Hoofdstuk 5

 

 

 

Mike was druk bezig de dossiers en zijn laptop uit zijn auto te halen, toen hij aan de overkant van de straat Aurora Beasley zag staan worstelen met twee grote boodschappentassen. Ze bevond zich nog minstens driehonderd meter van haar huis.

Hij trok zijn stropdas los, gooide zijn jasje in de kofferbak en stak de straat over. ‘Kan ik je misschien een handje helpen?’ bood hij aan.

‘O, lieve goedheid! Graag!’ Aurora was rood aangelopen. Puffend zette ze de tassen neer. Haar enorme borsten rezen en daalden bij iedere moeizame ademhaling. ‘Er was een tijd dat ik nog geen honderd meter hoefde te lopen voordat een aantrekkelijke jongeman aanbood me te helpen.’ Ze slaagde erin even piepend te giechelen. ‘Maar er is ook een tijd geweest dat ik diezelfde afstand liep zonder daarop te vertrouwen.’

Mike pakte met één hand de tassen op en bood haar zijn vrije arm, die ze dankbaar accepteerde.

‘Dat is mijn verdiende loon na drie echtscheidingen…’ zei ze hijgend. ‘Nou… dus Erica heeft bij jou nog niets bereikt?’

Mike keek wat geschokt op haar neer.

‘Wat die kerstverlichting betreft, bedoel ik.’

Hij was een idioot. ‘Nee, ik vrees van niet,’ zei hij kortaf. Sinds zondag had hij zijn buurvrouw gemeden als de spreekwoordelijke pest. Hoewel Erica duidelijk al evenmin als hij zat te wachten op de aantrekkingskracht die zich tussen hen manifesteerde, wilde hij toch geen risico’s nemen.

‘Ach, ik neem aan dat je daarvoor je redenen wel zult hebben.’ Aurora wachtte, maar toen Mike niet reageerde, verscheen er een glimlachje rond haar lippen. Ze opende haar tuinhek en gebaarde dat hij mee moest lopen. Hij concludeerde dat ze haast wel kleurenblind moest zijn. Haar lila bungalow met dieppaarse luiken vloekte hartgrondig bij de overdaad aan gele en oranje bloemen in haar tuin.

‘Extravagant,’ zei ze, kennelijk zijn gedachten radend, ‘net als ik. Zet de boodschappen maar bij de deur. En als je me dan even de trap op wilt helpen?’

Met één hand op zijn arm en de andere op de balustrade wist ze de trap te bestijgen. ‘En dan te bedenken dat ik vroeger mijn benen boven mijn hoofd kon krijgen. Nu kan ik amper mijn knieën nog buigen.’ Ze kneep even in zijn arm. ‘Flinke spieren. Sport je veel?’

‘Geregeld.’ Mike begon al spijt te krijgen van zijn behulpzaamheid. Die creëerde een opening waar hij niet op zat te wachten.

‘Het sterke, stille type. Mmm.’

Hij schoot in de lach. ‘Geen wonder dat je drie echtgenoten hebt versleten.’

‘Ja, en pas bij de derde had ik de jackpot getroffen.’ Haar toon werd sluw toen ze eraan toevoegde. ‘Net als die lieve Erica had ik een probleem met mannen. Haar eerste man was ook een fiasco, maar zij is slim genoeg om het de tweede keer beter te doen.’

Hij maakte niet de fout haar aan te kijken.

Aurora grinnikte zacht en kneep opnieuw in zijn arm. ‘Prima, ik zal me met mijn eigen zaken bemoeien. Weet je, zij is voor mij ook een goede buurvrouw. Ik zal Will en haar missen als ze gaat verhuizen. Het is verdraaid jammer dat ze het zich niet kan veroorloven om Jeff uit te kopen.’

‘Ze zet haar huis pas na Nieuwjaar te koop,’ verzekerde hij haar. ‘En gezien de slappe huizenmarkt zal het nog wel een tijdje duren eer ze het heeft verkocht.’

‘Maar Mike, ze heeft op dit moment kopers over de vloer. Ze zijn net voor jou gearriveerd. Ze hebben hun connectie met Jeff gebruikt om een bezichtiging af te dwingen, zelfs al hadden ze afgesproken dat ze met een makelaar zouden komen.’

Aurora wachtte op een reactie, maar het duurde even eer hij die had gevonden. ‘Zal ik de boodschappen voor je naar binnen dragen?’

‘Nee, dat lukt me zelf wel. Weet je wat zo jammer is? Ik weet niet of onze kerstverlichtingtraditie het zal overleven wanneer Erica vertrokken is. Zij is al jaren de drijvende kracht achter dat festijn, al is onze voorzitter Phil – en Erica’s man vóór hem – altijd degene die alle lof krijgt toegezwaaid. We worden allemaal zo oud. We hebben jonge mensen in het comité nodig die het van ons gaan overnemen. Goed, ga jij nu maar snel naar huis en houd een oogje op die kopers voor me… Nee, ik plaag maar wat. Ik weet dat jij niet tot het nieuwsgierige type behoort. Bedankt voor je hulp.’

Zijn afgesloten huis was stoffig en stonk vaag naar afval. Mike kon zijn leven ruiken toen hij naar binnen stapte… afhaalmaaltijden, eenzaamheid en verschaald bier. Zijn werk nam de meeste tijd in beslag, maar er waren nog steeds te veel momenten van spijt en twijfel, schuld en verdriet. Hij smeet zijn spullen op de bank, gooide wat ramen open om de stank kwijt te raken – niet om zijn buurvrouw te bespioneren – en bracht het vuilnis naar de container in de tuin, de aandrang negerend om in Erica’s tuin te gluren.

Misschien was ze nu wel bezig om de verkoop te bezegelen.

Hij gooide de zak in de container en smeet het deksel weer dicht. Als ze verhuisde, zou hij zich ook geen zorgen meer over haar hoeven te maken. Haar lot had hem niet onberoerd gelaten. Zelfs in slechte tijden kun je nog ergens in geloven, dan kun je nog steeds magie creëren, had ze gezegd. Was ze het zich bewust dat haar dierbare kersttraditie in gevaar kwam wanneer ze vertrok? En waarom zat hem dat in vredesnaam zo dwars?

Hij hoorde haar achterdeur opengaan, en daarna weerklonk er een onbekende vrouwenstem.

‘Dit huis heeft zoveel potentie! Tom, liefste, hier kunnen we zoiets geweldigs van maken.’

Tom antwoordde op verontschuldigende toon: ‘Iedereen kan hier met vijftigduizend dollar iets geweldigs van maken, Sue. Erica, hadden jij en je ex al niet verbouwingsplannen gemaakt voordat hij…’ De stem stierf met een onzekere klank weg.

Erica vroeg op kille toon: ‘Heeft de makelaar jullie iets over mijn privéleven verteld?’

‘Ja, en dat klonk heel triest,’ zei Sue. ‘Is dat ontwerp voor die verbouwingsplannen ook inbegrepen bij de prijs? Tom, por me toch niet steeds in mijn ribben! Ik mag het toch wel vragen?’

‘Dus jullie zijn van plan een bod uit te brengen?’ Erica klonk allesbehalve blij. Behoedzaam stapte Mike op zijn terras, zodat hij haar door de bomen heen kon zien. Ze stond op haar lip te bijten.

‘Ja,’ zei Tom. De grote man van middelbare leeftijd en zijn minivrouwtje stonden met hun rug naar hem toe.

‘Wacht even, liefje.’ Sue stompte speels tegen de arm van haar echtgenoot. ‘Ik wil eerst nog wat meer informatie. Erica, hoe is deze buurt?’

‘De buurt?’

‘Wij houden erg van verschillende culturen,’ voegde Tom eraan toe. Ze waren zich nog steeds niet bewust van Mikes aanwezigheid. ‘We eten allerlei exotische maaltijden. Thais, Koreaans, Japans, Polynesisch, Mexicaans.’

‘Ik kan dit niet,’ zei Erica aarzelend.

‘Wat kun je niet?’ vroeg Sue. Zelfs zonder haar gezicht te zien, wist Mike dat ze volgespoten was met botox en perfect was opgemaakt.

‘Ik kan jullie dit huis niet verkopen zonder… zonder jullie te vertellen over… Het is…’ Erica’s blik flitste over haar grondgebied. ‘Het ligt in een gebied dat eens in de tien jaar onder water komt te staan.’

‘Ach, hoe kom je daar nu bij?’ vroeg Tom op lacherige toon. ‘Ik heb een kaart van het kadaster bij me. Dit is vulkanische bodem, uitermate waterdoorlatend. Dat wil Sue graag, nietwaar liefje? Voor haar dahlia’s, waarmee ze al menige prijs in de wacht heeft gesleept.’

‘Ik doe mee aan bloemenshows,’ legde Sue uit, ‘en de bodem hier is perfect. Het enige wat we moeten doen, is die pruimenboom omkappen om meer zon te krijgen.’

‘Dat kun je niet doen.’ Verbijsterd legde Erica haar hand tegen de bast. ‘Er… Er woont een bedreigde diersoort in.’

Ze was de slechtste leugenaar die Mike ooit had gezien.

‘O, wat opwindend!’ kreet Sue. ‘Wat is het?’

‘Een… Een zeldzaam insect.’ Ze klonk onzeker, en het was ook een onwaarschijnlijk slechte smoes, dacht Mike. Hoezo zou een insect maar in één boom voorkomen? Trouwens, de meeste mensen verafschuwden insecten.

Zo niet Sue. ‘Ik ben dol op insecten!’ riep ze uit. ‘Kijk, ik heb zelfs een vlieg van zilver aan een kettinkje. Dit is een teken, Tom.’

Erica omklemde de stam. ‘Oké, eigenlijk wilde ik jullie dit niet vertellen, maar het huis staat op instorten… jullie moeten er duizenden dollars in steken om het te renoveren.’

Tom keek naar zijn vrouw. ‘Liefje, doorgaans geloof ik niet in jouw voortekenen, maar dit is gewoonweg griezelig.’ Zijn gezicht spleet bijna doormidden door zijn brede grijns. ‘Erica, we wilden je gevoelens niet kwetsen, maar we zijn van plan het helemaal af te breken en er een nieuw huis voor in de plaats te zetten. Nu hoeven we ons daar niet meer schuldig over te voelen.’

Goed, nu kon hij dit niet langer verdragen. Mike zwaaide om Erica’s aandacht te trekken en wees toen op zichzelf. Even staarde ze hem niet-begrijpend aan, maar zei toen snel: ‘Maar ik vrees dat de buurman van hiernaast het grootste probleem is.’

Sue en Tom draaiden zich om en probeerden te zien waar ze naar had gekeken. Mike dook snel weg.

‘Hij is afschuwelijk.’ Erica kwam op stoom. ‘De hele nacht harde muziek, maar hij klaagt voortdurend dat mijn zoon lawaai maakt wanneer hij in de tuin speelt. Vreemde gewoontes… Hij… Hij loopt naakt door het huis zonder de gordijnen dicht te trekken.’

‘O?’ Sue keek eerder geïnteresseerd dan afkeurend. ‘Hoe oud is hij?’

Dat negeerde Erica. ‘Jullie moeten toch opgemerkt hebben dat hij geen kerstverlichting heeft opgehangen.’

‘Wel, dat vroegen we ons wel af,’ zei Tom, ‘maar –’

‘En weet je wat het ergste is? Hij is Amerikaans.’

‘Maar wij zijn dol op Amerikanen, nietwaar liefste?’

‘Geloof me, op deze niet.’ Erica stortte zich vol verve op haar nieuwe thema. ‘Deze… eh, kauwt tabak en spuugt en schiet op eekhoorns.’

‘Maar we hebben in Nieuw-Zeeland helemaal geen eekhoorns,’ zei Sue.

‘Hij importeert ze.’ Erica liet haar stem dalen. ‘Om op te eten.’

‘Maar hij mag hier toch geen vuurwapens hebben,’ zei Tom praktisch. ‘Ik zou onmiddellijk de politie bellen zodra –’

‘Ik bedoel een wapen waar je geen vergunning voor nodig hebt.’

‘Een luchtbuks?’ vroeg Tom.

‘Ja, dat bedoel ik.’

‘Een luchtbuks om eekhoorns mee te schieten?’ vroeg Sue.

‘Zoiets ja,’ zei Erica op sombere toon.

‘Je verzint dit, hè?’ zei Tom een tikje verontwaardigd.

Aan de andere kant van het hek sloeg Mike zich tegen het voorhoofd. Tom en Sue mochten dan nog zo dol zijn op exotische maaltijden, maar het leek erop dat ze niet echt bereisd waren. En dat gold ook voor Erica!

‘Erica,’ zei Sue op scherpe toon, ‘probeer je ons van ons bod af te houden?’

‘Natuurlijk niet,’ zei Erica, met een onschuldige blik. ‘Maar ik zou het niet op mijn geweten willen hebben dat ik jullie niet had verteld wat je te wachten stond.’ Haar stem stierf weg toen ze voor hen uit naar de andere kant van het huis liep.

Mike dacht als een razende na. Daarna vulde hij zijn afvalemmer voor de helft met wasgoed, gooide ieder bierflesje wat hij kon vinden daar bovenop – zowel leeg als vol – en liep naar zijn voordeur. Erica stond bij haar brievenbus met Sue en Tom, die duidelijk niet veel zin hadden om te vertrekken. Hij trok zijn kleren uit, op zijn broek en sokken na, knoopte zijn das opnieuw en gooide het langste uiteinde over zijn schouder, in de hoop de indruk te wekken dat hij interesse had in duistere seksspelletjes.

‘Ik wil dit huis,’ zei Sue tegen Tom. ‘En ik laat me niet afschrikken door bespottelijke verhalen over buren. Zo slecht lijkt hij me niet.’

Mike liep wankelend naar de rand van de stoep en kwakte zijn afvalbak, waarin de flesjes lustig rinkelden, op de straat.

Tom en Sue schrokken zichtbaar.

Mike keek Erica woest aan. ‘Als die ellendige kat van jou nog één keer in mijn tuin poept, dan vermoord ik hem en laat ik hem opzetten! Heb je dat goed begrepen?’ Terwijl de drie mensen hem verbijsterd nastaarden, wankelde hij terug naar zijn huis en trok de voordeur met een klap achter zich dicht.

Tien minuten later klopte Erica op zijn deur. Toen hij opendeed, overhandigde ze hem met een schaapachtige grijns zijn afvalemmer. Daarbovenop lag een groot stuk kerstcake, verpakt in plastic en versierd met een rode strik. ‘Dat is om je stilzwijgen te kopen. Als Jeff hoort wat ik zojuist heb gedaan… of Vonnie, de makelaar… Maar het heeft gewerkt, dus moet ik je bedanken. Ik ben dan weliswaar gedwongen te verhuizen, maar ik wil toch dat hier dan leuke mensen komen wonen.’

‘Ik ook,’ zei hij. Ondanks haar zonnige glimlach leek ze moe. De afgelopen paar avonden had haar licht bijna even lang gebrand als het zijne. Hij vermoedde dat ze extra opdrachten had aangenomen om de kerstuitgaven te dekken. ‘Waar ga je wonen… als je dit hebt verkocht?’

‘Ergens waar de huur niet te hoog is,’ schertste ze.

‘Aurora is bang dat de jaarlijkse kersttraditie verloren gaat als jij vertrekt.’ Waarom had hij dat er nu in vredesnaam uitgeflapt?

Haar gezicht betrok. ‘Daar kan ik niets aan doen,’ zei ze quasiluchtig, maar ze drukte haar hand tegen haar nek en masseerde hem even. ‘Voor jou is dat toch goed nieuws, nietwaar?’

‘Omdat ik geen Kerstmis vier, wil dat nog niet zeggen dat ik het andere mensen misgun die dat wel willen.’

‘Natuurlijk niet. Het spijt me… Mike, waarom vier jij eigenlijk geen kerstfeest? En begin nu niet over commerciële uitbuiting en dat soort nonsens, want daar geloof ik niets van.’

Heel even kwam hij in de verleiding haar de waarheid te vertellen. Maar al zou hij nog zo graag willen dat deze vrouw hem begreep, dan wilde hij het risico nog niet lopen dat ze medelijden met hem kreeg.

‘Ik was als kind al bang voor de Kerstman.’

Haar ogen vernauwden zich tot spleetjes. ‘Bewaar je geheimen maar, hoor. Nou, je hebt mij een groot plezier gedaan, dus zal ik je niet meer lastigvallen. Het zal je plezier doen te weten dat ik de moed heb opgegeven wat jou betreft.’

‘Een beter kerstcadeau had ik me niet kunnen wensen,’ zei hij. ‘Eindelijk rust.’ Toen hij de deur sloot, voelde hij echter een steek van iets wat heel goed spijt zou kunnen zijn.