11

De techman was een kort ventje met een vet glinsterende huid. Zijn roze schedel was omgeven door een krans van krulletjes. Aan zijn vingers pronkten zware ringen en hij rook naar parfum. Het was de eerste man die Mallow had ontmoet die er niet hongerig uitzag. 

De techman spitste gemelijk zijn lippen. 

'Kom, schiet op, man! Ik heb belangrijke dingen te doen. Je ziet er uit als een vreemdeling ...' Hij keek schattend naar Mallow's 178 duidelijk niet-Siwennese kostuum en zijn blik was een en al wantrouwen. 

'Ik ben niet van hier,' antwoordde Mallow kalm, 'maar dat doet er niet toe. Ik had de eer u gisteren een klein geschenk te sturen ...' 

'Dat heb ik ontvangen. Aardig snuisterijtje. Misschien kan ik het nog wel eens gebruiken.' 

'Ik heb nog andere, meer interessante dingen. Heel iets anders dan snuisterijen.' 

'O ja?' De techman scheen snel na te denken. 'Ik geloof dat ik wel weet waar je heen wilt; het is al eerder gebeurd. Je bent van plan mij een dingetje te geven; een lap stof of wat namaaksieraden; dingen waarmee je denkt een techman te kunnen verleiden!' Zijn onderlip stak vijandig naar voren. 'En ik weet ook wat je ervoor terug wilt hebben. Anderen zijn ook op dat schitterende idee gekomen. Je wilt lid van onze clan worden. Ingewijd worden in de geheimen van de kernenergie en kernmachines! Jullie honden van Siwenna hopen te ontkomen aan de straf voor jullie opstand door in het gilde van de techmannen door te dringen!' 

Mallow wilde wat zeggen, maar de techman scheen plotseling in een soort razernij te vervallen. 'En verdwijn nu of ik breng je aan bij de Beschermer van de Stad. Dacht je heus dat ik het vertrouwen zou schenden dat mij geschonken is? Ja, die Siwennese verraders die vóór mij hier waren misschien! Maar met mij heb je met iemand heel anders te maken, weet je, Grote Ruimte nog aan toe, eigenlijk zou ik je met mijn blote handen moeten afmaken!' 

Mallow moest er innerlijk om glimlachen. De hele toespraak had onecht, onoprecht geklonken. Die zogenaamde heilige verontwaardiging was niet meer dan een grote grap! 

Geamuseerd keek de koopvaarder: naar de dikke handjes die hem zouden moeten afmaken. 'Uwe Wijsheid vergist zich op drie punten. Om te beginnen ben ik geen onderdaan van de onderkoning die uw loyaliteit op de proef komt stellen. Ten tweede: het geschenk is iets dat de Keizer zelf in al zijn macht en glorie nooit zal bezitten. Ten derde: wat ik ervoor terug wil hebben is maar heel weinig; zo goed als niets!' 

'Dat zeg jij!' repliceerde de man sarcastisch. 'Kom, vertel mij eens, wat is dat keizerlijke geschenk dan wel wat je mij wilt aanbieden? Iets dat de Keizer zelf niet bezit?' Hij begon spottend te giechelen. 

Mallow stond op en duwde zijn stoel opzij. 'Ik heb drie dagen gewacht op een ontmoeting met u, Uwe Wijsheid, maar de demonstratie duurt niet langer dan drie seconden. Wees zo vriendelijk en schiet mij neer met het wapen waarvan de kolf vlak bij uw hand zit!' 

'Wat?' 

'Schiet mij neer! Het zal mij een genoegen zijn.' 

'Wat zeg je?' 

'Als u mij doodt kunt u de politie vertellen dat u het gedaan hebt omdat ik u probeerde om te kopen om geheimen van het gilde van u los te krijgen. Men zal u er ten zeerste om prijzen. Als het'u niet lukt mij te doden krijgt u mijn schild.' 

Voor het eerst werd de techman zich bewust van de zwakke lichtende uitstraling om de gestalte van de bezoeker. Hij richtte zijn wapen op Mallow en maakte contact. 

De luchtmolekulen die plotseling werden meegesleurd door de atoomsplitsing, veranderden in vurige ionen die de verblindende straal aangaven die op Mallow's hart was gericht, maar die plotseling in alle richtingen uiteenspatte! 

De geduldige uitdrukking op Mallow's gezicht bleef onveranderd. De kernkrachten die zich op hem stortten gingen te gronde tegen het tere lichtschijnsel waarmee hij was omgeven, en werden gedoofd. 

Het wapen van de techman viel met een klap op de grond. 

'Bezit de Keizer een persoonlijk krachtschild? Nee? Goed. U mag het hebben.'

'Bent u dan ook een techman?' stotterde het mannetje. 

'Nee.' 

'Hoe komt u daar dan aan?' 

'Wat kan u dat schelen?' sprak Mallow op kalme maar lichtelijk verachtelijke toon.

'Wilt u het hebben?' Hij wierp een dunne, knobbelige ketting op het bureau. 'Alstublieft!' 

De techman ritste het weg en begon het ding nerveus te betasten. 

'Is het compleet?' 

'Volkomen.' 

'Waar zit de energie?'

Mallow wees met zijn vinger naar de grootste knobbel die in lood was gevat. De techman keek op. Zijn gezicht was vuurrood. 'Meneer, ik ben een senior techman. Twintig jaar lang ben ik opzichter geweest en ik studeerde op Trantor onder de grote Bler. Als u de infernale brutaliteit bezit om mij wijs te willen maken dat een bobbel ter grootte van een walnoot de kracht van een kerngenerator kan tegenhouden dan ...' 

'Geeft u er dan zelf maar een verklaring voor. Ik zeg u dat het compleet is.' 

De techman sloeg de ketting om zijn middel en drukte volgens Mallow's aanwijzingen de knop naar beneden. Hij stak zachtjes af tegen de straling die hem nu omgaf. Hij richtte het wapen op zijn hand - aarzelde - en stelde hem toen in op minimum en vuurde met een vertrokken gezicht. De vuurstraal schampte zonder enige schade aan te richten op zijn hand af. Met een ruk draaide hij zich om. 

'En wat zou je doen als ik je nu dood schoot en het schild hield?' 

'Probeert u het maar!' zei Mallow. 'Denkt u dat ik u mijn enige schild heb gegeven?' Onmiddellijk daarna baadde ook hij in het zwakke licht. 

De techman begon nerveus te grinniken. Het wapen viel kletterend op zijn bureau. 'En wat is dan wel de kleinigheid die u in ruil ervoor wilt hebben?' 

'Ik wil uw generators zien.' 

'Realiseert u zich wel dat dat verboden is? We zouden er allebei voor in de ruimte geschoten kunnen worden!' 

'Ik wil ze niet aanraken of er ook maar iets mee te maken hebben. Ik wil ze alleen maar zien. Van een afstand.' 

'En als ik weiger?' 

'Dan kunt u het schild behouden, maar ik heb nog meer dingen. Bijvoorbeeld een wapen dat is ontworpen om een dergelijk schild te doorboren.' 

'Hmmm.' De techman keek nerveus om zich heen. 'Komt u met mij mee.'