16

Asper Argo, de Welbeminde, Commandeur van de Korelliaanse Republiek, begroette zijn vrouw, toen zij binnentrad, door zijn karige wenkbrauwen te fronsen en zijn hoofd te laten hangen. Voor haar gold zijn zelfgekozen titel blijkbaar niet. Zelfs hij was zich daarvan bewust. 

'Als ik het goed begrijp heeft mijn genadige heer eindelijk een beslissing genomen omtrent het lot van de oproerige Foundation?' sprak ze met een stem die even koud was als haar ogen. 

'O ja?' zei de Commandeur zuur, 'en wat heb je dan nog meer begrepen?' 

'Een heleboel, waardige echtgenoot. Je schijnt weer een van die onbenullige vergaderingen met je raadslieden gehouden te hebben. Mooie jongens zijn dat!' 

'En wat, als ik vragen mag, is de bron waaruit je deze informatie geput hebt?' 

De Commandora begon te lachen. 'Als ik je dat zou vertellen zou mijn bron snel opdrogen.' 

'Nou ja, je doet toch altijd waar je zin in hebt. Tussen twee haakjes, ik ben bang dat je vader te gierig is om mij meer schepen te leveren.' 

'Meer schepen!' Ze begon als een feeks tegen hem tekeer te gaan. 'Meer schepen? En je hebt er al vijf. Nee, ontkennen heeft geen zin. Ik weet dat je er vijf hebt - en dat men je er een zesde beloofd heeft.' 

'Ja. Al een jaar lang.' 'Maar wat wil je dan? Eén schip kan de Foundation in een stinkende mestvaalt veranderen!' 

'Zelfs met tien schepen zou ik die planeet niet kunnen aanvallen!' 

'Hoe lang zouden ze het kunnen uithouden als hun handel naar de bliksem was en hun ladingen met speelgoed en rotzooi vernietigd zouden worden?' 

'Dat speelgoed en die rotzooi, zoals jij het noemt, betekenen geld,' zuchtte Asper. 'Een heleboel geld.' 

'Maar als je de Foundation zelf zou hebben, zou je dan niet alles bezitten wat daar te halen is? Trouwens, als mijn vader je zou respecteren zou je dan niet meer bezitten dan de Foundation ooit zou kunnen opleveren? Het is nu al drie jaar geleden dat die barbaar met zijn toverkunstjes hier kwam. Dat vind ik lang genoeg.' 

'Luister, lieve,' sprak de Commandeur. 'Ik word een dagje ouder en ik bezit niet meer de plooibaarheid om mij neer te leggen bij dat geratel van jou. Je zei dat je wist dat ik iets besloten had. Welnu, dat heb ik. Er is oorlog tussen Korell en de Foundation.' 

'Zo zo!' De Commandora hief haar hoofd op en haar ogen schitterden. 'De wijsheid komt met de jaren, zullen we maar zeggen. Als je de baas bent geworden van dat achterland, zul je in de ogen van het Imperium misschien eindelijk iets gaan betekenen. Misschien kunnen we dan ook dit barbaarse oord verlaten en door de hofhouding van de onderkoning worden geaccepteerd. Misschien!' Met haar hand op haar heup schreed ze glimlachend het vertrek uit. 

De Commandeur wachtte tot de deur dicht was. 'En als ik heer en meester van - wat jij noemt - het "achterland" ben, zal ik misschien voldoende respect afdwingen om het zonder jouw vader te kunnen stellen en zonder de tong van zijn arrogante dochter. Ja ja. Zonder tong!'