Hoofdstuk 4

 

 

 

Drew hees zich in zijn jack en liep de deur uit. Gwen had erop gestaan dat hij Brody’s sandwich meenam, dus had hij die in een zakje gedaan. Nu voelde hij zich een kind dat voor het eerst naar school ging.

Hij trof Brody aan, leunend tegen de terreinwagen.

Eerst keek hij naar de sandwich en daarna naar zijn vader. ‘Ik heb geen honger.’

Max Peabody verscheen aan de andere kant van de auto. Met zijn sneeuwwitte haren, baard en blozende wangen leek hij een beetje op de Kerstman in een spijkerbroek.

‘Die boterham kun je beter opeten, jongeman! Kerstbomen kappen vergt nogal wat energie.’

Drew kreunde in afwachting van de tirade die zijn zoon nu zeker zou afsteken, maar in plaats daarvan griste Brody het plastic zakje uit zijn hand en haalde de sandwich eruit.

‘Oké, ik ben blij dat dit geregeld is.’ Max keek vol genoegen om zich heen. ‘Zoals ik al zei aan de telefoon, zouden we zaterdag over een week open kunnen gaan, maar we hebben nog wel even wat tijd nodig om alles klaar te krijgen. Er liggen tonnen oude takken en rommel tussen de bomen op het veld.’ Hij knipoogde naar Drew. ‘We willen geen rechtszaak aan onze broek krijgen als iemand toevallig struikelt over een tak.’

Opnieuw keek hij om zich heen. ‘En dan hebben we nog een paar dagen nodig om wat bomen te kappen voor de mensen die dat niet zelf willen doen. Eigenlijk is dat een goed plan, want dan kan ik jullie meteen leren hoe je moet kappen, voordat jullie samen met de klanten op pad gaan die hun eigen boom willen uitzoeken.’ Hij wees op een gammel ogende schuur. ‘Daarin moet nog een stalletje staan. Vroeger gebruikte mijn vrouw Sunny dat als kassa waar de klanten hun boom konden afrekenen.’ Hij keek weer naar Drew. ‘Als je een beetje indruk wilt maken, zul je de oude schuren ook wat moeten opknappen. Het is nu natuurlijk te koud om ze te verven, maar het zou geen kwaad kunnen om de ontbrekende planken te vervangen.’

Brody keek naar Drew, die zijn uiterste best deed om te glimlachen. Hij gruwde van de gedachte dat hij overdag uren zou moeten besteden aan de herstelwerkzaamheden van de boerderij, en ’s avonds nog eens uren aan het leiden van zijn bedrijf vanuit zijn kantoortje.

Natuurlijk was dit allemaal Gwens schuld.

Zodra hij aan haar dacht, joeg de hitte door zijn bloed. Nog nooit had iemand zich ten opzichte van hem zo halsstarrig opgesteld. En dat deed ze op de koop toe ook nog op een schattige manier. Haar neus rimpelde, en haar ogen spuwden vuur. Hij kon zich niet eens voorstellen welke vrijheden ze zich zou veroorloven als hij haar baas niet was en ze vrijuit zou kunnen spreken.

Zijn hartslag versnelde, en zijn bloed leek nog heter te worden. Hij wist niet of hij moest lachen of kreunen. Nou, als hij de hele middag aan haar dacht terwijl hij bomen kapte op deze bevroren vlakte, zou dat misschien voorkomen dat hij bevroor. Tegelijkertijd zou het helaas dan nog moeilijker zijn om een goede, objectieve baas te blijven wanneer hij ’s avonds weer naar binnen ging.

Ze zouden ’s avonds moeten samenwerken, dat zou haar straf zijn voor het bedenken van dit ellendige plan. Het openen van de Christmas Tree Farm mocht dan zijn idee zijn, maar dat hij daar actief aan deelnam, was het hare. Dus zou ze samen met hem lijden.

 

Gwen keek uit het keukenraam en zag Max wijzen naar de bomen. Ze zag dat Brody zijn sandwich at en slaakte een zucht van opluchting. Die opluchting was echter slechts een kort leven beschoren toen ze zag dat Drew even met samengeknepen ogen in de richting van het huis keek.

Ze liet het gordijn zakken en sprong achteruit. O, jeetje! Hij zou haar dit plan betaald zetten!

Besluitend dat de aanval de beste verdediging was, haalde ze het vlees tevoorschijn dat ze de vorige dag bij de supermarkt had gekocht, sneed het in blokjes en begon een hartige stoofpot samen te stellen. Ze schilde aardappelen en wortels, braadde het vlees aan en maakte een rijke jus. Toen alles op het vuur stond om te stoven, bedacht ze nog iets en verzamelde de ingrediënten voor broodjes.

Terwijl het deeg stond te rijzen, besloot ze ook nog wat muffins te bakken. Dat was een van de dingen die ze van haar moeder had geleerd. Gill en zij waren dol op muffins, dus Ginger had hen al op jonge leeftijd geleerd hoe ze die zelf moesten bakken.

Toen Drew en Brody vijf uur later de keuken binnen klosten, stond de stoofpot te borrelen op het vuur, lagen er verse broodjes in een mandje en vulde de geur van pompoenmuffins het vertrek.

Drew smeet zijn handschoenen op het aanrecht en snoof. ‘Dit moet de hemel zijn!’

‘Alles lijkt op de hemel vergeleken bij die ellendige kou,’ snauwde Brody.

Drew onderdrukte een zucht. Brody had de afgelopen dag nauwelijks geklaagd, waar Drew dankbaar voor was geweest. Maar nu Max niet meer in de buurt was, hield zijn zoon zich niet meer in en zou waarschijnlijk de rest van de avond weer mokken.

Hij besloot dat hij Brody het beste kon negeren en concentreerde zich op wat het meest voor de hand lag. ‘Alles ruikt heerlijk.’ Dat was absoluut de waarheid, dacht hij, verrukt zijn ogen sluitend van genot. ‘Ik hoop alleen dat ik nog de kracht heb om te eten.’

Brody lachte spottend en liep naar de klapdeur. ‘Ik ga me eerst even wassen.’

Zodra hij verdwenen was, keek Drew Gwen aan. Hij had de hele dag lopen bedenken hoe hij haar zou straffen voor haar idee, maar nu hij alleen met haar was in de keuken die zo heerlijk geurde dat hij de tafel zou kunnen opeten, wist hij opeens niet meer wat hij moest zeggen.

‘Dit zijn een paar dingen die ik van mijn moeder heb geleerd.’

‘Dan moet je moeder een geweldige kok zijn.’

‘Dat was ze zeker.’

‘Was?’

‘Ja, ze is overleden, vorig jaar september.’

‘Dat spijt me voor je.’

Gwen haalde haar schouders op en pakte borden uit de kast. ‘Het is nu eenmaal niet anders. Gelukkig hebben Gill en ik elkaar nog.’

Omdat het niet prettig aanvoelde dat ze hem bediende, begon hij bestek te pakken. ‘Is Gill je zusje?’

‘Mijn tweelingzusje.’

Hij bleef staan en glimlachte een tikje schaapachtig. ‘Ben je er een van een tweeling?’

‘Zo uitzonderlijk is dat toch niet?’

‘Nee, het lijkt me juist leuk.’ Hij vond haar leuk. Verdorie, alles wat hij hoorde, zorgde ervoor dat hij haar nog specialer begon te vinden. En ze had eten voor hen gekookt. Ze was niet op haar lauweren gaan rusten terwijl zij buiten waren. Ze had gewoon gedaan wat gedaan moest worden – een maaltijd bereid omdat ze had geweten dat ze uitgehongerd zouden terugkeren.

Het diner werd in stilte verorberd. Niet omdat ze op hun tenen om elkaar heen slopen, maar omdat de mannen zich niet de tijd gunden om tussen de happen door iets te zeggen. Na het eten excuseerde Brody zich. Drew wist dat hij naar bed ging. Hij hield hem niet tegen. Zelf zou hij nu ook het liefst in een warm bed willen kruipen, maar al het andere werk, dat was blijven liggen terwijl hij had geleerd om kerstbomen te kappen, moest nu gedaan worden.

‘Je weet toch wel dat we vanavond moeten werken, hè?’

Ze knikte. ‘Ja, natuurlijk.’ Ze keek hem even aan. ‘Jij weet toch ook dat Claire dan in haar schommeltje in het kantoor moet staan, hè?’

‘Ja.’

‘Dan weten we dus allebei waar we aan toe zijn.’

Hij kon het niet helpen, hij moest naar haar glimlachen. Ze liet niets aan het toeval over en onderhandelde met hem als een gelijke. Ook was ze duidelijk nergens bang voor, zelfs niet voor hem. Ze had zoveel pit en intelligentie dat hij, als ze niet zo ver van North Carolina vandaan had gewoond, haar waarschijnlijk een positie zou hebben aangeboden op het hoofdkantoor.

Natuurlijk zou hij dan moeten vechten tegen de aantrekkingskracht die ze op hem uitoefende en zou het hem niet toegestaan zijn haar te kussen, aan te raken of met haar naar bed te gaan…

Naar bed gaan? Allemachtig! Waar was die gedachte vandaan gekomen? Het visioen van een naakte, warme Gwen die naast hem in bed lag, flitste door zijn hoofd. Het beeld was niet kristalhelder, maar het werd vagelijk opgeroepen door de gevoelens die door hem heen stroomden. Gevoelens… De aantrekkingskracht veranderde langzaam in iets wat hij zelfs niet durfde te benoemen. Hij wilde het niet, en zij zou dat ook niet moeten willen.

Nerveus sprong hij van zijn stoel. ‘Laten we dan maar aan de slag gaan.’

Ze werkten door tot tien uur. Toen veegde Drew, moe van de lichamelijke inspanningen van die dag, over zijn gezicht en zei: ‘Goed, dat was het voor vanavond.’

Gwen zakte voorover op haar bureau. ‘Ik ben zo blij dat je dat zegt.’

Hij schoot in de lach. ‘Ga naar huis.’

Ze stond onmiddellijk op. ‘Dat laat ik me geen twee keer zeggen.’

Zodra ze het vertrek had verlaten, begon Drew te grinniken, maar hij hield zich snel in. Hij mocht haar te graag, en niet alleen om haar beeldschone uiterlijk. Ze had hem een goed advies gegeven over Brody, had een geweldige maaltijd gekookt en had zelfs niet geklaagd toen hij zei dat ze die avond nog moest werken.

Hij stond op en slenterde naar de keuken, waar hij een van de zelfgemaakte muffins pakte en van genot kreunde toen hij er een hap van nam. Ze was echt te goed om waar te zijn. En veel te jong voor hem, dat moest hij voor ogen houden. Ze was jong, mooi en intelligent en had heel haar leven nog voor zich. Wat moest ze in vredesnaam met een man die twaalf jaar ouder was dan zij?

Toen hij zijn muffin op had, liep hij naar de hal om naar boven te gaan. Jammer genoeg liep hij daarbij Gwen tegen het lijf. Bijna letterlijk.

‘Sorry,’ zei hij automatisch. Zijn blik flitste naar het draagstoeltje dat aan haar arm hing, en hij deed onmiddellijk een stap achteruit. ‘Ik was Claire helemaal vergeten. Ik dacht dat je had gezegd dat ze bij ons in het kantoor zou staan.’

Gwen haalde haar schouders op. ‘Ze sliep toen ik klaar was in de keuken, dus heb ik haar laten slapen.’ Ze lachte even. ‘Ik heb je toch verteld dat ze een zoete baby is.’

‘Ja.’ Buiten was het koud, dacht hij, bitterkoud. Gwen zou niet alleen zichzelf dik moeten aankleden, maar de baby ook. Daarna moest ze nog een minuut of twintig door de kou rijden om haar huis in de stad te bereiken.

De aandrang om haar te vertellen dat ze moest blijven overnachten, had de kracht van een tsunami. Toen hij in haar mooie, groene ogen keek, trok zijn maag samen. Verdorie, ze was prachtig. En hij voelde zich tot haar aangetrokken. Als hij haar vroeg om te blijven, zou ze dat misschien verkeerd opvatten. Erger nog, ze zou het goed opvatten en zijn mening delen dat het verstandiger en veiliger was om hier te blijven. Dan zou hij waarschijnlijk in zijn bed liggen denken aan haar, aan de aantrekkingskracht die ze op hem uitoefende en dat hij haar nooit zou kunnen krijgen. Dan zou hij zeker geen oog dichtdoen.

Bedenkend dat de wegen veilig waren en dat zij geboren en getogen was in West Virginia en eraan gewend om in de sneeuw te rijden, reikte hij naar de deurknop en opende de deur voor haar. ‘Tot morgen dan maar.’

Ze schonk hem haar prachtige glimlach. ‘Ja, tot morgen.’ Ze liep de kou in.

Hij keek haar na en zag een rookpluimpje uit de uitlaat van haar auto komen. Ze had hem dus al gestart, dan hoefde hij zich er gelukkig geen zorgen over te maken dat ze met de baby in een koude auto zat.

Toen ze verdwenen was, haalde hij diep adem. Hij had twee vreselijke dagen achter de rug. Ten eerste had hij niet geweten wat hij aan moest met Brody. Daarna had hij zich aangetrokken gevoeld tot de vrouw die hij had aangenomen als assistente, en alsof dat nog niet erg genoeg was, had ze ook nog een baby. Daarna had hij persoonlijk de handen uit de mouwen moeten steken om zijn zoon te tonen dat hij hem niet beschouwde als zijn slaaf. En nu kon hij zelfs niet zo aardig zijn om zijn secretaresse en haar baby aan te bieden dat ze mochten blijven logeren, omdat hij zich zorgen maakte over de aantrekkingskracht die ze op hem uitoefende.

Op de een of andere manier moest hij toch proberen om ergens weer controle over te krijgen.

 

Gwen had het ontbijt al klaar toen Drew en Brody de volgende ochtend wakker werden. Ze had de pompoenmuffins opgewarmd in de oven, verse koffie gezet en eieren en bacon gebakken. Ze wist dat ze door de geur werden begroet toen ze de keuken binnen kwamen.

‘Ik rammel van de honger,’ zei Brody.

Drews blik ontmoette de hare. ‘Ik ook.’

Ze glimlachte om de huivering te verbergen die door haar heen voer. Als ze bedacht hoe hij de vorige avond naar haar had gekeken voordat ze vertrok, vermoedde ze dat voedsel waarschijnlijk niet het enige was waaraan hij behoefte had. Waarschijnlijk ervoer hij hetzelfde waanzinnige gevoel dat haar ook besprong zodra ze naar hem keek.

Daar had ze echter goed over nagedacht, en ze was eruit. Hij was te oud voor haar. Hij kwam uit een heel andere wereld, een wereld waarin zij waarschijnlijk niet zou passen, want ze hield van haar kleine stad. Bovendien had ze een baby. Hij hield niet van baby’s, en zelfs al zou hij dat wel doen, dan zou Claire nog niet in zijn leven passen. Brody deed dat immers al amper.

Goed, dat was dus duidelijk. Zodra ze opnieuw tot die conclusie was gekomen, voegde ze zich bij de mannen aan tafel.

Drew keek even naar haar. ‘Hoe laat ben je opgestaan om dit alles om zeven uur al op tafel te kunnen zetten?’

‘Om vier uur.’ Ze lachte. ‘Maar maak je geen zorgen. Soms maakt Claire me al om vier uur wakker. De dagen dat ze niet weer in slaap valt, doe ik liever iets dan dat ik in mijn donkere woonkamer moet zitten.’

De blik die hij haar schonk, veroorzaakte een vreemd, verkrampt gevoel in haar borst. Ze wist niet precies wat er in hem omging, maar hij scheen het geen prettig idee te vinden dat ze midden in de nacht moest opstaan.

Voordat ze echter iets kon zeggen, arriveerde Max. ‘Klaar om aan de slag te gaan?’ vroeg hij stralend.

Beide mannen kreunden. Toen ze dat deden, zag Gwen dat Brody zijn vader een waarderende blik schonk. Zo te zien had Drew Brody’s respect gewonnen – niet door bereid te zijn met hem samen te werken, maar doordat hij het werk evenzeer haatte als Brody.

Drew stond op. ‘Heb jij vandaag iets te doen?’ vroeg hij aan Gwen terwijl hij naar de kapstok liep om zijn jack te pakken.

‘Ja, hoor. Een heleboel,’ verzekerde ze hem.

Hij haalde diep adem en zei: ‘Dan zijn wij weg.’

Brody gaf hem een klap op de schouder. ‘Maak je maar geen zorgen, pap. Uiteindelijk leer je wel hoe je met die zaag moet omspringen.’ Daarna vertrokken ze.

Gwen staarde glimlachend naar de deur. Brody had op een normale manier tegen zijn vader gesproken. En hij had hem kameraadschappelijk op de schouder geslagen. Ze had Drew dus wel degelijk het juiste advies gegeven.

 

De lunch bestond uit kant-en-klare sandwiches die snel verorberd konden worden, maar toen de mannen die avond het huis binnen stapten, werden ze begroet door de geur van versgebakken gemberkoekjes.

Drew zag dat er een gebraden kip, aardappelpuree en groene bonen op het fornuis op hen stonden te wachten. De gemberkoekjes eisten echter zijn volledige aandacht op.

‘Heb je echt gembermannetjes gemaakt?’ vroeg hij verbaasd.

‘Ja, dat is een van mijn lievelingskostjes.’

Zijn blik ontmoette de hare. Een warm gevoel maakte zich van hem meester. Nu begreep hij hoe de mannen van het wilde westen zich vroeger hadden gevoeld wanneer ze ’s avonds terugkeerden naar hun blokhut die geurde naar de avondmaaltijd. ‘Het mijne ook.’

Ze glimlachte. ‘Gelukkig maar. Ik ben dol op koken.’

En hij was dol op eten. Bijna slaakte hij een zucht van tevredenheid. Ze pasten zo goed bij elkaar dat het waanzin leek dat ze geen relatie mochten beginnen.

‘Hé, ik houd ook van gemberpoppetjes,’ zei Brody, die er eentje pakte en in zijn mond stak. ‘Hm, dit is echt lekker!’

Gwen gaf hem speels een tik op zijn hand. ‘Jij bent je eetlust aan het bederven.’

‘Daar hoef je niet bang voor te zijn,’ zei Drew. ‘Max heeft ons vandaag zo hard laten werken, dat we allebei waarschijnlijk twee diners nodig hebben.’

Ze schoot in de lach en zei dat ze zich even moesten gaan opfrissen.

De mannen verlieten de keuken. Toen ze de hal in liepen, zag Drew goudkleurige slingers aan de wand hangen, die nu schoon was. Er waren ook slingers om de trapleuning gewikkeld, geaccentueerd met rode strikken en versierd met rood en gouden kerstboomornamentjes.

Brody stond er met open mond naar te staren. ‘Wauw!’

Drew keek om zich een. ‘Ja, zeg dat wel. Ik kan me bijna niet voorstellen dat ze, behalve koken, ook dit nog heeft gedaan.’

‘Ik kan mijn ogen niet geloven!’ zei Brody. ‘Dit ziet er echt cool uit!’

Drew keek hem aan. ‘Meen je dat nou?’

‘Ja, ik vind het geweldig.’

Drew was van mening dat zijn zoon een tikje te oud was om onder de indruk te zijn van wat slingers en strikken, maar hij hield zijn mond. Hij had de blaren gezien die zich op Brody’s handpalmen begonnen te vormen, en hij wist hoe die aanvoelden omdat hij dezelfde blaren in zijn handen begon te krijgen. Dit moment van kameraadschap hier in de hal, kijkend naar de kerstversiering, maakte dat echter alleszins de moeite waard. Twee dagen geleden zou Brody langs de versieringen zijn gesloft en geen woord tegen zijn vader hebben gezegd. Vandaag praatten ze als normale mensen met elkaar. Als vader en zoon.

Gwen had gelijk: door met Brody samen te werken, was de jongen veranderd. Hij was veel meer relaxt en weer de zoon die Drew zich herinnerde.

Bij terugkeer in de keuken complimenteerde Brody Gwen uitvoerig met de versieringen. ‘Mijn moeder doet dat soort dingen nooit,’ zei hij terwijl hij enthousiast aanviel op zijn kip. ‘Ze hangt altijd van die vreemde blauwe en roze spullen op die niets met Kerstmis te maken hebben. Maar deze,’ hij wees naar de hal, ‘zien eruit als de dingen die we op school hadden. Toen voelde Kerstmis nog echt aan als Kerstmis.’

Drew keek naar Gwen, die even knikte om aan te geven dat ze begreep dat hij haar dankbaar was, zonder dat hij dat hardop hoefde uit te spreken. Hij had zijn zoon nooit beschouwd als een kind dat bepaalde dingen tekortkwam, en dat was natuurlijk ook niet echt zo, maar het was wel triest dat Brody’s herinneringen aan het kerstfeest stamden uit een tijd die al heel lang achter hem lag. Misschien was dat Drews fout, misschien die van Brody’s moeder, maar wat de reden ook mocht zijn, het zat Drew allesbehalve lekker dat Brody van mening was dat zijn leukste kerstfeest al meer dan tien jaar geleden was.

Opeens werd hij overvallen door een heftig vaderlijk instinct. Hij had nog drie weken voordat het Kerstmis was, en op de een of andere manier zou hij ervoor zorgen dat dit een kerstfeest werd dat Brody nooit zou vergeten.

Het enige probleem was… dat hij nog niet wist hoe hij dat moest doen.