Hoofdstuk 3

 

 

 

Drew verliet de keuken. Zijn hand tintelde nog na van Gwens aanraking. Hij probeerde zichzelf voor te houden dat het bespottelijk was om zich aangetrokken te voelen tot iemand die dichter bij Brody in leeftijd stond dan bij hem – en bovendien een baby had – maar dat kon niet verhinderen dat er een krampachtig gevoel was ontstaan in zijn borststreek.

‘Eh, Drew?’

Hij bleef staan, bang dat ze iets zou gaan zeggen over de aantrekkingskracht die zich tussen hen manifesteerde – dat ze misschien zelfs zou gaan zeggen dat ze er niet van gediend was dat haar bejaarde baas avances in haar richting maakte. Behoedzaam keerde hij zich naar haar toe.

‘We hebben schoonmaakmiddelen nodig.’ Ze keek afwachtend. ‘Die heb ik niet van thuis meegebracht. Ik denk dat we iets nodig hebben wat desinfecteert als we de badkamers schoon willen krijgen.’ Ze klonk bedenkelijk. ‘Ik heb ook gezien dat er geen lakens, kussens en badhanddoeken zijn. Geen wasmiddel, en vaatwasmiddel, geen borden en bestek, zelfs geen potten en pannen. En waarschijnlijk heb je ook behoefte aan een koffiezetapparaat.’

Opgelucht omdat ze zich op haar werk concentreerde, reikte Drew naar zijn portefeuille. ‘En iets te eten?’

‘Ja, er is ook niets te eten.’

‘Oké.’ Hij trok een paar biljetten van honderd dollar tevoorschijn. ‘Denk je dat je kunt regelen dat we dat allemaal krijgen?’

‘Ik vrees dat we geen andere keus hebben.’ Ze keek naar het stapeltje bankbiljetten. ‘Je realiseert je hopelijk toch wel dat we hier geen Saks Fifth Avenue hebben, hè? Ik ga gewoon naar het plaatselijke winkelcentrum.’

‘Wat probeer je me nu duidelijk te maken? Dat je niet genoeg geld hebt, of juist te veel?’

‘Nee, ik wil alleen maar zeggen dat de lakens niet van zijde zullen zijn.’

Hij lachte.

Gwen werd opnieuw vervuld door dat heerlijke, bijna dromerige gevoel. Haar hart sloeg een slag over, en haar knieën veranderden in was. Als hij niet kwaad was op Brody, was hij eigenlijk een leuke, aardige man –

Nee, dat mocht er niet toe doen! Voor een vrouw met een baby zou het regelrechte waanzin zijn om te vallen voor een man die kinderen verafschuwde. En die op de koop toe ook nog eens haar baas was. Een rijke baas. Een man die zover buiten haar bereik lag dat ze niet eens naar hem zou moeten kijken.

De stilte in de keuken werd verbroken door het geluid van Drews mobiele telefoon. Hij drukte op het knopje en zei: ‘Teaberry.’ Even was het stil. ‘Ik heb mijn laptop nog niet aanstaan. De fax, printer en de dozen met dossiers staan nog in mijn auto.’

Hij liep naar de keukendeur. ‘Ik weet dat het feit dat ik niet tot de plaatselijke bevolking behoor, het grootste bezwaar is wat verhindert dat Jimmy Lane zijn bedrijf aan mij wil verkopen. Daarom ben ik dat aan het regelen. Ik trek een tijdje in het huis van mijn grootouders,’ zei hij, tegen de klapdeur duwend en uit het gezicht verdwijnend, waardoor ze het gesprek niet langer kon volgen.

De vreemde tinteling negerend die nog steeds door haar heen voer, keek Gwen naar haar slapende baby. ‘Wel, dit gaat wel een beetje anders dan we hadden verwacht, maar ik denk dat we het wel aankunnen.’

Zodra ze Claire in haar skipakje had gehesen, vertrok ze naar het winkelcentrum. Sinds haar aankomst was er opnieuw een paar centimeter sneeuw gevallen, wat de rit aanzienlijk vertraagde. Ze bracht een uur in de discountzaak door, en nog een uur in de supermarkt, zich trachtend voor te stellen waar twee rijke mannen trek in konden hebben voor het ontbijt, de lunch en het diner.

Toen ze klaar was met winkelen, ging ze nog even bij haar eigen huis langs. Ze pakte niet alleen extra kleren voor Claire maar ook voor zichzelf, want ze had niet alleen kleding nodig voor haar werk als assistente, maar ook voor haar bezigheden als werkster.

Het schommelstoeltje dat ze tijdens haar babyshower had gekregen, nam ze ook mee. Nu ze Drews toestemming had om Claire bij zich te houden, was er immers geen enkele reden waarom de baby het niet zo comfortabel mogelijk zou hebben.

De terugrit ging zo mogelijk nog langzamer dan de rit naar de stad. Toen ze de keuken binnen liep met Claire in het draagstoeltje en drie plastic zakken met handdoeken, zat een uitermate verveeld kijkende Brody aan de tafel.

‘Zou je me even willen helpen om de spullen uit de auto te halen?’ vroeg ze op luchtige toon terwijl ze de tassen op de keukenvloer dumpte. Ze gooide Brody de autosleutels toe. ‘Ik ben binnen twee minuten weer bij je. Ik moet eerst even Claire in bed stoppen. Die is heel erg toe aan haar middagdutje.’ Waar Drew was, wist ze niet.

Het duurde zo lang voordat Brody en zij alle voorraden uit de auto hadden gehaald, dat Claire alweer wakker werd. Nadat Gwen haar uit de slaapkamer had gehaald en haar had gevoed, trof ze Brody opnieuw in de keuken aan.

‘Het linnengoed en de blauwe handdoeken zijn voor jullie,’ zei ze tegen Brody, die opmerkelijk meegaand was. Afgaand op het gedrag dat hij had vertoond ten opzichte van zijn vader, had ze verwacht dat hij een rolling zou krijgen als ze hem vroeg haar te helpen. Maar hij had geen krimp gegeven toen ze hem verzocht de boodschappen en het linnengoed binnen te brengen. Ze wees op de tassen. ‘Als jij die nu eens even naar boven brengt?’

Hij greep de tassen. ‘Natuurlijk.’ Hij draaide zich om en liep naar de deur, daarbij het draagstoeltje van Claire passerend. Hij bleef staan en keek glimlachend naar de baby. ‘Ze is schattig.’

‘Ja,’ zei Gwen eveneens glimlachend. Nog een verrassing. Ze had niet verwacht dat de rijke, duidelijk over het paard getilde Brody een baby zelfs maar een blik waardig zou keuren. ‘Ik ben dol op haar.’

De klapdeur ging open, en Drew kwam de keuken binnen. ‘Hé.’ Na naar de tassen vol schoonmaakspullen gekeken te hebben, die op het aanrecht stonden, keek hij Gwen aan. ‘Bedankt.’

Brody wendde zich van Claire af. Zonder iets te zeggen, liep hij de keuken uit.

Drew kromp even ineen, maar hij richtte zijn blik weer op Gwen en zei: ‘Ik had je nog niet zo snel terug verwacht.’

‘Ik ben uren weggeweest.’

‘Echt?’ Hij keek op zijn horloge. ‘Wauw, de tijd is werkelijk voorbijgevlogen.’

De verleiding hem te vertellen dat hij al die tijd niet had omgekeken naar zijn zoon, die zich hopeloos verveelde, werd haar bijna te machtig, maar ze wist hem te weerstaan. Hij had haar bijna uitgelachen toen ze had gesuggereerd dat ze hem zou kunnen helpen met Brody. Tijdens de onderhandelingen over het werk dat ze voor hem ging doen, was dat ook niet ter sprake gekomen. Brody was zijn kind, zijn verantwoordelijkheid. Zij was slechts een werkneemster. Als hij haar hulp wilde, zou hij daar om moeten vragen.

Toch kon ze het niet laten hem te vertellen dat Brody haar had geholpen alles naar binnen te dragen – al was het maar omdat ze werkelijk de indruk had gekregen dat er iets schortte aan de relatie tussen Drew en zijn zoon. Ach, misschien was dat wel niet terecht.

‘Brody heeft het merendeel van de boodschappen naar binnen gedragen,’ zei ze dus. ‘Zonder zijn hulp was me dat lang niet zo snel gelukt.’

Drew zuchtte. ‘Ja, dat had ik al begrepen. Zijn moeder heeft zich nog nooit over hem beklaagd. In feite is het een prima joch. Ik krijg echter het gevoel dat ik wat hem betreft de gebeten hond ben.’

Zijn telefoon ging opnieuw.

Hij drukte op de knop. ‘Teaberry. Kun je heel even wachten, Hal?’ Hij keek Gwen aan. ‘Twee dingen. Om te beginnen, heb ik, terwijl jij weg was, het kantoor op de eerste verdieping van het grootste deel van het stof ontdaan.’

Haar ogen werden groot van verbazing. Ze kon zich niet voorstellen dat een man in een lichtblauwe trui van de allerfijnste kasjmier met een stofdoek had rondgezwaaid in een zwaar vervuilde kamer, maar nu ze beter keek, zag ze fijn stof kleven aan zijn trui en spijkerbroek.

‘Dus ik kan aan de slag. Ik ga een lijst maken van mensen die je een e-mail moet sturen met ons vaste telefoonnummer. Zou jij even bij Brody willen kijken terwijl ik die adressen bij elkaar zoek? Misschien kun je de stofzuiger mee naar boven nemen en hem laten zien hoe die werkt. Ik zou het zelf wel willen doen, maar ik heb het gevoel dat hij naar jou beter zal luisteren.’

Gwens hart sloeg een slag over. Brody was een goed joch, en Drew leek een prima man, maar toch leek het erop dat het tussen die twee oorlog was. Nou, ze had haar geluk al op de proef gesteld toen ze had geprobeerd deze baan te behouden. Ze zou niet nogmaals de grens overschrijden, dus hield ze haar mond.

 

Op dinsdagochtend had ze zich goed voorbereid, klaar om de mouwen op te stropen en aan de slag te gaan. Met een slobberig sweatshirt aan en een oude spijkerbroek onder haar dikke jas, liep ze met Claire de keuken binnen en trof Brody aan bij het fornuis, waar hij bezig was eieren te bakken – die nu stonden te verbranden.

Hoestend liep ze het vertrek binnen, haar vrije hand gebruikend om de rook weg te wuiven. ‘Ga bij dat fornuis vandaan!’

Hij schoot in de lach. ‘Graag.’

Ze zette Claires draagstoeltje op de tafel en nam onmiddellijk de koekenpan van het vuur. Voordat ze verder nog iets kon doen, kwam Drew de keuken binnen gestormd. ‘Ik heb e-mails gekregen van drie advocaten die allemaal een ander deel van de overeenkomst behandelen die ik naar Jimmy Lane heb gestuurd. Ik heb je nu in mijn kantoor nodig!’ Hij verdween even snel als hij was gekomen.

Gwen keek naar het babystoeltje en daarna naar Brody.

Hij zei: ‘Ga maar. Brood roosteren kan ik zelf ook wel.’

Snel griste ze het stoeltje van de tafel, rende naar haar slaapkamer om de slaperige Claire in haar bedje te leggen, duwde de babyfoon in de grote zak op de voorkant van haar sweatshirt en rende naar het kantoortje. Na twee minuten geluisterd te hebben naar de verhitte conversatie die Drew via de telefoon voerde met een van de advocaten, keek ze verlangend naar de deur.

Ze had inmiddels die eieren kunnen bakken voor Brody. En misschien ook al wat brood voor hem kunnen roosteren.

Na vijf minuten begon ze woest te worden. Ze had niet alleen die eieren kunnen bakken, maar ook koffie kunnen zetten, sinaasappelsap kunnen persen en Claires schommeltje in het kantoor kunnen zetten.

Net toen ze op het punt stond te vertrekken, maakte Drew een einde aan het telefoongesprek.

‘Goed, ik heb het commentaar van alle drie de e-mails die ik naar de advocaten heb gestuurd voor jou in een account verzameld. Het enige wat je hoeft te doen, is ze uit te printen.’

Ze opende haar mond om hem te bekritiseren over het feit dat hij haar had laten komen voor zo’n simpele opdracht en haar vervolgens had laten wachten, maar toen voegde hij eraan toe: ‘Je wachtwoord is Claire.’

Haar woede verdween op slag. Had hij zich de naam van haar dochtertje herinnerd? Domme dromerige gedachten vulden haar hoofd. Dat was toch wel heel romantisch… Nee, dit waren bespottelijke, schoolmeisjesachtige verzinsels. Ze was geen schoolmeisje meer. Zij was een vrouw met een baby, iemand die niet fantaseerde over opmerkingen die voor de vuist weg werden gemaakt.

Toen ze klaar was met het uitprinten, vroeg Drew of ze de grootste slaapkamer wilde schoonmaken. Hij wees op de bank in zijn kantoortje. ‘Daar heb ik vannacht op geslapen, en dat was allesbehalve comfortabel.’

Ze wist de giechel die opborrelde in haar keel met moeite te onderdrukken. Het was niet grappig dat hij niet lekker had geslapen, maar de uitdrukking op zijn gezicht was kostelijk. Dus knikte ze slechts en verliet het vertrek.

Onderweg naar het dienstbodevertrek liep ze Brody tegen het lijf.

‘Wat is er aan de hand?’

‘Niets.’ Ze bleef voor hem staan. ‘Ik ben op weg naar de grootste slaapkamer om hem schoon te maken.’

‘Heb je hulp nodig?’

Ze slikte haar verbazing weg. ‘Nou, ja en nee. Die kamer kan ik wel in mijn eentje schoonmaken, maar met een klein beetje hulp gaat het vast sneller.’

‘Dan zal ik de stofzuiger even gaan halen.’

De slaapkamer had gigantische afmetingen en was even vuil als de rest van het huis. Terwijl Brody het stof van de zware gordijnen, de matras en het tapijt zoog, maakte Gwen de aangrenzende badkamer schoon. Brody legde lakens en kussens op het grote bed. Zij legde handdoeken in de badkamer. Na twee uur was de kamer smetteloos schoon.

‘En nu?’ vroeg de jongen.

Gwen haalde haar schouders op. ‘Nu moet ik even gaan vragen of je vader me nog ergens voor nodig heeft.’

Zijn blik versomberde. ‘Oké.’

‘Hé, als het huishoudelijk werk is, wil ik dat met alle plezier met je delen, hoor.’

‘Ja, ik kan je net zo goed helpen. Veel meer valt er niet te doen in deze puinhoop.’ Dat gezegd hebbende, verliet hij de kamer.

Peinzend staarde Gwen hem na. Ze hoefde Drew slechts een enkel woordje in zijn oor te fluisteren om Brody iets te doen te geven, maar ze durfde dat niet. Ze had al afgedwongen dat Claire mocht blijven en de zaak nog verder op scherp gezet door meer salaris te eisen. Hoe ver kon ze gaan?

Bovendien was Brody zijn zoon. Dat was iets heel persoonlijks. Ze kon en mocht zich daar absoluut niet in mengen.

Jammer genoeg wist ze precies wat Brody voelde toen ze naar Drews kantoor hing en hij haar drie kwartier liet wachten terwijl hij opnieuw een telefoongesprek voerde. Iedere keer wanneer ze de kamer wilde verlaten, stak hij zijn wijsvinger op om aan te geven dat het slechts nog een minuutje duurde.

Tegen de tijd dat hij eindelijk ophing, was ze zo nijdig dat ze zei: ‘Je beseft toch wel dat Brody zich verveelt, hè?’

Hij fronste verward. ‘Wat?’

‘Terwijl jij hier aan het werk bent, sloft hij door dit grote huis en verveelt zich te pletter.’

Drews ongeduld werd zichtbaar door de blik die hij op de aantekeningen wierp die hij tijdens het telefoongesprek had gemaakt.

‘Kan het je ook maar iets schelen?’ vroeg ze geïrriteerd.

Hij keek op, hield haar blik enkele seconden vast en zei toen: ‘Hij heeft een mobiele telefoon waarmee hij zijn vrienden kan bellen en online waarschijnlijk honderden spelletjes kan spelen. Hij vermaakt zich heus wel. Bovendien gaat dit jou niets aan.’

Omdat hij wat dat betreft gelijk had, zei ze kalm: ‘Misschien niet, maar ik ben degene die voortdurend tegen hem op botst. Ik zie hoezeer hij zich verveelt, en jij bent degene die zich zo begraaft in zijn werk dat je waarschijnlijk niet eens weet hoe laat het is.’

Als om haar vermoedens te bevestigen, keek Drew op de klok op zijn bureau. Ze zag dat hij schrok, maar zijn stem klonk kalm toen hij zei: ‘Aangezien jij je daar zo druk om maakt, zul je wel blij zijn dat ik vanochtend gesproken heb met Max, de opzichter van de boerderij. Ik wil hier weer kerstbomen gaan verkopen. Hij heeft me verteld dat hij daar met een beetje hulp zaterdag over een week mee kan beginnen. Wanneer Max vanmiddag komt, zal Brody geen tijd meer hebben om zich te vervelen.’

Gwens mond zakte open van afschuw. Ze wist niet welk deel van zijn plannen ze het eerst moest bekritiseren. ‘Wil je hem werkelijk dwingen om kerstbomen te gaan verkopen?’

Drew keek langzaam op. ‘Ik neem aan dat je daar ook problemen mee hebt?’

Ze werd overvallen door een diep gevoel van schaamte. Was ze nu helemaal gek geworden? Ruziemaken met de man die letterlijk haar toekomst in handen hield? Het salaris dat ze de komende maand verdiende, zou haar in staat stellen haar opleiding af te maken. Zodra dat het geval was, zou ze een baan in het onderwijs kunnen zoeken om Claire en zichzelf te onderhouden. Ze zouden niet in weelde leven, maar ook niet van armoede omkomen. Gill en zij hadden het huis van haar moeder in Towering Pines geërfd. Gill wilde het niet, maar Gwen beschouwde het als haar thuis. Omdat ze geen huur hoefde te betalen, zou ze tamelijk comfortabel kunnen leven.

Als ze haar studie afmaakte…

Opeens weerklonk Claires gehuil door de babyfoon in haar zak.

Drew sprong bijna uit zijn stoel van schrik. ‘Wat is dat?’

Ze haalde de babyfoon tevoorschijn. ‘Claire is wakker.’ Zonder nog iets te zeggen, wilde ze het kantoor uit lopen.

Hij hield haar echter tegen. ‘Ik heb nog een uur of twee nodig om deze nieuwe informatie te verwerken. Het zou geweldig zijn als je ondertussen de keuken kunt schoonmaken.’

‘Oké.’ Geweldig. Daardoor zouden Claire en zij hem niet voor de voeten lopen en had zij iets te doen. Brody echter niet. Natuurlijk zou ze, als hij de keuken toevallig binnen zou komen, hem vragen of hij haar wilde helpen. Maar zo onderhand kreeg ze het gevoel dat ze dan te veel van hem eiste. Brody had vrijwillig meer gedaan dat een normale zestienjarige. Hij moest iets leuks gaan doen, zoals sneeuwborden of skiën.

Nadat ze Claire had gevoed en verschoond, legde ze haar in het schommelwiegje in de keuken en begon met schoonmaken. Drew of Brody – wie van de twee wist ze niet – had voldoende schoongemaakt om het fornuis, het aanrecht en de keukentafel te kunnen gebruiken. Dus sopte ze de muren af, maakte de kastjes schoon en boende de vloer.

Toen Drew twee uur later in de keuken verscheen, keek hij verbaasd om zich heen. ‘Wauw, dit is eigenlijk een gezellige keuken.’

Blij dat hij niet boos op haar was omdat ze zich met zijn zaken had bemoeid, richtte ze zich nog wat nahijgend op. ‘Schoonmaken hoeft niet lang te duren.’

‘Ja, maar ik denk niet dat ik dit zo snel voor elkaar zou hebben gekregen.’

Ze werd warm van deze onverwachte waardering. Ze hield zichzelf echter tegelijkertijd voor dat hij haar baas was en dat hij geacht werd haar te prijzen als ze goed werk had verricht. Hij had niet gezegd dat hij haar mooi of lief vond. Hij waardeerde het werk dat ze in dit huis verrichtte. Meer moest ze niet achter dat compliment zoeken. Bovendien zag ze er na al dat schrobben en boenen inmiddels vast uit als iets wat de kat mee naar binnen had gesleept.

‘Ik ga een sandwich maken voor de lunch. Wil jij ook?’

‘Graag.’ Ze keek naar Claire, die zich zo moe had gemaakt in het schommeltje dat ze bijna in slaap viel. ‘Eerst moet ik Claire naar de slaapkamer brengen voor haar middagdutje.’

Ze verwarmde een flesje terwijl Drew vleeswaren en kruiden uit de koelkast haalde. Toen de fles klaar was, haalde ze Claire uit het stoeltje en liep naar de slaapkamer. Claire dronk gretig en viel onmiddellijk daarna in slaap. Gwen keerde terug naar de keuken en trof Drew in zijn eentje aan de eettafel aan.

‘Waar is Brody?’

Hij nam de laatste hap van zijn sandwich en zei toen: ‘Ik heb hem gebeld. Hij moet zo komen.’

Brody slofte de keuken binnen en plofte op een stoel. Om te voorkomen dat er onmiddellijk ruzie zou ontstaan, maakte Gwen snel een sandwich voor hem klaar en gaf hem een glas melk.

Drew maakte nog een sandwich voor zichzelf en nam naast Brody plaats. Omdat ze graag wilde dat alles goed zou verlopen, gooide Gwen wat chips in een schaal en haalde een zak koekjes tevoorschijn.

Terwijl ze plaatsnam, zei Drew tegen Brody: ‘Gwen heeft me verteld dat je niets te doen hebt.’

Met open mond staarde ze hem aan, maar voordat ze iets kon zeggen, vervolgde hij: ‘Ik weet dat het hier saai is. Mijn vader heeft me wel eens verteld dat hij, voordat je grootvader naar North Carolina verhuisde, zich zo verveelde dat hij dacht dat hij gek zou worden. Daarom heb ik iets bedacht waarmee jij je bezig kunt houden.’

Brody keek opeens een stuk opgewekter.

Gwens borst verstrakte van angst. Ze mocht dan pas sinds kort een ouder zijn, maar ze was er absoluut zeker van dat Drew dit verkeerd aanpakte.

‘We gaan hier weer kerstbomen verkopen.’

‘Wat?’ zei Brody.

‘Hier op de boerderij. We stellen hem weer open voor het publiek. Jimmy Lane kwam hier vroeger naartoe om zijn kerstbomen te kopen. Hij wil de boerderij graag weer zien. Ik dacht dat het een goed idee was als het bedrijf weer zou werken – om die herinneringen weer op te halen.’

Brody gaapte zijn vader slechts sprakeloos aan.

Zonder daar acht op te slaan, vervolgde Drew: ‘Max komt vanmiddag om te beginnen met het kappen van de bomen. Hij heeft al uitgezocht hoe we ze moeten prijzen. Dan hebben we een stel bomen voor mensen die haast hebben, maar anderen kunnen we het bos in laten gaan om er zelf een uit te zoeken. Dat wordt vast leuk.’

Brody’s verbijstering veranderde in afschuw. ‘Leuk?’

‘Natuurlijk.’

‘Hoe leuk denk je dat jij dat zult gaan vinden?’ vroeg Brody schamper.

‘Hé, ik heb het al druk genoeg met mijn eigen werk.’

‘Ja,’ zei Brody, zijn stoel achteruit schuivend. ‘Binnen. In je warme kantoortje. En ik mag naar buiten om in de ijzige kou bomen te kappen.’

‘Brody, je weet dat ik moet werken –’

‘Natuurlijk. Jij moet werken, dat is het enige waaraan je kunt denken. Je opent de boerderij niet voor mij. Dat doe je om indruk te maken op die ouwe kerel, en mij gebruik je daarvoor als je persoonlijke slaafje.’

‘Zo is het helemaal niet!’

‘O nee? Eerst wil mam me niet omdat ze een nieuw leven is begonnen, met een nieuwe man…’ Brody’s stem trilde, en Gwens hart kneep samen uit medelijden met hem. ‘En nu gebruik jij me om een deal te sluiten.’ Hij draaide zich om en beende naar de achterdeur, waar hij zijn parka van de kapstok plukte.

Drew stond op. ‘Brody, wacht! Stop! Ik gebruik je niet als slaafje. En je moeder heeft je niet in de steek gelaten nu ze getrouwd is.’

Toen Brody zich naar hem toe draaide, glinsterden er tranen aan zijn wimpers. ‘Ze heeft je waarschijnlijk nog niet gebeld, maar dat zal ze zeker doen. Ik heb haar tegen Marc horen zeggen dat ze “dat” zou regelen zodra ze terug waren van hun huwelijksreis. Ze zei dat jij er geen bezwaar meer tegen kunt hebben om voor mij te zorgen, aangezien zij me mijn hele leven heeft gehad en jij me amper hebt gezien. De beurt is dus nu aan jou.’ Daarna stormde hij naar buiten.

Gwen was sprakeloos.

Drew bleef bij de tafel staan, duidelijk diep geschokt. ‘Ik heb absoluut geen idee wat ik nu moet doen.’

Ze zei niets.

Hij keek omlaag. ‘Jij hebt aangeboden me advies te geven. Ik heb nu advies nodig, dus begin alsjeblieft te praten.’

‘Je hebt mijn advies in de wind geslagen, weet je nog? En vanochtend heb je me verteld dat ik me niet met Brody moest bemoeien.’

‘Nou, nu ben ik niet meer zo kieskeurig.’

Ze haalde diep adem. Een jongen van zestien huilde niet tenzij er iets vreselijk fout zat. Zo fout dat hij het gevoel had dat hij alle controle had verloren. Als ze dat echter tegen Drew zei, zou hij niet behoedzaam gaan graven totdat hij tot de kern van de zaak was gekomen. Hij zou waarschijnlijk gaan schreeuwen of iets zeggen waarvan hij later spijt kreeg, of beide.

Hij moest tijd doorbrengen met Brody totdat de jongen zich voldoende op zijn gemak zou voelen om te praten en de antwoorden vanzelf boven water zouden komen. Hoewel ze wist dat Drew waarschijnlijk zou kreunen als ze hem dit advies aan de hand deed, besloot ze het toch te doen.

Ze ving zijn blik. ‘Oké. Als ik nu degene was die naar buiten was gestormd met het gevoel dat mijn moeder me niet wil en dat mijn vader me als slaaf wil gebruiken, zou ik waarschijnlijk een paar minuten alleen willen zijn om te voorkomen dat mijn vader zou zien dat ik huilde.’

Drew zakte terug op zijn stoel.

‘Maar als mijn vader daarna naar buiten kwam en samen met mij een deel van het werk zou doen, zou ik waarschijnlijk heel anders aankijken tegen die slavenarbeid.’

Drews mond zakte open. ‘Je wilt dat ik ga helpen met de verkoop van die kerstbomen?’

‘Je zou op zijn minst wat van de voorbereidende werkzaamheden kunnen uitvoeren.’

‘Ik moet een onderneming leiden en ik zit midden in de aanschaf van een nieuwe fabriek.’

‘Dus?’

Hij gaapte haar aan. ‘Dus wat?’

‘Wat is belangrijker? Je bedrijf of je zoon?’