20

 

ALLEDAAGSE VERSLAVINGEN

 

 

 

 

Verslavingen heb je in alle soorten en maten, eigenlijk net als mensen zelf. Ze verschillen in de mate van destructiviteit en het schuldgevoel daarover. Als een gewoonte niets te maken heeft met vluchten of compenseren en er zit geen enkele vorm van destructiviteit in, dan ontbreekt meestal ook het schuldgevoel over die gewoonte. En zonder schuldgevoel (of een andere vorm van zelfafwijzing) ontstaat er geen dwangmatigheid. Nagelbijten wordt pas verslavend zodra je het stom van jezelf vindt, of slap dat je het niet kunt laten, of als je je ergert aan je afgekloven vingers. Anders is het gewoon een automatisme, zoals andere mensen om de paar tellen hun bril omhoogduwen, of gedachteloos met een pen in hun hand zitten te spelen.

 

Een alledaagse verslaving begint soms als een onschuldige bezigheid, een gedachteloze gewoonte, een vanzelfsprekendheid. Laten we een van de meest voorkomende alledaagse verslavingen eens nader bekijken: de tv-verslaving. De Nederlander kijkt gemiddeld enkele uren per dag naar de tv, waarbij het zwaartepunt in de avonduren ligt. Dat is op zich geen enkel probleem voor wie dat de leukste manier vindt om de avond door te brengen. Voor een deel van de tv-kijkers echter sluimert onder deze gewoonte een onvrede, waardoor deze het karakter krijgt van een verslaving. Die onvrede is het vertrekpunt van de verslaving, en kan betrekking hebben op je werk, je relatie of juist het ontbreken van een relatie, je huis, je tuin die al weken gespit moet worden, of de badkamer die eigenlijk een schoonmaakbeurt nodig heeft. In feite is er onvrede met jezelf. Je hebt behoefte om aan die onvrede te ontsnappen, om iets te doen waardoor je gedachten afgeleid worden. De televisie is een ideaal middel. Je zult op tv zelden een film of documentaire zien die je confronteert met je eigen onvrede, bijvoorbeeld door je de vraag te stellen of je eigenlijk wel echt tv wilt kijken. Op tv verschijnen geen spotjes met: ‘Geniet, maar kijk met mate’, of: ‘Televisie kijken maakt meer kapot dan je lief is’, of: ‘Vindt u dit echt nog interessant?’ Als hij eenmaal aanstaat, zorgt de tv zelf wel voor de reden om het uitzetten nog even uit te stellen. Soms door een boeiend gesprek, een spannende film of een schilderachtige documentaire. Maar meestal door het opwekken van een lichte irritatie, met behulp van een effectief gebruik van ingrediënten als onbenul, truttigheid, meligheid, gemakzucht, hijgerigheid, voyeurisme, wansmaak, moralisme, leedvermaak, botheid, zelfverheerlijking, infantiliteit of een ingenieuze combinatie hiervan. Deze lichte irritatie zorgt er juist voor dat je de tv niet uitzet: je onvrede over de verspilde kijktijd zou dan opgeteld worden bij de onvrede die je met de tv juist wilt ontvluchten. Dus blijf je wachten op de humoristische wending in het saaie gesprek, de spannende ontknoping van een voorspelbare film of de scherpe terechtwijzing van een arrogante politicus. Het is als in de rij staan bij het postkantoor: hoe langer je staat te balen in de rij, hoe kleiner de kans dat je eruit wegloopt, want dan heb je al die tijd immers voor niks staan wachten. Zo ook bij tv-kijken: hoe langer je al wacht op iets moois, hoe langer je blijft wachten op een legitimatie voor het lange wachten. Of je gaat zappen. Langs alle kanalen zoek je naar iets spannends, iets leuks, iets erotisch, iets ontspannends, iets om je aandacht even af te leiden van de tijdverspilling waar je in ronddraait. Het is immers nog te vroeg om naar bed te gaan, maar al te laat om nog aan iets zinnigs te beginnen. Zo sleept de tv-verslaafde zich voort langs programma’s en kanalen, totdat het laat genoeg is om te gaan slapen. Is de tv eindelijk uitgezet, dan is er soms even dat besef: ‘Weer een verspilde avond.’ Maar het is te laat om daar nu iets aan te veranderen, dus gauw naar bed.

 

Laat ik nog eens benadrukken dat iedereen natuurlijk geheel vrij is om zijn avonden door te brengen op de manier die hij of zij het prettigst vindt. En dat sommige mensen heel tevreden zijn met de tv als dagelijks gezelschap. Een meer of minder zwaar probleem wordt tv-kijken pas als er onvrede aan ten grondslag ligt, waardoor de tv-kijker zichzelf steeds passiever en zijn leven steeds leger gaat vinden. En daardoor de tv steeds harder nodig heeft om de lege tijd te vullen. Onvrede met je eigen manier van leven levert meestal boosheid op over je eigen passiviteit. Je voelt je niet in staat om er iets aan te veranderen. Zo houdt een tv-verslaving vooral het negatieve geloof ‘ik ben slap’ of ‘ik ben lui’ in stand.

 

Veel jongeren zijn verslaafd aan computerspelletjes. Het verschil met tv-kijken is dat je bij een computerspelletje zelf invloed hebt op wat er gebeurt. Je kunt je identificeren met een hoofdpersoon die alle eigenschappen heeft die je zelf denkt te missen: sterk, handig, moedig, aantrekkelijk, succesvol, noem maar op. Bovendien geeft het spel je op een prikkelende manier feedback: ga je ten onder in de eerste ronde of in je ‘eerste leven’, dan ben je een sukkel, een loser. Door echter veel te spelen, word je steeds beter, en vallen eer en roem je ten deel, ook van de zijde van je leeftijdgenoten met of tegen wie je speelt. Het gevoel van macht (een druk op de knop en er vallen tien vijanden dood neer) en succes (het twintigste niveau gehaald!) zijn de verslavende factoren in het computerspel. Hoe machtelozer een jongere zich voelt, hoe meer hij zich gaat bekwamen in het computerspel. Dat levert een surrogaatgevoel van eigenwaarde op, waar je overigens heel weinig aan hebt als je een baan zoekt, of een partner. De spelverslaving versterkt juist het gevoel van incompetentie, en is dan ook vaak verbonden met het negatieve geloof: ‘Ik kan niks goed’, of ‘Ik ben niet goed genoeg.’

De computerspelverslaving gaat bij de meeste jongeren vanzelf over, soms omdat ze verslaafd raken aan drugs, seks, alcohol, een relatie of een combinatie hiervan. Soms omdat ze er gewoon overheen groeien, hun computerhandigheid benutten voor zaken die geld opleveren, of de werkelijkheid boeiender gaan vinden dan de computerfantasiewereld.

 

Een andere eigentijdse verslaving is ontstaan met de opkomst van internet. Dit medium creëert weer een heel nieuwe illusie, namelijk die van het vervagen van alle beperkingen van plaats en tijd. Voorzover je internet gebruikt als een hulpmiddel bij studie of werk, is daar overigens weinig illusoirs aan. Het is hartstikke gemakkelijk om over elk denkbaar onderwerp overal artikelen vandaan te kunnen halen en informatie met anderen uit te wisselen. De illusie ontstaat pas zodra Internet gebruikt wordt als compensatie voor een of ander persoonlijk gemis, al is het maar een gemis aan zinvolle tijdsbesteding. Zodra je ’s avonds uren aan het surfen bent over websites in de hele wereld om te zien wat er allemaal te vinden is over de film Star Wars, of welke informatie je krijgt als je ‘prikkeldraad’ als zoekopdracht geeft, of wie er allemaal de Mount Everest hebben beklommen, krijg je ongeveer dezelfde symptomen als bij tv-kijken: uitzetten van de computer wordt moeilijker naarmate je langer bezig bent om iets heel leuks of spannends of origineels te vinden.

Nog sterker wordt dat effect als je Internet gebruikt als een anoniem en intiem communicatiemedium. Het met wildvreemde mensen babbelen (‘chatten’) over de meest uiteenlopende en intieme onderwerpen, creëert een merkwaardig soort illusie van samenzijn. Sommige mensen worden zelfs verliefd op zo’n babbelpartner, terwijl er niet eens zekerheid is of die persoon wel heet zoals hij zich noemt en van het geslacht is dat hij of zij opgeeft. Uren worden gevuld met het heen en weer zenden van boodschapjes, zonder te doen wat het meest voor de hand ligt: de telefoon pakken en rechtstreeks met elkaar praten. Juist die totale anonimiteit geeft een zekere spanning en opwinding aan het contact, maar maakt de intimiteit tot een surrogaat, een illusie die het gebrek aan werkelijke intimiteit in je leven moet compenseren. Durf je in de chatbox over je diepste verlangens en fantasieën te spreken en in werkelijkheid niet? Dan is je openheid een illusie die je werkelijke geslotenheid moet compenseren. Durf je in de chatbox recht voor z’n raap te zeggen wat je ergens van vindt en in werkelijkheid niet? Dan zijn je eerlijkheid en directheid een illusie die je werkelijke geremdheid moet compenseren. Daar komt dan ook dat lege gevoel vandaan nadat je urenlang gesurft of gechat hebt. Zodra je de computer uitzet, ben je weer alleen met je werkelijke zelf, althans met wie je denkt dat je werkelijk bent. Die misvatting over wie je werkelijk bent, vloeit voort uit je negatieve geloof, en daar sla je voor op de vlucht. Waardoor dat geloof juist weer versterkt wordt.

Een verslaving aan anonieme surrogaatcontacten op Internet kan bijvoorbeeld een vlucht zijn uit het negatieve geloof: ‘Ik ben niet goed genoeg.’ Met zo’n geloof over jezelf is anonimiteit immers een bescherming tegen de angst voor afwijzing door anderen. En daarmee een versterking van je zelfafwijzing. Eigenlijk zeg je tegen jezelf: ‘Anderen willen alleen met me communiceren als ze me niet zien, en niet weten wie ik werkelijk ben.’ Dat is het gevoel over jezelf waaraan je met deze verslaving probeert te ontsnappen. En dat is het gevoel dat door deze verslaving versterkt wordt. Zo is de verslavingscirkel weer rond.

 

Dit circulaire patroon van willen ontsnappen aan iets negatiefs en het daardoor juist versterken, lijkt wel doorgedrongen in de meest elementaire gewoontes in het menselijke leven. Het komt voor in onze relaties, in onze seksualiteit, in onze eetgewoontes, en in de manier waarop we onze vrije tijd doorbrengen. Zijn we hier misschien een fundamenteel patroon op het spoor, iets dat het begrip ‘verslaving’ in de traditionele betekenis verre overstijgt? Wat is het dat het verschijnsel verslaving ons probeert duidelijk te maken over onszelf? Het wordt tijd om alle verslavingsvoorbeelden eens bij elkaar op te tellen en te kijken welke conclusies we eruit kunnen trekken. Het wordt tijd om te gaan oogsten. Lees verder en begin met het omzetten van beknelling in ruimte, angst in opluchting, illusie in werkelijkheid! Pluk de vruchten van je verslaving!