JAN GEURTZ

 

HET EINDE VAN DE OPVOEDING

 

 

 

Jan Geurtz laat in dit boek zien dat de crisis in de opvoedkunde, maar vooral ook in de dagelijkse praktijk van het opvoeden, veroorzaakt wordt door een fundamentele fout in ons basisprincipe van het opvoeden. Terwijl we ons als ouders verantwoordelijk voelen voor het latere levensgeluk van onze kinderen, zijn we juist bezig hun huidige en toekomstige geluk te dwarsbomen. Het einde van de opvoeding confronteert ouders met het fatale mechanisme om hun eigen jeugdproblemen te corrigeren in de opvoeding van hun kinderen, waarmee ze op een dieper niveau hun blokkades en beknellingen juist aan de volgende generatie overdragen.

Het boek laat zien dat de oorzaak van dit verschijnsel gelegen is in de ontwikkeling en de structuur van onze identiteit. Dit is de mentale constructie die elk kind tijdens de eerste tien jaar van zijn leven aanleert, en die uit een aantal schillen of lagen bestaat die elkaar in stand houden. Het herkennen van deze schillen is de eerste stap in het jezelf losmaken van de beknellende patronen die je in je jeugd hebt aangeleerd.

Nadat het ontstaan en de werking van de menselijke identiteit op een heldere wijze is uiteengezet, wordt duidelijk gemaakt hoe het opvoedingsparadigma een onderdeel is van de ouderlijke identiteit. Daaruit vloeit de drang voort om het kind te sturen en te dwingen in de richting van een ideaalbeeld dat de ouders hebben ontwikkeld als bedekking van de negatieve gevoelens die ze in hun eigen jeugd hebben aangeleerd. Hierdoor ontstaan bij het kind juist allerlei remmingen en blokkades die verhinderen dat het zijn natuurlijke en spontane eigenschappen tot ontwikkeling brengt. Zo dragen ouders door de bedoeling van het tegendeel hun eigen blokkades over op hun kinderen.

In het boek wordt op verbluffend simpele wijze uiteengezet waar de eigentijdse roep om meer normen en waarden vandaan komt. Tevens wordt aangetoond dat dit een van de meest catastrofale vergissingen is van het oude opvoedingsparadigma. Dat blijkt al uit het in één adem noemen van twee totaal verschillende zaken. Waarden zijn eigenschappen die rechtstreeks voortvloeien uit onze natuurlijke staat van zijn, zoals bijvoorbeeld liefde, compassie, eerlijkheid, moed, trouw, kracht, vertrouwen, kwetsbaarheid, altruïsme, creativiteit, spontaniteit. Elk mens heeft deze eigenschappen, maar ze zijn in meer of mindere mate geremd of geblokkeerd door normen. Waarden zijn werkelijk, maar omdat we dat niet weten of er onvoldoende op durven vertrouwen, bedenken we normen. Waarden zijn onze natuur, normen zitten in onze identiteit, met name in de tweede schil: de regels waaraan we moeten voldoen om ons waardevol te kunnen voelen. Normen creëren hun eigen bestaansrecht: hoe meer je probeert jezelf of anderen aan allerlei normen te laten houden, hoe sterker de druk wordt om er juist tegenin te gaan. Dat leidt tot uitbarstingen van normoverschrijding die weer aanleiding zijn om de normen te verscherpen of de druk om je eraan te houden op te voeren. Ondertussen raak je steeds meer vervreemd van je natuurlijke waarden, worden je identiteit en je normen harder, het aantal normoverschrijdingen wordt groter en de roep om meer normen en waarden luider. Waarden kun je dus sowieso niet aanleren. Maar hoe minder je kinderen opvoedt in allerlei normen, hoe meer ze zullen gaan leven vanuit hun natuurlijke waarden.

Met veel praktijkvoorbeelden en humor laat Jan Geurtz zien dat er een totaal andere manier van omgaan met kinderen mogelijk is, niet langer belast met de zware plicht tot opvoeden en controleren van iets wat van nature niet opvoedbaar en controleerbaar is, waardoor er een enorme ruimte ontstaat voor liefde en openheid, en een toename van het toekomstige én het huidige levensgeluk van kinderen en hun ouders.

Dit boekje is geschreven in een heel persoonlijke stijl waarin ouders rechtstreeks aangesproken worden. Een fragment:

 

Er kleeft een gevaar aan elke theorie over opvoeding: dat het je alleen maar opzadelt met allerlei mooie idealen waar je telkens niet aan kunt voldoen. Dit boekje zou onbedoeld hetzelfde effect kunnen hebben, als je het te veel zou opvatten als een weergave van ‘de enige goede manier’. In feite wil ik juist laten zien dat we als ouders de meeste problemen veroorzaken door onze ideeën over hoe je moet opvoeden. Het is heel begrijpelijk dat je je kinderen wilt opvoeden naar jouw eigen beeld van wat goed en mooi en waardevol is. Het resultaat van zo’n opvoeding is echter vaak tegengesteld aan wat je ermee wilde bereiken. Je hebt zelf de belangrijkste ontdekkingen in je leven misschien ook eerder ondanks dan dankzij je ouders gedaan, dus kun jij als ouder beter een stapje terug doen en je kind de ruimte geven om zelf te ontdekken wat het meest waardevolle in het leven is. Alles wat je je kind zou willen aanleren op het gebied van waarden en mooie eigenschappen, wordt juist door dat aanleren een surrogaat, een dressuur, een remming, een blokkade van die natuurlijke waarden en eigenschappen. Anderzijds, alle waarden en mooie eigenschappen die je zélf hebt weten te realiseren, hoef je niet over te dragen op kinderen, want die nemen ze vanzelf als voorbeeld en inspiratie. Niet zozeer omdat jij hun vader of moeder bent, maar omdat niets zo overtuigend is en zo aanstekelijk werkt als het geluk dat voortvloeit uit je natuurlijke staat van zijn.

 

Het einde van de opvoeding is bedoeld voor ouders en beroepsopvoeders, maar ook voor oudere kinderen, en eigenlijk voor iedereen die nog wel eens hinder ondervindt van zijn eigen opvoeding.