Mobieltje

Mijn hart vibreerde. Een voortdurende irritatie in mijn borst.

Bzzz… Bzzz… Bzzz.

Als een oververhitte bijenkoningin. Zes oproepen van Rosie. Elk genegeerd. Ongeveer vijftien berichtjes. Ping! Ping! Ping!

Elk berichtje gelezen, elk berichtje onthouden, elk berichtje genegeerd. Ik zou hem moeten uitzetten, maar ik klampte me vast aan haar aandacht. Aan het gevoel gewild te zijn.

Bzzz! Bzzz! Bzzz!

Niet opnemen.

Ping! Ping! Ping!

‘Waar zit je?’

Ik wilde net uit een propvolle bus stappen, die stonk naar verschaald bier en oude sigarettenrook. De werklozen, de verschoppelingen, de marginalen – we zijn allemaal hier. Bonnie Prince Billy zingt in mijn oren en ik voel elke steek van zijn doorleefde proza. Vandaag is een dag van litanieën en zelfmedelijden.

Ping! Ping! Ping!

‘CLEM, WAAR BEN JE?’

Ik loop door de bakken met cd’s in een platenwinkel. Mijn moeder zou trots zijn. Ik onderga de verwaande teksten van de nieuwe single van Madonna. Het einde van muziek. En dan te bedenken dat arme Malinese kindertjes hun inheemse muziek moeten inruilen voor deze troep. Een schande is het. God zij met hen. Ik ben hier alleen maar omdat het buiten ijskoud is. De winters in Glasgow vallen genadeloos aan, ze kijken niet naar leeftijd, gezondheid, rijkdom of emotionele kwellingen.

Bzzz! Bzzz! Bzzz!

Niet opnemen.

Ping! Ping! Ping!

‘Kom je nog trug nr school vndaag?’

Zelfs een roedel dolle rottweilers zou me niet terug naar die plek kunnen jagen. Mijn middelbare school is afgelopen. Vanaf vandaag. Doe mijn groeten aan degenen die me zullen missen. Dat zal geen dertig seconden duren.

Ping! Ping! Ping!

‘WAAR ZIT JE GVD!!’

Ik ben hier. In deze stad. In deze godverlaten plaats. Een plaats waar de wind je hoofd openrijt en mensen je gezicht openrijten. Ik ben hier. Hier ben ik. Niet omdat ik het zelf kies, wil of verlang, maar toch bevind ik me hier.

Ping! Ping! Ping!

‘Hebbek iets verkeerd gedaan?’

Ga maar in de rij staan. Iedereen in de rij is schuldig, heeft iets verkeerd gedaan. De vraag is wat ik verkeerd heb gedaan. Waarom vraagt niemand me dat? Maar ik begrijp wel waarom het een prangende vraag is.

Bzzz! Bzzz! Bzzz!

Niet opnemen.

Ping! Ping! Ping!

‘NEGEER JE ME?’

Het is de enige macht die ik nog heb. Het enige waarover ik controle heb. Stilte en anonimiteit. Ik negeer mezelf. Niemand kent me hier. Niemand verlangt hier iets van me, niemand wil me hier iets aandoen, behalve de verkoopsters, die geld van me willen.

Ping! Ping! Ping!

‘Wa s er ad hand?’

Wel, behalve dat een of andere kleine, onwetende, criminele kloot ermee heeft gedreigd me te verminken (voor eeuwig) omdat ik… God weet wat ik heb gedaan, en ik doodsbang ben om hem het hoofd te bieden, dat plus de dreigende onzekerheid van de toekomst, is er verder niks aan de hand. Een donkere wolk heeft ons helemaal hierheen gevolgd. Mijn vader heeft een baan waarvan zelfs zijn zoon denkt dat ze oersaai en onder zijn niveau is, hoe vernederend en beschamend moet dat niet zijn? Ik wil het me niet voorstellen. Mijn moeder is een andere vrouw geworden. Er blijft niets meer over van haar opgewektheid en blinde optimisme tegenover alle crap. Maar als antwoord op je vraag: alles gaat opperbest.

Bzzz! Bzzz! Bzzz!

Niet opnemen.

Ping! Ping! Ping!

‘Wa hebbek verkeerd gedaan?’

Rosie, je bent jezelf geweest. ROSIE. De aanstichter hiervan, van al dit kwaad. Je hebt ervoor gezorgd dat ik voor je viel. Dat ik naar je verlang. Dat ik naar je hunker. Je liet me mijn eigen narcistische onzin geloven: de gepijnigde kerel, de muziekliefhebber, de intellectueel, de boekenwurm, de einzelgänger, de mysterieuze man, de introverte jongen, de onafhankelijke geest, de knappe kop en de zelfverzekerde vent. Ik geloofde er allemaal in. Jij wilde dit allemaal, dus ik was het allemaal. Bullshit! Alles! Nu word ik aangevallen en berispt voor dit bedrog.

Ping! Ping! Ping!

‘Clem…’

Ik haat die naam. Die middenklasse-identiteit. Een naam die me alleen maar afzondering en beledigingen heeft opgeleverd, zolang ik me kan herinneren. Een naam die zelfs niet kan worden afgekort. Een walgelijk, waardeloos woord. Een naam die tot dit alles heeft geleid. Ik geef de naam van alles de schuld. Het begint allemaal met terloopse opmerkinkjes, dan spot, dan kwaadwilligheid, dan wil een of andere klootzak de andere klootzakken imponeren en voor je het weet, wil die klootzak, of een van de andere klootzakken, zijn merkteken op je achterlaten. Clem.

Ping! Ping! Ping!

‘Iets gebeurd @ school?’

Is er iets gebeurd op school? Natuurlijk is er iets gebeurd op school! Moet je dat nog vragen? Ik heb geen vrienden daar, toch? School is de enige plek waar ik toegeef aan omgang met anderen, als ik tenminste word toegelaten. Je ziet me toch niet door de straten lopen met een stel vrienden? Die school houdt niet van individualisme, je mag niet anders zijn, je mag niet NIET van voetbal houden, je mag niet NIET onverdraagzaam zijn. Het is net als het Chinese communisme.

Bzzz! Bzzz! Bzzz!

Niet opnemen.

Ping! Ping! Ping!

‘Neem op!’

Ik wil niet dat je mijn stem hoort overslaan van woede en denkt dat het een emotionele overgave is. Dat ik bijna in tranen ben. Dat je het ‘in mijn stem kon horen’. Je zou aan Cora vertellen dat je bijna kon voelen dat mijn wangen nat waren. Dat je bijna het zout van mijn tranen kon proeven. Ik wil gewoon niet praten. Vandaag is het een niet-pratendag, het is een dag van troost en reflectie.

Ping! Ping! Ping!

‘Wees nie zo’n eikel!!!’

Jullie zijn zo’n zootje offensieve pummels hier. Waar halen jullie het recht vandaan om alles te becommentariëren met een spervuur aan krachttermen? Of alles te weerleggen met beledigende beschimpingen? Dat duidt op een gebrekkig vocabularium en de onmogelijkheid om jezelf uit te drukken. Een meer dan onaantrekkelijk karaktertrekje van de mensen in Glasgow. In deze context is eikel evenwel een misplaatst woord.

Ping! Ping! Ping!

‘’k Heb gehoord van McEvoy… Klootzak!’

Wie is een klootzak? McEvoy of ik? Ik of hij? Clem of Fran? Dit is ambigu woordgebruik, Rosie. Toch is het een effectief en geschikt gebruik van de krachtterm. Waarschijnlijk zelfs de sterkste en machtigste krachtterm in onze moedertaal. Het woord dat de meeste afkeurende kreetjes oplevert. Het gebruik van dat woord kan iemand in één tel helemaal tegen je keren.

Ik heb vaak nagedacht over die klootzak van een McEvoy en geprobeerd om zijn daden te verklaren, om het vanuit zijn standpunt te bekijken. Om de dingen door zijn ogen te zien, om te proberen het te vatten: als je het door zijn ogen bekijkt, zie je dat hij bang is voor de toekomst, voor dreigende werkloosheid, hij is bang om na veertien jaar de veilige omgeving van de school te verlaten, om die gestructureerde (en begeleide) periode achter zich te laten, hij is bang dat hij een doel zal moeten vinden waar hij elke dag heen kan gaan, bang dat hij zijn ongelukkige thuis zal moeten verlaten en gedwongen wordt om een baan te vinden.

Ik heb geprobeerd om zijn frustraties te begrijpen omdat iedereen om hem heen de nieuwste mode volgt, naar het buitenland op vakantie gaat, over zijn toekomst praat, langdurige relaties heeft, hij is jaloers omdat ze het zich bij hem thuis niet konden veroorloven om dingen te kopen, om hem en zijn broers en zussen al die pracht en praal cadeau te doen die leeftijdgenoten tentoonspreiden, hij is verdrietig omdat zijn ouders hun kinderen de schuld geven van het verlies van hun eigen jeugd en het geluk dat ze hadden kunnen vinden. Deze ouders hebben die arme Fran afgewezen en verwaarloosd. Ze hebben ervoor gekozen om genoegen te nemen met een leven van armoede en overheidsaalmoezen. Misschien is het nog eenvoudiger dan dat. Hij zou zo’n afkortingsziekte kunnen hebben: ocs of ADHD of RAAR of LUL. Misschien heeft hij wel autisme of het Aspergersyndroom of een of andere vorm van cognitieve chaos die nog ontdekt moet worden en waarvoor nog geen diagnosen bestaan. Misschien vergeet hij gewoon elke dag om zijn Rilatine te nemen. Ik heb met zijn ogen gekeken en geprobeerd te achterhalen waarom hij doet wat hij doet, waarom hij zegt wat hij zegt, waarom hij altijd een mes bij zich draagt, maar ongeacht hoe hard of hoe lang ik het ook probeer, het antwoord blijft altijd hetzelfde: McEvoy is een klootzak. Een eersteklas kloterige klootzak.

Of misschien heeft hij gewoon een knuffel nodig.

Bzzz! Bzzz! Bzzz!

Niet opnemen.

Ping! Ping! Ping!

‘Love U!!’

Ach, Jezus, Rosie, ga je nu echt alles uit de kast halen? Hier hebben we het nog nooit over gehad, in elk geval niet op een serieuze manier. Dat onderwerp valt buiten de bespreekbare grenzen. Ik denk dat dit gewoon een reactie is op mijn mededeling dat ik naar Brighton wil, toch? Dit is geen echte liefde. Dat kan het niet zijn. Kun je dit niet zien voor wat het is? Bedenk eens hoe je later je vrienden op de universiteit, op je werk, je man en je kinderen kunt vermaken met verhalen over die eerste kalverliefde… of liefde, als je het zo wilt noemen. Als je eens rondkijkt, zie je hoeveel levens er vernietigd zijn door die eerste liefdesperikelen, velen zijn in de val van die eerste liefde gelopen. Al die mensen krijgen een verwrongen nek van jarenlang terugkijken op hun leven en een verwrongen geest van spijt en gepieker.

Ping! Ping! Ping!

‘Gn belwaarde meer. Je weet waar k ben.’

Dat is het probleem van deze maatschappij: niemand heeft nog waarde, niemand wordt gewaardeerd. Jongeren hechten geen waarde meer aan inspanning, aan verdienste. Ze verguizen je bij elke beweging die je maakt. Maak je dus geen zorgen, Rosie, niemand van ons heeft enige waarde. Dat is niet iets waarin jij uitblinkt. Misschien ben ik te hard, niet vergevingsgezind genoeg, maar de pot op, allemaal de pot op!

Het trillen en pingen hield op. Ik was nog steeds in de platenwinkel cd’s aan het bekijken die ik niet wilde kopen of beluisteren. Het was de beweging, de routine van iets doen, het gevoel toch nog iets van eigenwaarde te bezitten, ergens bij te horen, dat mijn vingers bezighield. Ik miste de berichtjes van Rosie. Ik miste de aandacht. Die hebben we allemaal nodig.