Een goeie nazi

‘Tsja,’ zegt de conducteur. ‘Dat wordt betalen. Je voordeel-urenkaart telt pas vanaf negen uur. En je bent om acht uur negenentwintig in de trein gestapt.’

‘Tsja,’ zeg ik. Nazi, denk ik.

‘Watje kan doen is in Roermond uitstappen, een nieuw kaartje kopen voor elf euro en dan pakje de volgende trein. Anders moet je mij nu zevenendertig euro betalen.’

‘Ja, maar ik kan echt niet uitstappen nu. Om twaalf uur begint mijn uitzending.’

Het is wel waar, maar het voelt toch ook een beetje fout. Beetje Gerard Joling die zegt: ‘Zal ik anders effe ‘Shangri-La’ voor je zingen, dan lullen we nergens meer over, toch?’

Wat Gerard Joling trouwens nooit zou doen. Dus kan je nagaan wat een ordinair type ik eigenlijk ben. ‘Ik moet de uitzending in.’ Snolletje.

De conducteur is zóóó not impressed en schrijft een boete uit. Altijd hetzelfde met eikels in uniform. Ik wist het ook eigenlijk. Op het moment dat ik het kaartje uit de automaat trok wist ik het. Ach, ik neem de gok, dacht ik krente-rig. Ik druk op de toets ‘met korting’. Ik zit tweeënhalf uur in deze trein van Maastricht naar Hilversum. Dan zal het toch op een gegeven moment wel daluur worden. Het scheelt toch vijftien euro.

De conducteur moet even een nieuw bonnenboekje gaan halen. Ah. Misschien laat-ie me lopen. Op een charmante manier, dat moet gezegd. Of toch niet. Daar is hij alweer. Met z’n bonnenboekje. En z’n pet. En z’n fluit. En z’n glimlach. ‘Niet je dag hierdoor laten verpesten, hè?’ zegt hij. Dolgelukkig ga ik me een uurtje zitten schamen.