Pauline Croals interpretatie

Het was mijn eerste baan na de lerarenopleiding, dus ik ging vol enthousiasme aan het werk. Ik had de plicht tegenover mijn leerlingen om hen bij het vak te betrekken. De dagen van ouderwetse hoorcolleges en individuele studie zijn allang voorbij. Ik probeerde innovatiever te zijn en een omgeving te creëren die bevorderlijker is voor het leerproces. Dat werd tijdens mijn opleiding aangemoedigd. En dat is uiteindelijk ook de reden waarom ik voor dit beroep heb gekozen.

Nee, ik vond de school niet echt moeilijk. Ik had natuurlijk geen referentiepunt, maar een paar andere personeelsleden gaven me het idee dat het best een redelijke school was om te werken. Mijn eigen schooltijd lag natuurlijk nog niet zo ver achter me. Er waren nogal wat persoonlijkheden op school, zowel onder de leerlingen als bij het personeel. Ik kan wel zeggen dat sommige oudere personeelsleden niet graag tegen de haren in werden gestreken. Ze wentelden zich eerder in de ellende. Al die stereotypen waar we tijdens de opleiding voor gewaarschuwd werden, koffiemokken en bepaalde plaatsen voorbehouden aan bepaalde leerkrachten, zijn allemaal waar. Er was duidelijk een muur van vijandigheid. Er bestaat een strikte hiërarchie in een leraarskamer. Toen ik de situatie een paar maanden had geobserveerd, concludeerde ik dat ik de sfeer bekrompen en verbitterd vond. Er leek geen animo om veranderingen door te voeren. Te veel leerkrachten waren vastgeroest in hun routines en wachtten tot de bel ging of tot de zomervakantie begon. Het cynisme ergerde me. Veel collega’s hadden geen positief woord over voor de leerlingen aan wie ze lesgaven. Om eerlijk te zijn, was ik verbaasd over de totale onverschilligheid en minachting die ze voor hun beroep hadden. In elke andere baan zouden ze ontslagen zijn. Veel leerkrachten doen de deur van het lokaal dicht en geven les op een manier die al lang niet meer bij de moderne pedagogische inzichten past. Het is tegenwoordig gewoon te moeilijk om leerkrachten te ontslaan. Daarvoor moet je echt een serieuze grens overschrijden en voordat dat gebeurt… Maar ik ben aan het doordrammen. Dat gebeurt me wel vaker.

Natuurlijk ben ik me ervan bewust dat ik generaliseer, niet alle leerkrachten zijn zo. Sommigen waren wel betrokken. Ik gaf om mijn leerlingen en ik investeerde in hen. Ik streefde ernaar om mijn leerlingen aan te moedigen en over te halen om een liefde voor mijn vak te ontwikkelen. Nee, dat lukte niet altijd.

Dat is nu eenmaal lesgeven. Je zou kunnen zeggen dat ik mijn leerlingen gebruikte als troost voor de uitdagingen in de leraarskamer. Zij waren mijn ontsnappingsmiddel. Ik zorgde wel steeds dat de passie en de vurigheid die ik voor mijn vak had niet verkeerd begrepen of fout geïnterpreteerd konden worden. Daar lette ik altijd op. Dat is de nachtmerrie van iedere leerkracht. Ik was in dat opzicht net zo.

Het was zoals elk ander vijfde of zesde jaar. Sommige leerlingen waren echt geïnteresseerd in Engels, anderen waren apathisch, sommigen waren stil en bescheiden en anderen waren rumoerig. De gewone hormonenmix van een doorsneeklas. Rosie Farrell? Er was niets wat me opviel aan Rosie. Een typische laatstejaars, vol tienerangsten en misplaatst verzet. Ze had iets tegen me… Nee, dat is niet wat ik bedoel.

Ik bedoel dat ze om de een of andere reden afstandelijk en rancuneus was. We hadden niet echt een leerling-leerkrachtrelatie, dat moet ik toegeven. Ik had de indruk dat zij dacht dat ik andere bedoelingen had dan hen betrekken bij mijn vak en ervoor zorgen dat ze hun examen zouden halen. Hoewel dat echt mijn enige bedoeling was. Ik heb geen flauw idee waarom ze zich zo gedroeg. Ik was in elk geval niet van plan om een zestienjarig meisje op dat gebied uit te dagen. Bovendien was ik degene die de verantwoordelijkheid droeg. Ik moest maturiteit, leiderschap en integriteit tonen. Een leerling confronteren alleen omdat je een vaag gevoel hebt dat die leerling jou niet sympathiek vindt, is onprofessioneel en kortzichtig. Ik vrees dat ik daarvoor niet onzeker genoeg van mezelf was, of van mijn pedagogische kwaliteiten.

Maar ik schatte in dat Rosie een erg intelligent en scherpzinnig meisje was. Ik had het idee dat ze meer dan competent was om te bereiken wat ze wilde bereiken. Eigenlijk bewonderde ik haar individuele stijl, haar verlangen om een eigen persoonlijkheid te hebben. Ze liet zich niet door de andere leerlingen voorschrijven wat ze moest doen. Wat haar kledingstijl, de muziek waar ze naar luisterde en haar algemene houding betreft, was ze een zogenaamd emomeisje. Dat betekent emotioneel. Het hangt samen met zulke muziek. Emotionele muziek, neem ik aan. Het gaat natuurlijk verder dan dat. Het heeft ook te maken met een algemene verfijndheid en een houding. Individualistisch en subversief met een kleine ‘s’. Rosie behoorde zeker tot die categorie; ze was een samenspel van deze elementen. Niet dat wij als leerkrachten niet naar muziek luisteren. Het zou een eerste vereiste moeten zijn dat we een zekere kennis van de populaire cultuur vergaren. Wij zijn meer betrokken bij tieners dan welke beroepsgroep ook. Ik zou alle leerkrachten aanraden om naar X-Factor of Big Brother of The Inbetweeners te kijken. Het gaat erom dat je moet proberen om betrokken te zijn. Dat is geen kwantumfysica.

Rosie had aanleg voor Engels, maar ik denk niet dat ze dat zelf inzag. Soms is het moeilijk om objectief te zijn, om uit jezelf te kunnen treden en te analyseren waar je goed in bent en waar ruimte is voor verbetering. Misschien is het daarom goed dat er leerkrachten zijn. Ik zag dat ze echt de capaciteiten had. Volgens mij vond ze Macbeth best interessant en hield ze ook wel van bepaalde sonnetten van Shakespeare.

Cora Kelly vond ik een strop om Rosies nek. Het was overduidelijk dat ze een slechte invloed op haar had. Misschien was dat gebaseerd op een of ander intellectueel, of visueel inferioriteitscomplex. U weet hoe tienermeisjes kunnen zijn. Ik merkte iets van jaloezie in hun vriendschap. Cora kon nogal ergerlijk uit de hoek komen, maar ze had tegelijkertijd iets aandoenlijks en hartverscheurends over zich. Ze had een publiek nodig; als Rosie om de een of andere reden niet in de klas was, gedroeg Cora zich als een lastige hond zonder baasje. Er was echt iets meer aan de hand met dat meisje hoor. Geen van mijn collega’s had een goed woord voor haar over, maar gebruik dat alsjeblieft niet als een soort barometer. Er was geen enkele kans dat ze voor haar examens zou slagen. Waarom? Gewoon omdat ze heel zwak was, en lui. Ik geloof dat haar werd geadviseerd om te stoppen met school en zich in te schrijven voor een opleiding schoonheidsverzorging. Ik denk dat dat een goed idee was. En ik weet niet precies waarom ze het niet deed. Ik denk dat ze het gemak, de kameraadschap en de veiligheid op school wel prettig vond.

Clem Curran? Tja, daar gaat het om, toch?