14

De Raadskamer was letterlijk vol op de vierde dag van de rechtszitting. Het enige afwezige raadslid lag in bed de schedelfractuur te vervloeken die hem verhinderde aanwezig te zijn. 

Ankor Jael was tot de Raadszaal doorgedrongen met behulp van de bijna tevergeefse hulp van het politiebureau en was vervolgens, geholpen door de verwarring, doorgedrongen tot Hobert Mallow's zitplaats. 

Mallow draaide zich opgelucht om. 'Bij Seldon. Dat was op het nippertje. Heb je het?' 

'Hier, pak aan,' zei Jael. 'Het is alles waar je om gevraagd hebt.' 

'Fijn. Hoe reageren ze buiten?' 'Door het dolle heen,' antwoordde Jael zenuwachtig. 'Deze zaak had nooit in het openbaar behandeld moeten worden. Je had het kunnen voorkomen.' 

'Dat wou ik niet.' 

'Ze hebben het over lynchen. En Publis Manlio's mannen op de buitenplaneten ...'

'Dat had ik je willen vragen, Jael. Hij stookt de hiërarchie tegen mij op, is het niet?'

'Wat dacht je? Mooiste voorbeeld van een doorgestoken kaart dat ik ooit heb meegemaakt. Als minister van Buitenlandse Zaken is hij automatisch de Aanklager in zaken die de interstellaire wetgeving betreffen. En als Hogepriester en Primaat van de Kerk zweept hij de mensen op tot een fanatisme waarvan je je ...' 

'Laten we ons daar niet druk over maken. Herinner je je die uitspraak van Hardin: een kernrevolver is een mes dat aan twee kanten snijdt? Goed, laat ze dan vandaag merken dat die uitspraak nog altijd geldend is.' 

De Burgemeester had nu zijn plaats ingenomen en de Raadsleden stonden eerbiedig op. 

'Vandaag is het mijn beurt,' fluisterde Mallow. 'Ga zitten en amuseer je.' 

Een kwartier later liep Mallow aan alle kanten omgeven door vijandig gefluister naar de lege plek voor de zitplaats van de Burgemeester. 

Hij begon ontspannen en kalm te praten. 'Teneinde tijd te winnen geef ik op alle punten toe waarvan ik beschuldigd ben. Het verhaal van de priester en de menigte klopt tot in de kleinste details.' 

Hierop volgde enig rumoer en triomfantelijke kreten uit de buitengalerijen. 

Mallow wachtte beleefd tot het weer stil was. 'Toch was het beeld dat men geschetst heeft, niet helemaal compleet. Ik vraag om toestemming het van mijn kant aan te vullen. Misschien lijkt het een en ander in het begin niet ter zake doende, maar ik verzoek u mij dit te willen vergeven.' 

Mallow besteedde geen aandacht aan de notities die hij had meegenomen. 'Laten we beginnen op dezelfde dag als de Aanklager: de dag waarop ik Jorane Sutt en Jaim Twer ontmoette. Wat er tijdens deze ontmoetingen werd besproken, is bekend. Ik heb er niets aan toe te voegen, behalve de vermoedens die ik toen koesterde. 

Er gebeurden die dag vreemde dingen. Twee mensen die ik slechts oppervlakkig kende, deden mij nogal ongeloofwaardige voorstellen. De secretaris van de Burgemeester verzocht mij de rol van spion te spelen voor de regering in een hoogst vertrouwelijke aangelegenheid waarvan de inhoud reeds bekend is gemaakt. De ander, leider van een politieke partij, verzocht me mij kandidaat te stellen als Raadslid. 

Natuurlijk zocht ik naar een verklaring, naar de verborgen bedoeling hiervan. Sutt's bedoelingen leken mij duidelijk: hij vertrouwde mij niet. Misschien dacht hij dat ik kernenergie aan de vijand verkocht en een opstand voorbereidde. In ieder geval vond hij het nodig om mij te doen vergezellen door een van zijn eigen mensen tijdens mijn missie als spion. Dit laatste werd mij pas duidelijk toen Jaim Twer op het toneel verscheen. Ik verzoek u aandacht aan het volgende te besteden: Twer gaf zich uit als een koopvaarder die zich had teruggetrokken in de politiek, maar daarvan was mij, ondanks mijn uitgebreide gegevens op dat punt, niets bekend. Bovendien had Twer - die beweerde een lekenopleiding gehad te hebben - nog nooit gehoord van een Seldon-crisis!

Hobert Mallow wachtte tot dit goed was bezonken en werd beloond met het eerste stilzwijgen dat hij tijdens deze zaak had meegemaakt. 

Mallow hernam het woord: 

'Wie van de aanwezigen zou durven beweren dat iemand die een lekenopleiding heeft gehad geheel onkundig van het bestaan van een Seldon-crisis kan zijn? Op dat moment begreep ik dat Jaim Twer nooit een koopman was geweest. Er is maar éen type opleiding op de Foundation waarbij de geplande geschiedenis van Seldon niet wordt genoemd en waar Seldon wordt getekend als een semi-mythologische tovenaar ... 

Ik wist toen dat hij tot geestelijke gewijd was en dat hij gedurende de drie jaren dat hij zich uitgaf als partijleider, een door Jorane Sutt betaalde kracht was geweest

Op dat moment tastte ik nog in het duister. Ik wist niet wat Sutt met mij van plan was, maar wel dat hij mij heel wat bewegingsvrijheid gaf. Ik besloot hem van mijn kant tegemoet te komen. Ik had het gevoel dat hij Jaim Twer met mij wilde laten meegaan om op mij te letten, maar ik begreep ook dat hij andere mogelijkheden zou bedenken als ik daar niet op in zou gaan. Een bekende vijand is beter dan een onbekende en daarom inviteerde ik Twer om mij op mijn reis te vergezellen. Hij accepteerde de invitatie. 

Dit, geachte Raadsleden, verklaart twee dingen: Om te beginnen blijkt eruit dat Twer geen vriend van mij is die met tegenzin tegen mij getuigt. Hij is een spion, een betaalde spion. En ten tweede verklaart het mijn gedrag bij het verschijnen van de priester die ik vermoord zou hebben - iets wat nog niet ter sprake is gebracht omdat het toen nog niet bekend was.' 

In de Raadszaal klonk verontrust gemompel. Mallow schraapte met een theatraal gebaar zijn keel en vervolgde zijn betoog: 

'Met tegenzin beschrijf ik de gevoelens die ik ondervond toen ik voor het eerst hoorde dat er een missionaris aan boord was gekomen. Zij kunnen worden gekwalificeerd als "verwarring" en "onzekerheid". Eerst dacht ik dat het een zet van Sutt was, een zet die ik niet begreep. 

Er was maar éen ding dat ik kon doen: Sutt vijf minuten wegsturen. Tijdens zijn afwezigheid zette ik een Visual Recorder aan, zodat alles wat er gebeuren zou, voor de toekomst bewaard zou blijven. Ik deed dit in de hoop dat ik het een en ander later zou kunnen begrijpen. 

Sindsdien heb ik die Visual Recording wel vijftigmaal afgedraaid. Ik heb hem bij mij en ik zal het in uw aanwezigheid voor de eenenvijftigste keer doen.' 

De Burgemeester trachtte tevergeefs de orde te herstellen. In vijf miljoen huizen op Terminus verdrongen de mensen zich om hun ontvangstapparaat. Het midden van de Raadskamer werd vrijgemaakt en het licht werd laag gedraaid. Ankor Jael regelde het toestel en even later werd het beeld zichtbaar: drie-dimensionaal en in kleur. 

Daar was de missionaris, verward en terneergeslagen, staande tussen de luitenant en de sergeant. Mallow stond er zwijgend bij en even later kwamen de bemanningsleden binnen gevolgd door Twer. 

Buiten klonk het gegrom van het gepeupel. Binnen begon de eerwaarde Jord Parma met zijn verwarde betoog. Mallow trok zijn wapen en toen de missionaris werd weggevoerd hief hij zijn armen ten hemel met een gebaar van een radeloze laatste vervloeking, en een kleine lichtflits kwam en verdween. De vertoning eindigde met een beeld van de van afgrijzen verstijfde officieren, Twer die zijn handen voor zijn oren hield en Mallow die kalm zijn wapen opborg. 

Het licht ging weer aan. Mallow - ditmaal de 'echte' Mallow - hervatte de moeizame taak van zijn verdediging. 

'Zoals u ziet voltrok dit incident zich - aan de oppervlakte althans - precies zoals de Aanklager het heeft beschreven. Wat ik daarmee bedoel zal ik zo dadelijk uiteenzetten. Het emotionele vertoon van Jaim Twer verraadt duidelijk zijn opleiding als priester, tussen twee haakjes. 

Op diezelfde dag wees ik Twer op enkele ongerijmdheden. Ik vroeg hem waar die missionaris vandaan kwam, gezien de afgelegen plaats waar wij ons toen bevonden. Bovendien vroeg ik mij af waar die menigte zo plotseling vandaan kwam terwijl de dichtstbijzijnde stad honderden kilometers ver van ons verwijderd was. De Aanklager besteedde daar in het geheel geen aandacht aan. 

Er zijn nog meer belangrijke punten: Jord Parma, een missionaris op Korell die zijn leven waagt ondanks de wetten van de Foundation en die van Korell, rond paraderend in een splinternieuw priesterlijk gewaad. Indertijd ging ik ervan uit dat de geestelijke, zonder het zelf te weten, medeplichtige van de Commandeur was bij diens poging om geweld bij ons uit te lokken zodat hij wettelijk gerechtigd zou zijn ons en het schip te vernietigen. 

De Aanklager had deze verantwoording van mijn daden voorzien. Men verwachtte dat ik zou vertellen dat de veiligheid van het schip en van mijn bemanning, en het welslagen van mijn missie op het spel stonden en niet konden worden opgeofferd voor éen man die met of zonder ons toch ten onder zou zijn gegaan. Men mompelde iets over de "eer" van de Foundation en de noodzaak om onze waardigheid te bewaren, maar om een of andere merkwaardige reden besteedde men weinig aandacht aan Jord Parma als individu. Men vermeldde geen details omtrent hem, vertelde niets over zijn opleiding en zijn geboorteplaats of zijn recente levensgeschiedenis. De verklaring daarvan houdt verband met de ongerijmdheden waar ik tijdens de Visioprojectie op heb gewezen. Beide zaken houden verband met elkaar. 

De Aanklager verschafte geen gegevens omtrent Jord Parma omdat hij dat niet kon. Jord Parma was een bedrieger. Er heeft nooit een echte Jord Parma bestaan. Dit hele proces is een enorme grap over iets dat nooit heeft bestaan.

Mallow wachtte opnieuw tot het rumoer was weggeëbd. 

'Ik zal u een vergroting laten zien van éen enkel beeld van de Visiorecorder. Laat het beeld voor zichzelf spreken. Licht uit, Jael.' 

De verlichting werd gedoofd en in de lucht verscheen opnieuw de bevroren gestalten, die als wassen beelden in de meest vreemde houdingen waren gegoten. Mallow hield een wapen in zijn rechterhand gekneld. Rechts van hem hing Jord Parma in de lucht, de armen wijduitgestrekt met half naar beneden gezakte mouwen. Uit de hand van de missionaris kwam de kleine lichtflits die bij de voorafgaande, bewegende vertoning was verdwenen, maar nu een statisch lichtvlekje was. 

'Let op dat lichtje in zijn hand,' riep Mallow. 'Vergroot deze scène, Jael!' 

De zijkanten en zelfs fragmenten van de missionaris verdwenen, en op een gegeven ogenblik was er alleen een reusachtige hand over die de hele ruimte in beslag nam. Het lichtje bleek uit een serie stralende letters te bestaan: kgp

'Dat, mijne heren,' zei Mallow, 'is een tatoeëring die bij gewoon licht onzichtbaar is, maar die zichtbaar werd bij het ultraviolette licht dat ik voor de Visiorecording gebruikte. 

Misschien hebben sommigen van u reeds geraden wat kgp betekent. Jord Parma heeft zijn werk uitstekend gedaan. Waar hij het vak geleerd heeft, weet ik niet, maar kgp betekent 'Korelliaanse Geheime Politie".' 

In de zaal ontstond een enorm tumult. Mallow probeerde met z'n stem boven het lawaai uit te komen. 'Ik ben in het bezit van dokumenten uit Korell die dit bevestigen en die ik indien gewenst aan de Raad kan overleggen. 

En nu vraag ik u? Wat blijft er over van de aanklacht. Bij herhaling heeft men er mij op gewezen dat ik met veronachtzaming van de wet voor de missionaris had moeten vechten en daar mijn schip, mijn bemanning en mijn missie aan had moeten opofferen voor de "eer" van de Foundation. Dachten Jorane Sutt en Publis Manlio dat ik daar in zou trappen?' 

Zijn stem werd overspoeld door het lawaai van de opstandige massa. Hij werd op de schouders gehesen en naar de Burgemeester gedragen. 

Mallow keek om zich heen of hij Ankor Jael ergens zag, maar het was onmogelijk om éen enkel gezicht te onderscheiden. Traag drong een ritmisch herhaalde kreet tot hem door; een kreet die klein was begonnen, maar langzaam aanzwelde tot een waanzinnig gebrul: 

'Lang leve Mallow - lang leve Mallow - lang leve Mallow.'