12
RELATIEVERSLAVING
Relatieverslaving is waarschijnlijk de meest voorkomende verslaving in onze westerse cultuur. Hij is – mede daardoor – ook het minst opvallend. Een relatieverslaving vloeit direct voort uit een van de belangrijkste aspecten van het negatieve geloof, namelijk een fundamenteel of existentieel gevoel van eenzaamheid. In feite zorgt het negatieve geloof ervoor dat we onze natuurlijke staat van zijn opsluiten achter de diverse muren van onze identiteit: achter onze houdingen, achter allerlei denk- en gedragspatronen en achter ons imago. Bijna alles wat we doen, en zeker alles wat we min of meer automatisch doen, is gebaseerd op een vergissing, niet op wat we werkelijk zijn. Sterker nog, niet alleen alles wat we doen, maar ook alles wat we denken dat we zijn, die ingewikkelde constructie die we ‘identiteit’ noemen, is hierop gebaseerd.
Er komen in elk leven regelmatig momenten voor dat er gaten vallen in deze constructie: als er pijnlijke dingen gebeuren, als zekerheden ineens niet zo zeker blijken te zijn, bij conflicten met of verlies van belangrijke personen in je leven. Op dat moment realiseren we ons eventjes dat het beeld dat we zo zorgvuldig van onszelf in stand proberen te houden, slechts een illusie is. En wat is de meest voor de hand liggende veronderstelling wanneer een illusie in duigen valt? Inderdaad, dat dat wat erachter zichtbaar wordt – het negatieve geloof – de werkelijkheid is. Het moet dus wel echt waar zijn dat ik stom ben, of slecht, of slap of waardeloos. Juist die barstjes en gaten in de illusie van onze identiteit versterken het gevoel dat het negatieve geloof dat erachter zichtbaar wordt, werkelijk waar is. En dus doen we alles om die barstjes en gaatjes weer te dichten, om ons zelfbeeld en imago weer snel een nieuw verfje te geven. Geen wonder dat we ons soms zo pijnlijk eenzaam voelen binnen de muren van deze zorgvuldig dichtgetimmerde gevangenis. Geen wonder dat we zo’n diep verlangen koesteren naar samenzijn, naar iemand die mij niet stom vindt of slecht of slap of waardeloos, maar die van mij houdt om wat ik werkelijk ben, en die er altijd voor mij is. Geen wonder dat velen van ons verslaafd raken aan het hebben van een relatie. Ons hele leven is gebaseerd op een afwijzing van onszelf. Geen wonder dat we zo’n chronisch gemis voelen aan erkenning, aan warmte en veiligheid, aan vertrouwen en liefde. En dat we verslaafd raken op het moment dat we menen iemand gevonden te hebben die dat gemis kan opvullen. Het volgende verhaal is door mij samengesteld uit verschillende waargebeurde verhalen en dient ter verduidelijking van wat een relatieverslaving is.
Jaap en Christianne ontmoeten elkaar op een feestje bij een gemeenschappelijke kennis. Christianne is 25, getrouwd en heeft twee kinderen. Haar huwelijk heeft vanaf het begin niet lekker gelopen. Ze ‘moesten’ trouwen, zoals dat in de jaren zeventig genoemd werd als zwangerschap de aanleiding tot een huwelijk was. Het tweede kind was bedoeld om de vastgelopen relatie nieuw leven in te blazen, maar de beknelling werd er alleen maar groter door. Christianne voelt zich niet gelukkig, maar haar angst om alleen te staan met haar kinderen is zo groot dat ze toch maar berust in een middelmatig huwelijk met financiële en maatschappelijke veiligheid. Op het feestje is ze zonder haar man, die na een hevige ruzie voor enkele dagen met zijn zeilbootje vertrokken is.
Jaap is 27, woont alleen op een woonboot in het Friese merenland, tuiniert een beetje, schrijft een beetje, maakt muziek, en leeft van een bijstandsuitkering. Hij is erg eenzaam, eigenlijk al sinds de relatie die hij van zijn 17de tot zijn 20ste had, stukliep nadat hij een keer vreemd was gegaan. Jaap voelde zich daar erg schuldig over, en is sindsdien relaties uit de weg gegaan. In plaats daarvan is hij een versierder geworden, en met een bijna vaste regelmaat scharrelt hij vriendinnetjes op. Als die na enkele weken iets van verliefdheid beginnen te tonen voor Jaap, beëindigt hij het contact of scharrelt gewoon een volgende vriendin op, waarna de vorige het al snel voor gezien houdt. Jaap is hier overigens niet gelukkig mee, hij voelt zich schuldig als hij verdriet ziet bij de ander, maar hij kan het niet laten. Hij heeft een beginnende seksverslaving. Dit hoofdstuk zou verder dan ook over seksverslaving gaan, als Jaap niet op dat feestje Christianne ontmoet had.
Het klikt meteen tussen die twee. Hij is voor haar een verademing vergeleken bij de beknellende zekerheid van haar eigen huwelijk. Hij is avontuurlijk, origineel, artistiek, gevoelig, belezen, muzikaal, en kan goed luisteren.
Zij is voor hem bijzonder aantrekkelijk. Ze is namelijk zowel beeldschoon als getrouwd en moeder. Zijn versierdersinstinct ziet een fantastische verovering zonder de ellende erna om het weer uit te moeten maken. Maar terwijl zij haar hart bij hem uitstort en vertelt over haar relatieproblemen, merkt hij algauw dat ze echt niet te versieren is. Toch gaat hij haar steeds boeiender vinden. Haar zachte stem, de vertrouwelijkheid en openheid waarmee ze hem tegemoet treedt, haar kwetsbare schoonheid. Uren praten ze met elkaar, en bij het afscheid is er een beloftevolle afspraak dat ze hem nog eens komt opzoeken op zijn woonboot.
Voor Christianne breekt een moeilijke tijd aan. Ze vertelt haar man niets over deze ontmoeting, voelt zich zelfs een beetje schuldig over het feit dat ze zoveel aan Jaap moet denken, maar gaat hem niet opzoeken omdat dit te veel op vreemdgaan zou lijken, en ze is principieel monogaam. Ook voor Jaap is het niet gemakkelijk. Hij wacht met spanning of Christianne langs zal komen, wil haar dolgraag weerzien, is ook bang voor deze gevoelens en probeert ze te onderdrukken door een van zijn stabielere vrijvriendinnetjes op te zoeken.
Maar op een dag wordt het afwachten hem te machtig, hij belt haar op. Zij is blij verrast over zijn initiatief – haar man is naar zijn werk – en ze hebben een lang gesprek met elkaar over koetjes en kalfjes. Het gesprek zweeft op vlindervleugels, en dan doet Jaap zijn meesterzet: hij vertelt dat zijn hond net jonkies heeft, en of ze niet eens met haar kinderen wil komen kijken? Jaap biedt haar de perfecte verontschuldiging, zodat het voor haar niet op echtelijk bedrog hoeft te lijken.
Zo komt ze op een zonnige morgen bij Jaap langs met haar dochtertje van zes en haar zoontje van twee. Jaap laat zijn boot zien, geniet van de kindertjes, speelt met ze in het gras en met de jonge puppy’s. Zij ziet het aan met een groeiend gevoel van waardering: deze man houdt van kinderen, kan met ze praten en spelen, en ach, hij is eigenlijk zelf een kind. Zij voelt zich onmiddellijk thuis op zijn boot. Terwijl hij met haar kinderen speelt, zet zij koffie, plukt wat bloemen en zet ze in een vaas. Hij is verrukt over haar zorgzaamheid, het natuurlijke gemak waarmee ze zich in zijn omgeving beweegt. Alles wat zij aanraakt, wordt ineens mooi. Zijn huis is met haar erin ineens een thuis geworden. Bij haar vertrek belooft ze gauw weer eens langs te komen.
En dat doet ze. Regelmatig stopt haar Peugeootje bij Jaaps boot en komt ze met haar kindertjes op bezoek. Als het dochtertje braaf aan het spelen is, en het zoontje slaapt, worden de gesprekken intiemer. Ze draaien shagjes voor elkaar, en zij lucht haar hart over de beknelling van haar huwelijk. Hij geeft haar de raad eruit te stappen en echt voor haar eigen leven te kiezen. En dat dit voor de kinderen juist beter is dan opgroeien in een liefdeloos huwelijk. Jaap heeft natuurlijk gelijk, maar geheel onbaatzuchtig is zijn advies niet. En terwijl ze zo praten, gebeurt het ineens: ze kijken elkaar aan en beginnen elkaar hartstochtelijk te zoenen. Totdat ze het dochtertje horen binnenkomen. Het kind heeft niet in de gaten dat de kamer vol hangt met rondvliegende vlinders, dwarrelende rozenblaadjes en heftige verlangens, en blijft lang genoeg om de storm weer te laten luwen. Daarna praten ze niet over wat er gebeurd is. Wel vraagt Christianne Jaap ineens hoe lang het geleden is dat hij een vriendinnetje heeft gehad. Jaap heeft haar al verteld dat hij geen vaste relatie heeft en wel af en toe een scharreltje, waarbij hij de frequentie echter wel wat heeft verdoezeld. Maar op zo’n directe vraag geeft hij in zijn verbouwereerdheid eerlijk antwoord: vorige week. Christianne reageert ogenschijnlijk neutraal, maar vanbinnen is ze verbijsterd. Hoe kan hij het nog met een ander doen terwijl zij met elkaar al die fantastische romantische ontmoetingen hadden? Niet lang daarna pakt ze haar kinderen in en vertrekt naar huis.
Jaap voelt dat er iets misgaat, maar snapt niet precies wat. Hij is toch niet vreemdgegaan, want hij had Christianne nog niet eens gezoend toen hij voor het laatst seks had. Jaap denkt niet zozeer in gevoelens als wel in formele afspraken, en die waren immers nog niet gemaakt. Jaap heeft zich daarom ook niet met de vraag beziggehouden of Christianne nog seks heeft met haar echtgenoot. Hij wil dat niet eens weten, laat staan dat hij het raar zou vinden. Jaap weet dus niet dat Christianne het inderdaad nog af en toe met haar man doet, maar dan wel zo weinig mogelijk, zeer tegen haar zin en met veel schuldgevoel.
Zo zit Jaap in angstige spanning af te wachten of hij Christianne ooit nog zal zien, terwijl zij probeert haar gevoelens voor Jaap weg te duwen omdat het zo kwetsend is dat hij nog een ander heeft gehad terwijl zij elkaar al kenden. En in die stress komt Christiannes echtgenoot met zijn frustraties over haar afwijzingen en ontstaat er een knallende ruzie. In een vlaag van helderheid en wanhoop vertelt ze hem dat ze bij hem weg wil. Zijn reactie sterkt haar in dat besluit: hij wordt agressief. Ze rent het huis uit, en rijdt in haar autootje rechtstreeks naar Jaap. Het is al bijna middernacht.
Als toeschouwers vragen we ons af wat er gebeurd zou zijn als Jaap toevallig die nacht een vriendinnetje bij zich zou hebben gehad. Maar ach, het noodlot heeft soms gevoel voor humor, en Jaap is alleen thuis. Tijdens die stormachtige nacht, de regen klettert op het dek, betuigen ze elkaar hun overstelpende liefde en vrijen ze de sterren van de bewolkte hemel. Twee mooie mensen zoals er zoveel zijn. Met zoveel liefde te vergeven. Maar ook met elk hun heftige negatieve geloof. Dat kan niet alleen maar goed gaan.
Christianne is het tweede kind uit een eenvoudig katholiek landarbeidersgezin met acht kinderen. De oudste dochter had hier duidelijk het voordeel van de eersteling. De ouderlijke vreugde over de tweede werd al spoedig getemperd door de zorg en drukte van de volgende kinderen, die in rap tempo elkaar opvolgden. Omdat de moeder deze drukte niet aankon, moest Christianne heel vaak gaan logeren bij een tante. Dit en nog allerlei factoren in de opvoedingsstijl en in de relatie tussen haar ouders deden bij Christianne een negatief geloof ontstaan dat als basis heeft ‘ik ben waardeloos’, en meer specifiek ‘ik hoor er niet bij’.
Jaap hebben we in hoofdstuk 9 al leren kennen als Jaapje met het ongelukkige konijntje. Hij is de jongste van zeven kinderen uit een katholiek gezin. Zijn vader is boekhouder, en een vriendelijke, charmante man, maar wel opgevoed met het traditionele beeld van mannelijkheid. Met gevoelens weet hij geen raad, zijn wil is wet in huis, en iedereen is bang voor zijn boosheid. Vandaar dat hij maar zelden boos hoeft te zijn. Jaaps moeder is een heel emotionele en kwetsbare vrouw, afkomstig uit een streng katholiek gezin. Ze is opgevoed om dienstbaar te zijn en voelt zich meteen slachtoffer zodra de dingen anders lopen dan zij wil.
Toen Jaap klein was, had vader de wind eronder met gezag, terwijl moeder veel subtieler werkte door stoute kinderen een schuldgevoel te geven. ‘Mama was nooit boos, maar wel verdrietig, en dat was jouw schuld, want jij hield niet van mama’, zo omschrijft Jaap zijn moeder. Toen Jaapje geboren werd waren zijn ouders de veertig al gepasseerd. Jaapje was bovendien een nakomertje en niemand zat eigenlijk nog op een zevende kind te wachten. Toch werd Jaapje met vreugde ontvangen, maar daarna werd hij eigenlijk zoveel mogelijk aan zichzelf en zijn oudere zussen overgelaten. Jaapje deed er eigenlijk niet erg toe in het gezin, hij was de snotneus in een huis vol grote kinderen, en leerde vooral dat hij getolereerd werd als hij zich maar onopvallend gedroeg. Dit veroorzaakte bij Jaapje het negatieve geloof ‘ik doe er niet toe’ of ‘ik ben middelmatig’. Bovendien leerde Jaapje dat als hij zijn gevoelens uitte, zijn vader boos werd en zijn moeder hem een schuldgevoel bezorgde. Dit levert een geloof op dat ongeveer zegt: ‘Mijn gevoelens zijn slecht’, wat in emotionele situaties meteen het gevoel oplevert: ‘Ik ben slecht.’ Jaapjes identiteit was er dus vooral op gericht om niemand te kwetsen, en hij meende dat dat doel het meest gediend was door hevige emoties te verdringen.
Na een turbulente aanloopperiode waarin Jaap zijn uiterste best deed om Christianne voor zich te winnen, ging het paar samenwonen op Jaaps woonboot. Op deze knusse maar krappe plek werd een jaar later een dochtertje geboren. Het was een idyllische periode, waarin slechts langzaam de tekenen van een relatieverslaving zichtbaar werden. Zo was Jaap bijvoorbeeld beslist van plan om zich altijd monogaam te blijven gedragen, maar kon hij het niet helpen dat hij op straat toch wel eens een mooie vrouw nakeek. Als Christianne dat merkte, voelde ze zich verschrikkelijk afgewezen en was er de eerste uren geen communicatie mogelijk. Jaap voelde zich daar schuldig over en probeerde dit automatisme te onderdrukken. Maar dat maakte het natuurlijk alleen maar erger. Erover praten was uitgesloten: hij schaamde zich ervoor, zij raakte erdoor in paniek.
Anderzijds had Christianne soms aanvallen van hevige angst om Jaap kwijt te raken. Ze vond het al moeilijk als hij een avond naar een vriend ging zonder haar mee te nemen. Jaap had behoefte om af en toe iets alleen te doen. Zij was niet in staat hem die ruimte te geven. En Jaap koos natuurlijk voor haar in plaats van voor zichzelf. Hij was te bang om haar te verliezen. En trouwens, ruimte en aandacht voor zichzelf vragen had hij als kind immers al afgeleerd op straffe van een uitbrander of een schuldgevoel. Zo werd in deze relatie alles uitgebannen wat voor die relatie bedreigend zou kunnen zijn.
Jaap stortte zich op een studie, hetgeen hem de legitimatie gaf om af en toe het drukke huishouden te ontvluchten. Christianne gooide zich voor 100 procent in het moederschap en ging daarnaast nog een yogaopleiding volgen. Jaap werd steeds geslotener, deed wel min of meer wat er van hem verwacht werd, maar werd steeds somberder en vermoeider. Pas ’s avonds, als iedereen naar bed was, kwam hij een beetje tot rust. Daardoor ging hij steeds later naar bed, en raakte ook het liefdesleven van dit paar, vanaf het begin toch eigenlijk de enige vorm van communicatie tussen beiden die wel succesvol verliep, steeds verder in het slop.
Uiteindelijk kwam de relatie in een openlijke crisis, maar te lang wordt het verhaal van de kwellingen die deze mensen zichzelf en elkaar aandeden voordat ze eindelijk elkaar min of meer konden loslaten.
Wat onderscheidt een relatieverslaving nu van een gezonde relatie? Het algemene kenmerk van een verslaving is dat hij begonnen wordt om negatieve gevoelens te ontvluchten, maar dat door de wijze van vluchten die negatieve gevoelens juist toenemen. Dat is bij Jaap en Christianne duidelijk het geval. Jaap is eenzaam en vlucht in vrijblijvende seks, Christianne is eenzaam in haar huwelijk en vlucht in haar moederrol. Niet alleen hun liefde, maar ook de gevoelens van eenzaamheid en zelfafwijzing waren wederzijds. Een relatieverslaving kan zich trouwens alleen maar manifesteren als hij wederzijds is. Hij ontstaat immers als de afhankelijkheid van de ene partner dient ter geruststelling van de verlatingsangst van de andere partner, en andersom. Als je zelf een grote angst hebt om verlaten te worden, voel je je veilig bij iemand die verschrikkelijk afhankelijk van je is. Die ander durft zich alleen maar afhankelijk van je te maken omdat jijzelf die ander zo verschrikkelijk hard nodig hebt.
Voor de angstige, onzekere persoonlijkheid heeft zo’n relatie een groot voordeel, namelijk veiligheid: je hoeft je niet meer angstig te voelen, want er is iemand die er altijd voor je is, die je nooit zal verlaten. De prijs die je echter voor deze veiligheid moet betalen is niet gering: toenemend verlies van vrijheid en zelfexpressie. Hoe angstiger de ander is, hoe meer je je vrijheid moet beknotten om de ander gerust te stellen. Hoe angstiger je zelf bent, hoe meer je bereid bent om dat ook te doen. Wat is ten slotte het resultaat van deze zelfbeknotting? Een sterker negatief geloof over jezelf. Want het negatieve geloof is van oorsprong immers een vorm van zelfbeknotting uit angst voor afwijzing door de ouders. In de verslavende relatie ga je hiermee door: alles wat zou kunnen leiden tot een afwijzing door de partner wordt geblokkeerd. Het gevoel van zwakte, afhankelijkheid en zelfafwijzing wordt hierdoor steeds sterker. En dus ook je afhankelijkheid van je partner.
Figuur 4 geeft een schematisch beeld van de vicieuze cirkel van de relatieverslaving. Op de plaats waar bij een drugsverslaving de roes staat, staat hier de veiligheid, het niet voelen van je verlatingsangst of je angst voor eenzaamheid. Het resultaat is uiteindelijk hetzelfde als bij een drugsverslaving: je gaat je steeds zwakker voelen, steeds beperkter in je vrijheid, steeds slapper, dommer of schuldiger, waardoor de behoefte aan de veiligheid van de relatie weer sterker wordt.
Het is tragisch om te zien hoe mensen in hun relatie soms dezelfde beknelling creëren die ze in hun opvoeding gekend hebben en die ze juist zo graag willen ontvluchten. Daarmee komen ze in een negatieve spiraal terecht van zelfafwijzing en het ontvluchten daarvan, die even destructief is als een drugsverslaving. Uiteindelijk lopen dergelijke verslavende relaties doorgaans pas stuk als de ellende enorm is, de pijn voor een van beide partijen ondraaglijk wordt, als er ook andere verslavende middelen gebruikt worden om de pijn te verdoven, of als een van beide partners verliefd wordt op een ander.
Jaaps manier om eruit te ontsnappen was verslaafd te raken aan drugs en vreemd te gaan. Zijn leven bestond uit periodes van heftige, superafhankelijke relaties, onderbroken door lange periodes van eenzaamheid en vrijblijvende seks. Christianne was nooit zonder relatie. Als een relatie voor haar te beknellend werd, vond ze iemand anders die wél leek te bieden wat haar ontbrak.

Jaap en Christianne vormen een schoolvoorbeeld van een relatieverslaving. Maar iedereen die eerlijk is en bereid tot zelfonderzoek, zal in zijn of haar eigen relatie soms iets van een verslavingsreactie herkennen. Bijvoorbeeld op het moment dat je iets niet durft te vertellen tegen de ander uit angst voor afwijzing. Of als je je zin doordrijft omdat je merkt dat de ander te bang is om voor zichzelf op te komen. Voel je jezelf wel eens bekneld in je relatie? Heb je soms behoefte aan alleen zijn terwijl je daar niet voor uit durft te komen? Gebeuren er dingen die je eigenlijk verkeerd vindt van jezelf maar die je toch niet kunt of wilt laten? Is dit leven niet zoals je het eigenlijk wilt, maar voel je je niet in staat om er iets aan te veranderen? Dit zijn allemaal symptomen van een verslavingspatroon.
Niet alle verslavingsrelaties lopen uiteindelijk met veel ellende op de klippen. Vaak vinden de partners een manier om te leren leven met een bepaald niveau van beknelling zonder er dieper in weg te zakken. Soms door stiekem, of met stilzwijgende en machteloze toestemming bepaalde vluchtmechanismen te hanteren. Soms door afhankelijkheid te spreiden over meerdere personen, waardoor tegenover elk van deze personen afzonderlijk een schijnbare onafhankelijkheid gepretendeerd kan worden. Of door te vluchten in een drukke baan, een verslavende hobby of een belangrijke studie.
Er zijn ook relaties waarin beide partners deze symptomen herkennen, hun angst voor afwijzing overwinnen en erover praten. Zij offeren iets van de schijnbare veiligheid op en winnen enorm aan psychische leefruimte, aan kameraadschap, aan zelfexpressie, en uiteindelijk aan liefde voor elkaar. In zo’n relatie beschouwen beide partners zichzelf als zelfstandige mensen, die elk verantwoordelijk zijn voor hun eigen levensgeluk, en uit vrije wil een verbintenis aangaan. Zo sterk als een verslavende relatie de partners kan beknotten en steeds dieper kan doen wegzakken in hun negatieve geloof, zo sterk ook kan een gezonde relatie bijdragen tot het doorbreken van de oude negatieve patronen, en tot een bevrijding uit het negatieve geloof.