APPENDIX 1

 

VOOR FAMILIE OF VRIENDEN

VAN EEN VERSLAAFDE

 

 

 

 

Verslaving is een probleem dat ontstaat door de manier waarop je het probeert op te lossen, zo is in dit boek uitvoerig uiteengezet. Deze cirkelvorm zie je ook in de omgeving van de verslaafde: voor diens familie en vrienden vormt de verslaafde een probleem dat erger wordt door de manier waarop ze hem proberen te helpen. Zij zijn zelf min of meer verwikkeld in een verslavingspatroon. De verslaafde confronteert zijn directe omgeving met gevoelens van woede, machteloosheid en schuld, ongeveer op dezelfde wijze als iemand die suïcidaal is dat doet. En deze overeenkomst is groter dan het lijkt: een verslaving is een geleidelijke vorm van zelfvernietiging, die vooral bij drugsverslavingen soms ook daadwerkelijk leidt tot een vroegtijdig overlijden van de verslaafde.

Hoe begrijpelijk die gevoelens van woede, machteloosheid en schuld ook zijn als je beste vriend, je geliefde of je kind verslaafd is, ze vloeien niettemin voort uit je eigen negatieve geloof. De vergissing die we maken is dat we de verslaafde verantwoordelijk stellen voor de pijnlijke gevoelens waar wij onder gebukt gaan als gevolg van zijn verslaving. Hierdoor schuiven we onze eigen ellende boven op de toch al hoog opgelopen schuldgevoelrekening van de verslaafde, die daardoor nog meer verstrikt raakt in zijn verslaving.

Wil je de verslaafde nog dieper in het slop helpen, dan moet je tegen hem zeggen hoe stom hij eigenlijk bezig is en dat je baalt van zijn gedrag. Tegen je geliefde moet je zeggen: ‘Je doet me zoveel pijn met die verslaving, stop er toch mee, uit liefde voor mij!’ Als jullie ook kinderen hebben, kun je de verslaafde nog dieper de ellende in duwen door te zeggen: ‘Denk toch aan de kinderen, stop dan voor hun welzijn!’ En als je kind verslaafd is, moet je dingen zeggen als: ‘Kijk toch hoe je je moeder verdriet doet (zegt vader), zie je dan niet hoe je vader zijn best voor je heeft gedaan (zegt moeder), wij voelen ons zo door je verraden, je houdt je nooit aan de afspraken, wat doe je ons een verdriet (zeggen beiden en de rest van de familie).’ Gegarandeerd dat de verslaafde zich bij al deze benaderingen enorm bekneld, schuldig en machteloos voelt, en zo snel mogelijk zijn verslaving zal gebruiken om deze beknelling te ontvluchten.

 

Als het je beste vriend is die zijn verslaving belangrijker vindt dan zijn vriendschap met jou, kun je dat interpreteren als een afwijzing van jouw vriendschap. Als het je geliefde is die de relatie met jou zomaar op het spel zet om zijn verslaving te redden, kun je dat interpreteren als een afwijzing van je liefde. Als het je kind is dat alle ouderlijke zorg negeert en zichzelf langzaam kapotmaakt, kun je dat interpreteren als een afwijzing van je liefde en je ouderlijke zorg.

Maar wat is er eigenlijk mis met jouw vriendschap als de ander te geremd is om die te beantwoorden? Wat is er mis met jouw liefde als de ander niet uit zijn verslavingsgevangenis kan komen? Wat is er verkeerd aan jouw ouderlijke zorg als je kind bekneld is geraakt in een verslaving? Zie je dat je gevoel van afgewezen worden door de verslaafde uitsluitend jouw automatische reactie is en voortvloeit uit jouw negatieve geloof? De verslaafde wijst jou niet af, hij wijst zichzelf af. Hoogstens zal hij in een machteloos verzet gaan als je hem te veel aan zijn kop zeurt met jouw machteloosheid, jouw boosheid of jouw schuldgevoelens.

 

Wat een verslaafde – meer nog dan ieder ander mens – het hardste nodig heeft, zijn twee dingen: onvoorwaardelijke liefde en spijkerharde grenzen. Onvoorwaardelijke liefde betekent dat je geen voorwaarden stelt: ‘Alleen als je stopt met verslaving, hou ik van je, ben je mijn vriend, ben je mijn geliefde.’ Zie de ander niet in de eerste plaats als verslaafde, maar vooral als een fantastisch liefdevol persoon die gevangen is geraakt in de kille gevangenis van de verslaving. Blijf je ervan bewust dat achter de verslaafde een mens zit die verlangt naar liefde, die liefde kan geven, die sensitief en zorgzaam is, een mens die wil lijden noch kwetsen. Hou alle pijnlijke gevoelens die je over de verslaafde hebt bij jezelf, want daar ben je alleen zelf verantwoordelijk voor. En laat de ander verder zoveel mogelijk met rust, neem afstand, veroordeel niet, verwijt niets. Dat is onvoorwaardelijke liefde.

Die liefde zou gemakkelijk kunnen ontaarden in vaagheid en softheid, ware daar niet de tweede factor: spijkerharde grenzen. Kijk nauwkeurig welke gedragingen je kunt accepteren uit liefde, en welke zorg je de ander kunt geven zonder jezelf te verloochenen. En trek precies daar die spijkerharde, glasheldere grenzen. Bij een verslaafde schuiven de grenzen immers elke dag een beetje op. Laat de jouwe niet meeschuiven! Merk je dat de ander jou gebruikt om zijn eigen fouten te herstellen en tekortkomingen te verdoezelen: zeg dan: ‘Nee!’ Merk je dat de ander graag met jou over zijn problemen praat, maar verder niets onderneemt? Beëindig dat soort gesprekken. Leent de ander geld voor eten, maar verdwijnt het in de verslavingspot? Stop met geld geven. Geef hem desnoods een brood, maar geen geld. De verslaafde blijft altijd verantwoordelijk voor de gevolgen van zijn eigen verslaving. Komt de verslaafde zijn afspraken niet na? Maak geen afspraken meer. Steelt hij van je? Zorg dat je geld altijd achter slot en grendel zit. Heeft hij prachtige plannen waar jouw hulp voor nodig is? Trap er niet in en zeg hem dat je erover zult denken als hij van zijn verslaving af is. Liegt hij tegen je? Stel geen vragen meer. En al deze ijzeren grenzen trek je op een rustige manier; niet met boosheid, niet om hem te kwetsen, maar uit liefde voor jezelf en de ander. Zeg niet dat je hem wantrouwt, maar dat je zijn verslavingsgedrag niet vertrouwt. Zeg hem dat je begrijpt dat hij verslaafd is, maar dat je zelf niet in die ellende wilt meegaan.

Soms krijgt een verslaafde een destructief verlangen naar negatieve aandacht. Hij zal dan aan je gaan zuigen en proberen je kwaad of verdrietig te krijgen. Als je het op tijd doorhebt, beëindig dan meteen de communicatie. Soms moet je tot het uiterste gaan in het bewaken van je grenzen. Dan moet je uit liefde de meest pijnlijke besluiten nemen: een vriendschap of liefdesrelatie beëindigen, een kind de deur uit zetten. Laat ook dan nog merken dat je van de ander houdt, en dat hij altijd welkom is als de verslaving beëindigd is, maar eerder niet. En besef dat dit besluit, hoe verdrietig je er ook van bent, evengoed in het belang is van de verslaafde en kan bijdragen tot een versnelde beëindiging van diens verslaving.

 

Van iemand houden die verslaafd is, kan heel erg pijnlijk zijn. Je wordt geraakt in je eigen diepste afhankelijkheid, je eigen onzekerheid en angst voor afwijzing, je eigen schuldgevoel, je eigen gevoel van mislukt te zijn, van niet goed genoeg te zijn; kortom, in je eigen negatieve geloof. Verzet je niet tegen deze pijn, maar neem er verantwoordelijkheid voor en kijk ernaar. Zo goed als de verslaafde zijn verslavingsellende kan transformeren in een bevrijding, zo kun jij als geliefde, vriend, vader of moeder van een verslaafde, deze pijnlijke periode ook benutten voor een doorbraak uit je eigen negatieve patronen en het beëindigen van je afhankelijkheid en je slachtofferschap. Op deze manier help je jezelf én de verslaafde.