2

Anselm haut Rodric - 'haut' betekende zoveel als 'blauw bloed' - Sub-prefect van Pluema en Speciale Afgevaardigde van zijne Hoogheid, de Koning van Anacreon - plus een zestal andere titels - werd op het Ruimtestation door Salvor Hardin ontvangen met het indrukwekkende ritueel dat bij een belangrijke staatsaangelegenheid hoort. 

Met een stijve buiging en een strakke glimlach haalde de Sub-prefect zijn blaster uit zijn holster en overhandigde hem, met de kolf naar voren, aan Hardin. Hardin beantwoordde het gebaar met een blaster die hij speciaal voor deze gelegenheid had geleend. Vriendschap en goede wil schenen te zijn verzekerd. Niets wees erop dat Hardin de kleine uitstulping bij Haut Rodric's schouder had opgemerkt. Het leek verstandiger daarover te zwijgen. Het grondvoertuig, gevolgd door een zwerm minder belangrijke functionarissen, bewoog zich langzaam en statig naar het Cyclopedia Plein en werd onderweg op de gebruikelijke manier door het publiek toegejuicht. Anselm aanvaardde dit eerbetoon met de neerbuigende onverschilligheid van een edelman en een soldaat. 

'Omvat deze stad uw gehele wereld?' vroeg hij. 

'Wij zijn een jonge wereld, Hoogheid. Gedurende onze korte geschiedenis hebben slechts enkele hoge edelen onze bescheiden planeet met een bezoek vereerd. Vandaar het enthousiasme/ zei Hardin. Hij had moeite zichzelf verstaanbaar te maken. 

Als er sprake van ironie was geweest dan had deze 'hoge edele' het beslist niet opgemerkt. 

'Hmm,' zei hij. 'Vijftig jaar geleden gevestigd! U hebt hier dus grote gebieden die niet zijn geëxploiteerd, burgemeester. Hebt u er ooit aan gedacht dit land in landgoederen te verdelen?'

'Dat is tot dusver niet noodzakelijk gebleken. Wij zijn volkomen gecentraliseerd en dat is in verband met de Encyclopedie ook noodzakelijk. Misschien, als onze bevolking voldoende gegroeid is . . .' 

'Een vreemde wereld. Bestaat hier geen boerenstand?' 

Het vergde niet veel scherpzinnigheid om te begrijpen dat Zijne Hoogheid zich liet verleiden tot een vrij doorzichtige poging om hem, Hardin, uit zijn tent te lokken. 'Ook geen adelstand,' antwoordde hij achteloos. 

Haut Rodric trok zijn wenkbrauwen op. 'En uw leider. De man die ik zal ontmoeten?' 

'U bedoelt dr. Pirenne? Ja! Hij is voorzitter van de Raad van Vertrouwensmannen - en vertegenwoordiger van Zijne Keizerlijke Hoogheid.' 

'Doctor? Bezit hij geen andere titels? Een geleerde? En hij staat aan het hoofd van de plaatselijke autoriteiten?' 

'Uiteraard,' antwoordde Hardin gemoedelijk. 'Wij zijn allemaal min of meer wetenschapsmensen. Tenslotte zijn wij eerder een wetenschappelijke vestiging dan een staat, maar we staan onder onmiddellijke controle van de keizerlijke regering.' 

Hardin legde enigszins de nadruk op deze laatste woorden. De Sub-prefect verzonk dan ook in een nadenkend stilzwijgen. 


Hoewel Hardin zich gedurende de middag en de avond die erop volgde danig begon te vervelen, had hij in ieder geval de voldoening dat Pirenne en Haut Rodric - die elkaar met luide woorden van waardering en hoogachting hadden begroet - duidelijk een gloeiende hekel aan elkaar bleken te hebben. Haut Rodric had met glazige ogen tijdens een 'inspectie' van het Gebouw van de Encyclopedie, een lezing van Pirenne aangehoord. 

Beleefd en met een lege glimlach had hij het rappe gepraat van Pirenne aangehoord terwijl het gezelschap de enorme opslagplaatsen van film en ander projectiemateriaal was rondgeleid. 

Pas toen ze verdieping na verdieping waren afgedaald door de doolhof van filmafdelingen, redactiebureaus en verschillende administratieve afdelingen, legde hij zijn eerste verklaring af. 

'Dit is allemaal erg interessant,' zei hij, 'maar het lijkt mij een vreemde bezigheid voor volwassen mensen. Wat heeft het voor zin?'

Hardin merkte op dat Pirenne hem het antwoord schuldig moest blijven, maar de uitdrukking op zijn gezicht liet niets aan duidelijkheid te wensen over. 

Het diner dat die avond werd gehouden weerspiegelde de sfeer van de dag. Haut Rodric eiste de aandacht voor zich op door een gedetailleerde beschrijving te geven van zijn aandeel als bataljonscommandant tijdens de recente oorlog tussen Anacreon en het in de nabijheid gelegen nieuwe koninkrijk Smyrno. 

Zijn relaas nam het gehele diner in beslag en de laatste triomfantelijke beschrijvingen van vernielde ruimteschepen kwamen pas aan bod toen hij zich samen met Pirenne en Hardin naar het balkon begaf om ontspanning te zoeken in de zwoele avondlucht. 

'En nu terzake,' zei hij overdreven joviaal. 

'Graag,' mompelde Hardin terwijl hij een grote sigaar aanstak (zijn ook bijna op, dacht hij) en zijn stoel op twee poten heen en weer liet wiebelen. 

De Galaxis strekte zich lui en nevelig van horizon tot horizon uit. 

'Natuurlijk zullen alle besprekingen en formele handelingen zoals het tekenen van verdragen en al die technische onzin meer - plaatsvinden in het bijzijn van de ... hoe noemen jullie die Raad van jullie ook weer?' 

'De Raad van Vertrouwensmannen,' antwoordde Pirenne koel. 

'Merkwaardige naam! Enfin, dat komt morgen pas aan de beurt. Laten we beginnen als mannen onder elkaar een paar moeilijkheden uit de weg te ruimen. Goed?' 

'U bedoelt?' begon Hardin. 

'Ik bedoel dit. Er heeft aan de Periferie een bepaalde verandering in de situatie plaatsgevonden. De status van uw planeet is tamelijk onzeker geworden. Het zou goed zijn duidelijk uiteen te zetten hoe de zaken er nu voor staan. Tussen twee haakjes, burgemeester, mag ik nog een van uw sigaren?' 

Met tegenzin gaf Hardin gehoor aan het verzoek. 

Anselm haut Rodric snoof aan de sigaar en uitte een paar goedkeurende geluiden. 'Vega-tabak! Hoe bent u daar aan gekomen?' 

'Werden met de laatste zending meegezonden. Er zijn nog maar een paar over. De hemel weet wanneer er weer een nieuwe zending komt.'

Pirenne fronste zijn voorhoofd. Hij rookte niet en had een hekel aan tabakslucht. 'Als ik het goed begrijp, uwe Hoogheid, beperkt uw missie zich tot een verkenning van de situatie?' 

Haut Rodric knikte instemmend door de rookwolken die hij voor zich uit had geblazen. 

'In dat geval zullen onze gesprekken spoedig ten einde zijn. De situatie, wat betreft de Encyclopedische Foundation Nr. I, is nog steeds wat hij altijd geweest is.' 

'Zo zo. En hoe is die situatie dan wel?' 

'Als volgt: Een door de staat gesubsidieerd wetenschappelijk instituut dat deel uitmaakt van het gebied van zijne verheven majesteit de Keizer.' 

De Sub-prefect scheen er niet bijzonder van onder de indruk te zijn en blies rookringen voor zich uit. 'Dat is een mooie theorie, dr. Pirenne. Ik neem aan dat u ook over verdragen met een keizerlijk zegel beschikt. Maar hoe is de feitelijke situatie? Hoe staat u ten aanzien van Smyrno? U bent geen vijftig parsecs van Smyrno's hoofdstad verwijderd, weet u. En wat denkt u van Konom en Daribow?' 

'We hebben met geen enkele prefect iets te maken. Als deel van het keizerlijk ...' antwoordde Pirenne. 

'Het zijn niet langer gebieden die door een prefect worden bestuurd, het zijn nu koninkrijken.' 

'Goed, koninkrijken dan. Maar als een wetenschappelijk instituut ...' 

'De wetenschap kan voor mijn part naar de bliksem lopen!' riep de ander uit. 'Wat heeft dat verdomme te maken met het feit dat Terminus ieder ogenblik door Smyrno kan worden overmeesterd?' 

'En de Keizer? Zou de Keizer dat stilzwijgend toestaan?' 

Haut Rodric scheen te kalmeren. 'U, dr. Pirenne, erkent de rechten van de Keizer. Dat doen wij op Anacreon ook. Maar Smyrno zou er wel eens anders over kunnen denken. Vergeet niet dat we zojuist een verdrag met de Keizer hebben gesloten. Morgen zal ik een kopie ervan aan die Raad van jullie overhandigen. In dat verdrag verplichten wij ons de orde te bewaren binnen de grenzen van de oude prefectuur van Anacreon. Het komt mij voor dat onze plichten daarin duidelijk omschreven zijn. Of niet soms?' 

'Uiteraard, maar Terminus maakt geen deel uit van de prefectuur van Anacreon.' 

'En Smyrno ...' 

'En evenmin van de prefectuur van Smyrno. We hebben met geen enkele prefectuur iets te maken.' 

'Weet Smyrno daarvan?' 

'Dat kan mij niet schelen.' 

'Ons wel. We hebben net een oorlog met Smyrno achter de rug en zij zijn nog steeds in het bezit van twee sterrenstelsels die ons toebehoren. Terminus neemt tussen deze twee staten een bijzonder strategische positie in.' 

'En wat zijn de voorstellen van Uwe Hoogheid?' vroeg Hardin meewarig. 

De Sub-prefect scheen bereid te zijn tot het afleggen van meer directe verklaringen.

'Het is duidelijk dat Terminus niet in staat is zichzelf te verdedigen. Anacreon moet die taak van jullie overnemen. Ik leg er de nadruk op dat wij niet de wens koesteren ons te bemoeien met de interne aangelegenheden van uw planeet...' 

'Hmmm!' bromde Hardin sceptisch. 

'... maar wij zijn van mening dat het voor iedereen voordelig zou zijn als wij een militaire basis op Terminus zouden vestigen.' 

'Is dat alles wat u wenst? Het oprichten van een militaire basis?' 

'Nou ja . .. Blijft natuurlijk het probleem van het fourageren en onderhouden van die basis.' 

De voorpoten van Hardin's stoel kwamen met een klap op de grond terecht. Hij boog zich voorover en liet zijn ellebogen op zijn knieën rusten. 'Eindelijk komen we dan bij de kern van de zaak. Laten we er verder geen doekjes om winden: Terminus wordt dus een protectoraat dat tol moet betalen.' 

'Geen tol. Belasting. Wij beschermen u. U betaalt ervoor.' 

Pirenne sloeg plotseling met een heftig gebaar met zijn hand op zijn stoel. 'Laat mij aan het woord, Hardin. Luister Uwe Hoogheid, het kan mij geen rooie verroeste duit schelen wat Anacreon, of Smyrno wil. Dit is een, door de Staat gesubsidieerde, belastingvrije gemeenschap.' 

'Door de staat gesubsidieerd? Maar wij zijn de staat, dr. Pirenne! En subsidies zijn er niet bij!' 

Pirenne kwam woedend overeind. 'Mag ik u eraan herinneren dat ik de directe vertegenwoordiger ben van ...'

'... Zijne Keizerlijke Majesteit,' vulde Anselm haut Rodric ironisch aan. 'En ik ben de directe vertegenwoordiger van de Koning van Anacreon. En Anacreon is heel wat dichterbij, dr. Pirenne!' 

'Laten we ter zake komen,' drong Hardin aan. 'Hoe had u gedacht deze belasting te heffen, Hoogheid? In natura: graan, aardappelen, groenten, vee?' 

De Sub-prefect keek hem bevreemd aan. 'Wat bedoelt u? Wat moeten we daarmee? Die produceren we zelf in overvloed. Nee, goud willen we hebben. Chroom of Vanadium zou nog beter zijn. Tussen twee haakjes, hebben jullie daarvan een redelijke hoeveelheid?' 

Hardin begon te lachen. 'Een redelijke hoeveelheid? We bezitten zelfs geen ijzer. Goud! Hier, kijkt u maar eens naar het geld dat we gebruiken.' Hij wierp de afgevaardigde een muntstuk toe. 

Haut Rodric ving het op en keek er verbaasd naar. 'Wat is het? Staal?' 

'Inderdaad.' 

'Dat begrijp ik niet.' 

'Terminus is een planeet waarop praktisch geen metaalsoorten voorkomen. We moeten alles importeren. Als gevolg daarvan bezitten we geen goud. Het enige dat we hebben is eventueel een paar duizend schepels aardappelen.' 

'En fabrieksartikelen?' 

'Zonder metaal? Waar zouden we onze machines van moeten maken?' 

Er viel een stilzwijgen. 'Dit gesprek heeft geen enkele zin. Terminus is geen planeet, maar een wetenschappelijk instituut waarin een grote encyclopedie wordt samengesteld. Grote Ruimte nog aan toe, man, heb je dan helemaal geen respect voor de wetenschap?' 

'Met encyclopedieën win je geen oorlogen.' Haut Rodric fronste zijn wenkbrauwen. 'Dit is dus een volkomen on-productieve wereld en bovendien een nauwelijks bewoonde wereld. Jullie zouden misschien met land kunnen betalen.' 

'Wat bedoelt u?' vroeg Pirenne. 'Deze planeet is zo goed als onbewoond en de grond is waarschijnlijk vruchtbaar. Veel edelen op Anacreon zouden er graag wat land bij willen hebben.' 

'U wilt toch niet voorstellen dat wij . ..?' 

'U hoeft helemaal niet zo bezorgd te kijken, dr. Pirenne. Er is genoeg voor iedereen. Als u met ons samenwerkt, kunnen we het zo regelen dat u niets te kort komt. Titels kunnen worden verleend en landgoederen kunnen worden weggeschonken, als u begrijpt wat ik bedoel!' 

'Dank u!' snauwde Pirenne. 

'Zou Anacreon ons plutonium voor onze atoomfabriek kunnen leveren? We hebben nog maar voor een paar jaar voorraad.'

Pirenne's adem stokte. Toen Haut Rodric weer begon te praten, klonk zijn stem heel anders dan tevoren: 

'Hebt u hier dan kernenergie?' 

'Ja zeker. Waarom niet? De mensheid beschikt al vijftigduizend jaar over kernenergie. Waarom zouden wij die niet hebben? Het enige waar wij mee zitten is het op peil houden van onze voorraad plutonium.' 

'Ja ja .. .' De afgevaardigde zweeg even. 'Ik stel voor, heren, dat we het gesprek morgen voortzetten. Excuseert u mij,' voegde hij er aan toe. 

Pirenne keek hem knarsetandend na. 'De stompzinnige hond. De...' 

Hardin viel hem in de rede. 'Welnee. Hij is alleen maar het product van zijn omgeving. Hij denkt in termen van: "Ik heb een revolver. Jullie niet".' 

'Wat was in godsnaam de bedoeling van dat geraaskal over militaire bases en het betalen van schatting?' vroeg Pirenne geïrriteerd. 'Ben je gek geworden?' 

'Nee, ik heb hem alleen aan de praat gehouden en hij praatte zijn mond voorbij en vertelde ons wat de ware intenties van Anacreon zijn: het verdelen van Terminus in een aantal landgoederen. Natuurlijk is dat het laatste wat ik zal toestaan.' 

'O, zul jij dat niet toestaan? En wie ben jij dan wel? En mag ik misschien ook weten waarom je hem zo nodig moest inlichten over onze kernenergie? Grote Ruimte nog aan toe, man, begrijp je dan niet dat je ons daarmee tot een militair doel gemaakt hebt?' 

'O ja,' grinnikte Hardin. 'Een militair doel dat je beter uit de buurt kunt blijven. Begrijp je nog steeds niet waarom ik dat onderwerp heb aangesneden? Het heeft alleen maar mijn vermoedens bevestigd.' 

'Hoezo?' 

'Nou, dat Anacreon geen economie meer bezit die op kernenergie is gebaseerd. Als dat wel het geval zou zijn, zou onze vriend moeten hebben geweten dat plutonium niet langer voor de opwekking van kernenergie in aanmerking komt. Bovendien blijkt daar uit dat de rest van de Periferie evenmin over kernenergie beschikt. Smyrno zeker niet, want anders zou Anacreon de meeste veldslagen van de laatste oorlog niet gewonnen hebben. Interessant, vind je niet?' 

'Bah!' riep Pirenne en liep woedend weg, Hardin bleef glimlachend achter, wierp zijn sigaar weg en keek omhoog naar de Galaxis. 

'Teruggevallen op kolen en olie, hè?' mompelde hij, maar wat hij nog meer dacht - daarover zweeg hij.