2

Het was de avond van dezelfde dag. Op Jorane Sutt's vrijgezellenflat op de eenentwintigste verdieping van het Hardin Gebouw, nipte Publis Manlio van zijn wijn.

In de tengere, ouder wordende gestalte van Publis Manlio waren de twee grootste ambten van de Foundation verenigd: Minister van Buitenlandse Zaken, Primaat van de Kerk, Verschaffer van Heilig Voedsel, Meester van de Tempels, enzovoort; een eindeloze reeks van verwarrende maar plechtig klinkende klanken. 

'Maar hij ging ermee akkoord dat je die koopvaarder stuurde. Dat is tenminste iets!' zei hij. 

'Ja, maar verdomd weinig,' zei Sutt. 'Het zal geen onmiddellijke resultaten opleveren en we weten helemaal niet waar het op uit zal lopen.' 

'Daar heb je gelijk in, maar die Mallow is een capabele man. En wat gebeurt er als blijkt dat hij zich niet gemakkelijk laat bedriegen?' 

'Dat moeten we er maar op wagen. Als er sprake van verraad is dan zijn het de capabele figuren waar we rekening mee moeten houden. Zo niet, dan hebben we een capabele man nodig om de waarheid te ontdekken. Trouwens, Mallow zal in de gaten worden gehouden. Je glas is leeg.' 

'Dank je. Ik heb genoeg gehad.' 

Sutt schonk zijn eigen glas vol en wachtte geduldig tot de ander opnieuw het woord zou nemen. 'Wat zit je dwars, Sutt?' vroeg hij plotseling, bijna heftig. 

'Dat zal ik je vertellen, Manlio. We zitten midden in een Seldon-crisis.' 

Manlio staarde hem verbaasd aan. 'Hoe weet je dat? Is Seldon soms weer in het Tijd-Gewelf verschenen?' 

'Dat hoeft niet, beste vriend. Denk eens na. Sinds het Galactische Imperium de Periferie los heeft gelaten en ons op eigen kracht verder heeft laten drijven, hebben we nooit een tegenstander gehad die over kernenergie beschikte. Dit is de eerste maal. Dat is op zichzelf al belangrijk, zelfs al zou het een op zichzelf staand geval zijn en dat is het niet. Voor het eerst sinds zeventig jaar zien wij ons geplaatst voor een belangrijke binnenlandse politieke crisis. Belangrijk is bovendien dat de interne en de externe crisis gelijktijdig optreden.' 

Manlio's blik vernauwde zich. 'Er zijn twee Seldon-crises geweest en beide malen liep de Foundation gevaar vernietigd te worden. 

Er kan pas van een derde crisis sprake zijn als dat gevaar opnieuw bestaat.' 

Sutt liet zijn ongeduld niet blijken. 'Dat gevaar komt naderbij. Als het zover is, kan iedere idioot begrijpen dat er een crisis is. Nee, belangrijk is dat men het gevaar in embryonale vorm ontdekt. Luister Manlio, wij volgen een weg die historisch vooraf is bepaald. Wij weten dat Hari Seldon de historische waarschijnlijkheid van toekomstige gebeurtenissen heeft uitgewerkt. Wij weten ook dat wij op een dag een nieuw Galactisch Imperium zullen moeten opbouwen. Wij weten dat dit ongeveer duizend jaar in beslag zal nemen. Wij weten ook dat wij in deze tussenperiode verscheidene crises zullen moeten weerstaan.' 

'De eerste crisis ontstond vijftig jaar na het stichten van de Foundation. De tweede dertig jaar later. Sindsdien zijn er bijna vijfenzeventig jaar verstreken. De tijden zijn rijp, Manlio. De tijden zijn rijp!' 

Manlio wreef onzeker langs zijn neus. 'En heb je al plannen over de wijze waarop je deze crisis tegemoet zult treden?' 

Sutt knikte. 'En is het de bedoeling dat ik daar ook een rol in speel?' 

Sutt knikte opnieuw. 'Voordat wij deze bedreiging met kernwapens tegemoet kunnen treden, moeten we eerst orde in eigen huis scheppen. Die Koopvaarders ...' 

'Aha!' De primaat verstrakte en zijn blik werd scherp. 

'Juist. Die Koopvaarders. Ze zijn nuttig, maar ze zijn te sterk en te weinig onder controle. Het zijn Uitlanders, opgegroeid buiten de invloedssfeer van de religie. Aan de ene kant geven wij hun de beschikking over onze kennis en aan de andere kant geven wij onze macht over hen prijs.' 

'Als wij ze eens van verraad zouden kunnen beschuldigen?' 

'Als dat kon zou directe actie de meest simpele en meest adequate oplossing zijn, maar dat betekent niets. Zelfs al zou verraad niet bij hen bestaan, dan zouden ze altijd een onzekere factor in onze samenleving blijven vormen. Zij zijn niet aan ons gebonden door vaderlandsliefde, gezamenlijke voorouders of religieuze ootmoed. De buitengewesten die ons sinds Hardin als een "heilige" planeet beschouwen, zouden onder hun leiderschap wel eens afvallig kunnen worden.' 

'Dat begrijp ik allemaal, maar de oplossing ...' 

'De oplossing moet heel snel gevonden worden - voordat de crisis acuut wordt. Binnenlandse onrust en buitenlandse bedreiging met kernwapens - dat zou wel eens teveel voor ons kunnen worden.' 

Sutt zette het lege glas waarmee hij gespeeld had naast zich neer. 'Nee, dat is jouw werk.' 

'Mijn werk?' 

'Ik kan het niet doen. Mijn ambt is verkregen door benoeming. Ik bezit geen wetgevende bevoegdheid.' 

'De burgemeester ...' 

'Onmogelijk. Hij is niet meer dan een negatieve persoonlijkheid en alleen actief als hij zijn verantwoordelijkheden wil ontlopen, maar als er een onafhankelijke partij zou ontstaan die zijn herverkiezing in gevaar zou brengen, dan zou hij zich wel eens kunnen laten leiden.' 

'Maar Sutt, ik heb toch geen aanleg voor praktische politiek!' 

'Laat dat maar aan mij over. Wie weet, Manlio. Sinds Hardin's tijd zijn het primaatschap en het burgemeesterschap nooit in éen persoon verenigd geweest, maar misschien gebeurt dat nu - als je je werk goed hebt gedaan.'