3

Eskel Gorov, die op zijn brits lag, bewoog en opende éen oog toen Limmar Ponyets de zwaarbeslagen deur binnentrad die met een dreun achter hem dichtviel. Gorov sprong overeind. 

'Ponyets! Ze hebben je gezonden!' 

'Louter toeval,' zei Ponyets verbitterd. 'Of het werk van mijn persoonlijke demon. Punt éen: je raakt in de knoei op Askone. Punt twee: mijn handelsroute, bekend bij de Kamer van Koophandel, brengt mij binnen vijftig parsecs van Askone, precies op het ogenblik van punt éen. Punt drie: we hebben al eerder samengewerkt en de Kamer van Koophandel weet dat. Over een opzettelijke samenloop van omstandigheden gesproken!'

'Pas op. We worden afgeluisterd!' zei Gorov strak. 'Draag je een veldvervormer bij je?'

Ponyets wees op de versierde armband die hij om zijn pols droeg. Gorov ontspande zichtbaar. 

Ponyets keek om zich heen. De cel was kaal, maar vrij groot en goed verlicht en gelukkig stonk het er niet. 'Niet kwaad,' zei hij. 'Je wordt met zachtheid behandeld.' 

Gorov negeerde deze opmerking. 'Vertel mij eens hoe je hier terecht bent gekomen. Ik zit al bijna twee weken eenzaam opgesloten.' 

'Vanaf het ogenblik dat ik hier arriveerde, hè? Enfin, het schijnt dat die ouwe die hier de baas is, een paar zwakke plekken heeft. Hij is gevoelig voor stichtelijke frasen. Merkwaardig. Hij zou je met plezier je strot doorsnijden als dat zo uitkwam, maar aan de andere kant maakt hij zich bezorgd over het welzijn van je onsterfelijke ziel. Het is een kwestie van empirische psychologie. Een koopvaarder moet overal iets van af weten.'

Gorov glimlachte spottend. 'En jij hebt bovendien een theologische opleiding gehad. Ik mag je wel, Ponyets. Ik ben blij dat ze je gestuurd hebben. Maar zo erg gek is de Grote Meester nu ook weer niet op mijn ziel. Heeft hij het al over een losprijs gehad?' 

De ogen van de Koopman vernauwden zich. 'Niet meer dan een hint. Hij dreigde ook met vergassen. Ik hield mij op de vlakte. Het had best een valstrik kunnen zijn. Zo, dus het gaat om afpersing! Wat wil-ie hebben?' 

'Goud.' 

'Goud!' Ponyets fronste zijn wenkbrauwen. 'Het metaal? Waarvoor?' 

'Ze gebruiken het hier als geld.' 

'O ja? Waar haal ik goud vandaan?' 

'Waar het ook maar mogelijk is. Luister: dit is belangrijk. Zolang de Grote Meester goud ruikt, zal mij niets overkomen. Beloof het hem. Beloof hem zoveel hij maar wil. Ga daarna naar de Foundation om het te halen. Als ik vrij kom, zullen ze ons uit het systeem escorteren. Daarna scheiden onze wegen.' 

Ponyets keek afkeurend. 'En dan ga jij terug om het opnieuw te proberen.' 

'Ik heb opdracht atoomgoederen aan Askone te verkopen.' 

'Ze zullen je te pakken krijgen voordat je een parsec ver weg bent. Dat weet je zelf ook wel.' 

'Nee, dat doe ik niet. En als ik het wel zou weten zou het de gang van zaken toch niet beïnvloeden.' 

'De tweede keer zullen ze je doden!' 

Gorov haalde zijn schouders op. 

'Voordat ik weer met de Grote Meester ga onderhandelen, wil ik het hele verhaal weten. Tot dusver heb ik maar een beetje in het wildeweg rondgetast. Een paar opmerkingen die ik maakte, bezorgden de Grote Meester bijna een toeval.' 

'Ach, het is allemaal heel simpel,' zei Gorov. 'De enige manier om de veiligheid van de Foundation hier te verhogen, is het stichten van een door religie gecontroleerd commercieel imperium. We zijn nog te zwak om een politieke controle af te dwingen. Het is het enige wat we kunnen doen om de Vier Koninkrijken eronder te houden.' 

Ponyets knikte. 'Dat begrijp ik. Een systeem dat geen kernfoefjes accepteert, kan nooit onder onze religieuze controle komen.' 

'En kan daarom een brandpunt van onafhankelijkheid en vijandschap worden... Inderdaad.' 

'Goed,' antwoordde Ponyets. 'Tot zover de theorie. Maar vertel mij nu eens wat de verkoop ervan verhindert. Godsdienst? De Grote Meester liet iets dergelijks doorschemeren.' 

'Het gaat om een soort voorouderverering. Volgens de traditie werden zij in het verre verleden door deugdzame en eenvoudige helden uit een gevaarlijke situatie gered. 

Het komt in werkelijkheid neer op een vertekening van de anarchistische periode die zich een eeuw geleden afspeelde. De Imperiale troepen werden toen verdreven en er kwam een onafhankelijke regering aan de macht. 

Wetenschap en vooral kernenergie werden geïdentificeerd met het oude imperiale regime waaraan zij met afgrijzen terugdachten.' 

'O ja? Maar ze beschikken anders over fijne ruimteschepen die mij twee parsecs ver weg in de gaten kregen. Dat doet sterk aan kernenergie denken!' 

Gorov haalde zijn schouders op. 'Dat zijn overblijvertjes van het Imperium. Waarschijnlijk worden ze inderdaad door kernenergie gedreven. Wat ze hebben, houden ze. Waar het om gaat is dat ze tegen vernieuwingen zijn en dat hun economie volkomen non-atomisch is. En daar moeten we iets aan zien te veranderen.' 

'En hoe dacht je dat te doen?' 

'Door de weerstand op een bepaald punt te breken. Laat ik het simpel stellen: als ik een edelman zo ver krijg dat hij een pennenmes met een krachtveldlemmet van mij koopt, dan zal hij belang hebben bij het ontstaan van wetten die hem in staat stellen het te gebruiken. Dat klinkt misschien nogal kinderachtig, maar psychologisch klopt het. Strategische transacties op strategische punten zullen een pro-kernenergie-fractie doen ontstaan.' 

'En daarom hebben ze jou hier naar toe gestuurd, terwijl ik hier alleen maar ben om je vrij te kopen. Als ik dan weg ben, begin jij opnieuw. Is dat niet een beetje mijl op zeven?'

'Hoezo?' vroeg Gorov voorzichtig. 

'Luister!' Ponyets had er plotseling genoeg van. 'Jij bent een diplomaat, geen Koopvaarder. En alleen door jezelf een Koopvaarder te noemen, word je er geen. Dit is een zaak voor iemand die met handel zijn brood verdient. Mijn lading is aan het verrotten en het heeft er alle schijn van dat ik nooit aan mijn quota toekom.' 

'Bedoel je dat je je leven wilt riskeren voor iets waar je niets mee te maken hebt?' Gorov glimlachte. 

'Je bedoelt dat het een vaderlandslievende daad zou zijn en dat Koopvaarders nooit vaderlandslievend zijn,' zei Ponyets. 

'Daar staan ze voor bekend. Pioniers zijn nooit vaderlandslievend.' 

'Goed. Dat geef ik toe. Ik zwerf niet door de ruimte om de Foundation te redden of iets dergelijks. Nee, ik wil geld verdienen en dit is mijn kans. Als de Foundation er toevallig voordeel van heeft - des te beter. Ik heb mijn leven voor minder belangrijke zaken ingezet.' 

Ponyets stond op en Gorov volgde zijn voorbeeld. 'Wat ben je van plan?' vroeg hij. 

De Koopvaarder glimlachte. 'Dat weet ik ... nog niet, Gorov,' zei hij, 'maar als het om verkopen gaat, ben ik je man. Ik ben over het algemeen geen opschepper, maar éen ding kan ik je zeggen: ik ben nog nooit onder mijn quotum geëindigd!' 

Toen hij klopte werd de deur onmiddellijk voor hem opengedaan.