APPENDIX 3
VERANTWOORDING
EN DANKWOORD
Dit boek is geen wetenschappelijke publicatie en je zult dus tevergeefs zoeken naar een lijst met bronvermeldingen. Bijna niets in dit boek is rechtstreeks ontleend aan andere bronnen, maar tegelijk is bijna niets door mijzelf ontdekt. Zo is de theorie over het negatieve geloof, de natuurlijke staat van zijn en de identiteit als afdekking ervan niet door mijzelf bedacht. In essentie is deze al 2500 jaar geleden uiteengezet door de historische Boeddha, en daarna door de eeuwen heen telkens weer in andere vormen gegoten en weergegeven, de laatste decennia ook in een voor westerlingen meer toegankelijke vorm. Voorzover ik deze oude inzichten in de werkelijkheid van de menselijke natuur heb begrepen en ervaren, heb ik geprobeerd die in mijn eigen woorden weer te geven en in verband te brengen met het zeer eigentijdse probleem van verslavingen. Ik heb daarbij veel gehad aan de trainingen die ik gevolgd heb bij de Essence-organisatie in Amsterdam.
Een boek dat mij erg geïnspireerd heeft is: Het Tibetaanse boek van leven en sterven door Sogyal Rinpoche (ISBN 90 6325 441 5). De oefening in het kijken naar de werkelijkheid (zie hoofdstuk 26) is aan dit boek ontleend.
Mijn diepste gevoelens van dank gaan uit naar Michal Perl uit Haifa, die mij voor het eerst de spiegel voorhield waarin mijn eigen natuurlijke staat van zijn voor mij zichtbaar werd. Zij is al jaren mijn leraar en voorbeeld in het werken met mensen vanuit de natuurlijke staat van zijn, en heeft mij altijd gesteund en gestimuleerd met haar liefde en wijsheid.
Bij het schrijven van dit boek en het werken met verslaafde mensen ben ik voortdurend geïnspireerd door de Tibetaanse lama Sogyal Rinpoche, eerst via zijn boek (zie boven) en later door zijn lessen en lezingen, en de retraites die ik in zijn bijzijn mocht doorbrengen. Hij is voor mij het levende voorbeeld dat een mens zich kan bevrijden van de negatieve beperkingen van zijn identiteit, en dan een bron is van liefde, wijsheid en compassie die elke begrenzing overstijgt. Moge dit boek – al is het maar een beetje – bijdragen aan het succes van zijn werk hier in het Westen.
Dit boek is geschreven tijdens een zes weken durend verblijf te Lerab Ling, het in Zuid-Frankrijk gelegen retraite-oord van Sogyal Rinpoche. Ik dank alle medewerkers van Lerab Ling voor hun gastvrijheid en alle medestudenten voor hun vriendelijke support tijdens het schrijven.
Mijn dank gaat ook uit naar iedereen met wie ik over dit boek heb kunnen spreken, en die mij feedback heeft gegeven, zoals met name Paul de Jong te Lerab Ling, en Bianca Rootsaert en Eric Stofferis te Amsterdam.
Ten slotte wil ik mijn dank uitspreken aan alle verslaafden die mij hun vertrouwen gaven en door hun openheid enorm hebben bijgedragen aan dit boek en de methode die erin beschreven wordt. Moge De verslaving voorbij de ellende verminderen en het geluk vermeerderen van iedereen die op welke wijze dan ook bekneld zit in gevoelens van afhankelijkheid en dwangmatigheid, van iedereen die verslaafd is in de ruimste zin van het woord, en van alle vrienden, familieleden en geliefden van verslaafden.
Lerab Ling / Amsterdam, zomer 1999