwelijks over de voorbije verslaving. Ze vroeg gewoon wat ik die week voor concrete dingen gedaan had. En wat ik de volgende week van plan was te gaan doen. Heel gewone gesprekken, met de voeten op de grond, in de trant van: ‘Mooi dat je van je verslaving af bent, maar wat ga je nou verder doen?’ In plaats van me te laten zwelgen in het goede gevoel over mezelf, richtte zij mijn aandacht op iets belangrijkers: wat ga je doen met de herwonnen vrijheid? Ik denk nog steeds met veel plezier terug aan die gesprekken.

Als je een goede vriend of vriendin hebt, die tegelijk sterk genoeg is om je een spiegel voor te houden, spreek dan met hem of haar af om wekelijks een gesprek te voeren. Let bij die gesprekken vooral op de mogelijke neiging om niets te ondernemen zolang je jezelf lekker voelt, en pas in actie te komen als je je waardeloos begint te voelen. Vertel hoe je je voelt, welke emotionele buien je hebt gehad, wat je gedaan hebt, en wat je van plan bent. Laat de ander luisteren en verduidelijkende vragen stellen. Verder niets. Ga niet de therapeut uithangen en alles analyseren. In het gunstigste geval levert dat alleen een antwoord op waarom-vragen: waarom voel ik dit, waarom reageer ik zo? Die antwoorden gaan altijd over het verleden, en veranderen dus helemaal niets aan hoe je bent in het hier en nu.

Heb je niet zo’n begeleider in je eigen omgeving, zoek dan iemand via de geëigende hulpverleningskanalen. Achter in dit boek staan enkele adressen. Maar bedenk altijd dat jij de hulpverlener inhuurt om jou te helpen, en dat je niet afhankelijk van hem bent. Uiteindelijk is er maar één die jou door en door kent, en die weet wat je werkelijk wilt, en dat ben je zelf.

 

6 – Medicijnen

 

Bij elke medicijnverslaving geldt dat je, voordat je ermee stopt, eerst een advies moet vragen aan je huisarts of specialist. Bedenk daarbij wel dat veel medici nog denken volgens het bestaande ‘wetenschappelijke’ model over verslavingen en dus menen dat stoppen verschrikkelijk veel ellende zal teweegbrengen. Laat je arts desnoods eerst dit boek lezen. Vraag hem dan naar de mogelijkheden om in één keer te stoppen, of anders met behulp van een snel afbouwschema.

Zo’n afbouwschema heeft overigens weinig zin als het een termijn bestrijkt die langer is dan enkele weken. Als in één keer stoppen volgens de arts misschien wel zwaar, maar niet gevaarlijk is om medische redenen, kies dan voor in één keer stoppen. Stel alleen als de arts bezorgd is over te heftige ontwenningsreacties een zo kort mogelijk afbouwschema op. Dit afbouwschema dient niet om er zo ongemerkt mogelijk vanaf te komen, maar alleen om eventuele medische risico’s zo klein mogelijk te maken. Normale ontwenningsverschijnselen moet je nooit uit de weg gaan; die hebben juist een belangrijke functie. Ze markeren je overgang naar een ander leven, ze zijn een uiting van afbraak van vergif en herstel van je lichaam. Ze herstellen het vertrouwen in je onafhankelijkheid.

 

Het spreekt vanzelf dat als je medicijnen dienden ter onderdrukking van bepaalde symptomen die weer het gevolg zijn van psychische problemen, je dan ook aan die psychische problemen moet gaan werken. Sommige therapeuten zullen misschien zeggen dat je beter eerst je problemen kunt overwinnen en dan pas moet stoppen met het medicijn ertegen. Maar in dit boek heb je kunnen leren dat verslaving een probleem is dat zichzelf in stand houdt. Tijdens een verslaving in therapie gaan, is min of meer dweilen met de kraan open. Hoe kun je in één gesprekje per week je gevoel van eigenwaarde opbouwen, dat je elke dag met je pilletjes weer afbreekt? Als je al in therapie bent, vertel dan je therapeut over dit boek; laat het hem desnoods eerst lezen, maar beslis uiteindelijk zelf over wel of niet stoppen. Als je therapie wenst maar nog niet hebt, regel dit dan zo snel mogelijk en zorg dat je therapie begint zo kort mogelijk nadat je bent gestopt met je verslaving.

Maar misschien is therapie niet eens nodig. Soms zijn medicijnverslavingen begonnen in een periode van psychische spanningen, maar zijn de oorzaken van die spanningen allang verdwenen. Je huidige spanningen worden misschien voor het grootste deel juist veroorzaakt of in elk geval in stand gehouden door het medicijn. Vooral een verslaving aan slaapmiddelen houdt zichzelf in stand, ook als de slapeloosheid allang over is.

Natuurlijk moet je bij het stoppen met slaapmiddelen rekening houden met een of enkele (deels) slapeloze nachten. Ga hier bij voorbaat mee akkoord. Zorg dat je een paar vrije dagen hebt en niet vroeg op hoeft te staan. Zorg voor een paar fijne boeken om ’s nachts te kunnen lezen. Of voor mooie videofilms. Maak er een bijzonder avontuur van.

Je hebt overigens kans dat je de eerste nacht al na enkele uren als een blok in slaap valt. Maar dat gebeurt alleen als het jou niet zoveel uitmaakt of je slaapt of niet. Zie je: juist het feit dat je bang bent om niet te slapen maakt dat het inslapen veel moeilijker gaat. Als je wat laconieker wordt over het aantal uren slaap dat je per nacht moet hebben, is het probleem al zo goed als opgelost.

En ten slotte kun je voor jezelf eens nagaan wat er zo erg is aan slaapgebrek ’s nachts, of vermoeidheid overdag. Meestal is er een verband te vinden met je negatieve geloof. Je bent bang om te falen als je te moe bent, je kunt moeilijke situaties niet goed aan, je bent bang voor je eigen gedachten als je in bed ligt en niet kunt slapen. Altijd is de angst voor slaapgebrek terug te voeren op een illusoire overtuiging dat er iets niet in orde aan je is. Als je dat verband kunt leggen, is het makkelijker om die angst los te laten.

Hetzelfde soort zelfonderzoek kun je doen bij andere medicijnverslavingen, zoals die aan kalmeringsmiddelen of antidepressiva. Let op: sommige depressieve stoornissen hebben ook een neurologische oorzaak, en dan is stoppen met een antidepresivum misschien (nog) niet goed. Raadpleeg dus in elk geval een of meer artsen. Homeopathische middelen of acupunctuur zijn toegestaan, zolang het niet als doel of resultaat heeft dat de eigenlijke lichamelijke ontwenningsverschijnselen ermee onderdrukt worden. Zoals ik al zei: die stellen niet zoveel voor, en je moet ze bovendien gewoon meegemaakt hebben.

 

7 – Gokken

 

Als je stopt met gokken, levert dat op zichzelf geen nawerkingen of ontwenningsverschijnselen op. Gokken is misschien wel de meest illusoire verslaving, en als je hem hebt doorzien, verdwijnt hij gewoon uit je leven als sneeuw op een warme voorjaarsdag.

Niettemin moet je wel alert zijn op bepaalde secundaire verschijnselen. Gokverslaafden hebben een neiging om de verantwoordelijkheid voor hun problemen op anderen af te wentelen. Dit zijn vaak familieleden, die uit schuldgevoel de verslaafde zijn blijven ondersteunen, maar daarmee tegelijk diens minderwaardigheidsgevoel versterken.

Dus, ex-gokverslaafde, als jij ook dergelijke ‘regelingen’ hebt lopen, stop er dan meteen mee. Kijk of een reële aflossing van gokschulden mogelijk is. Anderzijds, als familieleden in het verleden je gokschulden betaald hebben, is dat ook hún vergissing geweest. Zoek een middenweg waar iedereen zich in kan vinden. Als je vanwege je gokverslaving onder financiële curatele staat, zorg dan dat je daar zo snel mogelijk weer vanaf komt. Maak duidelijke afspraken met degene die als curator optreedt, maar zorg dat je zo snel mogelijk zelf weer de volle verantwoordelijkheid krijgt over je financiële middelen.

Laat alle schuldgevoelens over het verleden los. Je hebt een vergissing gemaakt, dat is niet stom of slap of slecht, dat is een vergissing. Schuldgevoel is dé manier om je eigen verantwoordelijkheid uit de weg te gaan. Je kunt tegen mensen die je schade hebt berokkend zeggen dat het je spijt. Oprechte spijt is het tegendeel van schuldgevoel. Met spijt sluit je een gebeurtenis af. Met schuldgevoel houd je hem in stand en zorg je voor nieuwe redenen om je schuldig te voelen.

 

Kijk ook eens welke onvrede je eigenlijk met die gokverslaving wilde bestrijden. Vind je je leven te saai? Ga dan eens iets doen dat je echt leuk vindt. Wil je graag snel rijk worden? Kijk dan eerst eens wat je met al dat geld zou willen doen. Als je eerlijk bent, dan zie je dat geld niet zozeer belangrijk is om veel dure spullen te kunnen bezitten, als wel voor de vrijheid die je er soms mee kunt kopen. Maar vrijheid is ook voor niks te krijgen. Vrijheid is in wezen toch eigenlijk niets anders dan jezelf en dat wat je belangrijk vindt kunnen uiten. Dus kijk eens goed naar wat je werkelijk in je leven tot stand zou willen brengen, welke dingen je zinvol vindt, of echt mooi en waardevol. En wacht niet tot je rijk bent, begin er meteen aan. Veel plezier!

 

8 – Eetproblemen

 

Er wordt wel gezegd dat dwangmatig eten en snoepen de verslaving is die het moeilijkst te beëindigen is. Dat zou zo zijn omdat je met andere verslavingen helemaal kunt ophouden, maar met eten niet. Je moet blijven eten, alleen minder. En we weten dat minder roken, of minder drugs gebruiken nooit leidt tot een volledige beëindiging van die verslaving, dus hoe kun je met minder eten nu van je eetproblemen af komen?

Het antwoord op die vraag is simpel: je kunt inderdaad niet volledig ophouden met eten, en zomaar minder gaan eten is ook geen oplossing. Maar je kunt wel volledig ophouden met eten zonder honger. En dus alleen nog maar eten als je honger voelt.

Eigenlijk hebben eetverslaafden angst voor het hongergevoel, zoals slaapmiddelverslaafden angst hebben voor slapeloosheid en vermoeidheid. Het lijkt wel een heel primitieve angst, uit de tijd dat ons leven er nog van afhing of we wel een veilige slaapplaats konden vinden en op tijd voldoende voedsel wisten te veroveren. Eetverslaafden eten niet alleen bij het minste of geringste spoortje van trek, ook al valt dat moment een halfuur voor de officiële maaltijd; ze eten vaak ook om te voorkomen dat ze trek zouden kunnen gaan voelen. Als je weet dat je een paar uur geen gelegenheid zult hebben om iets te eten, ga je als eetverslaafde extra bunkeren of neem je Marsen, Nutsen en andere ‘tussendoortjes’ mee. Het gevolg van dit over de hele dag uitgesmeerde eetpatroon is dat de officiële maaltijden meestal genuttigd worden zonder dat er een hongergevoel, of op z’n minst een stevige trek aan voorafging.

Nu is eten in zijn natuurlijke vorm iets wat je doet als je honger hebt en waar je mee ophoudt als die honger weer weg is. Maar als je begint te eten zonder honger, is er ook geen signaal meer om de maaltijd te beëindigen. Het natuurlijke gevoel van bevrediging na het stillen van je honger ontbreekt dus en je eet door totdat je een ander signaal van je lichaam krijgt. Dat is het signaal dat je vol zit. Dit volle gevoel wordt door ons tevens als onprettig ervaren. Lichamelijk is het een licht gevoel van zwakte en uitputting: je kunt geen pap meer zeggen. Psychisch treedt er een gevoel op van zelfafwijzing, dat ook de betekenis van ‘zwak’ of ‘slap’ in zich draagt. In extreme gevallen ontstaat na een schransbui zelfs de neiging tot overgeven: je kotst van jezelf, letterlijk en figuurlijk.

Zodra het ergste opgeblazen gevoel weg is, ontstaat de behoefte aan troost. Je voelt je niet lekker (door die zelfafwijzing), en daardoor heb je behoefte aan iets lekkers. Maar tegelijk voel je dat het slap is om te gaan eten. Hoe meer je je verzet tegen het idee om een lekker hapje te nemen, hoe sterker het verlangen wordt. Je hebt geen zin in die vervelende strijd tegen jezelf en dus sta je na korte tijd al bij de koelkast. Maar terwijl je je troost met een lekker hapje, voel je je alweer slap of schuldig. Zo is de vicieuze cirkel van de eetverslaving rond. Je gebruikt iets lekkers als middel om je onvrede te ontvluchten over het feit dat je zoveel eet en snoept.

 

Als onvrede de aanleiding is tot een gedachte aan eten of snoepen, zul je die gedachte veroordelen vanuit je negatieve geloof: stom of slap of waardeloos. Wanneer je een gedachte veroordeelt, wordt deze sterker en krijgt hij een ‘gevoelswaarde’: zin in iets lekkers. Door dit gevoel te veroordelen en weg te duwen wordt het sterker en krijgt de gedachte aan eten het karakter van een dwangedachte. De dwanggedachte is minstens zo sterk als je eigen verzet ertegen. Sterker nog: de dwanggedachte ís je verzet ertegen. Zodra je erin slaagt om die gedachte aan eten te zien als gewoon één van die sprinkhanen die wel eens door je hoofd vliegen, zonder oordeel of verzet, is er geen dwanggedachte meer, is er geen verlangen meer.

Hoe staak je je verzet tegen die gedachten? Door te herkennen dat het negatieve oordeel erover in feite een zelfafwijzing is die voortvloeit uit je negatieve geloof. En door vervolgens een besluit te nemen: eten doe ik alleen als ik honger heb. Door op die manier de gedachte aan eten weer te koppelen aan het hongergevoel, worden alle andere gedachten aan eten gewoon losse flodders. Je hoeft tegen die losse flodders niets meer te ondernemen, want ze hebben geen kracht meer.

 

Als je op deze manier stopt met een eetverslaving, is het belangrijk dat je iedere koppeling tussen eten en schuldgevoel losmaakt. Kijk dus goed naar je eetpatroon. Eet je vaak dingen die je zelf als ongezond of vies beoordeelt, stop daar dan mee. Dat betekent niet dat je op dieet moet gaan; als je honger hebt eet je gewoon wat je lekker vindt én wat je goed vindt voor jezelf. Gezonder eten kan op deze manier bijdragen tot een prettiger gevoel bij het eten. Hetzelfde geldt voor vlees eten: als je bij jezelf een vaag schuldgevoel constateert tijdens het eten van vlees, stop er dan mee, of verminder het drastisch. Er zijn tegenwoordig heel goede vleesvervangende producten, dus dat je vlees nodig hebt voor je gezondheid is een fabeltje. Ten slotte heeft ook het eten van zoetigheid vaak een negatief gevoel tot gevolg. En deze groep producten is eenvoudig te isoleren van de rest van je voedsel. Het is dus mogelijk – als je dat wilt – om in zijn geheel te stoppen met alles waar geraffineerde suiker of andere zoetigheid in zit.

Een belangrijke reden om schuld te koppelen aan eten, is een negatief gevoel over je eigen uiterlijk. Mensen die zichzelf niet mooi vinden, hebben daar altijd wel redenen voor: mijn neus is te groot, mijn kin te rond, mijn benen zijn krom.

De meest gebruikte reden is: te dik. Te dikke armen, te dikke buik, te dikke billen enzovoort. Onze samenleving heeft ook strikte normen voor wat mooi is en wat niet, vooral voor vrouwen. Maar er zijn mensen die niet aan die normen voldoen en zichzelf toch mooi voelen. En er zijn mensen die het lijf hebben van een Chippendale of een fotomodel en zichzelf toch lelijk vinden. Dit heeft namelijk niets te maken met hoe je eruitziet en hoeveel je weegt, maar alles met hoe je je voelt. En dat hangt weer helemaal samen met je negatieve geloof.

Als je dit negatieve geloof doorziet en leert kijken naar de werkelijkheid in het hier en nu, dan zie je dat je eigen lijf iets unieks is en dat al het geluk dat je in je leven ervaart, mogelijk is omdat je een lijf hebt. En als je ziet dat je in je natuurlijke staat van zijn goed bent zoals je bent, dan hoef je ook aan je uiterlijk niets meer te veranderen. Dan ben je mooi zoals je bent. Pas als je dat kunt zien en aanvaarden, zal je lijf vanzelf die vorm gaan aannemen die bij je past. Veranderingen gebeuren vaak vanzelf zodra dat niet meer per se hoeft.

Als je een besluit neemt over je eetverslaving, is duidelijkheid een grote vereiste. Dus alleen eten als je honger hebt, is nog iets te vaag. Besluit op welke tijden je eet. Eet alleen op die momenten, en eet dan totdat je geen honger meer hebt. Na een tijdje weet je hoeveel dat is. Heb je de neiging om toch over die grens te gaan, schep dan de gewenste hoeveelheid in de keuken op je bord. Als je bord dan leeg is, heb je niet allerlei schaaltjes met eten voor je neus staan waar je uit kunt bijscheppen. Eet alles wat je lekker en gezond vindt. Neem je verder nog besluiten, zorg dan dat ze duidelijk zijn: bijvoorbeeld geen zoetigheid, geen toetjes, niets meer voor het slapengaan en dergelijke. Wil je jezelf uitzonderingen toestaan, maak dan de grens duidelijk: bijvoorbeeld geen hapjes meer na 10 uur ’s avonds, koffie alleen op het werk. Maak geen uitzonderingen waar je mee kunt sjoemelen, zoals ‘taart eten mag alleen buitenshuis’, want dan word je misschien wel een dwangmatige bezoeker van cafés en lunchrooms.

Ten slotte is het bij het stoppen met een eetverslaving van het grootste belang om op het moment dat je je eigen regels met betrekking tot eten en snoepen overtreedt, daar met zachtheid en begrip op te reageren. Oordeel niet, kijk er alleen naar. Kijk naar hoe je je voelt, en constateer dat dat gevoel niet bij je past. Het past alleen bij je negatieve illusie uit je verleden, niet bij wie je werkelijk bent. Kijk met begrip en humor naar je oude automatische patronen, geef jezelf de ruimte voor dit soort oude vergissingen. Op die manier heb je er het minste last van.

 

9 – Seksverslaving

 

Op zich is er bij een seksverslaving eigenlijk niets waar je mee op zou moeten houden. Seks is gezond en lekker. Het wordt pas een verslaving als er negatieve gevoelens aan vastzitten. Die zorgen er weer voor dat seksualiteit dwangmatig wordt.

Tijdens onze jongste jaren ontstaat een koppeling tussen seksualiteit en zelfafwijzing. In de puberteit komt deze zelfafwijzing nog eens aan de oppervlakte tijdens het veranderen van je lichaam. Ouders doen ook vaak moeilijk over seks, en als je een vriendje of vriendinnetje hebt, is het gemakkelijker om ‘het’ te doen dan erover te praten.

Binnen het huwelijk of in een vaste relatie is seks bijna altijd iets exclusiefs, waardoor seksuele gevoelens die niet rechtstreeks gekoppeld zijn aan de partner taboe zijn. Daardoor speelt veel seks zich af in de beslotenheid van de eigen fantasie. Door die fantasieën bewust of onbewust als ‘slecht’ te beoordelen, worden ze sterker en krijgen ze een gevoelswaarde, veranderen ze van gedachte in verlangen of aandrang. Uiteraard dragen puur hormonale reacties hier nog een steentje aan bij.

Hoe negatiever het oordeel over seksuele fantasieën en verlangens, hoe dwangmatiger ze worden. Maar dwanggedachten creëren weer een gevoel van zwakheid en machteloosheid, en daar wil je natuurlijk graag vanaf. Dus zorg je dat je van die aandrang bevrijd wordt, of door masturbatie, of door een seksueel avontuur te arrangeren. Dat laatste kan overigens ook best met de eigen vaste partner zijn, maar veel vaste partners slagen er niet in de benodigde spanning en avontuurlijkheid bij hun seksuele contact in stand te houden. In die gevallen wordt ook tijdens het vrijen gebruikgemaakt van geheime fantasieën die spanning moeten brengen, en zijn er weer schuldgevoelens over die fantasieën.

Ten slotte wordt het orgasme de enige uitweg uit deze dwangmatigheid. Daarna zijn de dwanggedachten even verdwenen, is de drang weg, en blijft er vaak een meer of minder sterk schuldgevoel over. Het is minder sterk of zelfs helemaal afwezig als er tijdens het vrijen ook sprake was van sterke positieve gevoelens voor elkaar en jezelf, en als er openheid was over de eventueel gebruikte fantasieën. Dat schuldgevoel is sterker naarmate er minder of geen positieve gevoelens in het vrijspel waren, of als de geheime fantasieën extremer waren. Vanuit die schuldgevoelens ontstaan na korte tijd weer nieuwe dwanggedachten aan seks. En zo is de verslavingscirkel rond.

Het grappige is dat de hormonen deze dwanggedachten vaak niet kunnen bijbenen, waardoor er niet zozeer sprake is van een spontaan seksueel verlangen als wel van een soort gemis aan seksueel verlangen, waaruit een aandrang voortvloeit om ‘zin’ te krijgen. Daarin voorziet dan de seksindustrie. Als de eigen fantasie niet meer in staat is om de hormonen in actie te krijgen, zijn daar de minder of meer expliciete afbeeldingen en vertoningen van de geslachtsdaad, of van de lustobjecten die daarvoor in de fantasie gebruikt kunnen worden.

Als de opwinding eenmaal tot stand is gebracht, moet die natuurlijk ook weer bevrijd worden via het orgasme. Voor wie dat een keer niet zelf wil doen, en geen partner beschikbaar heeft, zijn daar de prostituees. Hoe reëel de geslachtsdaad ook is die daar verricht wordt, hij dient slechts ter ondersteuning van de seksuele fantasie en het bereiken van een orgasme. Daarna stort de hele illusie in, en rest slechts het meer of minder vage schuldgevoel.

 

Hoe kom je van een seksverslaving af? De eerste vereiste is natuurlijk dat je ervanaf wílt. Ik denk dat er vrij veel mensen zijn die een min of meer dwangmatig seksleven hebben, maar daar niet zoveel last van hebben omdat ze met een zekere regelmaat ook telkens weer even van de aandrang verlost worden, hetzij in een relatie, hetzij met behulp van een of meer vriendschappelijke sekscontacten. Er zijn zelfs mensen die zich tevredenstellen met een wekelijks pornofilmpje en een bezoekje aan een prostituee. Ik heb daar geen oordeel over, maar vermoed wel dat er in de laatste gevallen sprake is van angst voor afwijzing en angst voor binding. En dat er dus een zekere gewenning is opgetreden aan een psychisch beknellende toestand.

Maar stel dat je van jezelf vindt dat je seksuele leven te dwangmatig is, wat kun je daar dan aan veranderen? De oplossing ligt niet in het jezelf verbieden van wat dan ook. De vicieuze cirkel van de verslaving moet niet doorbroken worden aan de kant van de seksuele fantasieën en handelingen, maar aan de kant van het schuldgevoel en de zelfafwijzing. Kijk naar je negatieve geloof, en naar de uitwerking daarvan op je seksuele opvattingen. En als je dan kijkt naar je houding tegenover seks, kijk dan niet naar de maatschappelijk aanvaarde en politiek correcte opvatting ‘alles moet kunnen’, die je ongetwijfeld ook gebruikt om je schuldgevoel te bestrijden. Kijk naar je diepere gevoelens over seks, je seksuele aandrang, je seksuele fantasieën, je automatische reacties op het zien van een aantrekkelijke voorbijganger. Kijk goed naar die diepverborgen afwijzing die daar zit. Kijk hoe je achter dat ‘alles moet kunnen’-gedrag je hele leven al met deze verborgen afwijzing van je eigen seksualiteit rond hebt gelopen. Bij sommigen heeft die zelfafwijzing een religieus tintje en wordt seksualiteit als zondig beschouwd. Anderen vinden het dierlijk van zichzelf, of beestachtig. Kijk heel goed en zonder oordeel naar deze zelfafwijzing. En zie dat het een illusie is, die zijn energie ontleent aan jouw eigen verzet ertegen.

Als je een vaste vrijpartner hebt, begin dan te praten over dit fundamentele zelfonderzoek. Vertel de ander over je schaamte, je zondegevoelens of je zogenaamde beestachtigheid. Vertel het zonder oordeel; het zijn slechts oude en automatische patronen. Er is geen enkele reden om je te schamen voor die schaamte, je schuldig te voelen over die schuldgevoelens. Vertel over je fantasieën, niet omdat je ze per se werkelijkheid wilt maken (hoewel dat natuurlijk wel leuk is als je partner ze ook spannend vindt), maar gewoon omdat het jouw fantasieën zijn en er niets verkeerds aan is.

Als je hier een tijdje mee bezig bent, zul je merken dat de beklemming en de dwangmatigheid afnemen. Ben je verslaafd aan prostituees, dan zal je kijk hierop helderder worden en zul je op een bepaald moment besluiten er definitief mee te stoppen. Seks bij een prostituee is immers zo beladen met afwijzing en ongelijkwaardigheid dat een beetje positief gevoel over jezelf genoeg is om hiermee op te houden. Je kunt veel beter aan de rest van je verslaving werken bij een vrijwillige en gelijkwaardige partner, vooral een met wie je kunt praten.

Uiteindelijk zul je ervaren dat seks het allerleukst is als je – volkomen onbelast door schuld of schaamte – kunt uiten wie je werkelijk bent, en wat je op het moment zelf voelt voor je partner en jezelf.

 

10 – Relatieverslaving

 

Hoewel de principes van een relatieverslaving zich kunnen voordoen in elk soort relatie, tussen familieleden, vrienden, ouders en hun kinderen, of zelfs binnen een werkrelatie, zijn ze het duidelijkst zichtbaar bij wat wel de ‘liefdesrelatie’ genoemd wordt. Daarbij is het heel moeilijk om aan te geven waar de normale patronen van afhankelijkheid en verlatingsangst overgaan in verslavingspatronen. Want in elke relatie ontstaan na een tijdje afhankelijkheid en het streven om die relatie in stand te houden. Zolang die afhankelijkheid wederzijds is en dat streven niet ten koste gaat van de eigen integriteit, is er geen sprake van een echte relatieverslaving. Die ontstaat pas als de angst voor afwijzing of verlating zo sterk is dat hij toegedekt moet worden door een patroon van wederzijdse geruststellingen. In zo’n relatie wordt bij geschilpunten niet meer onderhandeld, en er is geen sprake van het sluiten van compromissen, noch van het laten bestaan van geschilpunten. Al deze opties zouden te veel de verborgen verlatingsangst oproepen. In plaats daarvan ontstaat een subtiele wisselwerking, die er, meestal zonder dat de partners dit zelf doorhebben, toe leidt dat beiden in meer of mindere mate delen van hun identiteit moeten amputeren teneinde de ander gerust te stellen. In plaats van een samenwerking tussen twee duidelijke zelfstandige identiteiten ontstaat er steeds meer een diffuse gezamenlijke identiteit. Beide partners hebben de voor de ander bedreigende delen van hun identiteit verdrongen en compenseren dit gemis met een sterke relatie-identiteit. In plaats van een ik-gevoel gaat steeds meer een wij-gevoel overheersen. Als de verdrongen gedeeltes al eens de kop opsteken, dan worden ze niet langer gezien als rechtmatige onderdelen van de eigen identiteit, maar veroordeeld als symptomen van de eigen slapheid, stomheid of slechtheid.

Zo was Jaap in zijn versierperiode, voor hij Christianne kende, ook een verdienstelijk popmuziekant. Maar binnen de relatie amputeerde Jaap zijn muzikant-identiteit omdat deze voor Christianne bedreigend was vanwege de associaties met het uitgaansleven en het bijbehorende versiergedrag. Muziek maakte hij ten slotte alleen nog voor de kindertjes. De verlangens die hij heel af en toe voelde om weer eens een band te beginnen, veroordeelde hij als oprispingen van een oude kwaal.

Eigenlijk zie je in een verslavende relatie een afspiegeling van het negatieve geloof: uit angst voor een afwijzing door de partner ontstaat een vorm van zelfafwijzing. Alle verlangens en spontane opwellingen die bedreigend zouden kunnen zijn voor de relatie, worden onderdrukt en veroordeeld. Om die reden zie je in veel afhankelijke relaties de ruimte voor aparte bezigheden steeds kleiner worden, totdat deze helemaal verdwenen is, of teruggedrongen tot één avondje biljarten voor hem, of een avondje zingen op een koor voor haar. Deze laatste bolwerkjes van de eigen identiteit worden vaak krampachtig in stand gehouden, ten koste van steeds meer andere gebieden van de eigenheid. Ook de aparte vriendenkringen veranderen geleidelijk. Vriendschappen houden alleen stand als ze voor beide partners acceptabel zijn, zodat de oorspronkelijke sociale kringen van de beide partners verdwijnen of opgaan in een gezamenlijke vrienden- en kennissenkring.

Ook het alleen zijn, net als samenzijn een van de basisbehoeften van elk mens, wordt binnen een verslavende relatie vaak als bedreigend opgevat. Zelfs de behoefte aan alleen zijn wordt vaak gezien als iets slechts, want je bent toch gelukkig samen? Omdat in een druk bestaan het alleen zijn vaak de laatste mogelijkheid is om weer in contact te komen met je diepere gevoelens en waarden, levert dit taboe een chronische vervreemding van die gevoelens en waarden op.

Ook op buitenechtelijke seks rust binnen een verslavende relatie doorgaans een zwaar taboe. Niet zozeer omdat vreemdgaan als ongewenst wordt beschouwd, want dat is ook in veel gezonde relaties wel het geval. In een verslavende relatie is vreemdgaan echter niet alleen een verstoring van de relationele intimiteit, het levert bovendien een totale ineenstorting op van de gezamenlijke ‘wij-identiteit’. De relatie komt meteen zwaar onder druk te staan, waarbij vooral de ‘bedrogen’ partner in een diepe identiteitscrisis terechtkomt. Alleen als het een incidentele gebeurtenis betreft en de vreemdgaande partner zwaar voor zijn misstap boet, kan de relatie nog op de oude voet verder gaan. Maar als er sprake is van een langduriger buitenechtelijk contact, dan is de relatie vaak definitief ontwricht. Al is het alleen maar omdat de wederzijdse afhankelijkheid niet meer in evenwicht is. De partner met een buitenechtelijke relatie heeft immers zijn of haar afhankelijkheid verdeeld over twee personen, en staat daardoor tegenover elk van deze twee relatief onafhankelijker.

In een verslavende relatie is niet alleen het vreemdgaan zelf taboe, maar ook de gedachte aan of zelfs de fantasie over het vreemdgaan. De partners zullen deze gedachten en fantasieën dan ook niet uitspreken, en bovendien bij zichzelf veroordelen. Zoals we eerder al zagen, veranderen gedachten die veroordeeld worden vaak in dwanggedachten, en het ligt voor de hand om te veronderstellen dat vreemdgaan, mits stiekem, juist het meest frequent voorkomt binnen verslavende relaties.

 

De manier waarop een verslavende relatie zich ontwikkelt via de verschillende relatiefasen zou je kunnen omschrijven als ‘de vlucht naar voren’. Als er na een tijdje verkering spanningen ontstaan, wordt besloten om te gaan samenwonen. Dit heet dan ‘investeren in de relatie’. Tijdens de volgende relatiecrisis wordt misschien besloten om een officiële bruiloft te gaan houden. En ten slotte is daar de meest desastreuze methode om de volgende crisis te bezweren: ‘Laten we een kind nemen!’

Elke stap in deze reeks is eigenlijk bedoeld als geruststelling van de angst om door de ander verlaten te worden. Elke stap vormt een verdere afbraak van de eigen identiteit en zelfstandigheid van de beide partners. Daardoor worden ze steeds afhankelijker van elkaar. Hoe zwakker immers de eigen identiteit wordt, hoe angstiger je wordt voor verlating en eenzaamheid, en hoe meer behoefte je hebt aan toedekking van die angst in de schijnbare veiligheid die de relatie biedt.

 

Want ook in deze verslaving biedt het verslavende middel slechts de schijnbare oplossing van het probleem waarvoor je het aanwendt. De veiligheid van de relatie is slechts schijnbaar, juist door alle concessies die de partners doen op het gebied van hun zelfstandigheid om die veiligheid te creëren. In feite levert de afhankelijkheid van de ene partner het gevoel van veiligheid voor de andere en andersom.

Maar met de toename van dit veiligheidsgevoel vermindert dus tevens het respect voor de ander, dat immers juist gekoppeld is aan diens zelfstandigheid en uniciteit. De intense bevrediging in de beginfase van de relatie over het feit dat de ander van je houdt, vloeit voort uit het feit dat de ander dat vrijwillig doet, vanuit een relatieve zelfstandigheid. Deze bevrediging wordt nu gaandeweg opgeofferd aan de behoefte tot vasthouden, tot zeker stellen van dit geluk. Maar hoe ironisch is de psychische natuur van de mens: hoe meer het geluk met zekerheden omgeven wordt, hoe minder het nog bevredigt.

De ‘veilige’ relatie wordt steeds beknellender, en zorgt uiteindelijk voor zijn eigen ondergang. De angst voor verlating is zelfvervullend, en via een buitengewoon pijnlijk afbraakproces zullen de partners zich uiteindelijk bevrijden uit elkaars verstikkende afhankelijkheid. Om heel vaak binnen korte tijd eenzelfde soort relatie te beginnen met een ander.

 

Het is duidelijk dat iemand die in een verslavende relatie zit, een sterke angst voor afwijzing en verlating heeft. Deze angst stamt natuurlijk uit de jongste jaren van je leven, waarin immers ook via afwijzing het negatieve geloof tot stand gekomen is, plus de bedekking ervan door middel van de eigen identiteit. Vaak worden we dan ook verliefd op iemand die bepaalde overeenkomsten heeft met de afwijzende ouder.

Standaard is het voorbeeld van de vrouw met een emotioneel geblokkeerde vader, die telkens verliefd wordt op emotioneel geblokkeerde mannen. Het is alsof we in onze relatie de afwijzing ongedaan willen maken die we van onze ouders hebben ondergaan. Tevergeefs natuurlijk, want die afwijzing heeft in het verleden plaatsgevonden, en zit allang in onze eigen identiteit ingebakken. Maar door het zoeken naar het ongedaan maken van die afwijzing, ontstaan telkens herhalingen van die afwijzing. Door ons daartegen in te dekken, door middel van het vastklampen aan de schijnbare veiligheid van de afhankelijke relatie, versterken we juist die afwijzing. We wijzen in feite onszelf af door bepaalde onderdelen van onze identiteit te amputeren en ons gevoel van eigenwaarde en onafhankelijkheid te ondermijnen. En dit alles om ons te koesteren in de schijnbare veiligheid van de relatie. Die hierdoor vaak op iets langere termijn ook nog stukloopt.

Hoe ironisch is ons gedrag! Door ons te verzetten tegen de pijn van de afwijzing, houden we deze in stand en creëren we telkens opnieuw afwijzing en zelfafwijzing. Door ons vast te klampen aan de warmte en veiligheid van de liefde, vernielen we deze en veranderen we veiligheid in beknelling, warmte in verstikking. Waarom doen we dit toch?

 

De angst voor afwijzing en verlating is in wezen een zelfafwijzing, en daarmee een consequentie van het negatieve geloof. De positieve waardering van onszelf hebben we uitbesteed aan de geliefde, en zolang die mij maar lief vindt, gaat alles goed. Daarachter zit een uiterst negatieve waardering van mezelf, die aan de oppervlakte dreigt te komen op het moment dat de geliefde mij dreigt af te wijzen. Maar die negatieve zelfwaardering is in wezen zelf een illusie die aangeleerd is tijdens de jongste jaren van mijn leven, en die zijn kracht ontleent aan mijn pogingen om hem te bedekken of te verdringen.

Dit verklaart in wezen de ironie van ons gedrag: we verknallen ons geluk en verlengen onze ellende, omdat we de illusie van ons tekortschieten tot werkelijkheid verheffen door ervoor te vluchten. Het zijn lege gedachten die automatisch voortvloeien uit onze opvoeding en die als gedachtepatroon deel uitmaken van onze identiteit, maar die door ons verzet ertegen versterkt worden tot een gevoel, een dwangmatigheid, een obsessie. Hoe kun je deze negatieve spiraal omkeren?

 

Een relatieverslaving heb je meestal met z’n tweeën. Om eruit los te komen kun je het beste tot een soort samenwerking met je partner komen. Die zou om te beginnen dit boek ook kunnen lezen. Als je gezamenlijk besluit om te gaan werken aan je zelfstandigheid, is er een goede kans dat de relatie niet stukloopt, en zelfs een ongekende bloei gaat doormaken.

Maar laat een eventueel besluit niet afhangen van de medewerking van je partner. Jouw streven naar zelfstandigheid kan ook als heel bedreigend worden opgevat en bij voorbaat afgewezen worden. Het belangrijkste is dan dat je je partner zoveel mogelijk geruststelt door duidelijk te maken dat jouw streven naar zelfstandigheid geenszins betekent dat je een eind aan de relatie wilt maken, maar dat je integendeel juist streeft naar een betere relatie. Hoe dan ook, rustiger zal je relatie in eerste instantie niet worden. De wederzijdse angsten zijn diepgeworteld, en je zult met veel begrip en respect voor elkaar en jezelf te werk moeten gaan.

 

De eerste stap op weg uit een relatieverslaving is praten. Niet om kritiek op de ander te uiten of om de ander te veranderen. Maar gewoon om te uiten waar je bang voor bent, welke gevoelens van beknelling je hebt, welke gedachten je slecht vindt van jezelf. Door hierover te vertellen doorbreek je je eigen negatieve oordeel over deze gedachten en gevoelens. Probeer nooit je eigen moeilijkheden op te lossen door de ander te willen veranderen. Praat met elkaar over alles, vanuit de grondgedachte dat er niets verkeerds is aan wie je werkelijk bent, en dat alle negatieve gevoelens over jezelf slechts voortvloeien uit een illusie. Heb je nog oude lijken in de kast, ruim die dan ook meteen op. Nooit opgebiechte slippertjes, hoe ‘onbelangrijk’ ook, blijven de helderheid van een relatie verstoren.

 

Een heel eenvoudige techniek om je relatie weer open en helder te krijgen, is de volgende oefening. Je doet hem elke dag voor het slapen gaan. Het gaat heel simpel: eerst vertel je om beurten wat je moeilijk vond die dag, wat niet lekker liep, waar je je geremd hebt gevoeld; kortom, wat werkte er niet? De ander gaat niet in discussie, geeft geen commentaar, luistert alleen en vraagt zo nodig om verduidelijking. Als beiden aan de beurt geweest zijn, volgt een rondje over wat juist heel goed ging, wat je leuk vond, wanneer je jezelf heel goed voelde; kortom, wat werkte er wel?

Als je allebei je zegje gedaan hebt, volgt een afsluitend rondje waarin je in enkele woorden vertelt hoe je jezelf op dit moment voelt of wat op dit moment erg belangrijk is; kortom, wat draag je bij je, of wat is er nu? Deze laatste ronde gaat om een directe waarneming van het hier en nu binnen in je. Ook hierop wordt door de ander geen commentaar gegeven.

Deze verhelderingsoefening hoeft maar een paar minuten te duren, maar heeft – als je hem elke dag doet – een enorme positieve invloed op de helderheid van je relatie. In feite is dit de beste medicijn tegen een relatieverslaving: eerlijkheid. Ruim alle shit die je verborgen hebt gehouden op, er is werkelijk niets waar je je voor zou moeten schamen. Bedenk dat relaties nog nooit zijn stukgelopen vanwege eerlijkheid. Of anders gezegd: als je iets geheimhoudt uit angst voor het beschadigen van je relatie, beschadig je de relatie, en versterk je je eigen negatieve geloof over jezelf.

 

Ik realiseer me dat je een heel boek kunt volschrijven over hoe je een verslavende en beknellende relatie kunt ombouwen tot een harmonieuze relatie van zelfstandige partners. Bij de meeste andere verslavingen zijn helder inzicht in de werking van het negatieve geloof en een besluit om de verslaving los te laten voldoende om de ellende achter je te laten.

In zekere zin is dat bij een relatieverslaving ook het geval. De erkenning dat je relatie geen doel op zichzelf is, maar een middel om heel oude gedachtepatronen en zelfafwijzingen te leren loslaten, kan van een statische, verstikkende relatie in één klap een open en dynamische relatie maken. Alleen zullen daarin de oude patronen telkens weer de kop opsteken. Telkens opnieuw zul je met jezelf aan de slag moeten, telkens opnieuw zul je moeten praten met elkaar. Maar telkens ook zul je ervaren dat je binnen je relatie steeds onafhankelijker wordt, steeds meer eigenwaarde krijgt, en steeds meer liefde gaat voelen voor de ander en voor jezelf. Liefde gedijt toch echt alleen in vrijheid. Als je dat samen met je partner als uitgangspunt kunt nemen, en je ziet dat vrijheid het tegenovergestelde is van vrijblijvendheid, dat vrijheid ook een nieuw soort veiligheid in zich draagt, dan kun je samen een fantastische nieuwe relatie opbouwen.

 

Het beëindigen van een relatie is doorgaans niet het beste middel om een relatieverslaving te beëindigen. Bij een volgende relatie zullen dezelfde problemen in een andere vorm opnieuw de kop opsteken. Het gaat immers niet om het veranderen van partner, maar om het veranderen van de manier waarop je een relatie hebt. Zolang het mogelijk is, gebruik dan de problemen in je huidige relatie om jezelf te bevrijden van je negatieve geloof.

Maar ja, soms loopt het toch mis. Iemand wordt verliefd op een ander, of de ander kan bepaalde vrijheden niet accepteren. Soms kun je dan beter uit elkaar gaan. Als dat gebeurt in onderling overleg, met begrip voor elkaar, en met de mogelijkheid om samen verdriet te hebben over het uiteengaan, dan hoeft het stuklopen van de relatie geen mislukking te zijn. Dan kan het zelfs de basis zijn van een nieuwe manier om relaties aan te gaan: vanuit zelfrespect en waardering voor jezelf, niet vanuit je negatieve geloof over jezelf.

Misschien zul je tot je verbazing zelfs merken dat het leven ook zonder relatie heel zinvol en aangenaam is. En dat besef kan je weer helpen je zelfstandigheid te bewaren als je ooit weer aan een relatie begint. Uiteindelijk is elke relatie die je hebt in je leven een afspiegeling van de relatie die je hebt met jezelf. En daarover gaat eigenlijk dit hele boek.