Dingen die fijn zijn (in de zomer)

  • Het aangenaam klamme gevoel van na een warme dag ‘s-avonds nog buiten zitten. Met goeie wijn. En leuke mensen. En dat het dan vochtig wordt, en dat je dan een trui te leen krijgt van die leuke mensen. En dat die je zo onverwacht goed staat, die trui, dat je hem per ongeluk een heel klein beetje achteroverdrukt. En dat de leuke mensen dat dan helemaal niet erg vinden, dat die zeggen: ‘Hou maar joh, die trui, hij staat jou eigenlijkveel leuker!’
  • Hoe hoogzomer het ruikt in je ouderlijk huis op wat vroeger jouw kamer was. Waar je moeder inmiddels haar naaikamer van heeft gemaakt, of een goedlopende zonnebankstudio uitbaat, of een peut restaurantje heeft geopend, maar toch. Het ruikt er nog steeds naar bloesem, naar warme dakpannen, naar hooi en wasverzach-ter en naar op-wie-zal-ik-nou-eens-verliefd-worden-deze-zomer-want-in-de-klas-zit-er-niemand-leuheuks.
  • Hoe je eruitziet met dat precies goeie jurkje dat je dan ook de godganse zomer draagt zodat het volgend seizoen afgedragen en gedateerd is als een goedkoop Italiaans zomerhitje. Maar ook even hard van genoten.
  • Hoe je ruikt, naar verbrande huid, naar zand en naar Sun van Jil Sander.
  • Hoe aangenaam debiliserend het zonlicht is voor je hersenen. Ineens lijkt het helemaal niet meer zo verontrustend wat Al Gore allemaal beweert, ‘t Is toch lekker weer? Dat lost de aarde zelf heus wel weer op hoor, die hitte. En als het zo goed voelt, dan kan het toch niet fout zijn? Wat ook opgaat voor dat derde wijntje. Of die eerste zoen. Als het zo goed voelt, dan kan het niet fout zijn. Door de zomer geloof je het allemaal, en kraam je gemeenplaatsen als ‘dood gaan we toch’ uit terwijl je mét een sigaret, zónder zonnebrand toch tussen twaalf en drie in de zon gaat zitten.
  • Hoe lekker zacht de vloer binnen is als je de hele dag op blote voeten buiten hebt gelopen. Hoe heerlijk koud de keukenvloer, hoe glad het parket, hoe wellusüg wollig het kleed. Nog zo’n sensatie: in je bikini buiten zitten. Warm en wazig naar binnen tollen. Je op de bank, die een klein beetje prikt maar nét lekker, laten vallen. Slapen. Wakker worden met het motief op je gezicht. Douchen en uitgeslapen uitgaan.
  • Hoe helemaal verliefd je op je vakantie weer kan worden op je verkering. Die je al had! Dus gratis, op de koop toe, nog eens een keer verliefd zonder veroveringsgedoe want deze had je al! En dan echt suf vakantie vieren. In familierestaurants zitten, maar met buitenlandse families dus dan geeft het niet. Een stukje wandelen na het eten. ‘s-Ochtends naar het bakkertje gaan. In drie weken tijd weer eens helemaal bijgeneukt raken. Kerkjes bezoeken ook al hou je daar helemaal niet van, maar er is zo veel vakantie, zo veel tijd, dan bezoeken we toch lekker een kerkje. Dan steken we toch een kaarsje op. Dan denken we toch aan oma. Dan gaan we toch gelijk langs, als we terugkomen, en we gaan thuis net zo zuiver eten als ze hier doen, en we gaan elke dag wandelen ook, en wacht, we maken een lijstje met goeie voornemens achter in jouw puzzelboek. En dan lachen we daar volgend jaar op vakantie weer net zo hard om als we net nog deden om het lijstje van vorig jaar.