Hoofdstuk 3
‘We komen lampjes tekort.’
Gill keek naar de decorateur, die op de ladder stond.
‘Weet je zeker dat we er niet meer mogen gebruiken?’ vroeg hij.
‘Absoluut niet. Ik wil niet riskeren dat de stoppen doorslaan.’ Waarmee ze zich ongetwijfeld nog meer van Olivers woede op de hals zou halen. ‘De hemel mag weten wanneer de bedrading voor het laatst gecontroleerd of vervangen is.’
Ze had een andere reactie van Oliver verwacht. Hij had haar teleurgesteld door niet aanwezig te zijn, maar van Maria had ze gehoord dat hij zich de afgelopen twee dagen had beziggehouden met de loodgietercrisis en nu thuis was om wat slaap in te halen.
Het verbaasde haar hoe leeg het centrum aanvoelde zonder hem. Niet dat ze hem miste. Ze was zich slechts bewust van zijn afwezigheid.
Aan de andere kant maakte zijn afwezigheid het eenvoudiger om de boom te installeren. Ze zou hem nu kunnen verrassen met een volledig versierde kerstboom. Waarom het zo belangrijk was om indruk op hem te maken, wist ze niet. Het enige wat telde, was zijn medewerking verkrijgen. Zijn afkeuring was zo verdraaid frustrerend. De manier waarop hij naar haar keek… alsof ze de vijand op hoge hakken was.
‘Klaar!’ schreeuwde de decorateur. ‘Volgens mij moeten we echt meer lampjes hebben…’
‘Nee, zo is het perfect.’
Gwen en Drew hadden zichzelf overtroffen. De boom, die van top tot kluit was versierd met linten, kerstrozen en ornamentjes, was een plaatje in rood en goud. De kristallen ornamentjes weerkaatsten glinsterend het licht van de lampjes. Er voer een huivering van spanning over Gills rug. Ze kon niet wachten tot de rest van het centrum de boom zou zien. Tot Oliver hem kon zien.
Gwens briefje had ze vastgemaakt aan haar notitieblok.
Hier is je boom, zusje. Dat je de kerstmagie mag ontvangen die je verdient.
Typisch iets voor haar zusje om van een zakelijke transactie zoiets liefs te maken. Maar als ze met die ‘magie’ Olivers goede wil en medewerking bedoelde, dan zou Gill dat met alle liefde accepteren.
‘Wauw!’ hoorde ze Maria achter zich zeggen. ‘Daarom moest je hier dus zo vroeg zijn. Dat ding is groter dan de boom die voor het stadhuis staat!’
‘Dat komt doordat hij binnen staat.’
‘Misschien. Hij lijkt gigantisch. En hij ruikt heerlijk.’
‘Ja, hè?’ Een frisse dennenlucht had zich door de zaal verspreid. Als Gill haar ogen sloot, kon ze zich de kerstochtend van vorig jaar voor de geest halen. Claire, haar nichtje, die met het enthousiasme van een peuter de verpakking van de cadeautjes scheurde. Brody, die helemaal opging in het nieuwste videospelletje. Gwen en Drew, knuffelend op de bank. Zij, zittend bij de haard.
Alleen.
Opeens werd ze overvallen door een golf van verlangen. Ze fronste. Dat kwam door Gwens briefje en onverbeterlijke romantische karakter. Daardoor kwam ze op dit soort vreemde gedachten.
‘Zo te zien zijn ze klaar met versieren voordat Oliver hier is. Denk je dat hij verrast zal zijn?’ vroeg ze aan Maria. Vreemd dat ze nu alweer aan hem dacht. Ach, eigenlijk was dat niet zo vreemd. Ze had deze boom voor hem besteld. Om hem over te halen, natuurlijk.
‘Hij zal in ieder geval iets zijn,’ mompelde de vrijwilligster.
‘Voor de hal en de rest van het gebouw hebben we bijpassende versieringen. Voldoende om het hele centrum een feestelijke aanblik te geven.’
‘Wauw,’ zei Maria opnieuw.
Ze klonk verbluft, precies de reactie waarop Gill had gehoopt. Nu maar hopen dat Oliver precies zo zou reageren wanneer hij arriveerde. Afwezig speelde ze even met het uiteinde van een tak. ‘Kerstmagie, doe je werk,’ mompelde ze.
‘Wat zullen we nu krijgen?’
Bij het horen van Olivers stem draaide ze zich om en grijsde. ‘Verrassing!’
Hij bleef in de deuropening staan. De atmosfeer, merkte ze, was door zijn komst weer normaal geworden. ‘Wat is dat?’ vroeg hij.
Haar grijns werd breder. ‘De kerstboom van het centrum. Wat vind je ervan?’
Hij zette de tassen met boodschappen neer die hij had gedragen en deed een stap op de boom toe. In tegenstelling tot de laatste keer dat ze hem had gezien, toen hij gekleed was geweest in een broek van corduroy en een sweater, droeg hij nu werkkleren. Zijn spijkerbroek zat onder de verfvlekken, en dat gold ook voor zijn flanellen shirt en sweater. Op zijn hoofd stond een pet van de Red Sox die zo vaal was geworden dat het logo bijna verdwenen was. Doorgaans kon Gill zich niet voorstellen wat vrouwen zo fascineerde in bouwvakkers, maar nu ze Oliver zo zag, begon ze dat een beetje te begrijpen.
‘Ik dacht dat jij naar huis was gegaan om te slapen,’ zei Maria op berispende toon.
‘Dat heb ik ook gedaan. Daarna ben ik verf gaan kopen. Ik dacht dat ik de voorraadkamer wel even kon schilderen nu het wat rustiger is in het centrum.’ Terwijl hij sprak, bleven zijn ogen door het zaaltje dwalen. Hij nam alles in zich op. De ladders, de versieringen, de bergen slingers die nog opgehangen moesten worden. Gill stond bijna te trillen van opwinding. ‘Die boom ziet eruit alsof hij uit een trendy woontijdschrift komt.’
‘Is hij niet prachtig?’ Ze wist nog net te voorkomen dat ze ging giechelen van enthousiasme. ‘Deze decorateurs hebben de boom in het Gouvernor’s House ook versierd.’ Ze pakte een van de kristallen ballen. ‘Kijk! Lalique!’
‘Lalique-kristal?’
Ik weet wat je denkt.’ Ze had dit bezwaar al verwacht. ‘Maar het zal absoluut geen invloed hebben op het budget. Alles wat je hier ziet, is gedoneerd door de Teaberry Farm, waar ze de mooiste bomen verkopen van heel West Virgina.’ Ze hing de bal aan een van de takken. ‘Gwen en ik hebben in eerste instantie besproken wat we met deze boom zouden doen, maar toen ging Drew zich ermee bemoeien, en hij stond erop dat ze ook de versiering zouden doneren.’
‘Drew?’ herhaalde Oliver. ‘Drew Teaberry, bedoel je? Van Teaberry Industries?’
‘Ja, hij is getrouwd met mijn zusje Gwen. Ik heb deze boom in het begin van deze week hierheen laten verschepen. En voordat je het vraagt, ja, ik heb de benodigde vergunningen gekregen. Alles is legaal en verantwoord.’
‘Vast wel,’ zei hij.
‘Wat vind je er nu van?’
Tot dusver had hij geen enkele reactie getoond. Hij had slechts naar de boom gestaard en was er omheen gelopen. Gill bestudeerde zijn profiel, maar zijn knappe trekken waren onpeilbaar. Ze keek naar Maria, die al even cryptisch haar schouders ophaalde.
‘Een blauwspar van zes meter,’ vervolgde ze, de stilte verbrekend. ‘Ik wist niet precies hoe hoog het plafond hier was, dus moest ik de lengte schatten. Maar zo te zien…’ Ze legde haar hoofd in haar nek, ‘had ik nog wel een grotere kunnen bestellen.’
Nog steeds niets. Haar enthousiasme bekoelde. Wat nu? Ze had hem een prachtige designboom gegeven, enig in zijn soort, compleet met gratis versiering. Waar was de blijdschap? De dankbaarheid? De waardering?
‘Doorgaans kopen we een boom bij een verkoper die een eindje verderop in de straat staat,’ reageerde hij uiteindelijk.
‘Als je bang bent dat we de economie in de buurt benadelen, kunnen we een donatie doen.’
‘En de kinderen dan? Die zouden vandaag kerstversieringen maken. Ik dacht dat we hadden afgesproken ze erbij te betrekken?’
‘Dan betrekken we ze ergens anders bij. Geloof me, als ze deze boom zien, zullen ze dat vast niet erg vinden.’
‘Dat is nog iets. Hoe moet ik in vredesnaam uitleggen hoe we aan dit alles zijn gekomen?’ Hij gebaarde naar de rijkelijk versierde boom.
‘Wat dacht je van de werkplaats van de Kerstman?’
‘Ik meen het serieus.’
Zij ook en ze werd met de minuut gefrustreerder. ‘Grote goedheid! Het is een kerstboom! Waarom doe je net alsof ik een halsmisdaad heb begaan?’
Hij keerde zich naar haar toe. Nu pas zag ze hoe geërgerd hij was. ‘Veel van deze kinderen mogen van geluk spreken als ze één cadeautje krijgen, en de meeste daarvan zijn nog gedoneerd. Wat zullen ze denken als ze een boom zien die volhangt met decoraties die meer kosten dan hun ouders in een jaar verdienen?’
Gill beet op haar lip. Daar had ze niet over nagedacht, maar de oplossing leek heel simpel. ‘Vertel ze dan de waarheid. Dat de boom een geschenk is.’
‘Natuurlijk. En daarna vertel ik ze dat het geld dat bestemd was voor de nieuwe tafeltennistafel opgegaan is aan de loodgieter. Ik zal zeggen: “Hé, jongens. Geen pingpongtafel, maar goed nieuws, we hebben een boom”!’
Allemachtig! Kon ze het deze man dan nergens mee naar de zin maken? ‘Weet je,’ zei ze, haar armen over elkaar slaand, ‘de meeste mensen die in jouw schoenen staan, zouden dankbaar zijn als ze zo’n cadeau kregen.’
‘Echt? En wat weet jij van mensen die in mijn schoenen staan?’
Meer dan jij denkt, wilde Gill zeggen. Ze wist precies wat het was om door het raam van het huis van andere mensen te kijken en in hun woonkamer de boom te zien staan die zij niet kon krijgen. ‘Ik probeer gewoon de kinderen iets speciaals te geven.’
‘O, dus dit is geen opschepperij? Dat doen mensen die in jouw schoenen staan toch altijd?’
Hoe durfde hij? Ze keerde zich van hem af, zodat hij de pijn en de woede in haar ogen niet kon zien. Vanaf het eerste moment dat ze elkaar hadden ontmoet, had hij haar behandeld alsof ze zijn vijand was. Het enige wat ze wilde, was goed werk leveren. Wat had ze misdaan dat deze man zo’n enorme hekel aan haar had?
Wel, ze zou niet langer proberen hem voor zich te winnen. De boom was prachtig, en als hij te koppig was om haar inspanningen te waarderen, of zelfs maar een greintje dankbaarheid te tonen… Nou, dan kon hij naar de pomp lopen! Het kon haar niet meer schelen.
‘We zijn klaar!’ riep de decorateur. ‘Zal ik de lichtjes aandoen? Dan kunnen we zien hoe het eindresultaat is geworden.’
‘Vraag dat maar aan Mr. Harrington!’ riep ze terug. ‘Het is zijn elektrische bedrading.’ Ze pakte haar jas en tas, niet langer in staat de onvriendelijke, starre atmosfeer te verdragen. ‘Weet je wat,’ snauwde ze. ‘Als die boom je niet aanstaat, dan haal je hem maar weer weg. Nee, ik weet nog iets beters, stop hem maar in…’ Haar stem sloeg over, wat voorkwam dat ze haar zin kon afmaken. Het maakte niet uit, de boodschap kwam vast wel over. ‘Dan kan hij de stok die daar al zit gezelschap houden.’